zaterdag 16 juli 2022

Afgehaakt Nederland

Soms heb je van die melancholische buien. Tenminste, ik heb ze. Van die momenten waar je mijmerend in de avondzon kunt zitten en waar de zon langzaam met je gedachten verandert in de maan. Van die momenten waarin je wat je de afgelopen tijd meemaakte nog eens aan je voorbij laat trekken. En zo zittend op mijn balkon zag ik hoe ons land in de de afgelopen maanden verder polariseerde. 

Wat begon met polarisatie rond het coronabeleid ging over in de oorlog in de Oekraïne en een toestroom van vluchtelingen. En via nog verder stijgende gasprijzen en inflatie naar boerenprotest en een stikstofcrisis. En dat boerenprotest verbreed zich via wapperende vlaggen en rode zakdoeken naar een breder ongenoegen bij een groep die groter is dan alleen de boeren. Ongenoegen dat ook gevoed werd door de kinderopvangtoeslagramp en de schadeafhandeling in Groningen.

En daar zit ik dan, met een prima drankje op mijn prettige balkon, van mijn aangename en goed geïsoleerde appartement, dat ik kan betalen van een goede baan omdat ik een ooit de opleiding tot bibliothecaris volgde. En ik denk aan de uitspraak van de oud-directeur van het SCP, Paul Schnabel: 'Met mij gaat het goed, met ons gaat het slecht'. 

Ik besef dat ik een mazzelaar ben die toevallig aan de goede kant van de streep zit. Want grote groepen krijgen veranderingen over zich afgeroepen waar ze niet op zitten te wachten, waar ze bang voor zijn en waarvan ze niet weten of ze er goed door heen komen. Mensen die Nederland even een 'kutland' vinden. En terwijl het zonnetje zakt, is de hashtag 'kutland' die avond zelfs even trending op Twitter.  Tweede Kamerlid Liane den Haan mengt zich in die discussie met de volgende tweet. 


Atlas van afgehaakt Nederland

De Haan kan zich niet voorstellen dat burgers ons land even een 'kutland' vinden.  Ik pak een rapport erbij dat daar over gaat. Een paar weken geleden werd Josse de Voogd, electoraal geograaf, geïnterviewd door de Volkskrant. Hij haalde daarbij zijn onderzoek 'Atlas van afgehaakt Nederland' aan. Dat onderzoek werd gehouden in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en het bevestigde wat ik al eerder las bij David van Reybrouck in zijn boek 'Pleidooi voor populisme': veel mensen voelen zich niet meer vertegenwoordigd door de politiek. Uit onderzoek blijkt dat 90% van de kiezers vindt dat politici meer beloven dan ze kunnen waarmaken, 70% vindt dat Tweede Kamerleden het contact met gewone mensen kwijtraken en 30% vertrouwt de politiek niet.   

De Voogd haalt in het onderzoek de commissie Remkes, de staatscommissie Parlementair Stelsel,  aan die stelt:

'De verschillen in onvrede tussen hoog- en laagopgeleiden en tussen mensen met een hoog dan wel laag inkomen nemen de laatste jaren toe. De scheidslijn tussen deze groepen wordt op dit punt dus scherper. Sinds het begin van deze eeuw is er volgens het SCP een groeiende groep relatief laagopgeleide kiezers met weinig tot geen vertrouwen in de politiek en een beperkte politieke interesse. Zij voelen zich niet vertegenwoordigd, zijn ontevreden over politici en politieke partijen, ze vinden één keer in de vier jaar stemmen niet genoeg en menen dat ‘de macht terug moet naar het volk’.'

Remkes adviseerde in het eindrapport dat de politiek de maatschappelijke tweedeling veel serieuzer moet nemen dan ze tot nu toe doen en dat die tweedeling een serieuze bedreiging is voor de democratisch rechtstaat.  De adviezen zijn uit 2018, ver voordat het woordje 'nieuwe bestuurscultuur' werd uitgevonden.  

Bruisregio's en krimpregio's

Met elke affaire wordt de groep die zich niet vertegenwoordigd voelt door de politiek groter. De Voogd legt met allerlei kaarten uit waar afgehaakt Nederland zich bevindt. In het onderzoek wordt daarbij gesproken over 'bruisregio's' en 'krimpregio's'. Bruisregio's zijn gebieden met een kosmopolitisch-progressieve leefwereld  en deze staan tegenover de meer chauvinistische en conservatieve leefwereld in de krimpregio's. De afgelopen jaren heeft bij verschillende verkiezingen de opstandige stem uit op afstand geraakte regio’s de uitslag bepaald. Het is een opstand tegen de politiek-bestuurlijke elites in de bruisgebieden die onvoldoende oog zouden hebben voor de noden en het gebrek aan toekomstperspectief in de krimpgebieden. 

De onderzoekers geven daarbij ook een voorbeeld: 

‘Opvallend is de sterke toename van regionale economische ongelijkheid. Zo steeg tussen 2000 en 2016 het bbp per hoofd van de bevolking in de regio Amsterdam met 29.000 euro (van 47.000 naar 76.000 euro), en in Oost-Groningen met maar 7.000 euro (van 15.000 naar 22.000 euro). In beide regio’s steeg de welvaart, maar groeide de onderlinge kloof. Het vertrouwen in de Tweede Kamer spreekt voor zich: die is het hoogste in de bruisregio’s Amsterdam en Gooi & Vechtstreek, en het laagst in de krimpgebieden in Noord-Holland, Oost-Groningen, Drenthe en Zuid-Limburg.’ 

En zo volgt kaartje na kaartje. Er wordt bijvoorbeeld gekeken naar waar het meest wordt gestemd op 'buitenstaander-partijen' waarmee burger hun proteststem laten horen. 


Kaartje na kaartje: gezondheid, werkgelegenheid, schooladvies en nog vele zaken meer. 

Als je alles een beetje bij elkaar legt dan kom je ongeveer tot een kaart van afgehaakt Nederland. Gebieden waar men zich, meer dan op andere plekken in Nederland, niet meer vertegenwoordigd voelt door de politiek. Dat kaartje staat helemaal bovenaan het artikel. Mijn interpretatie van alle kaartjes die De Voogd zo nauwkeurig naast elkaar legde. Naast plattelandsgebieden gaat het ook om de probleemwijken in de grote steden. Met overigens uiteraard de opmerking dat dat niet wil zeggen dat iedereen in deze gebieden is afgehaakt. In deze gebieden zie je het gewoon meer. En ook buiten deze gebieden wonen afhakers alleen minder dan in de gemarkeerde zones.

Kansrijke en kansarme kiezers

De verschillen in Nederland zijn weer te geven over de assen waarin de opvattingen staan over  'Gaat Nederland de goede of de verkeerde kan op? en 'Hoe tevreden ben ik met mijn eigen leven.' Dat levert het volgende beeld op.

De groep rechtsboven ervaart dat het goed gaat met zichzelf en heeft ook wel vertrouwen in de toekomst. De groep linksonder vindt dat zij de groepen zijn die de klappen opvangen en zijn ook bang dat het in dit land niet beter zal gaan. De groep rechtsboven snapt onvoldoende waarom de groep linksonder zo ontevreden is. De kloof in Nederland zit tussen die twee groepen. Linksonder voelt zich buitenstaander. Rechtsboven is de gevestigde orde. En de gevestigde orde legt , in ieder geval in de politiek, een cordon sanitaire om de buitenstaanders. Tot woede van de buitenstaanders die daarmee hun gevoel voeden dat de gevestigde orde toch altijd alles bepaalt.

Rechtsboven en linksonder hebben onvoldoende vermogen om samen tot oplossingen komen. En daarmee ontstaat een klimaat waarbij we eerst slaan en dan praten. Het polderlandschap is daarbij aan de kant geschoven. 

Het driedubbele probleem van afgehaakt Nederland 

En daarmee krijgen de buitenstaanders een driedubbel probleem, zo schrijft De Voogd:

'Dit alles maakt dat ‘Afgehaakt Nederland’ feitelijk slachtoffer is van een driedubbel representatieprobleem:

1. Zij worden nogal eens matig vertegenwoordigd door rechts-populistische partijen en/of leiders; 

2, Zij worden via hen nooit in de regering vertegenwoordigd, en hun belangen worden dus niet tot beleidskeuzen gemaakt. 

3. Als stemmers op outcast-partijen en outcast-leiders worden de ontevreden kiezers ook nog eens gestigmatiseerd als ‘racist’, boze burger, domme anti-democraat, etc.'

Can't turn back the tide 

De Atlas van afgehaakt Nederland werd opgesteld voor de grote boerenprotesten en zelfs voor de  coronacrisis. Het percentage afhakers zal eerder groter dan kleiner zijn geworden. Het rapport spreekt over drie groepen: eenderde gaat het voor de wind en snapt de afhakers onvoldoende, eenderde is afhaker en eenderde zit er tussenin. Het rapport geeft aan dat de sleutel op de korte termijn ligt bij die middengroep. Als ook die afhaakt is het hek van de dam.

We gaan niet terug naar hoe het was. We gaan niet terug naar alleen gevestigde partijen. De enige manier is om afgehaakt Nederland serieus te nemen. Proberen het een stem te geven. Laat als politiek bijvoorbeeld zien dat je het probleem van Groningers echt oplost, laat zien dat niet alleen het bedrijfsleven telt maar ook de burgers en geef burgers veel meer stem. En of u nu rechtsboven of linksonder zit, probeer elkaar te begrijpen en te zoeken naar ruimte.

In tijden van onrust

De zon op mijn balkonnetje was na het lezen van de Atlas van Afgehaakt Nederland ondertussen verandert in de maan. Ik mijmer nog dat in tijden van onrust de bibliotheek eigenlijk altijd floreert, zelfs essentieel wordt. Om Schnabel maar te parafraseren: Met het land gaat het slecht, maar met de bibliotheek gaat het goed. Bibliotheken die in deze tijd veel zouden kunnen betekenen in de dialoog tussen groepen. Maar ik stop met mijmeren, de maan vertelt me dat het inmiddels meer dan tijd is om te gaan slapen. Op de achtergrond zingt Tom Waits over zijn Grapefruit Moon en hoe hij mijmert op zijn balkon. 

En ook ik haak even af, voor mij is het is tijd voor vakantie. Dank weer voor jullie aandacht en tot over een paar weken.

zondag 10 juli 2022

Waar een deur dicht gaat, gaat een raam open : over failliete bibliotheken en een zorgplicht voor gemeenten

Verdriet en vreugde liggen soms angstig dicht bij elkaar. Een paar dagen voordat mijn jongste dochter geboren werd, verloor een goede collega haar echtgenoot. Ik condoleerde haar met het verlies, zij feliciteerde mij met mijn dochter. Elk jaar sta ik daar bij stil als mijn jongste dochter jarig is. En ik weet zeker dat zij dat in omgekeerde richting ook doet. Het zijn momenten die je bij blijven. Waar een deur dicht gaat, gaat een raam open...

Dat verdriet en vreugde zo dicht bij elkaar liggen, overkwam me deze week weer. Al was het wel op een heel andere schaal en een heel andere manier. Op de ene plek ging bijna een bibliotheek failliet terwijl op een andere plek een motie werd aangenomen waardoor gemeenten verplicht kunnen worden tot de zorg voor een volwaardige bibliotheek. 

Er ging bijna een bibliotheek failliet

Jazeker, er ging bijna een bibliotheek failliet. Het gebeurde in Haaksbergen. Een plaats met bijna 25.000 inwoners, gelegen onder de rook van Enschede en tegen de Duitse grens. En niet onbelangrijk: in deze bibliotheek bracht ik mijn middelbare schooltijd door. Het was overigens ook de bibliotheek die tijdens onze eindexamenstunt door ons per ongeluk in de fik werd gestoken met brandende autobanden. De conrector trad op als kordate brandweerman en sommeerde ons uiteraard te stoppen met deze kwajongensstreken. Laat ik zeggen dat het vuur voor bibliotheekwerk toen al in mij brandde.

Maar goed, daar ging het niet over. Die bibliotheek in Haaksbergen is al heel wat jaren lijdend voorwerp in de Haaksbergse politiek. In 2014 werd de oplossing nog gezocht in het Kulturhus Haaksbergen, een fusie van theater en bibliotheek. De financiële problemen werden langzaam groter en de rekenkamer constateerde in 2020 dat de politiek jarenlang te weinig geld over had gehad voor deze functies. Maar de oplossing werd niet gezocht in meer geld, de gemeente was namelijk door tekorten al onder financieel toezicht komen te staan van de provincie. Nee, men zocht de oplossing in weer een andere organisatie. Het werd een coöperatie, coöperatie De Kappen, een soort burgerinitiatief. In al de jaren dat de kwestie voortsleepte, vertrok personeel of werd ontslagen. Tegelijkertijd liepen de tekorten verder op. De bibliotheek werd een financiële tijdbom. En iedereen wist het. 

De gemeenteraad weigerde in de afgelopen maand, nadat overigens de provincie in de afgelopen tijd incidenteel was bijgesprongen, opnieuw meer geld beschikbaar te stellen. Na die weigering dreigde de coöperatie zichzelf failliet te laten gaan. Tegelijkertijd meldde de provincie zich bij de gemeenteraad dat als dat zou gebeuren dat zij hun eerdere bijdrage om de bibliotheek te borgen terug zouden terugvorderen. Wat de gemeente ook zou doen, het zou geld gaan kosten. De gemeenteraad kwam op 7 juli daarom extra bij elkaar en wist een motie goed te keuren met raadsbrede steun waarbij het nieuwe college de ruimte krijgt om tot een tijdelijke oplossing te komen. Die ruimte die het nieuwe college krijgt is overigens ongeveer even groot als het bedrag dat men anders aan de provincie moet terugbetalen. 'Je gaat het pas zien als je het door hebt', zou Cruijff zeggen.

Hier kroop een organisatie door het oog van de naald. Maar het is een redding voor enkele maanden want in het najaar volgt een definitieve voorzieningendiscussie. Daarbij moet bezien worden wat het langetermijnperspectief  is voor bibliotheek en theater. 

Wie verder wil lezen, moet het artikel van Teun Staal lezen in Tubantia. Teun Staal is overigens één van die journalisten die dit soort politieke kwesties in Twente en Overijssel altijd zeer nauwkeurig volgt. Mag ook wel eens gezegd. Wie de stukken rond deze kwestie en de gemeenteraad nog eens wil terugzien, kan hier terecht.

Waar een deur dicht gaat.... naar een zorgplicht voor gemeenten

Enkele uren vóór het debat in de gemeenteraad in Haaksbergen begon, dienden de Kamerleden, Mohandis (PvdA), Werner (CDA) en Westerveld (Groen Links) de volgende motie in naar aanleiding van de hoofdlijnenbrief Cultuur van staatssecretaris Uslu. Over die brief en het debat dat daarover volgde schreef ik hier al eerder. In dat debat hadden genoemde Kamerleden al aangedrongen op een zorgplicht voor alle gemeenten om een bibliotheek in stand te houden. Deze Kamerleden dienden dan ook de volgende motie in:

PvdA, CDA en Groen Links die dat samen indienden. Twee oppositiepartijen, één coalitiepartij. Dat zou normaal gesproken geen meerderheid zijn. Maar wie het debat had gevolgd had al wel kunnen horen dat meerdere partijen bereid waren hierin mee te gaan. En dus gebeurde het dat enkele uren nadat de gemeenteraad in Haaksbergen had besloten tot het voorlopig redden van de bibliotheek, dat de motie in stemming werd gebracht in de Tweede Kamer. En een zeer ruime Kamermeerderheid stemde met 130 stemmen vóór en 20 stemmen tegen in met de motie. De tegenstemmen kwamen van de PVV en de Groep Van Haga. 

En zo werd het een dag waarbij alle overheidslagen, Rijk, provincie en gemeente zich bemoeiden met het borgen van (volwaardig) bibliotheekwerk. 

Van 'besparen en risico mijden' naar 'investeren en risico nemen'

In 2023 moet er dus een voorstel naar de Kamer voor een wetswijziging in de bibliotheekwet. Waar nu nog de vrijheid geboden wordt aan gemeenten om zelf te beslissen of zij een bibliotheek onderhouden, moet dit dus een zorgplicht worden. En ja, gemeenten zullen aangeven dat dit betekent dat het Rijk ook over de brug moet komen met extra geld. De staatssecretaris had overigens al aangekondigd in het najaar met een bibliotheekbrief te komen en bij Prinsjesdag ook inzicht te geven in hoeveel geld er extra komt voor bibliotheekwerk vanaf 2023. 

Na lange tijd van bezuinigen lijkt het harde werken aan de maatschappelijk educatieve bibliotheek ook financieel zijn vruchten af te werpen. In een sector waar we het afgelopen decennium vooral de woorden ‘besparen en risico’s mijden’ kenden, zal het van ons allen nog wel even schakelen zijn om ons denken om te zetten naar ‘investeren en risico’s nemen’. Er zijn ergere dingen om aan te wennen, zullen we maar zeggen.

7 juli 2022. Een dag waarop zorgplicht en faillissement heel dicht bij elkaar lagen. Vreugde en verdriet. Een dag waar alle overheidslagen zich inzetten voor behoud en groei van de bibliotheek.  Een dag waarop een klein stukje bibliotheekgeschiedenis werd geschreven. 

En een dag die ons nog wel even bij zal blijven.

zondag 3 juli 2022

Hoe een klein berichtje een groot cadeau werd: Zondagskind van Judith Visser

Soms krijg je cadeautjes van het leven. Het overkwam mij afgelopen maand. Schrijver Judith Visser reageerde op een blog over mijn boek. Ze bedankte me dat ik dit boek geschreven had en dat ze het ging lezen. Ik was vereerd en vond het bijzonder dat ze tijd nam om het me even te laten weten. En om eerlijk te zijn: ik had nog nooit wat van Judith Visser gelezen. En als zij de moeite nam om mijn boek te lezen dan was toch de kleinst mogelijke tegenprestatie om een boek van haar te lezen. Het werd haar boek 'Zondagskind' en het bleek een boek dat onder mijn huid kroop en mijn blik veranderde. En als bibliotehcaris neem ik u weer graag mee naar wat een boek kan betekenen.

'Vreemd kind'

Het boek 'Zondagskind' handelt over Jasmijn Vink, geboren op een winterse zondag in 1978. Jasmijn leeft met het syndroom van Asperger, één van de vele vormen van autisme. Het verhaal is autobiografisch. Judith Visser beschrijft hoe de kleine Jasmijn opgroeit in Rotterdam Zuid, in een gezin waar men het niet breed heeft en waar beide ouders sappelen. Jasmijn is een 'vreemd' kind met nogal afwijkend gedrag. Ze trekt zich graag terug, kan slecht tegen prikkels, kijkt mensen niet aan en durft bijna niets te zeggen. In een wereld waar extravert gedrag de norm is, ben je dan al snel apart. Ik zie het gevecht van haar ouders om haar toch in het 'normale' patroon te krijgen en tegelijkertijd zie ik de liefde van vooral haar moeder als ze telkens rekening houdt met haar. Telkens met de opmerking: 'Zo is ze nou eenmaal'. Ze eet niet aan eettafel maar op haar eigen kamer, ze sluit zich af met een koptelefoon op door naar Elvis te luisteren en familiebezoek vermijdt ze. Haar hond Senta is haar steun en toeverlaat. 

Het kost Jasmijn grote moeite om om te gaan met veranderende situaties. En die moeite is niet even een dagje wennen aan iets maar een nieuwe klas kan haar maanden kosten voordat ze zich er enigszins veilig kan voelen. Ze is een ster in taal maar kan minder interesse opbrengen voor ander vakken. School interpreteert haar onterecht als een 'minder getalenteerd kind'. 

'Bibliotheek is mijn school'

Zowel in haar tijd op de basisschool als op de middelbare school vlucht ze naar de bibliotheek. Eerst naar een wijkbibliotheek en daarna naar de Centrale Bibliotheek in Rotterdam. Daar spijbelt ze menig lesuur maar leest ze wel boek na boek. Het is er heerlijk rustig en er is vriendelijk personeel. De bibliotheek is mijn school, zeg ze ergens. Als bibliothecaris is dat natuurlijk fijn om te horen en het benadrukt nog eens dat we een plek zijn voor iedereen.

Beklemming

Hoewel het een knotsdik boek is, las ik hoofdstuk na hoofdstuk. De beklemming van haar leven voelde ik in mijn hart. De worsteling om te overleven lees je bladzijde na bladzijde. Minutieus volg je haar van kleuterschool naar basisschool en van daar naar de middelbare school. Elke keer houd je je hart vast bij de volgende grote verandering die er komt: een nieuwe klas, een nieuwe school, haar hond die overlijdt of een stage die moet worden gelopen. Soms had ik echt de neiging om haar toe te roepen als lezer, om haar over een streep te schreeuwen als ze blokkeerde. 

En zo groeit ze op. Een kind buiten de norm. En de pijn die dat oplevert. Maar ook hoe telkens onverwacht iemand opduikt die naast haar gaat staan. Haar moeder in haar jeugd, een vriendin op de basisschool en een andere vriendin op de middelbare school. Mensen die de tijd namen om te proberen te begrijpen wat ze bedoelt. Mensen die er niet aan voorbij leven. Mensen die de norm niet opleggen. En het zijn die mensen die haar helpen de meest ingewikkelde situaties door te komen. 

Hoe duister sommige passages ook zijn, telkens gloort er toch weer licht. En naar mate ze ouder wordt, lijkt het leven ook iets minder ingewikkeld te worden.

Was ik eigenlijk wel normaal?

Dat is overigens iets dat ik herken van mijn eigen leven. Ik vond mijn schooltijd ook niet altijd even eenvoudig met alle groepsdynamiek en normering.  Tijdens het lezen raakte ik zelfs een beetje in verwarring. Was ik eigenlijk zelf wel normaal? En wat is dat normaal eigenlijk? Luister ik zelf eigenlijk wel goed naar anderen en probeer ik ze goed te begrijpen? Wie stond er naast mij toen ik op school zat en wie hielp mij bij de ingewikkelde situaties?  

In de afgelopen jaren zocht ik zo nog wel eens oude vrienden op om juist daar eens bij stil te staan. Vrienden die me juist door ingewikkelde situaties hadden heen geholpen. En ik merk dat naar mate ik ouder werd en meer regie over mijn leven kreeg, ik het leven toch een stuk makkelijker vond. En toch liet het boek van Judith Visser me weer even wankelen: was ik wel normaal? En ondertussen weet ik: niemand is normaal. Eigenlijk geeft dat het leven ook kleur. Iedereen mag er zijn zoals hij of zij is. De kunst is om ruimte voor elkaar te maken en ervan te genieten.

Ik leef zelf in de nabijheid van iemand met het syndroom van Asperger. In die zin las het boek ook wel voor een deel als een handleiding. Hoewel ook hier geldt dat iedereen verschillend is. Het autistisch spectrum kent namelijk miljoenen kleurschakeringen. Met het boek in de hand, had ik waardevolle gesprekken en hoewel ik de persoon in kwestie al heel lang ken, voelde ik aan de andere kant toch opluchting van herkenning en erkenning. Daar ging een deurtje open naar elkaar.

Een klein berichtje werd een groot cadeau 

In een wereld waar alles luid, fel verlicht, contrasterend en schreeuwerig is, liet Judith Visser een klein berichtje voor me achter. Bijna achteloos. Een berichtje dat je zo maar over het hoofd zou kunnen zien. Dat kleine berichtje werd een groot cadeau.

Ik kan niet anders zeggen dan dat ook dit een boek is dat mijn blik veranderd heeft. Het gaat iets in mijn leven doen. Wat? Geen idee. Maar er is iets gezaaid en daar komt wat uit voort. Dat is het cadeau van een zo'n goed boek. 

Dankjewel Judith Visser.

Ook Zondagskind lezen? Leen het hier het boek bij de bibliotheek of leen het bij de online bibliotheek als ebook.