De kerstvakantie begint voor velen. Wie volgende nog werkt treft lege kantoren. Slechts de noeste bibliothecarissen zijn gewoon aan het werk want de tent is open.
Ik kijk nog één keer achterom en selecteerde zeven berichten van het afgelopen jaar. Ik schreef er dit jaar 101 om precies te zijn.
Ik neem u mee langs de top-5 van 2015, met een kleine uitsmijter aan het eind. Lees maar mee.
1. De nieuwe bibliotheek is dichterbij dan we denken
Een blog dat ik schreef toen ik mijn werkzaamheden afrondde als interim-directeur in Deventer. De nieuwe maatschappelijke en educatieve bibliotheek is er al veel meer dan wij denken. Op vele plekken zitten wel echt al in de haarvaten van de samenleving. Een vrolijk verhaal in financieel barre tijden. Doet het goed met Kerst.
2. Ideeën voor dienstverlening aan vluchtelingen
2015 was het jaar dat vluchtelingen opnieuw op de agenda kwamen. Er komen uit de samenleving warme reacties om te helpen en angstige reacties over waar ze gehuisvest moeten worden. Bibliotheken kunnen een belangrijk spelen bij beide vragen. In het najaar organiseerde ik samen met de KB twee bijeenkomsten voor bibliotheken. Ondertussen is er een kleine organisatie bij de KB aan het werk om bibliotheken hier structureel verder mee te helpen. Mooi, hoe een blog daar het begin van kon zijn.
3. De vijf lessen van het VNG-congres
In juni stond ik namens de PSO's en samen met KB, en de VOB twee dagen op het VNG-jaarcongres. Ik sprak tientallen burgemeesters en wethouders en ik kreeg een schat aan informatie waar bibliotheken hun voordeel mee konden doen. Helder voor mij was dat de bibliotheek met maatschappelijke en educatieve taken prima kan samenwerken met de gemeente.
4. De infographic over Karmac
Zelden zoveel bedankjes gehad voor een blog als het blog met de infographic over Karmac. Er zat een compleet doe-het-zelf-pakket bij om zelf zo'n infographic te maken. Aan de downloadcijfers van de bestandjes kan ik zien dat het tientallen keren gebruikt is. Dus als u nog niks te doen hebt tijden de Kerst, dan is het een mooi alternatief voor die kerstpuzzel.
5. De zeven lessen voor instituten die geen instituten meer willen zijn
Dit jaar verscheen het boek: 'De uitvinding van de Leeszaal' over Leezaal West in Rotterdam. Ik had een aantal maal contact met Maurice Specht en schreef naar aanleiding van zijn boek zeven lessen voor bibliotheken. Voor wie nog goede voornemens zoekt, is dit blog een prima uitgangspunt.
Bonus: Van Swelmen over Vaders voor Lezen
Geen kerstboom zonder piek, geen jaar voor mij zonder Van Swelmen. Hoewel hij zich dit jaar redelijk koest hield op mijn blog. Wel verscheen hij in het afscheidsboek van Henk Das en sprak hij waarschuwende woorden bij het vertrek van Jacqueline Roelofs naar Biblionet Groningen. Maar op mijn blog vergreep hij zich alleen aan Vaders voor Lezen: 'Ook 90 minuten spreekkoren per week is ook 1.000 woorden per jaar!', fulmineerde hij. En durf hem maar eens tegen te spreken.
Op naar een volgend jaar. Ik wens u goede dagen en ik ga eens flink nadenken hoe ik mijn 1.000e blog ga vieren (jawel dit is bericht nummer 979!) We hebben dus een feestje in het verschiet! Dank alle volgers!
vrijdag 18 december 2015
dinsdag 15 december 2015
Vier observaties bij het zware verlies van Spotify en de transitie van de muziekindustrie
Een tijdje geleden schreef ik over de teloorgang van CD's en welke vragen dat oproept voor het behoud van deze materialen. Mijn goede oud-collega Bas Pool wees me vervolgens op een aantal cijfers. En daarbij heb ik weer vier observaties die ik graag met jullie deel.
Observatie 1: Bibliotheken volgen vraag in de markt
Bovenstaande grafiek is van Bas. Hij was zo aardig om uit te zoeken hoe de omvang van de uitleen van de CD-collectie zich verhield ten opzichte van de verkochte CD's. Dat levert sinds 1999 bovenstaande beeld op. Wat je ziet is dat het aantal uitleningen van CD's in bibliotheken een nagenoeg gelijke tred heeft gehouden met de teruglopende CD-verkoop. Met andere woorden: bibliotheken hebben de vraag uit de markt gevolgd.
Observatie 2: Hoe de vraag verandert
De cijfers die hij gebruikt rond de omzetten van CD's komen van de branchevereniging van de entertainment: de NVPI. Elk jaar zetten ze net zoals bibliotheken de belangrijkste zaken nog eens op een rijtje. Want laten we wel wezen: in de muziekindustrie is veel veranderd.
Geen klassieke statistiekdonut maar eentje waarbij een ombuiging zit. Om nog maar eens aan te tonen dat de muziekindustrie echt aan het kantelen is. De totale industrie uit de cijfers van 2014 omvat 130 miljoen. Wie weet dat bibliotheken samen voor ongeveer 60 miljoen aan mediakosten hebben, ziet dat dat helemaal niet zo'n hele grote branche is.
De verkoop van CD's is nog altijd meer dan de helft van die omzet. Maar streaming en downloads zitten de fysieke verkoop met 45% wel flink op de hielen. Ga er overigens maar vanuit dat die streaminginkomsten nagenoeg volledig bij Spotify vandaan komen.
Observatie 3: Alleen streaming groeit nog
Hoe snel het gaat met nieuwe media laat onderstaande afbeelding zien. Het laat zien wat de ontwikkeling van de verschillende onderdelen is tussen 2013 en 2014.
Hierin zie je - wat we al verwachtten - dat de CD-verkoop verder daalt. Deze zal volgend jaar minder dan 50% van de omzet van de industrie zijn.
Maar ook de de verkoop van downloads neemt nu al af. Die markt bestaat minder dan 10 jaar en is nu al op z'n retour. Een ontwikkeling die dus nooit echt heeft doorgezet.
Streaming is de enige ontwikkeling die echt potentieel groeit.
Observatie 4: Streaming wordt gefinancierd met oplopende schulden
Zoals ik als zei het is vooral Spotify in Nederland die voor de muziekindustrie de inkomsten genereert voor streaming. Hoe doen die het eigenlijk financieel? In 2014 had Spotify een omzet wereldwijd van 1 miljard dollar met een verlies van 162 miljoen dollar. De muziekwereld heeft dus wel de bakens verzet maar het bedrijf dat thans voor de inkomsten zorgt, draait nog immer met een (stijgend) verlies.
Onderstaande tabel komt van MusicbusinessWorldwide, die dit soort trends bij houdt.
Met andere woorden: Spotify is nog lang geen winstgevende handel en alles bij elkaar heeft Spotify tot nu toe een klein 350 miljoen euro verlies geleden. Ook dat verlies zullen investeerders nog terug willen zien.
In hetzelfde artikel van MusicbusinessWorldwide wordt uitgelegd hoe Spotify nog rendabel kan worden. Daar liggen zeker opties maar hoe Spotify het ook doet er is altijd een groep die daarvoor zal moeten betalen: muzikanten (minder royalties), Spotify-medewerkers (minder kosten) of gebruikers (afbouwen freemium-model). Of een combinatie daarvan natuurlijk.
Conclusie: durf te investeren in succes, ook als je nog niet weet hoe je je succes kunt financieren
Spotify heeft dus echt nog een weg te gaan en het streamingmodel wordt voorlopig gefinancierd met oplopende schulden. Naarmate het succes groeit, groeien de schulden van de muziekindustrie. Maar zonder die schulden was de omvang van die industrie al veel kleiner geweest.
Het geeft aan hoe lastig het is om die transitie te maken. En het toont aan hoeveel lef er nodig is om te investeren in digitale media. Het is onbekend wat de termijn is waarop wordt terugverdiend.
In soortgelijk dilemma zit natuurlijk ook de inkoopcommissie van bibliotheken in Nederland. De vakantiebieb met gratis toegang is een enorm succes. Het is ons eigen freemium-model van Spotify. Maar durven we ook door te investeren? Stel dat de vakantiebieb nog vier keer zo groot wordt, zonder direct ledenmodel? Leggen we dan extra geld in? Durven we ons bereik uit te bouwen zonder direct te weten waar het eindigt?
Ik zeg volmondig ja. Wie kijkt naar de mogelijkheden die Spotify nu heeft om verder te groeien ziet, dat die groei juist de opties biedt om ook een gezond businessmodel te vinden. Het begint allemaal met mensen bereiken.
Als we de mensen niet meer bereiken, dan kunnen we pas echt ophouden.
Met dank aan Bas Pool voor de attendering.
vrijdag 11 december 2015
Wie goed keek zag een klein jongetje dat zich even Boudewijn Büch voelde... op zoek naar de geschiedenis van Overijsselse bibliotheken
Enige tijd geleden had ik het met een collega over de geschiedenis van de Overijsselse bibliotheken. En dan vooral over de hoe de samenwerking tussen bibliotheken gegroeid was. Nu loop al wat jaartjes mee in Overijssel en toch weet ik ook niet alles. Het bleek een speurtocht te worden die naast het goede antwoord me ook nog iets anders bracht. Benieuwd naar wat? Lees dan verder.
Waar is het archief?
Om na te zoeken waar ik het over had, wist ik dat ik het archief van de Overijsselse bibliotheken nodig had van midden jaren '90 van de vorige eeuw. Maar waar was dat archief? Door digitalisering en een recente fusie was dat even zoeken. Ik begon bij onze secretaresse. Zij werkt nog niet zo lang bij ons en verwees naar een secretaresse die al veel langer bij ons werkt. Zij wist mij te vertellen dat dat archief waarschijnlijk niet meer in Nijverdal zou staan maar in Arnhem. Een bezoek aan ons magazijn in Nijverdal bevestigde wat ze zei: 'Kijk, hier stonden ze'. Bij de fusie zijn ze dan naar onze vestiging in Arnhem gegaan.
Van Nijverdal naar Arnhem
Aan het eind van een vrijdagmiddag als ik toevallig in de buurt van Arnhem ben, ga ik daar naar ons archief. Ik vind inderdaad de archieven vanaf 2007. Alles van daarvoor ontbreekt. Waar kan het toch zijn?
Ik keer terug naar onze secretaresse en zij weet zich te herinneren dat er een document is met beschrijvingen van archiefdelen. En dan komt het goed antwoord boven water: het archief is over gegaan naar het Historisch Centrum Overijssel.
Van Arnhem naar Zwolle
Op een donderdagavond ga ik met de inventarisnummers naar het historisch centrum. Een zeer behulpzame archiefmedewerker helpt me verder. Ik leer dat archieven beschreven worden in inventarissen en dat je die nummers weer nodig hebt om iets op te vragen uit het archief.
Dan leer je leuke dingen overigens: dat er het eerste directieoverleg was tussen bibliotheken in 1918. Want zover gaat het bibliotheekarchief op provinciaal niveau terug.
Maar wat blijkt: ons archief tussen 1988 en 2007 blijkt nog niet beschreven. Er staan nog 60 dozen waarvan we weten dat het over bibliotheken gaat, maar niet wat er in zit. Ik maak een paar dozen open en zie dat het voor die avond onbegonnen werk wordt. Het wordt zoeken naar een speld in een hooiberg. De medewerker beloofd een archivaris in te seinen dat ik op zoek ben.
De stukken in handen
Enige tijd later heb ik contact met de archivaris die me blij meldt dat de inventarisbeschrijving er is en dat ze heeft wat ik zoek: de archieven van de Overijsselse bibliotheken tussen 1993 en 1995. En dan begint een speurtocht die bijzonder boeiend is. Ik worstel me door een halve meter papier. Ik kom oude notulen tegen met collega's die allang met pensioen zijn. En heel soms iemand die nog gewoon op zijn stek zit al die tijd.
Ik zie hoe communicatie in die tijd ging; 'Wat werden er veel brieven geschreven in die tijd'. Het was de tijd dat de matrixprinter overging in de laserprinter. Soms kom ik nog een handgeschreven briefje tegen.
Wat verder opvalt is dat thema's die nu actueel zijn, toen ook actueel waren. In de jaren negentig was er bijvoorbeeld al een commissie voor de huisstijl. Of er was een materialenbank voor Volwasseneducatie en een leesgroep voor Turkse vrouwen. Het lijkt wel of de geschiedenis zich herhaalt.
Ik zie een brief van een directeur van een stadsbibliotheek die zich druk maakt over het beleid van de Overijsselse Bibliotheek Dienst. De brief wordt in afschrift ook naar de provincie gestuurd. Bonje dus. Niet veel later zit er in het archief een woordelijk uitgetypt verslag. Het is het verslag van het gesprek tussen de Overijsselse Bibliotheek Dienst en de stedelijke bibliotheken. Het was helder dat er een stevig meningsverschil was en tegelijkertijd zie je de directeuren in dat verslag gezamenlijk een oplossing verzinnen.
En tot slot zie je heel langzaam de digitalisering binnensluipen. In 1993 bepleit Jos Debeij (toen directeur in Deventer) hoe de catalogi aan elkaar gekoppeld moeten worden: de klant moet kunnen zien wat er overal is. Overigens waren er toen 7 bibliotheeksystemen bij openbare bibliotheken in Overijssel. Nu nog maar één.
Uiteindelijk vond ik wat ik zocht. Wat dat was, laat ik nog even in het midden. Dat is aardig voor een volgend verhaal.
Boudewijn Büch
Ik heb genoten van deze speurtocht. Op zoek zijn naar iets en tegelijkertijd veel meer vinden dan je dacht. Een ontdekkingsreis langs kilometer papier. Door informatie waar al tijden niemand meer geweest is. Volgens mij snapt u al wat er met mij gebeurde.
Ik begon ooit aan de bibliotheekacademie door mijn verwondering over wat er allemaal opgeslagen lag in bibliotheken en archieven. De TV-programma's van Boudewijn Büch maakten destijds op mij veel indruk. Het ging over de avonturen die nog verstopt lagen in al die documenten.
Wie goed keek bij het Historisch Centrum Overijssel, zag dat er jongetje zat die zich even Boudewijn Büch voelde en klein avontuur beleefde met de stukken van toen.
Waar is het archief?
Om na te zoeken waar ik het over had, wist ik dat ik het archief van de Overijsselse bibliotheken nodig had van midden jaren '90 van de vorige eeuw. Maar waar was dat archief? Door digitalisering en een recente fusie was dat even zoeken. Ik begon bij onze secretaresse. Zij werkt nog niet zo lang bij ons en verwees naar een secretaresse die al veel langer bij ons werkt. Zij wist mij te vertellen dat dat archief waarschijnlijk niet meer in Nijverdal zou staan maar in Arnhem. Een bezoek aan ons magazijn in Nijverdal bevestigde wat ze zei: 'Kijk, hier stonden ze'. Bij de fusie zijn ze dan naar onze vestiging in Arnhem gegaan.
Van Nijverdal naar Arnhem
Aan het eind van een vrijdagmiddag als ik toevallig in de buurt van Arnhem ben, ga ik daar naar ons archief. Ik vind inderdaad de archieven vanaf 2007. Alles van daarvoor ontbreekt. Waar kan het toch zijn?
Ik keer terug naar onze secretaresse en zij weet zich te herinneren dat er een document is met beschrijvingen van archiefdelen. En dan komt het goed antwoord boven water: het archief is over gegaan naar het Historisch Centrum Overijssel.
Van Arnhem naar Zwolle
Op een donderdagavond ga ik met de inventarisnummers naar het historisch centrum. Een zeer behulpzame archiefmedewerker helpt me verder. Ik leer dat archieven beschreven worden in inventarissen en dat je die nummers weer nodig hebt om iets op te vragen uit het archief.
Dan leer je leuke dingen overigens: dat er het eerste directieoverleg was tussen bibliotheken in 1918. Want zover gaat het bibliotheekarchief op provinciaal niveau terug.
Maar wat blijkt: ons archief tussen 1988 en 2007 blijkt nog niet beschreven. Er staan nog 60 dozen waarvan we weten dat het over bibliotheken gaat, maar niet wat er in zit. Ik maak een paar dozen open en zie dat het voor die avond onbegonnen werk wordt. Het wordt zoeken naar een speld in een hooiberg. De medewerker beloofd een archivaris in te seinen dat ik op zoek ben.
De stukken in handen
Enige tijd later heb ik contact met de archivaris die me blij meldt dat de inventarisbeschrijving er is en dat ze heeft wat ik zoek: de archieven van de Overijsselse bibliotheken tussen 1993 en 1995. En dan begint een speurtocht die bijzonder boeiend is. Ik worstel me door een halve meter papier. Ik kom oude notulen tegen met collega's die allang met pensioen zijn. En heel soms iemand die nog gewoon op zijn stek zit al die tijd.
Ik zie hoe communicatie in die tijd ging; 'Wat werden er veel brieven geschreven in die tijd'. Het was de tijd dat de matrixprinter overging in de laserprinter. Soms kom ik nog een handgeschreven briefje tegen.
Wat verder opvalt is dat thema's die nu actueel zijn, toen ook actueel waren. In de jaren negentig was er bijvoorbeeld al een commissie voor de huisstijl. Of er was een materialenbank voor Volwasseneducatie en een leesgroep voor Turkse vrouwen. Het lijkt wel of de geschiedenis zich herhaalt.
Ik zie een brief van een directeur van een stadsbibliotheek die zich druk maakt over het beleid van de Overijsselse Bibliotheek Dienst. De brief wordt in afschrift ook naar de provincie gestuurd. Bonje dus. Niet veel later zit er in het archief een woordelijk uitgetypt verslag. Het is het verslag van het gesprek tussen de Overijsselse Bibliotheek Dienst en de stedelijke bibliotheken. Het was helder dat er een stevig meningsverschil was en tegelijkertijd zie je de directeuren in dat verslag gezamenlijk een oplossing verzinnen.
En tot slot zie je heel langzaam de digitalisering binnensluipen. In 1993 bepleit Jos Debeij (toen directeur in Deventer) hoe de catalogi aan elkaar gekoppeld moeten worden: de klant moet kunnen zien wat er overal is. Overigens waren er toen 7 bibliotheeksystemen bij openbare bibliotheken in Overijssel. Nu nog maar één.
Uiteindelijk vond ik wat ik zocht. Wat dat was, laat ik nog even in het midden. Dat is aardig voor een volgend verhaal.
Boudewijn Büch
Ik heb genoten van deze speurtocht. Op zoek zijn naar iets en tegelijkertijd veel meer vinden dan je dacht. Een ontdekkingsreis langs kilometer papier. Door informatie waar al tijden niemand meer geweest is. Volgens mij snapt u al wat er met mij gebeurde.
Ik begon ooit aan de bibliotheekacademie door mijn verwondering over wat er allemaal opgeslagen lag in bibliotheken en archieven. De TV-programma's van Boudewijn Büch maakten destijds op mij veel indruk. Het ging over de avonturen die nog verstopt lagen in al die documenten.
Wie goed keek bij het Historisch Centrum Overijssel, zag dat er jongetje zat die zich even Boudewijn Büch voelde en klein avontuur beleefde met de stukken van toen.
maandag 7 december 2015
Wat we op internet gaan leren van drugsdealers en wapenhandelaren...
Dit afgelopen weekend las ik in de Volkskrant een vrij groot interview met Jamie Bartlett. Schrijver van het boek The Dark Net. Een boek dat onlangs is vertaald naar het Nederlands. Bartlett deed vier jaar onderzoek naar de wereld van drugsdealers, neonazi's, wapenhandelaren en pornografen op het internet. Een wereld die het daglicht slecht verdraagt en die op internet om extra maatregelen vraagt om je eigen identiteit te verhullen. Die wereld noemen we het 'Dark Net'.
Ondanks alle rottigheid die hij tegenkwam blijft hij vrij optimistisch en laat hij vooral zien hoe de wereld van met name de drugshandel veiliger is geworden door internet. Vrolijk vertelt hij over de recensies die gebruikers schrijven over de verschillende dealers en dat ondanks de anonimiteit er toch een vorm van regulering van kwaliteit en prijs komt.
Het zijn de schimmige randen van internet waar mensen uit de marge functioneren en die buitengewoon creatief moeten zijn in de manier waarop ze opereren. Het is dus niet gek dat er een berg innovatie aan te pas komt. Want laten we eerlijk zijn: 'Ben je het ook niet zat dat wanneer je een badkamersite hebt bezocht, je nog maanden achtervolgd wordt door advertenties door geplaatste cookies?' Wil iedereen niet deze vorm van privacy op het net? En dus vertelt hij dat de waarde van deze onverlaten van het net is dat privacytools zich razendsnel ontwikkelen. Tools waar u en ik morgen gebruik van gaan maken.
Ik geef Bartlett een grote kans dat hij gelijk heeft. Bekijk zijn Tedx-verhaal maar eens.
Binnenkort zitten we als bibliotheken gewoon tussen de drugsdealers en wapenhandelaren. Ach, we waren er altijd al voor de achterbuurten.
vrijdag 4 december 2015
15 manieren voor positieve communicatie
Het lijkt me een mooie presentatie om eens door te kijken met je team en de vraag te stellen: kunnen wij niet positiever communiceren? Volgens mij levert het veel leuke energie op in uw team.
donderdag 3 december 2015
Dag CD's, dag bladmuziek, dag DVD's? Drie observaties en drie afspraken
Ik duik nog een keertje de CBS-cijfers in. Niet zo zeer om iets te zien wat we allemaal al weten maar wel om de conclusie erachter nog een keer te benoemen. Ik loop met u vandaag eens langs de cijfers van CD's, bladmuziek en DVD's.
Observatie 1: Waar zijn de CD's?
Hierboven ziet u de uitleencijfers voor CD's. Het zal u niet verbazen: al jaren een neergaande lijn. Op het hoogtepunt bijna 4 miljoen uitleningen en nu nog goed voor een kleine 600.000. Toen ik twee jaar geleden in Gelderland voor centraal collectioneren aan het werk was kwam ik er tot mijn schrik achter dat er nog slechts vier bibliotheken waren in deze hele provincie met een CD-collectie. Zonder overleg met elkaar stoten we deze onderdelen af. Rationeel volledig juist maar met de kans dat het plotseling weg is in het netwerk en dat er ook geen achtergrondcollectie meer is op provinciaal niveau.
Nu hoor ik u denken: maar we hebben de Centrale Discotheek Rotterdam toch? Jazeker. En hoewel ze wel degelijk een kleine landelijke subsidie ontvangen, hebben ze geen verplichte landelijke depotfunctie. Het heet niet voor niks Centrale Discotheek 'Rotterdam' en niet Centrale Discotheek Nederland. Overigens zou men van mij best zo mogen heten want men vult die depottaak naar eer en geweten in. Maar realiseer je wel dat we als stelsel geen bindende afspraak hebben op dit punt.
Observatie 2: Waar is de bladmuziek?
Bladmuziek is een kleinere doelgroep en kent al jaren een wat problematisch bestaan in openbare bibliotheken. Wie wat verder wil gaan dan meespeelmaterialen is gelijk een specialistische bibliotheek. Ik chargeer misschien wat maar bladmuziek is een hele grote wereld en een heel klein budget.
Er zijn een paar grotere collecties binnen openbare bibliotheken en ik zal u vertellen dat bij elk van die instellingen de vraag kan rijzen: 'waarom zouden wij dit nog doen?'. Wie een grotere bladmuziekcollectie heeft, is gelijk een netwerk- en achtergrondcollectie. Hebben we daar bindende provinciale of landelijke afspraken over? Nee, we vullen het naar eer en geweten in.
Observatie 3: DVD's
Ik hoor u denken: 'hier hoeven we ons gelukkig nog niet druk om te maken. Inderdaad, de uitleen van DVD's steeg de afgelopen jaren nog flink. Maar het hoogtepunt is bereikt met 1,1 miljoen uitleningen. En ik geef u op een briefje dat het vervolg ongeveer zo zal zijn als dat van de CD's. En voor de goede orde: het was in 2010 dat de CD's op het niveau stonden waar nu de DVD's staan.
Met andere woorden: over vijf jaar heeft het merendeel van de bibliotheken de DVD's weggedaan en vragen we ons af bij wie we nog terecht kunnen als we er één willen hebben. Hebben we met iemand de afspraak gemaakt dat die ze bewaart in het provinciale of landelijke netwerk? Inderdaad, het antwoord zal bijna altijd 'nee' zijn.
Drie afspraken: provinciaal, landelijk en lokaal
Hoe belangrijk we collecties ook vinden, een bindende afspraak maken op provinciaal op landelijk niveau schijnt bijster lastig te zijn. Twee afspraken daarover lijken me dan ook wel op zijn plaats maar dan wel met tegelijkertijd ook een lokale plicht daarachter om het te laten zien. Drie afspraken in totaal dus: provinciaal, landelijk en lokaal.
Eén afspraak op provinciaal niveau
Volgens mij is het niet zo ingewikkeld. Ik zou zeggen: bespreek met elkaar in het provinciale netwerk nou eens, waar als laatste de CD's ondergebracht gaan worden en breng alle afgeschreven collecties die vanaf nu weg gaan daar naar toe. Doe dat de komende vijf tot tien jaar. Daarmee hebt u voldoende buffer op provinciaal niveau. Dat kan een Plus-bibliotheek zijn, dat kan een PSO zijn maar ook gewoon een betrokken bibliotheek. Dat hoeft niet veel te kosten. Het gaat om maken van goede afspraken over het bijeen brengen en bewaren van de laatste collecties. Van Overijssel weet ik bijvoorbeeld dat er zo'n gezamenlijke afspraak voor CD's. Dat geeft elke bibliotheek de ruimte om nieuwe dingen te doen, terwijl men weet dat het leverbaar blijft in het netwerk.
Nou ja, en voor bladmuziek en DVD's geldt natuurlijk hetzelfde. Zorg voor een buffer op provinciaal niveau en breng die er nu zijn bij elkaar onder.
Eén afspraak op landelijk niveau
Voor Nederlandse boeken kennen we een depotfunctie en zijn er vele bewaarcollecties waar ook goed uit geleend kan worden. Voor CD's is er een halve afspraak met de CDR. Voor bladmuziek tekenen gezamenlijk een aantal Plusbibliotheken (maar ook alleen gezamenlijk) en voor DVD's is zeker geen afspraak.
Iedereen doet stapjes achteruit op de collectie. En dat is gezien de teruglopende uitleenaantallen volstrekt logisch. Sterker nog: onlangs liet ik zien dat bibliotheken nog steeds fors investeren in collecties. Als we het zo belangrijk vinden, snap ik niet dat we niet deze twee simpele afspraken maken.
Eén afspraak op lokaal niveau
Tot slot; als we dit doen, ligt er ook op lokaal niveau nog wel een plicht. Want leuk als dit geregeld wordt op de bovenlokale niveaus maar betekent dit dat u achterover kunt lenen in uw lokale bibliotheek? Nee, dat denk ik niet. Want doordat CD's, bladmuziek en straks ook DVD's verdwijnen uit bibliotheken, verdwijnt ook de automatische zichtbaarheid van muziek en films. Bibliotheken die in hun catalogus niet het hele provinciale netwerk laten zien of niet de CDR hebben toegevoegd aan hun catalogus, bieden gewoon geen film of muziek meer aan. Met andere woorden: de Beatles en de Stones zijn dan niet meer vindbaar.... Dat is toch raar of niet? Dus zorg voor zichtbaarheid in de catalogus, ga aan de slag met 'MuziekWeb in de bibliotheek' en organiseer een pubquiz en een lezing op dit gebied. Vul die taak opnieuw in binnen die brede rol van de bibliotheek.
Kortom, drie afspraken: provinciaal een buffer, landelijk een depot en lokaal de plicht om het zichtbaar te houden. En ik snap dat er nog veel meer over valt te zeggen. Bijvoorbeeld over zichtbaarheid en aanvraagbaarheid in de Nationale Bibliotheek Catalogus of over tarieven. Maar eerst dit maar eens regelen.
Voordat het niet meer hoeft.
dinsdag 1 december 2015
Van brutaalboete en groetgratis: Hoe Louisa Benning wereldnieuws werd
Deze tweet van Sonja Heijkamp zorgde er afgelopen dagen voor dat de Bibliotheek Zwolle 'viral' ging. De foto werd overgenomen op Facebook en andere social media.
Gisteren besteedde RTV Oost al een item aan dit opmerkelijke bordje dat al anderhalf jaar in de bibliotheek Zwolle hangt. En deze ochtend opende de regionale krant De Stentor met deze voorpagina.
Brutaalboete of Groetgratis
Nu ken ik Louisa nog uit mijn tijd dat ik in Zwolle werkte en ik ken haar als iemand die altijd constructief meedenkt en die zoekt naar wegen hoe je het 'ook' kan doen. Zijn kinderen onbeleefd dan is dat niet een gegeven maar hoe zou je dat op een andere manier kunnen aanpakken zonder dat je tot uitsluiting komt of een negatieve prikkel.
Omdenken dus en zoeken naar de betere oplossing dan alleen rotjongetjes eruit zetten. Hoe kun je van een irritatie toch weer een glimlach maken.
De term brutaalboete is dan wel weer een typische voor bibliotheken en ik vermoed dat het een kop van de krant is.
Misschien is 'Groetgratis' een beter woord in de kop. Louisa krijgt nu al van mij het applaus van de maand! Want ik vermoed dat er nog meer media komen die dit nieuws gaan oppikken.
Gisteren besteedde RTV Oost al een item aan dit opmerkelijke bordje dat al anderhalf jaar in de bibliotheek Zwolle hangt. En deze ochtend opende de regionale krant De Stentor met deze voorpagina.
Brutaalboete of Groetgratis
Nu ken ik Louisa nog uit mijn tijd dat ik in Zwolle werkte en ik ken haar als iemand die altijd constructief meedenkt en die zoekt naar wegen hoe je het 'ook' kan doen. Zijn kinderen onbeleefd dan is dat niet een gegeven maar hoe zou je dat op een andere manier kunnen aanpakken zonder dat je tot uitsluiting komt of een negatieve prikkel.
Omdenken dus en zoeken naar de betere oplossing dan alleen rotjongetjes eruit zetten. Hoe kun je van een irritatie toch weer een glimlach maken.
De term brutaalboete is dan wel weer een typische voor bibliotheken en ik vermoed dat het een kop van de krant is.
Misschien is 'Groetgratis' een beter woord in de kop. Louisa krijgt nu al van mij het applaus van de maand! Want ik vermoed dat er nog meer media komen die dit nieuws gaan oppikken.
maandag 30 november 2015
Op 28 april 2028 hebben de Nederlandse bibliotheken één bibliotheeksysteem
De 160 basisbibliotheken van Nederland hadden in 2015 gezamenlijk 47 bibliotheeksystemen in de lucht. Het onderstaande plaatje van Johan Stapel van de Koninklijke Bibliotheek - waarvoor dank - illustreert dat.
Sommigen van ons schudden bij het horen van die aantallen meewarig hun hoofd: hoe kan het toch dat er zoveel systemen zijn? Anderen koesteren hun eigen systemen en geven aan dat dit belangrijk is voor hun eigen innovatiekracht.
2000-2010 faillissement Datapoint en vorming van basisbibliotheken
28 april 2028: Eén systeem
Sommigen van ons schudden bij het horen van die aantallen meewarig hun hoofd: hoe kan het toch dat er zoveel systemen zijn? Anderen koesteren hun eigen systemen en geven aan dat dit belangrijk is voor hun eigen innovatiekracht.
2010: 65 systemen
Toen ik dit plaatje van Johan zag vroeg ik mij af hoe dit eigenlijk in het verleden was. Via internet deed ik een oproep om mij te helpen met de situatie over 2000, 2005 en 2010. Ik kreeg veel tips maar niet de gouden tip. Degene die mij het beste verder kon helpen was - opnieuw - Gerda Malepaard. Zij zette zich jarenlang in voor het landelijke aanvraagsysteem. Op basis van haar informatie kon zij reconstrueren dat er in 2010 zelfs 65 bibliotheeksystemen actief waren.
Toen ik dit plaatje van Johan zag vroeg ik mij af hoe dit eigenlijk in het verleden was. Via internet deed ik een oproep om mij te helpen met de situatie over 2000, 2005 en 2010. Ik kreeg veel tips maar niet de gouden tip. Degene die mij het beste verder kon helpen was - opnieuw - Gerda Malepaard. Zij zette zich jarenlang in voor het landelijke aanvraagsysteem. Op basis van haar informatie kon zij reconstrueren dat er in 2010 zelfs 65 bibliotheeksystemen actief waren.
In de afgelopen vijf jaar zijn we dus 18 bibliotheeksystemen kwijt geraakt. Dat zijn geen bibliotheken die verdwenen zijn maar wel bibliotheken die gefuseerd zijn of bibliotheken die in grotere verbanden zijn gaan samenwerken.
2000-2010 faillissement Datapoint en vorming van basisbibliotheken
Over de vraag hoe het ging voor 2010 heb ik dus geen harde cijfers maar mijn verwachting is dat sinds 2000 het aantal wel elke elke vijf jaar met een soortgelijk aantal zal zijn gedaald. In die tien jaar ging bijvoorbeeld Datapoint failliet (volgens mij 40 installaties) en werd de vorming van basisbibliotheken opgepakt. Ga er dus maar vanuit dat er rond 2000 er bijna 100 bibliotheeksystemen actief waren.
28 april 2028: Eén systeem
Wat zou dat betekenen voor de toekomst? Laten we de lijn eens met dit tempo doortrekken. In 2020 zijn er dan nog 29 systemen, in 2025 nog 11 en in 2028 nog slechts één. Statistisch gezien zou dat 28 april 2028 moeten zijn. Het is natuurlijk een beetje speculatie. Er zijn mensen die tegen mij zeggen dat we al sneller naar één systeem toe zouden moeten en er zijn mensen die zeggen dat er altijd verschillende systemen zullen blijven in Nederland.
Feit is dat het aantal systemen al jaren aan het dalen is.
Op vier plekken in Europa wordt gewerkt aan een landelijk systeem
Maar is het ondenkbaar dat er één landelijk systeem zou komen? Dat is de vraag. Vlaanderen is bezig met één bibliotheeksysteem. Ierland is bezig met één bibliotheeksysteem. Noord-Ierland is bezig met één bibliotheeksysteem en Denemarken is bezig met één bibliotheeksysteem. Al die landen hebben een afweging gemaakt en kwamen tot de conclusie dat dit de beste oplossing was. In ieder geval interessant om die plaatsen eens te bezoeken.
Driepuntenplan
In juli van dit jaar deed ik - op basis van het onderzoeken in Vlaanderen - een voorstel voor een driepuntenplan: 1) PSO's die met elkaar de implicaties van het Vlaamse plan zouden bespreken, 2) de KB die een vervolgonderzoek zou doen en 3) de overheden die een premie zetten op samenwerking.
Op verschillende niveaus zie ik dit punt nu op de agenda staan. Dat doet me deugd. Niet dat één systeem een doel is maar het kan een goed middel zijn om na te denken hoe je complexe ICT-infrastructuur kunt vereenvoudigen, innovatie kunt versnellen en kosten beheersbaar kan houden.
Wie wil dat nu niet? Maar waarom pas in 2028 als we nu toch al weten dat het zo wordt?
Feit is dat het aantal systemen al jaren aan het dalen is.
Op vier plekken in Europa wordt gewerkt aan een landelijk systeem
Maar is het ondenkbaar dat er één landelijk systeem zou komen? Dat is de vraag. Vlaanderen is bezig met één bibliotheeksysteem. Ierland is bezig met één bibliotheeksysteem. Noord-Ierland is bezig met één bibliotheeksysteem en Denemarken is bezig met één bibliotheeksysteem. Al die landen hebben een afweging gemaakt en kwamen tot de conclusie dat dit de beste oplossing was. In ieder geval interessant om die plaatsen eens te bezoeken.
Driepuntenplan
In juli van dit jaar deed ik - op basis van het onderzoeken in Vlaanderen - een voorstel voor een driepuntenplan: 1) PSO's die met elkaar de implicaties van het Vlaamse plan zouden bespreken, 2) de KB die een vervolgonderzoek zou doen en 3) de overheden die een premie zetten op samenwerking.
Op verschillende niveaus zie ik dit punt nu op de agenda staan. Dat doet me deugd. Niet dat één systeem een doel is maar het kan een goed middel zijn om na te denken hoe je complexe ICT-infrastructuur kunt vereenvoudigen, innovatie kunt versnellen en kosten beheersbaar kan houden.
Wie wil dat nu niet? Maar waarom pas in 2028 als we nu toch al weten dat het zo wordt?
vrijdag 27 november 2015
Genoeg gezeurd over het boek... het is gewoon een prachtige uitvinding
Wat mensen ook zeggen, het boek blijft een prachtige uitvinding. Akkoord, hij is al wat uit de oude doos maar ach, op een vrijdag nog een prima filmpje om het weekend mee in te luiden. En internationaal was allang bewezen dat lezen de beste stressremmer is. Dus hup, pak op dat boek. En tot volgende week.
woensdag 25 november 2015
Burgers hebben zelf 100 x zoveel toptitels als bibliotheken! En bij wie komen ze het lenen?
De afgelopen week werd de NS Publieksprijs uitgereikt aan het boek 'Dit kan niet waar zijn' van Joris Luyendijk. De genomineerden - vaak toch al beststellers - mogen zich verheugen in nog meer belangstelling die goed is voor de verkoop.
Tegelijkertijd levert de nominatie en de prijs ook meer belangstelling in bibliotheken. Voor mijn collega Gerda Malepaard was dat reden om in een mail aan directies in Overijssel nog even te wijzen op het feit dat dit soort titels veel gereserveerd worden. Zij gaf daarbij de overzichten van hoeveel exemplaren er gekocht waren door de bibliotheken en hoeveel er verkocht waren in Nederland.
Burgers hebben 100 x zoveel toptitels als bibliotheken
Voor mij aanleiding om eens de vertaling te maken: hoeveel van deze boeken staan er al in de kast bij inwoners van Overijssel. Door de landelijke verkoopcijfers te vertalen naar Overijssel krijg je bovenstaand beeld. In de regel hebben burgers 100 x zoveel toptitels als de gezamenlijke bibliotheken.
De Overijsselse bibliotheken hebben samen 95 exemplaren van het boek van Luyendijk terwijl in heel Overijssel bijna 20.000 verkocht zijn. Wie echter in de Overijsselse catalogus kijkt ziet dat deze titel overal nog in de reserveringenlijst zit.
Samenwerking met de boekenkasten van burgers
Om eerlijk te zijn: Luyendijk staat bij mij in de kast. Het is één van 19.500 exemplaren die in Overijssel verkocht is. U mag het van me lenen als u wilt. En waarschijnlijk geldt dat voor heel veel 'Luyendijkjes' die in boekenkasten staan van burgers in Overijssel.
Hoewel er op sommige plekken al wel her en der ruilkastjes staan in bibliotheken, blijf ik vinden dat we als bibliotheken nog steeds de grote samenwerking met alle boekenkasten van burgers in Overijssel laten liggen. We hadden ooit het project 'De boekenkast van Nederland' van DOK Delft. In Utrecht en omgeving heeft men Boekspots. En los van bibliotheken zijn er allerlei 'Little free libraries' en mini-biebs.
Burgerinitiatief koppelen aan bibliotheken
Hoewel er wat initiatieven zijn in onze branche om te werken met deze burgerkracht, laten we hier volgens mij structureel nog wel wat energie liggen. Wat stel je toch eens voor dat je 10% van alle boeken van burgers zou kunnen gebruiken. Dan verdubbelen plotseling al onze populaire boektitels. En stel dat je dan zelf een stapje achteruit zou kunnen doen op dit gebied, wat zou je dan allemaal kunnen doen met de vrijgekomen tijd en middelen?
Ik ga vast even dromen over een mooi verbinding met burgerinitiatief en de extra zaken die we voor de samenleving zouden kunnen doen.
En met dank aan Gerda Malepaard voor de attendering op deze cijfers.
maandag 23 november 2015
Pijnlijk: bibliotheken kopen al jaren te weinig jeugdboeken...
Bibliotheken geven al jaren te weinig ruimte aan jeugdboeken. Ondanks de extra aandacht voor de jeugd door Bibliotheek op School en Boekstart krijgen volwassenen nog steeds een groter deel van het collectiebudget en kopen bibliotheken meer materialen voor volwassenen dan voor kinderen.
Dat is één van de conclusies die ik trek uit de de CBS-cijfers voor bibliotheken over 2014. Elk jaar publiceert het CBS ze rond deze tijd. En voor mij altijd een moment om er weer eens naar te kijken. Dit jaar geen wake-up-call, zoals ik deed in 2010 en in 2012 maar een pijnlijk bericht dat we de jeugdcollectie tekort doen.
Groter aandeel uitleningen en leden dan omvang van de collectie
De boekencollectie voor de jeugd is iets meer dan 45% van de totale boekencollectie. Dit terwijl het aandeel uitleningen van jeugdboeken net geen 50% is. Dat is een verschil van 10%. Het aandeel jeugdleden is echter bijna 60% (verschil van 30% t.o.v. percentage collectie) en dat aandeel is stijgend zoals u ziet. Dit doordat het aantal jeugdleden nog altijd toeneemt door de Bibliotheek op School en anderzijds doordat het aantal betalende volwassen leden daalt.
Nu zouden we kunnen zeggen dat dit toevallig zo is, omdat Boekstart en de Bibliotheek op School zo hard groeien. Maar wie door de jaren heen kijkt, ziet dat bibliotheken eigenlijk al jaren te weinig boeken hebben voor de jeugd en dat we geen actie ondernemen om dat verschil weg te nemen.
Overigens: bij ebooks is het verschil tussen jeugd en volwassenen nog groter constateerde ik een jaar geleden al. Ook daar moeten kinderen het met veel minder titels doen dan volwassenen.
Tip: controleer uw collectiebudget voor volgend jaar nog even
Mijn tip: controleer nog even uw collectiebudget voor volgend jaar en kijk nog eens naar uw aandeel jeugdleden en jeugduitleningen. Is uw budget afgestemd? Nee, dan kunt u dat in deze maand nog mooi bijstellen.
Ga ik nog even verder met de statistieken van het CBS.
dinsdag 17 november 2015
Maak uw eigen infographic: Karmac vs. uw eigen bibliotheek
De afgelopen week stuitte ik op cijfers over het gebruik van de Karmac-bibliotheek in Waterland. Raadsleden vroegen daar om de eerste gebruikscijfers nu de bibliotheek daar anderhalf jaar wordt geëxploiteerd door een commerciële partner.
Uw bibliotheek presteert beter, zowel financieel als inhoudelijk
De gebruikscijfers zijn bedroevend. En hoewel men wellicht een bezuiniging heeft gerealiseerd is de prestatie per geïnvesteerde euro flink gedaald.
Dus dit weekend knutselde ik een avondje met wat de cijfers. Het is bekend wat Karmac krijgt voor de bibliotheek in Waterland dus je kunt nu eindelijk een kengetal als 'subsidie per lid' uitrekenen. Tot op heden werd altijd geroepen dat ze goedkoper waren, maar wie de kengetallen uitrekent en naar de prestaties kijkt ziet dat het niet zo is.
Hierboven ziet u een vergelijking tussen de Karmac-bibliotheek in Waterland en de Bibliotheek Hengelo in Overijssel. En om eerlijk te zijn: ik denk dat bijna elke bibliotheek in Nederland beter presteert dat de Karmac-bibliotheek in Waterland. En dat kunt u zelf controleren want de openbare internetbronnen staan er bij.
Te makkelijk: Buren
Gisteren twitterde Cor Wijn, de interim-directeur van de VOB, nog over de Karmac-situatie in Buren.
In Buren is nog geen 10% over van de leden die men vroeger had bij de 'gecertificeerde' bibliotheek, Met andere woorden nog geen 2% van de bevolking is lid. Hoe in een paar jaar tijd een functie dus volledig om zeep wordt geholpen als hij slecht wordt ingevuld.
Maar om eerlijk te zijn, ik vermoed dat daar de gemeente de conclusie gaat trekken dat er helemaal geen professionele bibliotheek meer nodig is. De vergelijking ga ik dus nog maar niet aan.
Maak uw eigen infographic!
Bovenstaande infographic kunt u ook zelf maken. Ik geef toe het is wat weekendgeknutsel van mijn kant maar doe er uw voordeel mee! Een duur marketingbureau inhuren die hetzelfde doet, kan altijd nog. Deze krijgt u van mij cadeau. De tijden zijn al bar genoeg.
Zelf maken moeilijk? Nee, niet echt. In zes stappen maakt u deze zelf. Daar help ik u bij.
De handleiding om deze te maken, vindt u hier.
Om uw eigen A4 te maken hebt u deze powerpoint nodig.
En wie gewoon bovenstaande bestand als PDF wil hebben, om door te sturen kan hier terecht.
Laat het mij weten als u het heeft gebruikt of aangepast. Ik publiceer graag wat anderen er mee hebben gedaan!
Veel succes!
maandag 16 november 2015
Verplicht leesvoer: Cultuur in beeld 2015: Vijf observaties en één paar gefronste wenkbrauwen
Onlangs verscheen bij het ministerie van OCW de mooie rapportage: Cultuur in beeld 2015. Elke bibliotheekdirecteur zou deze rapportage minstens een keer moeten doorlezen. Al was het maar omdat u uw beleid voor een deel kunt onderbouwen met de prachtige infographics die zijn meegeleverd.
Ik las de rapportage voor u en kwam tot vijf observaties en één paar gefronste wenkbrauwen.
Observatie 1: De stad is een magneet
U wist het misschien al maar in de afgelopen decennia zijn we steeds vaker in steden gaan wonen. Waren steden vroeger vooral voor studenten en arbeiders, tegenwoordig willen ook hoger opgeleiden weer graag in de stad wonen. De creatieve industrie groeit als kool en binnensteden transformeren van distributiecentra met winkels tot belevingsgebieden van 'leisure and culture'. Het geschetste beeld sluit nauw aan bij het boek 'De culturele stad' van Cor Wijn waar ik eerder over schreef.
Niet alleen groeien de steden maar krimpt ook het platteland. En dat betekent dat steden de motoren worden voor regionale groei. Voorzieningen zullen in de komende tijd steeds vaker op elkaar leunen: een kleine schouwburg die met een grote schouwburg samenwerkt, lokale clustering van voorzieningen in Kulturhusen of andere multifunctionele eenheden, en nieuw lokale verbindingen tussen zorg, welzijn, onderwijs en cultuur.
Wie wil blijven ontwikkelen doet er goed aan te kijken waar deze motor zit.
Voor bibliotheken betekent dit een verdere horizontale lokale clustering met maatschappelijk en culturele partners en tegelijkertijd een verticale ketenintegratie in de bibliotheekkolom. Meer samenwerking op alle vlakken zal het adagium zijn: niet alleen voor behoud van functies maar vooral voor vernieuwing van functies.
Observatie 2: Bibliotheek is het meest fijnmazige culturele netwerk
Ook weer zo'n mooi plaatje. De bibliotheek is het meest fijnmazige culturele netwerk en is ook het minst 'elitair' van alle ingezette 'instituten'. Wie dus iets wil bereiken met de maatschappij heeft met bibliotheken dus goud in handen. Het is echter wel zaak om dat netwerk van bibliotheken ook te koesteren. De notitie toont namelijk aan wat er gebeurt als de afstand tot een instelling groeit, bijvoorbeeld door sluiting van vestigingen.
Dat levert het volgende beeld op.
Beste bibliotheken: bovenstaande tabel laat zien dat het gebruik van de bibliotheek met bijna een derde afneemt als de afstand tot de bibliotheek groeit van 1 naar 5 kilometer. Gemeenten vragen hier vaak naar bij bezuinigingsplannen.
Observatie 3: Glokalisering: De wereld aan je voeten maar wel lokaal verbinden
Geen plaatje maar wel een goede beschrijving van 'glokalisering' zit in deze mooie beleidsnotitie. Met 'glokalisering' wordt bedoeld dat er zowel globalisering is als een groeiende belangstelling voor het lokale, zoals lokale producten, diensten en tradities Wereldwijde ontwikkelingen krijgen een lokale vertaling. Ook bibliotheken hebben daar volop mee te maken: informatie is steeds meer digitaal en is wereldwijd te krijgen. Tegelijkertijd is er behoeften aan lokale verbinding en lokale communities. Het wereldwijde daagt uit tot het versterken van lokale identiteit door deze juist met dit wereldwijde te verbinden.
Bibliotheken zijn er deels al wel mee bezig. Door de digitale bibliotheek met e-books te verbinden aan bijvoorbeeld lokale leeskringen of aan iPad-cafés. Maar het kan nog veel meer en het wordt een terrein waar we het komende decennium nog veel voorbeelden van gaan ontdekken.
Observatie 4: Wie geld zoekt: begin een museum!
Ik weet niet hoor, maar volgens mij doen bibliotheken en podia iets fout. De musea hebben er sinds 2009 12% bij gekregen terwijl de bibliotheken en podia 8% hebben moeten inleveren. Alle musea? Nee, mijn beeld is dat kleine en traditionele musea minder hebben gekregen maar grotere en vernieuwende musea meer. Lokale overheden investeren in 'leisure and culture' in hun stad. Beeldbepalende en kenmerkende musea die goed zijn voor de profilering van de stad passen prima bij die strategie. En daar heeft een gemeente geld voor over: profilering van de stad. Dat bepaalt of nieuwe inwoners zich graag vestigen.
Les voor bibliotheken: leer onderscheidend te zijn voor je stad en profileer je meerwaarde.
Observatie 5: Cultuureducatie op scholen is booming
Veel bibliotheken hebben de afgelopen jaren geïnvesteerd in de Bibliotheek op School. Hoewel het vaak niet zo wordt benoemd, zijn de programma's binnen de Bibliotheek op School wel degelijk een vorm van cultuureducatie. Toch worden dit soort programma's vaak niet gefinancierd vanuit deze gelden.
Het ministerie voert nu al een tijdje het landelijke programma 'Cultuureducatie met kwaliteit'. En de vruchten daarvan kunnen zo onderhand worden geplukt. Kijk maar naar bovenstaande staatje.
Het rapport toont echter ook aan dat de inzet op cultuureducatie nog verre van structureel. Slechts 6% van de scholen geeft aan dat er sprake is van één samenhangend en structureel programma rond cultuureducatie.
De bibliotheek is in veel gemeenten vaak de enige culturele instelling die met álle basisscholen structureel contact heeft. Daar zijn twee lessen uit te halen: 1) de bibliotheek kan een coördinerende rol vervullen voor een structureel programma en 2) programma van de Bibliotheek op School kunnen worden ondergebracht (en betaald vanuit cultuureducatie).
Eén paar gefronste wenkbrauwen: Het bereik van bibliotheken
Ik las de rapportage voor u en kwam tot vijf observaties en één paar gefronste wenkbrauwen.
Observatie 1: De stad is een magneet
U wist het misschien al maar in de afgelopen decennia zijn we steeds vaker in steden gaan wonen. Waren steden vroeger vooral voor studenten en arbeiders, tegenwoordig willen ook hoger opgeleiden weer graag in de stad wonen. De creatieve industrie groeit als kool en binnensteden transformeren van distributiecentra met winkels tot belevingsgebieden van 'leisure and culture'. Het geschetste beeld sluit nauw aan bij het boek 'De culturele stad' van Cor Wijn waar ik eerder over schreef.
Niet alleen groeien de steden maar krimpt ook het platteland. En dat betekent dat steden de motoren worden voor regionale groei. Voorzieningen zullen in de komende tijd steeds vaker op elkaar leunen: een kleine schouwburg die met een grote schouwburg samenwerkt, lokale clustering van voorzieningen in Kulturhusen of andere multifunctionele eenheden, en nieuw lokale verbindingen tussen zorg, welzijn, onderwijs en cultuur.
Wie wil blijven ontwikkelen doet er goed aan te kijken waar deze motor zit.
Voor bibliotheken betekent dit een verdere horizontale lokale clustering met maatschappelijk en culturele partners en tegelijkertijd een verticale ketenintegratie in de bibliotheekkolom. Meer samenwerking op alle vlakken zal het adagium zijn: niet alleen voor behoud van functies maar vooral voor vernieuwing van functies.
Observatie 2: Bibliotheek is het meest fijnmazige culturele netwerk
Ook weer zo'n mooi plaatje. De bibliotheek is het meest fijnmazige culturele netwerk en is ook het minst 'elitair' van alle ingezette 'instituten'. Wie dus iets wil bereiken met de maatschappij heeft met bibliotheken dus goud in handen. Het is echter wel zaak om dat netwerk van bibliotheken ook te koesteren. De notitie toont namelijk aan wat er gebeurt als de afstand tot een instelling groeit, bijvoorbeeld door sluiting van vestigingen.
Dat levert het volgende beeld op.
Beste bibliotheken: bovenstaande tabel laat zien dat het gebruik van de bibliotheek met bijna een derde afneemt als de afstand tot de bibliotheek groeit van 1 naar 5 kilometer. Gemeenten vragen hier vaak naar bij bezuinigingsplannen.
Observatie 3: Glokalisering: De wereld aan je voeten maar wel lokaal verbinden
Geen plaatje maar wel een goede beschrijving van 'glokalisering' zit in deze mooie beleidsnotitie. Met 'glokalisering' wordt bedoeld dat er zowel globalisering is als een groeiende belangstelling voor het lokale, zoals lokale producten, diensten en tradities Wereldwijde ontwikkelingen krijgen een lokale vertaling. Ook bibliotheken hebben daar volop mee te maken: informatie is steeds meer digitaal en is wereldwijd te krijgen. Tegelijkertijd is er behoeften aan lokale verbinding en lokale communities. Het wereldwijde daagt uit tot het versterken van lokale identiteit door deze juist met dit wereldwijde te verbinden.
Bibliotheken zijn er deels al wel mee bezig. Door de digitale bibliotheek met e-books te verbinden aan bijvoorbeeld lokale leeskringen of aan iPad-cafés. Maar het kan nog veel meer en het wordt een terrein waar we het komende decennium nog veel voorbeelden van gaan ontdekken.
Observatie 4: Wie geld zoekt: begin een museum!
Ik weet niet hoor, maar volgens mij doen bibliotheken en podia iets fout. De musea hebben er sinds 2009 12% bij gekregen terwijl de bibliotheken en podia 8% hebben moeten inleveren. Alle musea? Nee, mijn beeld is dat kleine en traditionele musea minder hebben gekregen maar grotere en vernieuwende musea meer. Lokale overheden investeren in 'leisure and culture' in hun stad. Beeldbepalende en kenmerkende musea die goed zijn voor de profilering van de stad passen prima bij die strategie. En daar heeft een gemeente geld voor over: profilering van de stad. Dat bepaalt of nieuwe inwoners zich graag vestigen.
Les voor bibliotheken: leer onderscheidend te zijn voor je stad en profileer je meerwaarde.
Observatie 5: Cultuureducatie op scholen is booming
Veel bibliotheken hebben de afgelopen jaren geïnvesteerd in de Bibliotheek op School. Hoewel het vaak niet zo wordt benoemd, zijn de programma's binnen de Bibliotheek op School wel degelijk een vorm van cultuureducatie. Toch worden dit soort programma's vaak niet gefinancierd vanuit deze gelden.
Het ministerie voert nu al een tijdje het landelijke programma 'Cultuureducatie met kwaliteit'. En de vruchten daarvan kunnen zo onderhand worden geplukt. Kijk maar naar bovenstaande staatje.
Het rapport toont echter ook aan dat de inzet op cultuureducatie nog verre van structureel. Slechts 6% van de scholen geeft aan dat er sprake is van één samenhangend en structureel programma rond cultuureducatie.
De bibliotheek is in veel gemeenten vaak de enige culturele instelling die met álle basisscholen structureel contact heeft. Daar zijn twee lessen uit te halen: 1) de bibliotheek kan een coördinerende rol vervullen voor een structureel programma en 2) programma van de Bibliotheek op School kunnen worden ondergebracht (en betaald vanuit cultuureducatie).
Eén paar gefronste wenkbrauwen: Het bereik van bibliotheken
In de samenvatting wordt dit plaatje getoond: het bereik van de verschillende cultuurinstellingen. Nou, daar worden echt appels met peren vergeleken. 53% van inwoners bezoekt wel eens een museum en slechts 39% bezoekt een bibliotheek. Ergo: het bereik van musea zou groter zijn dan dat van bibliotheken.
Daar klopt natuurlijk niets van. Natuurlijk kan het zo zijn dat 53% van de Nederlanders één keer per jaar een museum bezoekt maar dat zegt nog niks over het bereik. Die 39% die de bibliotheek bezoekt kan dit wel elke week doen. Het zegt dus niks over wat een instelling bereikt met dit percentage. Het doet echter vermoeden dat schouwburgen en musea het op dit punt beter doen dan bibliotheken. Dat is geenszins het geval. Dit doet mij dus ook de wenkbrrauwen fronsen.
Daarbij komt: ik heb mijn twijfels over de juistheid van de gegevens. Ik ben voorzichtig met die twijfel, want ik weet hoe secuur deze rapportages worden opgebouwd. Op de eerste plaats die 39% lijkt mij aan de lage kant. Uit rapportages uit Deventer weet ik dat de bibliotheek daar ruim boven de 50% scoort. De VOB meldt dat bibliotheken gezamenlijk meer dan 60 miljoen bezoekers hebben en heeft het ook altijd over dat 50% van de burgers met regelmaat in de bibliotheek komt.
Ik ben dus op zoek gegaan naar de genoemde bron. Die bron is de vrijetijdsmonitor die in 2014 verscheen. Die monitor meldt geen percentage van 39% maar van 42% en het gaat om een cijfer over 2012. Naar mijn gevoel rammelt er iets wezenlijks. Maar goed dat is dan ook het enige in een verder keurige rapportage die zeer bruikbaar is.
Op uw leeslijstje
Een mooie rapportage dus weer voor op uw leeslijstje. Ik vind dat je aals bibliotheekdirecteur een aantal van dit soort basisfeiten moet weten. En weet ook vooral welke feiten uw beleid onderbouwen. Daar biedt dit rapport dus alle mogelijkheden toe. Een zeer gewaardeerde rapportage uit neutrale bron.
Veel succes ermee.
maandag 9 november 2015
Techneutentaal: Schat, geef jij de Heinz mapping-spread even door?
Stel, u werkt in een bibliotheek en ontvangt van uw ICT-leverancier een mail met deze tekst:
'De bibliotheken hebben vermoedelijk een informatieset gekregen m.b.t. aansluiting op het DWH. In deze informatieset is ook een “mapping-spreadsheet” opgenomen waarin de mappinggegevens kunnen worden ingevuld. Bij de eerste aanlevering van data via onze SFTP server moet dit mappingbestand worden opgestuurd (per mail). Wij controleren de ingevulde waarden aan de hand van de geladen dataset. Meestal blijken dan enkele mappings nog niet compleet of juist, waarna wij de bibliotheek om aanpassing vragen. Na goedkeuring wordt de mapping door ons online geplaatst en kan de bibliotheek deze online aanpassen bij wijzigingen.'Wat denkt u: 'Appeltje, eitje' of 'Angstzweet'? Het merendeel der bibliotheeknatie zal zich toch even achter de oren krabben. Wellicht heeft iemand dan nog wel een klok horen luiden, maar zelfs dan is het nog de vraag of u weet waar de klepel hangt.
Bovenstaande tekst ging inderdaad naar een aantal bibliotheekspecialisten. En zo kreeg mijn collega, een stille kracht in het bibliotheekwerk, een mailtje met de tekst: 'HELP: waar gaaaaaat dit over?'. Mijn collega legde, zoals altijd uit waar het om ging en bood ondersteuning. 'Het is maar goed dat er PSO's zijn', bromde hij en ging snel weer verder met zijn werk. .
Ik moest er wel om glimlachen. Ik zal ook wel eens met jargon gooien.... Mapping spreadsheet.... Mapping spread.... even dachten we dat het om een ontbijtproduct ging.
zaterdag 7 november 2015
Ik drink de laatste stralen...
De zon verdwijnt
De avond donker
De nachten koud
Nevel over ochtendveld
De eerste ruit gekrabt
Handschoen aan
De sjaal gepakt
Nog even laat de zon zich zien
De zomer flakkert na
Het lichtje dooft
Ik drink de laatste stralen
donderdag 5 november 2015
1 op de 8 bibliotheekbezoekers voelt zich minder eenzaam door bibliotheekbezoek
12% van de bibliotheekbezoekers zegt zich minder eenzaam te voelen door bibliotheekbezoek. Dat is ongeveer één op de acht bezoekers van de bibliotheek. Dat is één van de uitkomsten van het Biebpanel waar de afgelopen tijd 21.000 Nederlanders van bijna 100 bibliotheekorganisaties aan deel hebben genomen.
Het was wel iets waar ik even bij stil stond. Veel mensen zullen er toch wel verbaasd over zijn: 1 op de 8.
Toch herken ik het wel. In de tijd dat ik directeur was in Hengelo openden we om 9 uur de deuren. Elke dag stond er zeker een groepje van zeker vijf tot tien mensen voor de deur. Allemaal mannen. Mannen die om 9 uur elkaar troffen aan de leestafel. Ieder zijn krant. Af en toe een praatje.
En zo ging dat de hele dag door. Op woensdagmiddag zaten er altijd een paar oud-indië-gangers. Ik sprak wel eens met ze en steevast kreeg ik te horen: een paar jaar geleden waren we nog met z'n drieën. Maar eentje is er dood. Elke week herhaalde de geschiedenis zich.
Op elk uur van de dag ontmoeten mensen elkaar. De leestafel en het leescafé leveren absoluut een bijdrage aan bestrijding van eenzaamheid en vormt publieke ruimte waar dat kan plaats vinden.
Top-5
Ook bijgaande plaatje komt uit hetzelfde onderzoek. Het zijn mooi woorden voor de bibliotheek: maakt kennis toegankelijk, geeft inspiratie en ga maar door.
Vooral de uitspraak: De bibliotheek maakt mij dorp/stad aantrekkelijker om te wonen vind ik een mooi gegeven. In gebieden met krimp maakt het voorzieningenaanbod nog steeds het verschil om wel of niet ergens te gaan wonen. Hoewel een voorziening als winkels en een school uiteraard voor velen belangrijker zijn, mag dit gegeven best wat vaker benadrukt worden. Zonder voorzieningen en dus ook zonder bibliotheek zou krimp zich in een hoger tempo voltrekken.
Ooit berekende ik wel eens gekscherend dat de waarde van bibliotheken op de huizenprijs een meerwaarde van 1,6 miljard euro was. Met andere woorden: investeren in bibliotheken loont!
Wie de hele infographic wil zien, klikt hier. Weer puik werk van Probiblio.
dinsdag 3 november 2015
Wat we van de Wallabies kunnen leren: 300.000 Nederlanders hun online capaciteiten laten ontdekken!
Ze mogen de World Cup dan misschien niet gewonnen hebben, op andere vlakken kunnen we nog veel van Australië leren. Ik werd geattendeerd op de 'Go Digi site '. Go Digi is een groot programma 'Down Under' waarin tal van digitale cursussen worden aangeboden. Online cursussen en cursussen in een klaslokaal met een metnor.
300.000 mensen digitaal vaardig maken
Go Digi is een vier jaar durend nationaal programma dat erop gericht om digibetisme uit te roeien. Met andere woorden: zoveel mogelijk burgers digitaal vaardig maken. Om precies te zijn: zo'n 300.000. Australië is qua inwonertal maar een beetje groter dan Nederland (22.500.000 inwoners). 300.000 is dus best een ambitieus getal.
Mensen digitaal vaardig maken is een doelstelling die veel Nederlandse bibliotheken tegenwoordig ook hebben. Het is een belangrijk onderdeel in het programma Bibliotheek & Basisvaardigheden. Het is dan ook interessant om er eens wat nader naar te kijken.
Hoe doen ze dat?
Go Digi is een programma dat langs meerdere lijnen werkt. Er zijn twee grote uitgangspunten: 1) We willen dat burgers elkaar helpen en 2) initiatieven die er al zijn willen we versterken. Go Digi is een publiek-private-organisatie. Deels gefinancierd door de overheid en mede gefinancierd door partners.
De belangrijkste middelen die ze inzetten zijn hun netwerk, hun platform en hun mentoren. Via het netwerk brengen ze alle initiatieven in kaart en kun je daar ook op zoeken. Je kunt aangeven of je graag online iets wilt leren of dat je gebruik wilt maken van een klas of een mentor.
Op het platform worden dus vraag en aanbod bij elkaar gebracht. Ook kunnen vrijwilligers zich melden die zich willen inzetten hiervoor. Wie zich aanmeld kan gebruik maken van een mentorprogramma. In deze opzet lijkt het wel wat op SeniorWeb in Nederland.
Op de site staan tientallen, zo niet honderden cursussen genoemd. Elke cursus is beschreven met een korte tekst, een niveau-aanduiding en een gebruikers-'rating'. Zoals deze cursus hiernaast over een introductie over eBay.
Voorbeeld voor digitale overheid of basisvaardigheden?
Tja, wat kunnen wij nou met zo'n voorbeeld uit Australië? Op de eerste plaats lijkt Go Digi een beetje op de VoorleesExpress of de Taalhuizen van Taal voor het leven: ze werken met vrijwilligers die door hun grote inzet het verschil kunnen maken. Met alleen betaalde professionals kun je niet genoeg mensen tegelijk bereiken. Wie een ambitieus doel heeft, moet hulp zoeken in de samenleving.
Op de tweede plaats is Go Digi gewoon een prachtig programma door samen te werken met vele partners. Geen nieuwe wielen uitvinden maar juist de goede voorbeelden bij elkaar brengen. Door dat te doen hebben ze als geheel een fantastisch scholingsprogramma.
Wat zou er gebeuren als je dit in Nederland zou doen? Stel dat we zo'n programma met elkaar zouden maken? Dan zou je zo'n programma kunnen koppelen aan alle websites van lokale bibliotheken. Je zou lokale programma's kunnen toevoegen en lokale mentoren kunnen werven. Tegelijkertijd kun je bestaande partners als Seniorweb hieraan toevoegen.
En stel nou dat je in gesprek zou gaan met UWV, Belastingdienst, het ministerie van Binnenlandse Zaken (verantwoordelijk voor de digitale overheid) over een gezamenlijke ambitie voor digitale geletterdheid?
Wat denkt u: is een ambitie van 300.000 Nederlanders haalbaar en durf je dat als branche samen aan te bieden? Hoe langer ik er naar kijk, hoe meer ik overtuigd ben dat het kan.
Go Digi!
zondag 1 november 2015
The library, met liefde gemaakte film over de bibliotheek
Het filmpje 'The library' is gemaakt door regisseur Jason LaMotte als eerbetoon aan zijn buurtbibliotheek in Houston Texas, zegt hij in een artikel in the Guardian. Het filmpje heeft een sterke boodschap rond de verbeelding die bibliotheken kunnen stimuleren, decennia lang. En uiteraard gaat het ook over de liefde.
Overigens werd de film gefinancierd met crowdfunding via Kickstarter.
In 2011 schreef ik een kort artikel over de bijdragen van bibliotheken aan de liefde. Die blijkt redelijk substantieel te zijn, zo vertelde Hans van Velzen mij ooit.
Maar goed ik zeg niet meer. Kijk zelf.
Met dank aan Anneke Dirkx voor de attendering via Twitter.
zondag 25 oktober 2015
Turkse verkiezingen
De afgelopen dagen heb ik met genoegen zitten kijken naar de Turkse verkiezingen die zich voor mijn deur afspeelden. Deventer is één van de drie plaatsen in Nederland waar Turken die in Nederland wonen kunnen stemmen. Zo'n 25.000 stemgerechtigden maakten daar gebruik van.
Het was al de tweede keer dit jaar dat dit gebeurde want de regering in Turkije was gevallen. Dus opnieuw zag ik wat er gebeurde: de tentjes werden weer opgezet, de linten werden uitgerold en de tijdelijke politiepost werd geïnstalleerd.
Daarna volgden twee Turkse snackbarretjes en reden er heuse pendeldiensten vanaf een parkeerterrein bij de snelweg. Want hoewel het NS-station er pal naast lag, is met openbaar vervoer komen, niet echt iets voor de Turkse gemeenschap. Op de drukste dagen stond een man Turkse vlaggetjes te verkopen.
Vijf dagen lang stonden er verkeersregelaars omdat verkeer niet op de meest logische plaats mag inrijden vanwege veiligheidsmaatregelen. En hoewel ik niets anders heb gezien dan keurige mensen die gingen stemmen, stond er toch af en toe een ME-busje.
De mensen die ik sprak kwamen uit heel Oost-Nederland. Sommigen hadden meer dan 100 kilometer gereisd om er te komen. Toen ik zei dat dat best veel werk was om even te stemmen, lachte de Turkse man mij uit. 'Welnee', zei hij 'in Noorwegen moest ie 1.100 kilometer reizen om te stemmen'. Dus Nederland was een makkie.
Ik moet de eerste Nederlander nog zien die even naar Zuid-Frankrijk rijdt om te stemmen.
zaterdag 24 oktober 2015
Koning Willem II, de gechanteerde rebel
Herfstvakantie. Altijd een goed moment om je maar eens door een dik boek te laten meevoeren. Voor mij eindigde deze week de speurtocht door het leven van koning Willem II door de vuistdikke biografie van Jeroen van Zanten te lezen.
Minst saaie koning
In 2013 kwam van de drie 'Willems' een imposant drieluik van de persen. Dit in het kader van 200 jaar koninkrijk. Zoveel heb ik niet met koningshuizen. Willem II is daar echter een uitzondering in. Willem II is allesbehalve een saaie koning die slechts koning was van 1840-1849.
Als prins komt Willem II pas echt op gang na zijn studie in Engeland. Daarvoor lijdt hij toch ernstig onder de strikte opvoeding van zijn vader die er allerlei regels op na houdt. Het enige smetje aan zijn tijd in Engeland is een ongewenste zwangerschap die nog ergens weggemoffeld moet worden. Het zal echter de opmaat worden voor iets dat hem nog zijn leven zal achtervolgen.
Passies: knokken en kunst
Na Engeland vecht hij bij Wellington mee in de Engelse legers in Spanje en Frankrijk. Daar maakt hij naam als moedige officier en begint ook zijn voorliefde voor kunst. Als er niet geknokt wordt is wel op jacht naar mooie schilderijen. Na Spanje en Frankrijk volgt een mislukte poging tot de verloving met de Engelse prinses Charlotte. Het beeld van een korzelige en niet te vermurwen Willem I blijft hangen en Willem II loopt flinke imagoschade op na het afketsen. De beschrijving daarvan geeft wel een mooi beeld hoe de onderhandelingen over koninklijke huwelijkskandidaten verliep.
Het 'finest hour' van Willem II volgt echter in 1815 bij de slag bij Waterloo. De nacht voor de fatale veldslag woonden de officieren nog gewoon een bal bij in Brussel. Tegen middernacht komt de koerier om te melden dat de slag is begonnen en spoedt Willem II zich door de nacht om vanaf het ochtendgloren leiding te geven aan de fronttroepen. Het is de rol die Willem II het beste past: daar waar de kogels hem om de oren vliegen.
Vriend van de Zuiderlijke Nederlanden
Nadien volgt een prettige tijd in Brussel waar hij een graag geziene gast is met zijn prinses Anne, die uit de tsarendynastie uit Rusland wordt gehaald. In 1830 gaat het echter ook daar mis als de Zuiderlijke Nederlanden meer vrijheid willen. Ook hier zien we een onverzettelijke Willem I die de Belgen 'kort' wil houden. Daar kennen we de uitdrukking 'Dan liever de lucht in' nog van. Die komt van kapitein Jan van Speijk die zijn kanonneerboot voor Antwerpen de lucht in blaast omdat ze anders in handen van de Zuiderlijke Nederlanden komen.
Willem II had er veel voor over gehad om de Zuiderlijke Nederlanden te behouden. Hij doet nog een moedige reddingspoging om ongeveer in zijn eentje opstandig Brussel binnen te rijden. De bevolking is verbaast en onder de indruk maar zodra ze van de schrik bekomen zijn, moet Willem II toch met de staart tussen de benen er vandoor. Het is een kenmerkende roekeloze actie.
De biseksuele koning
Zijn kroning vindt met veel meer opsmuk plaats dan die van zijn vader. Dat was in zijn ogen een te zuinige koning. Overigens in Nederland nagenoeg bankroet na Willem I. Er moet dus financieel nogal wat op orde gesteld worden. In die jaren duikt echter de ene na de andere afperser op. Aangezien Willem II naast zijn liefde voor vrouwen ook een liefde voor mannen kent - en dat is op dat moment zeer strafbaar - is hij uiterst kwetsbaar hiervoor. Tienduizenden gulden aan zwijggeld worden betaald. En langzaam zien we de koning wegzakken in het moeras. Zijn gezondheid gaat achteruit. En liberale principes die hij aan het begin van zijn carrière nog had, lijken gaandeweg te verdwijnen.
Een gechanteerde grondwet
Slechts in zijn laatste regeringsjaar lijken zijn vroegere idealen nog terug te komen in de verregaande grondwetswijziging waardoor directe verkiezingen werden ingevoerd. Maar zelfs deze daad zou volgens Jeroen van Zanten overschaduwd kunnen zijn door chantage. Kringen rond Thorbecke zouden Willem II hebben gechanteerd met zijn 'schandddaad'.
In het filmpje van de NOS over die chantage - en dat is echt wel nieuw bronnenmateriaal wat Van Zanten aanboort - wordt gemeld dat Willem II in één nacht van conservatief naar liberaal zou gaan. Daar geven de bronnen van Van Zanten de NOS niet echt gelijk in. Hij was zeer liberaal als erfprins, werd conservatiever op de troon maar was nog altijd liberaler dan Willem III die eerst weigerde de troon te bestijgen vanwege de nieuwe grondwet.
De koning sterft in Tilburg, dichtbij pater Zwijssen, waarvan kwade tongen ook beweerden dat dat ook een homoseksuele relatie was. Daar geeft Van Zanten overigens geen ondersteunende bronnen en gezien het toch kundige onderzoek lijkt daar dan toch geen sprake van te zijn.
Het boek was mogelijk doordat toenmalig Koningin Beatrix de biograaf volledig toegang gaf tot het huisarchief. Zes jaar is er aan de biografie gewerkt. Een reuzeklus. Maar schrik niet, het boek weegt bijna twee kilo. Dat komt niet zozeer door de 700 pagina's die het boek telt maar door het glanzende papier dat gebruikt is. En als je een uurtje gelezen hebt, voel je dat dan ook in je armen.
Koning Willem II, de gechanteerde rebel. Het toont aan hoe het koninklijk huis evenzeer een glazen huis is.
Parallele boektitels
Het boek deed mij denken aan twee andere boeken. Op de eerste plaats is dat het boek: 'De Stamhouder' van Alexander Münninghoff. Ook daar komt een zoon in voor die bij het leger gaat en die eigenlijk de soortgelijke fouten maakt bij het om zich heen verzamelen van de juiste vrienden. Münninghoff wijt dat de kameraadschap van het leger.
Het tweede boek dat in een soortgelijke lijn ligt is 'Joséphine' van Kate Williams. Joséphine is de vrouw van Napoleon Bonaparte. En aangezien Bonaparte in 1815 de directe tegenstander is van Willem II kom je veel feiten tegen die precies vanaf de andere kant verteld worden. En uiteraard was de jonge broer van Napoleon, Lodewijk Napoleon, de voorganger van Koning Willem I.
Een glimlach om deze gekooide vogel
Tja, het eindbeeld is er toch één van een gekooide vogel.Willem II zat in het keurslijf van het koningshuis. Zijn biseksualiteit leidde tot een dubbelleven met schemergebieden. Ik kan er toch om glimlachen als ik er aan denk dat Poetin in het Heineken House dan Willem-Alexender de handschudt, een rechtstreeks nazaat van deze biseksueel. Poetin, de homofoob, moest eens weten. Soms is wraak dan toch nog zoet.
Minst saaie koning
In 2013 kwam van de drie 'Willems' een imposant drieluik van de persen. Dit in het kader van 200 jaar koninkrijk. Zoveel heb ik niet met koningshuizen. Willem II is daar echter een uitzondering in. Willem II is allesbehalve een saaie koning die slechts koning was van 1840-1849.
Als prins komt Willem II pas echt op gang na zijn studie in Engeland. Daarvoor lijdt hij toch ernstig onder de strikte opvoeding van zijn vader die er allerlei regels op na houdt. Het enige smetje aan zijn tijd in Engeland is een ongewenste zwangerschap die nog ergens weggemoffeld moet worden. Het zal echter de opmaat worden voor iets dat hem nog zijn leven zal achtervolgen.
Passies: knokken en kunst
Na Engeland vecht hij bij Wellington mee in de Engelse legers in Spanje en Frankrijk. Daar maakt hij naam als moedige officier en begint ook zijn voorliefde voor kunst. Als er niet geknokt wordt is wel op jacht naar mooie schilderijen. Na Spanje en Frankrijk volgt een mislukte poging tot de verloving met de Engelse prinses Charlotte. Het beeld van een korzelige en niet te vermurwen Willem I blijft hangen en Willem II loopt flinke imagoschade op na het afketsen. De beschrijving daarvan geeft wel een mooi beeld hoe de onderhandelingen over koninklijke huwelijkskandidaten verliep.
Het 'finest hour' van Willem II volgt echter in 1815 bij de slag bij Waterloo. De nacht voor de fatale veldslag woonden de officieren nog gewoon een bal bij in Brussel. Tegen middernacht komt de koerier om te melden dat de slag is begonnen en spoedt Willem II zich door de nacht om vanaf het ochtendgloren leiding te geven aan de fronttroepen. Het is de rol die Willem II het beste past: daar waar de kogels hem om de oren vliegen.
Vriend van de Zuiderlijke Nederlanden
Nadien volgt een prettige tijd in Brussel waar hij een graag geziene gast is met zijn prinses Anne, die uit de tsarendynastie uit Rusland wordt gehaald. In 1830 gaat het echter ook daar mis als de Zuiderlijke Nederlanden meer vrijheid willen. Ook hier zien we een onverzettelijke Willem I die de Belgen 'kort' wil houden. Daar kennen we de uitdrukking 'Dan liever de lucht in' nog van. Die komt van kapitein Jan van Speijk die zijn kanonneerboot voor Antwerpen de lucht in blaast omdat ze anders in handen van de Zuiderlijke Nederlanden komen.
Willem II had er veel voor over gehad om de Zuiderlijke Nederlanden te behouden. Hij doet nog een moedige reddingspoging om ongeveer in zijn eentje opstandig Brussel binnen te rijden. De bevolking is verbaast en onder de indruk maar zodra ze van de schrik bekomen zijn, moet Willem II toch met de staart tussen de benen er vandoor. Het is een kenmerkende roekeloze actie.
De biseksuele koning
Zijn kroning vindt met veel meer opsmuk plaats dan die van zijn vader. Dat was in zijn ogen een te zuinige koning. Overigens in Nederland nagenoeg bankroet na Willem I. Er moet dus financieel nogal wat op orde gesteld worden. In die jaren duikt echter de ene na de andere afperser op. Aangezien Willem II naast zijn liefde voor vrouwen ook een liefde voor mannen kent - en dat is op dat moment zeer strafbaar - is hij uiterst kwetsbaar hiervoor. Tienduizenden gulden aan zwijggeld worden betaald. En langzaam zien we de koning wegzakken in het moeras. Zijn gezondheid gaat achteruit. En liberale principes die hij aan het begin van zijn carrière nog had, lijken gaandeweg te verdwijnen.
Slechts in zijn laatste regeringsjaar lijken zijn vroegere idealen nog terug te komen in de verregaande grondwetswijziging waardoor directe verkiezingen werden ingevoerd. Maar zelfs deze daad zou volgens Jeroen van Zanten overschaduwd kunnen zijn door chantage. Kringen rond Thorbecke zouden Willem II hebben gechanteerd met zijn 'schandddaad'.
In het filmpje van de NOS over die chantage - en dat is echt wel nieuw bronnenmateriaal wat Van Zanten aanboort - wordt gemeld dat Willem II in één nacht van conservatief naar liberaal zou gaan. Daar geven de bronnen van Van Zanten de NOS niet echt gelijk in. Hij was zeer liberaal als erfprins, werd conservatiever op de troon maar was nog altijd liberaler dan Willem III die eerst weigerde de troon te bestijgen vanwege de nieuwe grondwet.
De koning sterft in Tilburg, dichtbij pater Zwijssen, waarvan kwade tongen ook beweerden dat dat ook een homoseksuele relatie was. Daar geeft Van Zanten overigens geen ondersteunende bronnen en gezien het toch kundige onderzoek lijkt daar dan toch geen sprake van te zijn.
Het boek was mogelijk doordat toenmalig Koningin Beatrix de biograaf volledig toegang gaf tot het huisarchief. Zes jaar is er aan de biografie gewerkt. Een reuzeklus. Maar schrik niet, het boek weegt bijna twee kilo. Dat komt niet zozeer door de 700 pagina's die het boek telt maar door het glanzende papier dat gebruikt is. En als je een uurtje gelezen hebt, voel je dat dan ook in je armen.
Koning Willem II, de gechanteerde rebel. Het toont aan hoe het koninklijk huis evenzeer een glazen huis is.
Parallele boektitels
Het boek deed mij denken aan twee andere boeken. Op de eerste plaats is dat het boek: 'De Stamhouder' van Alexander Münninghoff. Ook daar komt een zoon in voor die bij het leger gaat en die eigenlijk de soortgelijke fouten maakt bij het om zich heen verzamelen van de juiste vrienden. Münninghoff wijt dat de kameraadschap van het leger.
Het tweede boek dat in een soortgelijke lijn ligt is 'Joséphine' van Kate Williams. Joséphine is de vrouw van Napoleon Bonaparte. En aangezien Bonaparte in 1815 de directe tegenstander is van Willem II kom je veel feiten tegen die precies vanaf de andere kant verteld worden. En uiteraard was de jonge broer van Napoleon, Lodewijk Napoleon, de voorganger van Koning Willem I.
Een glimlach om deze gekooide vogel
Tja, het eindbeeld is er toch één van een gekooide vogel.Willem II zat in het keurslijf van het koningshuis. Zijn biseksualiteit leidde tot een dubbelleven met schemergebieden. Ik kan er toch om glimlachen als ik er aan denk dat Poetin in het Heineken House dan Willem-Alexender de handschudt, een rechtstreeks nazaat van deze biseksueel. Poetin, de homofoob, moest eens weten. Soms is wraak dan toch nog zoet.
zondag 18 oktober 2015
Nog één keer 'Het geluid van Boeken'
In augustus was ik nog op zoek naar een paar duizend boeken voor deze theaterproductie, in september werd het gespeeld en nu in oktober is deze korte videoregistratie beschikbaar.
Theatergroep Bot tekent al enkele jaren voor het programma 'Het geluid van' waarbij telkens gebouwen die zich bevinden in een fase van 'tussentijdelijkheid' als podium worden gebruikt. Gebouwen waar de lucht van de oude functie nog in zit maar die op weg zijn naar hun nieuwe functie. En zeg nou zelf, dan ben je bij een bibliotheek aan het juiste adres.
maandag 12 oktober 2015
Studyshare bij de OBA: Zelfdiscipline uit een potje...
Dat bibliotheken steeds vaker een studieplek zijn voor leerlingen en studenten is genoegzaam bekend. Van de Centrale Bibliotheek van Amsterdam is weleens gezegd dat als de boeken eruit zouden worden gehaald, het toch nog even druk zou blijven. Dagelijks staan mensen er al ruim voor openingstijd te wachten voor ze naar binnen kunnen. Met honderden studieplekken is het soms toch nog dringen. Ook op vele andere plekken in Nederland zien we een soortgelijke trend.
Want alleen binnen zitten bij de bibliotheek is nog geen garantie dat je hard gaat studeren. Bij verschillende bibliotheken zijn daarom al huiswerkbegeleiders actief die hier extra faciliteiten voor aanbieden. Daar moeten leerlingen betalen voor extra onderstening.
De OBA gaat echter nog een stapje verder met StudyShare. Studyshare is met hun eigen woorden het volgende:
StudyShare is een studiemethode waarmee je super geconcentreerd en super efficiënt studeert. Wat overblijft is focussen en keihard studeren. StudyShare houdt iedere mogelijkheid tot afleiding buiten de deur.
Je studeert met anderen in een schoolse opstelling in een lokaal. Je mag geen sociale media checken, niet praten. Je studeert een blok lang. Een blok duurt 3 uur en bestaat uit 3 x 45 minuten studeren met daartussen verplicht 15 minuten pauze. Hierdoor kom je al snel terecht in een bijna verslavend studieritme. Iedere pauze wordt ingeluid met een bel. Voorin de ruimte zit iemand van de OBA die toezicht houdt: de zogenaamde Studybob. Na 1 blok is er een uur pauze. Je kunt per dag maximaal 3 blokken doen, tussen 10.15 uur tot 21.15 uur.Bekijk ook maar eens het filmpje. Ik vind het wel een aardig gevonden concept hoe je zonder heel veel extra faciliteiten toch leerlingen en studenten een extra service kunt geven. Het doet wel wat spartaans aan wat aanmelden betekent ook komen. Afmelden kan bijvoorbeeld niet en je schrijft je in voor een blok van drie uur. Daar staat tegenover dat deelname gratis is.
Als ik terugkijk op mijn eigen middelbare schooltijd is dit misschien niet eens zo gek. Ik heb her en der toch ook heel wat middagen verlummeld en dat was nog in de tijd zonder internet en smartphones. Aan de andere kant: ook met die verlummelde middagen haalde ik toch mijn Havo....
Ik ben wel benieuwd naar de resultaten.
vrijdag 9 oktober 2015
20 ideeën voor vluchtelingen in 10 minuten
Gisteren vond een landelijke brainstorm plaats van Nederlandse bibliotheken die aan de slag willen met vluchtelingen. Doel van de bijeenkomst was om ideeën met elkaar uit te wisselen en te kijken of een gezamenlijke aanpak mogelijk is. Zo'n 30 mensen namen deel van bibliotheken, PSO's en aanpalende instellingen als ETV.nl.
Van bibliobussen en zingende vluchtelingen
Als aftrap presenteerde ik 20 ideeën die ik de afgelopen tijd met hulp van anderen had verzameld. Daarna kregen de deelnemers de gelegenheid om kort hun eigen initiatieven te 'pitchen'. Er kwam een heuse Bibliobus voor vluchtelingen voorbij (Biblionet Groningen), een bibliotheek die maaltijden met vluchtelingen hield, die strandwandelingen maakte of met ze ging zingen (Zuid-Kennemerland). De Alignment House gaf een kort college over alle instellingen die zich met vluchteling 'bemoeien' en welke regels er zoals gelden. De Voorlees Express vertelde over een pilot bij een AZC. Cubiss wees op het belang van 'Tel mee met taal'. En zo kunnen we nog wel even doorgaan.
Helder werd dat bibliotheken een belangrijke bijdrage kunnen leveren voor vluchtelingen maar zeker ook veel kunnen betekenen rond die dialoog en begrip over vluchtelingen.
Lokale toolkit en landelijke werkagenda
Daarna was het tijd om echt aan de slag te gaan en kwam men gezamenlijk tot een soort lokale toolkit en een landelijke 'werkagenda'. Daarop stonden allerlei lijnen die gezamenlijk een goed beeld geven van wat kan en wat nodig is.
Over enige tijd zal deze groep weer bij elkaar komen en met elkaar kijken hoe die lokale acties en landelijke werkagenda opgestart kunnen worden. Wie daar ook bij wil zijn kan zich melden bij Maaike Toonen van de Koninklijke Bibliotheek.
maandag 5 oktober 2015
Interactieve kaart: Hoe Gelderse bibliotheken zich staande hielden in de crisis: 2006-2014
We doen nog een keer wat met cijfers. En dit keer maar eens de Gelderse bibliotheken.
Hoe deden Gelderse bibliotheken het in de crisis? Op sommige plekken is hard bezuinigd. Heeft dit effect gehad op de afstand tot de bibliotheek? In bijgaande twee plaatjes zie je het verschil tussen 2006 en 2014.
Hekkensluiters en koplopers
Toch zit er nog wel enig verschil tussen de verschillende gemeenten. Hekkensluiters zijn de gemeente Buren en Lingewaal met respectievelijk 5 en 4,5 kilometer afstand tot de bibliotheekvesting. Sommige mensen zullen het een saillant detail vinden dat de gemeente die de bilbiotheek met Karmac exploiteert de grootste afstand kent. Dat is echter onterecht. Ook in 2006 was die afstand al zo groot. Het is een groot gebied met slechts weinig bibliotheken.
Koplopers zijn overigen de gemeente Doesburg en de gemeente Hattem. Beide met 1,2 kilometer afstand. Beide gemeenten met een relatief klein oppervlak.
Overijssel: minder differentiatie
Anderhalve week geleden publiceerde ik een soortgelijk overzicht van de Overijsselse bibliotheken. Ook daar bleek dat het Overijsselse bibliotheken tot nu toe goed gelukt is om met vestigingen dicht bij burgers te blijven. In Overijssel is er minder verschil in de spreiding. Koploper in Overijssel is Deventer met gemiddeld een vestiging op 1,0 kilometer. Hekkensluiter is daar Hof van Twente met 2,7 kilometer.
woensdag 30 september 2015
Bibliotheekcollecties worden geleid door rendementsdenken: waar of niet waar? Een zoektocht langs vijf ongmakkelijke waarheden en drie do's en don'ts.
Er zijn mensen die zeggen dat het rendementsdenken de overhand heeft gekregen in bibliotheken. Alles zou maar draaien om hoge efficiency en uitleencijfers. En de collectie zou het slachtoffer zijn. Is dat zo?
In vijf diagrammen met ongemakkelijke waarheden neem ik u mee om u te laten zien of dat zo is. Kijkt u mee?
Deze tabel kent u allemaal. Tussen 1999 en 2013 gingen bibliotheken massaal minder uitlenen. In een periode van 14 jaar verdween bijna 50% van alle uitleningen.
Bibliotheken namen stappen die passen bij afnemende vraag: je koopt minder materialen. Overigens daalden Fictie en Non-fictie per ongeveer even hard. Wie snel kijkt, ziet dat de collectie-omvang met ongeveer 30% is afgenomen.
De verkleinde collectie leidden echter niet tot een verhoogd rendement van de collecties. Dit drukken bibliotheken uit in een uitleenfrequentie. Dit is het gemiddelde aantal uitleningen per boek, CD of DVD. Een gemiddeld fictie-boek werd in 1999 nog gemiddeld vijf keer per jaar uitgeleend in 2013 nog maar vier keer. Bibliotheken hebben dus relatief grotere collecties gekregen naar de omvang van de vraag.
50% minder vraag, 30% minder collectie, 20% meer kosten
In dezelfde statistiekenreeks die ik hierboven gebruik van bibliotheken, zit ook overzicht met ontwikkeling van kosten van bibliotheken. Die worden dan uitgesplitst naar huisvestingskosten, personeelskosten, ICT en onder ander mediakosten. Onder die laatste categorie vallen dus de gezamenlijke collectiebudgetten van Nederland.
En dan gebeurt er iets opmerkelijks: uitleningen dalingen, omvang van de collectie daalt maar de mediakosten stijgen. In 1999 bedroegen deze nog 60 miljoen euro. In 2013 is dit opgelopen naar 70 miljoen. De collecties zijn met 30% verkleind terwijl de kosten met bijna 20% stegen.
Wie de mediakosten deelt door het totaal aantal uitleningen krijgt de gemiddelde mediakosten per uitlening. Deze kosten zijn tussen 1999 en 2013 gestegen van € 0,38 tot € 0,83 per uitlening. Dit wordt veroorzaakt door twee componenenten: vraaguitval door minder uitleningen en kosten die toch bleven stijgen.
Rendementsdenken: Niet waar
De mensen die roepen dat bibliotheken geleid worden door rendementsdenken hebben geen gelijk. De efficiency van collecties is in de afgelopen jaren niet verbeterd.
Drie Do's en Don'ts
Tja, en wat nu? U achterlaten met die ongemakkelijke waarheid? Nee, zo kent u mijn niet. Op basis van deze cijfers, kun je naar mijn gevoel in ieder geval drie Do's en Don'ts formuleren.
Advies 1: Méér collectie is geen oplossing
Wie ziet hoe snel de vraaguitval (= minder uitleningen) is en hoe snel de kosten stijgen, weet dat meer collectie geen oplossing is. De mediakosten zijn tot nu toe ondanks de crisis mild benadert. Gezien het aantal gedaalde uitleningen is dat onterecht. Bibliotheken hadden op basis van rendementscijfers hun collectiebudgetten kunnen laten dalen.
Advies 2: Samenwerken in de collectie Nederland is een must
Wie toch goede dienstverlening overeind wil houden maar wie niet nog meer geld wil besteden aan collectie, zal steviger moeten samenwerken. De afgelopen tijd is dat in veel provincies ook al gebeurd. Vaak gekoppeld aan de invoering van provinciale bibliotheeksystemen. De vraag is of ook in de komende jaren die breedte nog te garanderen is op provinciaal niveau en of niet nog veel meer werk moet worden gemaakt van de Collectie Nederland.
Advies 3: Maak werk van digitale of alternatieve levering
Samenwerken is nog een redelijk klassieke oplossing. Er zal ook nadrukkelijk gekeken moeten worden naar echte alternatieven. Voor de vuist weg zie ik er twee.
De eerste is dat we een definitieve koppeling moeten maken tussen de fysieke en digitale collectie. Als klanten iets reserveren uit de catalogus, krijgen ze dan gelijk de optie om ook het ebook te lenen? Of moeten ze daar zelf achter komen? Vorig jaar was in Nedelrand het boek van Isa Hoes lange tijd zeer populair in bibliotheken. Het heeft vorig jaar in de Vakantiebieb gezeten. Welke bibliotheek heeft zijn leden die dit boek gereserveerd hadden, gewezen op het e-book? Nou ja, dat soort acties dus.
Het tweede alternatief is meer samenwerken met burgercollecties. Bibliotheken zeggen zelf dat ze van 'collectie naar connectie' willen en meer ruimte willen maken voor nieuwe taken. Prima, geef burgerinitiatief dan de ruimte. Begin simpel met een ruilkast in de bibliotheek en bouw dat met enthousiaste burgers verder uit. Er zijn inmiddels voorbeelden genoeg in Nederland.
Tot slot: Niet alles over één kam
In dit artikel heb ik gebruik gemaakt van de landelijke cijfers van het CBS. De bronvermelding treft u hieronder aan. Er zijn veel bibliotheken die hebben geïnvesteerd in 'retail'-technieken. Mijn gevoel zegt dat deze bibliotheken wellicht beter scoren op bovenstaande. Kijk nog maar eens naar dit artikel. Met andere woorden: er kon nog wel eens een groot onderling verschil zijn. Ik ga eens kijken of ik daar wellicht nog wat over kan zeggen. Ik ga eens vragen aan het CBS of ze me daar nog eens mee kunnen helpen.
Wordt vervolgd?
Bron naar alle cijfers: CBS
In vijf diagrammen met ongemakkelijke waarheden neem ik u mee om u te laten zien of dat zo is. Kijkt u mee?
Deze tabel kent u allemaal. Tussen 1999 en 2013 gingen bibliotheken massaal minder uitlenen. In een periode van 14 jaar verdween bijna 50% van alle uitleningen.
Bibliotheken namen stappen die passen bij afnemende vraag: je koopt minder materialen. Overigens daalden Fictie en Non-fictie per ongeveer even hard. Wie snel kijkt, ziet dat de collectie-omvang met ongeveer 30% is afgenomen.
De verkleinde collectie leidden echter niet tot een verhoogd rendement van de collecties. Dit drukken bibliotheken uit in een uitleenfrequentie. Dit is het gemiddelde aantal uitleningen per boek, CD of DVD. Een gemiddeld fictie-boek werd in 1999 nog gemiddeld vijf keer per jaar uitgeleend in 2013 nog maar vier keer. Bibliotheken hebben dus relatief grotere collecties gekregen naar de omvang van de vraag.
50% minder vraag, 30% minder collectie, 20% meer kosten
In dezelfde statistiekenreeks die ik hierboven gebruik van bibliotheken, zit ook overzicht met ontwikkeling van kosten van bibliotheken. Die worden dan uitgesplitst naar huisvestingskosten, personeelskosten, ICT en onder ander mediakosten. Onder die laatste categorie vallen dus de gezamenlijke collectiebudgetten van Nederland.
En dan gebeurt er iets opmerkelijks: uitleningen dalingen, omvang van de collectie daalt maar de mediakosten stijgen. In 1999 bedroegen deze nog 60 miljoen euro. In 2013 is dit opgelopen naar 70 miljoen. De collecties zijn met 30% verkleind terwijl de kosten met bijna 20% stegen.
Wie de mediakosten deelt door het totaal aantal uitleningen krijgt de gemiddelde mediakosten per uitlening. Deze kosten zijn tussen 1999 en 2013 gestegen van € 0,38 tot € 0,83 per uitlening. Dit wordt veroorzaakt door twee componenenten: vraaguitval door minder uitleningen en kosten die toch bleven stijgen.
Rendementsdenken: Niet waar
De mensen die roepen dat bibliotheken geleid worden door rendementsdenken hebben geen gelijk. De efficiency van collecties is in de afgelopen jaren niet verbeterd.
Drie Do's en Don'ts
Tja, en wat nu? U achterlaten met die ongemakkelijke waarheid? Nee, zo kent u mijn niet. Op basis van deze cijfers, kun je naar mijn gevoel in ieder geval drie Do's en Don'ts formuleren.
Advies 1: Méér collectie is geen oplossing
Wie ziet hoe snel de vraaguitval (= minder uitleningen) is en hoe snel de kosten stijgen, weet dat meer collectie geen oplossing is. De mediakosten zijn tot nu toe ondanks de crisis mild benadert. Gezien het aantal gedaalde uitleningen is dat onterecht. Bibliotheken hadden op basis van rendementscijfers hun collectiebudgetten kunnen laten dalen.
Advies 2: Samenwerken in de collectie Nederland is een must
Wie toch goede dienstverlening overeind wil houden maar wie niet nog meer geld wil besteden aan collectie, zal steviger moeten samenwerken. De afgelopen tijd is dat in veel provincies ook al gebeurd. Vaak gekoppeld aan de invoering van provinciale bibliotheeksystemen. De vraag is of ook in de komende jaren die breedte nog te garanderen is op provinciaal niveau en of niet nog veel meer werk moet worden gemaakt van de Collectie Nederland.
Advies 3: Maak werk van digitale of alternatieve levering
Samenwerken is nog een redelijk klassieke oplossing. Er zal ook nadrukkelijk gekeken moeten worden naar echte alternatieven. Voor de vuist weg zie ik er twee.
De eerste is dat we een definitieve koppeling moeten maken tussen de fysieke en digitale collectie. Als klanten iets reserveren uit de catalogus, krijgen ze dan gelijk de optie om ook het ebook te lenen? Of moeten ze daar zelf achter komen? Vorig jaar was in Nedelrand het boek van Isa Hoes lange tijd zeer populair in bibliotheken. Het heeft vorig jaar in de Vakantiebieb gezeten. Welke bibliotheek heeft zijn leden die dit boek gereserveerd hadden, gewezen op het e-book? Nou ja, dat soort acties dus.
Het tweede alternatief is meer samenwerken met burgercollecties. Bibliotheken zeggen zelf dat ze van 'collectie naar connectie' willen en meer ruimte willen maken voor nieuwe taken. Prima, geef burgerinitiatief dan de ruimte. Begin simpel met een ruilkast in de bibliotheek en bouw dat met enthousiaste burgers verder uit. Er zijn inmiddels voorbeelden genoeg in Nederland.
Tot slot: Niet alles over één kam
In dit artikel heb ik gebruik gemaakt van de landelijke cijfers van het CBS. De bronvermelding treft u hieronder aan. Er zijn veel bibliotheken die hebben geïnvesteerd in 'retail'-technieken. Mijn gevoel zegt dat deze bibliotheken wellicht beter scoren op bovenstaande. Kijk nog maar eens naar dit artikel. Met andere woorden: er kon nog wel eens een groot onderling verschil zijn. Ik ga eens kijken of ik daar wellicht nog wat over kan zeggen. Ik ga eens vragen aan het CBS of ze me daar nog eens mee kunnen helpen.
Wordt vervolgd?
Bron naar alle cijfers: CBS
Abonneren op:
Posts (Atom)