vrijdag 29 april 2016

Menthol: de bizarre geschiedenis van de man die Nederland leerde tandenpoetsen


De waarheid is soms vreemder dan fictie. Wie mij kent, weet dat ik graag bizarre geschiedenissen lees. En de afgelopen week, las ik het boek 'Menthol' van Frank Krake.

De eerste keer dat ik met Menthol in aanraking kwam was als directeur in Hengelo.We openden een taalpunt dat naar hem genoemd was. Menthol was in de jaren '20 van de vorige eeuw de eerste 'zwarte' inwoner van Hengelo. Zeg maar de eerste inburgeraar. Menthol was de bijnaam voor Joseph Sylvester die in 1901 in Saint Lucia wordt geboren. Een eiland op de Caraïben waar hij jong zijn moeder verlies en een vader die in Amerika werkt. Het Amerika waar de slavernij nog niet lang geleden is afgeschaft maar in de praktijk eigenlijk nog bestaat. Zijn vader geeft hem mee: 'Sta daarboven, hou je rug recht, bewaar je trots en je zult ver komen.' Het blijkt zijn levensmotto te worden.

Via Jamaica, Amerika, Canada, Londen en Amsterdam naar Hengelo-o-o
Hij trekt via Jamaica in zijn eentje naar Amerika, trekt daar rond en eindigt in Canada. Telkens gaat hij aan de slag in fabrieken en telkens start hij naast die baan (die overigens zes dagen kostte) een of ander handeltje. Sigaretten, dranken en hoofdpijnpoeders. In de Amerika nemen de rassenonlusten toe, de Ku Klux Klan wint meer en meer terrein. Het zal zijn drijfveer worden om vlak na de Eerste Wereldoorlog te vertrekken naar Europa. Hij heeft dan inmiddels geleerd dat zijn mond zijn sterkste wapen is. Het is een charmeur die bijzonder rap van de tongriem is. Altijd keurig gekleed en via een tussenstop in Londen, Antwerpen en Parijs, belandt hij in Amsterdam. Als straatverkoper in tandpasta.

Roos: het mooiste meisje van Hengelo
Ondertussen groeit aan de andere kant een meisje op in Hengelo: Roos. Ook zij heeft een droom: mannequin worden. Haar uiterlijk heeft ze mee want elke jongen in Hengelo dingt naar haar hand. In Amsterdam komen zij en Menthol elkaar tegen. Zij het slechts kort. Menthol reist Roos achterna en hij vestigt zich in het oosten. Overal waar hij komt is Menthol een verschijning: zo'n donkere man die met een ware theatervoorstelling tandpasta verkoopt!

Als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt, scheiden Roos en Menthol. Niet omdat het huwelijk slecht is, maar uit liefde. Getrouwd zijn met een Brits staatsburger kan Roos in de problemen brengen en dus wordt de scheiding aangevraagd en neemt Menthol intrek op een andere plek in Hengelo.

Nou, en zo kan ik nog even doorgaan maar ik zal niet het hele verhaal verklappen. Het hele boek lang sta je versteld van de inventiviteit van Menthol. Nooit lijkt hij bij de pakken neer te zitten, tegenslagen verwerkt hij door zijn bakens te verzetten. En tegelijkertijd geniet hij van zijn eigen succes.

Vlotter dan Sonny Boy
Frank Krake heeft een knap boek neergezet. Het boek is gelardeerd met vele historische documenten  en foto's en dat ondersteunt het verhaal zeer. De vergelijking met Sonny Boy van Annejet van der Zijl dringt zich op. Menthol is iets minder verhalend maar leest nog vlotter dan Sonny Boy.  Wie daarvan genoot, zal hier ook zeker van genieten.

Reserveer Menthol via Literatuurplein

dinsdag 26 april 2016

Hoe je de mens kunt degenereren tot aanhangsel van ICT-systemen...

Van oudere ICT-collega's hoorde ik wel eens het verhaal dat hem in de jaren '80 wel eens de toegang is ontzegd tot de bibliotheek. De reden: de bibliothecarissen waren boos op  de automatisering. Nee, niet omdat het niet werkte of iets dergelijks maar omdat het werd ingevoerd. De kaartenbak zou verdwijnen en er zou een groot provinciaal systeem voor terug komen. Dat zou uiteraard ten koste gaan van banen. En sindsdien zijn bibliotheken met steeds minder menskracht gaan werken. We doen steeds meer  met steeds minder.

Een kleine bekentenis
En ik zal u een kleine bekentenis doen. Toen eind jaren '80, begin jaren '90 de geldautomaat werd ingevoerd heb ik nog lange tijd gewoon geld gehaald aan de balie. Dit omdat ik mezelf voorhield dat ik het prettiger vond om geld te halen bij een balie en dat ik het sneu vond voor die baliemedewerker die zijn baan zou verliezen door die gekke automaten. En verder vond ik het bizar dat mensen het nodig vonden om geld op de gekste momenten uit de muur te willen halen.... Ja, het kan verkeren.

Maar niet veel later voerden bibliotheken natuurlijk ook zelf zelfbedieningsbalies in. Sterker nog: ik kocht ze zelf, installeerde ze en onderhield ze. Het kan gek gaan.

De glazen kooi
De afgelopen dagen las ik het boek 'De glazen kooi : wat automatisering met ons doet' van Nicolass Carr. Een bijzonder boek omdat het ingaat tegen de huidge opvatting dat automatisering áltijd goed is. Trendwatchers verklaren zonder uitzondering dat we binnenkort allemaal in zelfrijdende auto's rijden en dat het aantal ongelukken dan drastisch zal dalen. Is dat zo, vraag Carr zich af? Zijn boek begint met een verhaaltje van een zelfrijdende auto: je komt thuis van een feestje, de auto brengt je thuis. Vlak voordat je thuis bent duikt er een hond op voor de auto. De auto berekent dat nu hard remmen een kans oplevert van 53% dat de hond het overleeft maar dat dit een kans oplevert van 18% dat de auto beschadigd raakt en een kans van 4% dat jezelf gewond raakt.

Wat moet de auto doen? En wat als de hond toch een kind bleek?

De eerste helft van het boek las ik met enige aversie. Ik merk dat ik zelf al helemaal vastzit in het vooruitgangsdenken door automatisering. En daarmee heb ik evenzeer gelijk als Carr: welke zegeningen heeft internet niet gebracht? We skypen over de hele wereld, iedereen kan over de hele wereld iets op de agenda zetten, er bestaan hele universiteiten op internet en ga zo nog maar een tijdje door. Dat sprookjesbeeld breekt Carr steentje voor steentje af. Carr schetst een beeld hoe de mens gedegenereerd wordt door machines. De mens mag nog letten op de geautomatiseerde processen maar heeft er geen werkelijke invloed meer op. Herkent u dat?

De jihad tegen vooruitgang
In het eerste deel van het boek heb je dus vooral het gevoel dat Carr een hater van digitalisering en automatisering. Een soort jihad tegen vooruitgang. Maar in het tweede deel kantelt dit. Carr schetst hoe je ook met automatisering om kunt gaan. Hoe je automatisering moet inzetten in het verlengde van ambacht, kunde en professionaliteit. Carr pleit voor hybride automatisering waarin mens en computer als een eenheid kunnen opereren en waarbij de mens het gevoel zal krijgen versterkt te worden in zijn krachten.

Don Quichotte
Hoezeer ik het verhaal van Carr ook ondersteun, ik weet dat het de opvatting is van een Don Quichotte. Hybride systemen halen het namelijk nooit. Ze zijn charmant maar leveren niet het meeste geld op. Als een eigenaar van productiemiddelen kan kiezen uit een hogere opbrengst met verdergaande automatisering of vakmanschap met geautomatiseerde ondersteuning dan weet ik - helaas - als wat zo'n investeerder in productiemiddelen gaat doen. De Unilevers, de Bayers en de Boeings van deze wereld kiezen dan voor de hoogste opbrengst. Als iets ons de crisis heeft geleerd dan is het dat je niet naief moet zijn over de macht van geld.



Dat is op grote schaal. Maar op kleine schaal heeft Carr zeker een punt.

Kijk nog eens naar je eigen kantoor- en bibliotheekautomatisering: word je ondersteund in je eigen professionaliteit en kunde? Of wordt je gedwongen tot een systeem omdat dat zo handig is voor de eigenaar van de productiemiddelen? Bovenstaande filmpje gebruikt ik jaren geleden al bij computercursussen en vroeg dan aan de deelnemers of dit herkenbaar was. Negen van de tien zeiden daar ja op. Er is dus zeker voor een ieder van ons wel wat te doen en in ons eigen werkgebied is er ook de ruimte om er op die manier mee om te gaan.

Het boek wees mij nog eens op hoeveel vooronderstellingen ik heb van automatisering die ik telkens weer klakkeloos meeneem. Een interessant boek voor mensen die het aandurven dat bij zichzelf nog eens te onderzoeken. En een goed boek voor al te technocratisch ingestoken ICT'ers die hun systeem verheffen tot norm en daarmee de mens degenereren tot aanhangsel van de samenleving zoals zij die kennen.  

Reserveer het boek via Literatuurplein (en ja, dat is ook zo'n automatiseringsysteem waar ik wel weer blij mee ben ;-)


donderdag 21 april 2016

Ergens tussen Winterswijk en Den Haag ligt een Deltaplan Digitale Vaardigheden


Het is dinsdag en op het programma staat een werksessie in Winterswijk en een vergadering in Utrecht met allerlei 'Haagse' clubs. 

In Winterswijk wacht mij een brainstorm met de bibliotheek Oost-Achterhoek, de gemeente en allerlei maatschappelijke dienstverleners: van ouderzorg, ouderenbonden, sociale dienst en vrijwilligerswerk. De bibliotheek heeft samen met De Post - heel kort gezegd, het sociaal team van Winterswijk - het initiatief genomen voor deze bijeenkomst. Geconstateerd wordt dat er veel mensen een digitale achterstand hebben maar dat er ook veel verschillende initiatieven zijn om er wat aan te doen.

Winterswijk
Om in Winterswijk te komen moet ik een uur toeren over provinciale wegen. Het is niet vervelend. Er schijnt een prettig zonnetje over de velden. In het gemeentehuis is er een onwennig voorstelrondje. Wat doet iedereen, wie kent wie en wat moeten we eigenlijk samen? Maar na een half uurtje praten ontstaat al een eerste beeld. Het sociaal team heeft een wens om een goed vangnet te maken voor burgers: burgers die het echt niet zelf kunnen en burgers die met een zetje een heel eind komen. Er blijkt genoeg initiatief te zijn maar de initiatieven zijn te versnipperd en voor burgers slecht vindbaar. Samenwerken en zichtbaar maken zijn dus toverwoorden. En met goede afspraken en met huiswerk voor de bibliotheek, verlaat ik Winterswijk. Tevreden, want we maken concrete stappen voor burgers. Dit najaar zou er zo maar wat moois kunnen worden aangeboden aan alle inwoners.

'Haagse partijen' in Utrecht
Dan door naar Utrecht. Helaas met de auto omdat de combinatie met Winterswijk anders niet te doen was. Maar vandaag lijkt alles mee te zitten. Zoevend over een zonnige snelweg. In Utrecht ben ik samen met Maaike Toonen namens de Koninklijke Bibliotheek uitgenodigd voor een begeleidingscommissie van het project 'Gezamenlijke persoonlijke dienstverlening'. Het is een project waar landelijke partijen als de Belangdienst en Sociale Verzekeringsbank samen met een aantal gemeenten proberen een vangnet te creëren voor burgers die niet goed overweg kunnen met de dienstverlening van de overheid. Het is complex project omdat elke partij zich aan allerlei regeltjes moet houden. Het is complex omdat het door grote organisaties wordt opgezet en het dan soms wel lijkt alsof niet eenvoudig kán zijn.

De gemeenten die hier aan tafel zitten zijn een zevental pilotgemeenten die echt kijken of ze zelf ook burgers kunnen helpen. Maar als ik eerlijk ben en ik hoorde in Winterswijk hoeveel mensen er nog geholpen moeten worden, is ook de inzet van gemeenten maar een druppel op de gloeiende plaat. En kan elke gemeente dat? De ketting is hier zo sterk als de zwakste schakel.

De begeleidingscommissie bestaat enerzijds uit andere landelijke partijen die meekijken: UWV, DUO en anderzijds uit partijen uit de praktijk zoals de ANBO, de bibliotheek en Digisterker. Aan het eind van de vergadering is mij helder dat het voor landelijke partijen niet eenvoudig is om dienstverlening dicht bij burgers vorm te geven.

Lokale landelijke oplossingen aanbieden
Een laatste rit terug naar het oosten op een inmiddels drukke snelweg. Mijn gedachten gaan nog even over die bijzondere dag van vandaag. Hoe je in de ochtend praktische oplossingen kunt voor burgers in Winterswijk en dat je in de middag ziet hoe moeilijk overheden het hebben om diezelfde burger in Winterswijk te bereiken.

En vervolgens denk ik aan de afspraken met de Belastingdienst en de snelheid waarmee bibliotheken nu acteren. Lees het nieuwsbericht bij de KB er nog maar eens op na. Wie dat ziet, ziet dat bibliotheken een cruciale rol kunnen spelen. Juist doordat ze zoveel kunnen verbinden op lokaal niveau. Alleen lokale en regionale partijen zullen in staat zijn om de 'kracht in de samenleving' goed te mobiliseren en te kanaliseren.

Deltaplan Digitale Vaardigheden
En met die gedachte vroeg ik mij af of er geen Deltaplan Digitale Vaardigheden moet komen. Een Deltaplan om burgers goed op weg te helpen en degenen die het echt niet kunnen langdurig een vangnet te bieden.  Ik weet zeker dat wij daar bibliotheken toe in staat zijn. Koppel dat aan de inspanningen rond laaggeletterdheid en intensiveer het met de decentralisatiegelden die gemeenten op dit moment niet allemaal gebruiken.

Ik zie een mooi perspectief. Ergens tussen Winterswijk en Den Haag ligt een mooi Deltaplan Digitale Vaardigheden.

Doet u mee?

Foto: Carola

donderdag 14 april 2016

Midas Dekkers 'een vlaag van verstandsverbijstering is hetzelfde als vernieuwing' : #biebplaza


Geur. Geur doet alles. Een vleugje 4711 en ik ben terug bij mijn oma. En wil ik mijn opa? Dan hoef ik slechts de geur van een sigaar te ruiken. Nee, opa's die geen sigaar roken. Dat is de pest. Wat moet er van die kinderen terecht komen? En wierook. Want ik ben katholiek. Als ik dat ruik ben ik terug in die volle kerk. Die is nu leeg. Net als de bibliotheek overigens.

En ik weet hoe dat komt. Dat komt door de paus. Een fatale fout. Een vlaag van verstandsverbijstering, ook wel vernieuwing genaamd. Vroeger stond de priester met zijn rug naar het volk. Hij keek naar God. Toen hebben ze hem omgedraaid. Stond je in één keer in het gezicht van die gast te kijken. Dat is hetzelfde als dat de buschauffeur zich omdraait naar de reizigers. Nou ja, u snapt het wel.

Nog één geur dan. Die van boenwas. De geur van de stille leeszaal met wanden vol boeken en bustes van geleerder mensen. En als ik die bibliotheek dan uit ging, voelde ik mij een beter mens dan dat ik er in ging. Wie wil dat nu niet?

Ik wil nog steeds een beter mensen worden. Maar er zijn geen leeszalen meer. Ja, wel een bieb of een OBA of andere kleuterwoorden. En een koffiecorner ja. En dan die kasten. Allemaal op bukhoogte. Niks verheffen! De kleur van de kasten is zelfs lichter dan de inhoud van de boeken die er op liggen.

En wat deed de Katholieke kerk toen het mis ging? Nou die organiseerde 'beat-missen'. Kwam het goed? Nee, geloof dus niet zomaar toekomstvoorspellers.

Ach er zijn wel meer plekken waar het mis ging. In de natuur bijvoorbeeld. Sinds wanneer moeten er webcams hangen in vogelkastjes? Staatsbosbeheer heeft zichzelf verkocht aan bezoekersaantallen en pannekoekenmiddagen.

Maar je moet geen mensen lokken. Je moet doen waar het om gaat. De kerk moet gewoon gaan om God. En dat geldt natuurlijk ook voor bibliotheken of de natuur.

Als je mensen wil lokken had dan een bioloog uitgenodigd! Maar nee hoor. En lees verdorie jullie eigen boeken toch eens. Ja, die op de biologie-afdelingen.

Dan had je kunnen weten hoe het werkt. Stel je bent een mannetjesbloem en een vrouwtjesbloem. En het is 14 april. Maar ja, je staat met verrekte poten in de grond. Hoe doe je dat? Nou, met de bij. Die bij is nodig voor het sexueel gerief van de plant. Maar ja, voor wat hoort wat. De bij wil wel wat terug. Nou ja, u snapt het wel, het oudste voorbeeld van prostitutie.

En die bloem die lokt. Met kleuren en geuren.

Hoe gaat het dan met u? Mag ik u dan vragen hoe het gaat met de lokking van het leven? Uw relatie. Kijkt u vanavond nog eens naast u? Wat ligt er naast u in bed? Hebt u uit al die 8 miljoen mogelijke partners nou de juiste gekozen? Nou?

Ach waar gaat het bij mannen en vrouwen om? Nou, wie de grootste heeft? Ik dacht vroeger toen ik kind was dat de grootste borsten vooral bedoeld waren om veel melk te geven aan kinderen. Het blijkt niet waar. Het zijn vet-opslagplaatsen. Het zijn dus ook echt lokmiddelen.

Vrouwen zijn sowieso verschrikkelijk goed in lokken. Want wat is mooi aan vrouwen? Hun decolleté. En wat is dat?  Zijn dat de borsten? Nee hoor. Het is een spleetje. Dat is niks!

Lokken is niets. Het gaat niet om de nieuwste gadget of de zoveelste wifi. Het gaat om hele eenvoudig dingen. Geur bijvoorbeeld. Geur kan zoveel meer. Weet u nog hoe lekker het ruikt bij de bakker?

Dus als u mensen zo nodig naar uw bibliotheken wil lokken, dan moet u versgebakken boeken hebben. Dat kan natuurlijk niet. De geur van drukinkt komt al in de buurt. Nog beter, de geur van wijsheid. Vroeger werd je ook vanzelf stil in een bibliotheek. Dat had met die geur te maken. Zijn we nog stil? Welnee, het zijn koffiezettende vrijwilligers en dementen die wachten op het busje die ze weer ophaalt.

Maar goed. Dus terug naar die Katholieke kerk. Er zijn nogal wat dolenden in deze samenleving. Is dat niet wat voor de bibliotheek? De sportschool - hoewel de enige school waar je niks leert - geeft je als je er uit gaat toch het gevoel dat je Hercules bent. Dat moet voor de bibliotheek ook. Zorg dat mensen zich even Plato voelen als ze eruit komen.

Spieren houden op na 30 tot 40 jaar maar je geest niet. We moeten gaan staan op de schouders van reuzen. En waar vind je die reuzen? In mijn tijd vond je die in de openbare bibliotheek. Maar nu? Ik vind slechts dwergen! Bibliotheken zijn zwembaden met alleen een ondiep bad. We kunnen haast niet leven van al die gelden van u. Boeken lijken wel niet gezien te mogen worden.

Toen de OBA vernieuwde was ik blij! Zo groot. Maar toen ie af was? Niks! Ja, een piano. Nou, het duurt verdiepingen lang voordat je een boek vindt. En over Reve zullen we maar zwijgen.

Boeken kun je niet meer ruiken in bibliotheken. We ruiken slechts nog de geur van koffie. De homo sapiens is verworden tot de homo espresso.

Zo... nu is het wel tijd voor een borrel.

Richard van Hooijdonk:'Gewoonte vernietigt vernieuwing' #biebplaza










Op naar de laatste twee plenaire sessies. Nog een trendwatcher en een schrijver. En dan de borrel.

En heeft u zin in de toekomst? Nou, meneer van Hooijdonk wel en is een graag geziene gast in programma's. De toekomst is niet iets om over te praten maar iets om te doen. Hij heeft om die reden een RFID laten injecteren. Wat doet hij daar mee? Zijn huisdeur gaat open als hij eraan komt en zijn auto start als hij de handen op het stuur legt. Dat is 'the internet of things'.

Internet of things
Daarvoor heeft iedereen internet nodig. 65% van de bevolking in de wereld heeft dat niet. Hoe doe je dat? Google stuurt nu ballonnen over de wereld waar wifi in zit. Daarmee kunnen binnen enkele jaren overal wifi-netwerken zijn. Ja, een paar jaar. Meer niet. Hoe lang deden wij over het telefoonnetwerk?

Hoe ziet de wereld er verder uit?



Robots
De robots komen overal. Hoe erg is dat? Robots die onze kinderen opvoeden, robots die ons redden als we verdrinken. Robots zijn een zegen. Want 99% van de autoongelukken is een menselijke fout. Als de mens zich er niet meer mee bemoeit zijn de fouten uitgesloten. Toch? 

Door nieuwe techniek krijgen andere technieken het lastig. Als auto's altijd zelf rijden waarom zouden we dan nog een rijbewijs hebben, of rijles of een autoverzekering?

Van Hooijdonk vraagt of iemand denkt dat we een relatie krijgen met een robot? Wat denkt u? Niemand steekt de vinger op. Hij haalt een voorbeeld aan van een VPRO-documentarie over oude dames die een robot kregen en hen verzorgden. Binnen enkele uren begonnen ze te praten tegen de robots en na een week wilden ze de robot niet meer kwijt. 

Kinderen die nu opgroeien, groeien op met robots. En zij zullen het normaal vinden. Onze gezondheid zal op de voet continue gevolgd worden. Dit jaar zal Van Hooijdonk nog een aantal chips in zijn lichaam nemen die dit gaan meten. Wat gaat dat betekenen voor huisartsen? Technologie gaat sneller zijn dan deze huisartsen.



Technisch kan alles. Business modellen zullen veranderen. Philips heeft al een app voor kinderen om te tandenpoetsen. Uiteraard voor x bedrag per maand. 

3D printen
3D-printen kennen veel mensen nu wel. Nu al kunnen kunstgewrichten worden geprint op welk gewenste plek en gewenste tijd. Kleren? Die printen we straks 's ochtends en morgen weer anderen. Fietsen? Die printen we in de winkel zelf. Kleur kun je nog kiezen. Auto stuk? Onderdelen printen we uit in de garage.

Iets maken zal nog nooit zo makkelijk zijn. Zelfs menselijke cellen behoren nu al tot de mogelijkheden. 

Context van data
Hij vertelt het verhaal van Janet. De supermarkt wist op basis van de data al dat zij zwanger was, terwijl zij dat zelf niet wist. Marketing zal nooit meer hetzelfde zijn. Ook presentatie zal van 2D naar 3D gaan. Het wordt virtual reality. En die virtual reality is echter dan de werkelijkheid. Een popconcert? Dat wordt een holografische presentatie. 

En dan?
De techniek ontwikkelt zich exponentieel. Sectoren die daar niet snel genoeg mee omgaan, zullen verdwijnen. Distributie, gezondheidzorg, telecommunicatie allemaal hebben ze ermee te maken. De meeste organisaties houden deze technieken weg. Want ze bedreigen onze gewoontes. Maar gewoonte vernietigt vernieuwing. 

Maar vergeet maar dat banen hetzelfde blijven. Wie nu wordt opgeleid, weet niet welk werk hij moet doen over vijftien jaar. Je opleiding werkt nog voor maximaal vijf jaar.  Blijven leren dus. 

En hoe gaat dat leren dan? Nou via de cloud. Antwoorden komen steeds vaker via internet. Er zijn er open source kennisplatforms. En bedrijven worden kleiner om wendbaarder zijn. Er ontstaan kleine teams naast een groot bedrijf. En doel is dat zij het nieuwe bedrijf opzetten. Ga op zoek naar die teams. Ga morgen aan de slag met zo'n team. Investeer een dag van je vrije tijd met dat team en leg het voor aan je baas. 

Zegt je baas nee? Dan weet je dat het tijd is om te vertrekken. 

Victor Mids: 'De werkelijkheid telt niet. Slechts de perceptie' #biebplaza


Kennen we Victor Mids? Jazeker, bekend van het programma Mindf*ck waarin hij met zijn goochelkunsten de wereld onveilig maakt. Goochelkunsten is natuurlijk te kort door de bocht... Illusies, is een beter woord.

Wie het nu nog weet.. kijk even dit.;-)


Zo, u bent er nog? Victor doet aan neuromagic. Hij verbindt daarmee twee passies: goochelen en geneeskunde. De bibliotheek was één van zijn bronnen. En jawel, daar waren gochelboeken.  Daar ontstond zijn passie. Na allerlei goocheltrucs op de middelbare school ging hij geneeskunde studeren. Hij combineert denken van mensen aan goocheltrucs.

En dat is wat je ook ziet in zijn programma's. Perceptie is alles. Hij doet een truc met twee bekertjes. Onder één van de twee bekers staat een mes. Hij vraagt aan iemand in de zaal welke van de bekers gebruikt moet worden. Iemand maakt een keuze. En hij slaat de beker die weg moet stuk. Het mes zit er niet onder.. gelukkig. Maar hij legt de truc uit en hij geeft aan dat hij na de vrije keus van de proefpersoon toch nog kan kiezen welke.  Hij speelt met versies van de werkelijkheid.

Hij laat zien hoe statistisch gezien mensen kiezen voor bepaalde getallen en hoe hij het menselijk geheugen tijdelijk afleidt en het onderbewustzijn programmeert. Grappig hoor, hij maakt uit niets iets.

Mensen vragen wel eens aan hem: kun jij gedachten lezen? Het antwoord is nee maar je kunt er wel dichtbij komen. Hij pakt een pakje kaarten en vraagt aan iemand om er een stapeltje af te halen. Tel het aantal kaarten. Vervolgens laat hij diegene tellen van 1 tot 52. Hij kan aan de stem horen wanneer het goede getal voorbij komt en waarom. Hij heeft dat goed. Bizar maar wel begrijpelijk.

Hij maakt een overstap naar fantoomtrilling. Het gevoel dat je trilling voelt die er niet is. Het schijnt dat dat tegenwoordig vaak voorkomt rond telefoons. Ook dat is illusie. Met twee mensen op het podium die hun ogen sluiten doet hij een proef. Als de ogen gesloten zijn, sluit je één zintuig af. Hij vraagt ze een aantal keer of ze een aanraking ervaren. Hij raakt slechts één van de twee personen aan maar beiden zijn ervan overtuigd dat ze overtuigd dat ze aangeraakt zijn.

De werkelijkheid bestaat niet, je creëert hem. De werkelijkheid telt niet. Slechts de perceptie. Denk daar nog maar eens over na.

Kruisman en Donath: 'Normering is het ultieme offer van potentieel' #biebplaza


De eerste themasessie begint. En die start met dit filmpje.... Als je je 44e bereikt heb je een terminale staat van serieusheid bereikt. Doorbreek je routine, want als ik meer fouten maak dan jij, dan win ik. Doen is nog altijd de beste manier van denken.

Kruisman en Donath, ook wel de vrijdenkers genoemd. Dus ja, dat dat gewoon een presentatie gaat worden is wel uitgesloten. De zaal wordt aan het werk gezet. Stoelen worden gewisseld en men wisselt met elkaar uit wat je van deze dag verwacht.

Wat verwachten we? Inspiratie, verrassing, leuk, loskomen, energie etc. Kruisman laat een filmpje zien van zijn 6 maanden oude dochtertje Sofia. Zij kruipt door de kamer. Blijft een kind precies in het midden? Nee. Altijd worden de randen opgezocht. En wat doen wij in ons werk? Wij conformeren ons. Wij passen ons aan. Kruisman stelt dat normering is het ultieme offer van potentieel.

Maar ja wat is normaal?


Daar zijn we het dus niet over eens. Toch leven we in een samenleving waarin het normaal een veel breder beeld is dan enkele tientallen jaren geleden. Verschillend zijn wordt veel meer omarmd dan vroeger. 

De zaal krijgt de opdracht: 'wat is er eigenlijk vreemd aan jezelf en deel dat eens met je buurman?' Is dat makkelijk of moeilijk om dat over jezelf te zeggen? Wie bepaald het beeld van wat normaal is? Dat beeld bepaal je samen en waardeer die verschillenden. 

In Modern Times stelde Charlie Chaplin al in 1936 hoe de mensen vermalen worden door hun organisaties. De managementgoeroe Taylor die de lopende band verder uitbouwde had als één van de principes dat vakmanschap uitgebannen moest worden. Zelf denken werd uitgeschakeld. Het heeft geleid tot veel hogere productiviteit en hoger lonen maar het denkoffer was gebracht. 

Tot 1920 zat denken en doen in elke baan. Iedereen was zelfstandige. En daarna kwanen we in loondienst en werd er voor ons gedacht. Opnieuw volgt er een opdracht. In koppels moet er 1,2,3 worden geteld. Er moet worden gesprongen en geklapt. En jawel ook gedanst... Ja, ik hoor u denken: dat had ik wel willen zien. Jammer dan, had je er maar moeten zijn. 

Wat is nu de portee van dit spelletje? Het doen  en het denken zit in verschillende hersenhelften. Tellen en bewegen zijn lastig. Als je dit vaak doet, wordt dat steeds soepeler. Maar je moet het wel onderhouden.



Paul Iske ontdekte dat er een creativiteitsindex bestaat. Hoeveel vragen stel je en hoe vaak lach je per dag? Dat levert het volgende beeld op. Als je dat wil veranderen moet je het wel anders doen. Je zou dogmavrij moeten opvoeden, functievrij en pensioenvrij moeten leven. De link met het verhaal van Ron Blaauw is wel zo te maken. Laat de normering je niet beperken maar maak je eigen normen.

Maar hoe snel kunnen wij veranderen? Dat gaat toch niet van de ene op de andere dag? Wij kunnen slechts een beperkt aantal veranderingen  aan en daarin mee. Ja, veel kun je leren. Maar wat als je in het gebied komt waarin je met leren niet zoveel meer kunt? Dan blijft experimenteren over. En ja, daar hoort fouten maken bij. Wie niet wil experimenteren, kan zich slechts conformeren aan de norm. Wie dat niet wil moet het avontuur aan.

En ja daar zijn nieuwe vaardigheden voor nodig. De meeste organisaties zijn niet ingericht op die manier van veranderen. Wij behandelen iedereen met zorg maar daarmee houden we ook alles in stand. Organisaties zouden er voor moeten zorgen dat ze juist sterker worden door onrust. Nee, daar hebt u niet gelijk een beeld bij toch? Hoe reageren organisaties op nieuwe ideeën? Precies.

De beste organisaties zijn die organisaties die snel heel veel ideeën tegelijkertijd en door elkaar kunnen implementeren. Juist die veelheid van ideeën tegelijkertijd is nodig om niet lineair te veranderen maar exponentieel. En daarmee forceer je dat je denken buiten de gebaande paden moet. De belangrijkste veranderingen hebben die kwaliteit nodig.

Daar zijn geen grote plannen voor nodig. Die zijn ook niet te maken. Maar het betekent wel dat je met een eerste stap moet beginnen. Met een doel voor ogen. En na stap 1.... nog een stap 1. En misschien maak je een fout. En dan maak je nog een stap 1.

Want doen is de beste manier van denken.

Een goed verhaal voor mensen die nog twijfelen: moet ik dat nou doen? durf ik die droom na te jagen? Ja, doen dus.

Ron Blaauw:'Alles over Gordan Ramsay is waar...' #biebplaza

Ron Blaauw komt binnen. Meester-kok. Hij is 48 jaar en geboren en getogen in Hoorn. Maar om eerlijk te zijn: daar wordt je geboren en daar ga je dood. Dus toen ik 16 was en de Mavo erop had zitten was dus ook zaak om daar weg te komen. Met wat toeval kwam hij bij verkort onderwijs als kok. Hij had nog nooit gekookt. Zelf het blikje met de knakworst mislukte bij hem.

Via via kwam hij bij de Kersentuin van Joop Braakhekke. Daar ontstond zijn passie voor koken. Toen hij 30 was begon hij voor zichzelf. Hij wild een nieuw type restaurant: geen oubollig familie-eettent maar eten centraal en een Michelinster.

Ramsay en Arzak
Vier jaar buffelde hij. Elk jaar werd hij genoemd voor een ster maar elk jaar was hij het niet. En toen kwam de boekhouder voorbij: als je zo doorgaat ben je failliet. Hij nam een pauze en ging op reis. Op stage bij Gordon Ramsay. Een verschrikking. Daar vlucht hij weg. Een tweede stage volgt:bij Arzak in San Sebastian. Dat geeft hem een nieuw beeld op hoe zijn kaart eruit moest zien. Daar ligt de basis van zijn huidige succes.

Binnen twee jaar had hij twee sterren. Fantastisch. Van Oudekerk ging het naar Amsterdam. Alles ging prima. Totdat Michelin voorbij kwam en zei: je zit in de race voor een derde ster. En toen sloeg ik dicht. Want ik dacht: wil ik dit nog vijftien jaar doen?

Opnieuw ging ik op reis. Naar Parijs om te eten in allerlei driesterrenrestaurant. Zijn ervaringen waren niet overweldigend. Driesterren bleek een keurslijf. En dat wil hij niet. Koken moet vrij zijn.

Er zijn te veel zaken met Michelinsterren. Restaurants zijn theaters geworden. Leuk maar niet gezellig. En laten we eerlijk zijn: je wilt toch gewoon gezelligheid. Hij begon Ron's gastrobar. Elk gerecht is 15 euro en bestaat uit vijf handelingen en/of vijf ingrediënten. Met leuke mensen in het team. Geen sterke hierarchie en elk met eigen kwaliteit.



Een tent starten in Amsterdam is geen probleem. De eerste drie maanden zit je altijd vol. Maar zorgen dat ze terugkomen, dat is de kwestie. We maken veel werk van internet: mensen geven aan dat ze er voor de eerste keer komen. Dan besteden we daar extra aandacht aan. Klanten worden aangemoedigd om op sociale media actief te zijn. Instagrammen en Facebooken mag dus bij ons in de zaak. We hebben zelfs een selfiekit.

Elke maand ben ik minstens tien dagen op reis: op stage, op bezoek, nieuwe dingen zoeken. Ja, over de hele wereld. Ik werk niet, ik sta 's ochtends op en doe de leuke dingen. Maar bij alles: mijn team is alles. Hij sluit af met bovenstaande filmpje. Dat u even weet hoe Wow! voelt.

Richard pakt weer wat vragen uit de zaal. Hij doet dat leuk trouwens. 'Zou je niet een bibliotheek willen starten?' Zijn tip: zorg voor dat gevoel dat mensen welkom zijn. Ook voor openbare ruimte geldt dat het belangrijk is om mensen een goed gevoel te geven.  Vragen over stage lopen bij hem: 'ja, altijd' of vragen over een kookworkshop 'ja, altijd'.  En ja, vragen ook over Hoorn... wanneer die weer terug komt.

Wat mij opvalt is hoe deze man het aandurft om telkens opnieuw te beginnen. Ook op hoog niveau besluiten om alles om te gooien. En daar lijkt hij op bibliotheken: een grote basis met klanten maar is dit het nou? Wat voelen wij en waar gaan we naar toe? Ron laat zien hoe zij alles omgooit en hij gooit zijn hele gewicht in de strijd om dat te bereiken. Als je het  Wow!gevoel wilt bereiken moet je het zelf doen.

Marjolein Mens: 'Het zijn allemaal dingen met een verhaal' #biebplaza

Marjolein Mens is manager strategie van de Efteling. En laten we wel wezen: wie is daar niet ooit geweest? Zo lief begonnen met een sprookjespark. Maar 35 jaar geleden werd er wel een achtbaan in gezet: De Python. U weet wel, dat stalen monster waar je vier keer over de kop ging. Anton Piek was faliekant tegen die ontwikkeling: wat moet je met zo'n gilding in een sprookjespark?

Het bleek echter een volgende stap in de ontwikkeling van de Efteling. Jongeren kwamen weer terug. Maar dat is niet alles. Want ja, het gaat om een 'thrill' maar het gaat evenzeer om verhalen. In de jaren negentig werd dan ook de weg ingeslagen naar sprookjes en beleving. Gekoppeld aan een thril maar meer dan staal alleen.


Wie kijkt naar de laatse geopende attractie: de baron ziet daar dat principe terug. Ja, dat is een stalen achtbaan maar helemaal niet te herkennen als achtbaan. Snapt u? Bij zo'n attractie is vervolgens een kenmerk dat publiek best mag denken 'durf ik hier in?' Als je je dat afvraagt en je doet het, is dat al een kick op zich.

Wij verkopen geen entreebewijzen bij de Efteling maar herinneringen, belevenissen en betekenisvolle momenten. De Efteling heeft als doel dat ze in alles wat ze doen zorgen dat de gast het dagelijks leven even vergeet. Daar wordt alles op ingericht. Kijk maar.


Marjolein gaat verder met een visiefilm van de Efteling. Daaruit wordt duidelijk dat de Efteling alleen toekomst heeft met een stevige groei. Bezoekers moeten vaker komen en bezoekers moeten steeds vaker meerdaags blijven en uit een groter gebied komen. Het filmpje krijgt applaus uit de zaal. Dit een bedrijf dat gelooft in zichzelf.

Op dit punt begint het verhaal even te schuren bij mij? Het gaat dus toch allemaal om commercie.... Maar het verhaal kantelt. Voor de Efteling geld dat ze een vaste basis hebben van bezoekers die elk jaar komen. Maar er is een grote groep die veel minder vaak komt. Er is een grote groep die al heel lang niet geweest is. Klinkt dat herkenbaar voor bibliotheken?

Hoe krijg je mensen 'weer' of 'vaker'naar het park? De gast staat centraal. En dat betekent dat de medewerker centraal staat. Die heeft namelijk elke dag contact met die gasten. Marjolein laat een stukje zien van een film over de kracht van medewerkers. Elke seizoen is er een gezamenlijk kick-off en in het beleid wordt medewerkers dat ook echt meegegeven: iedereen doet er toe.

En voor bibliotheken: blijf dicht bij je identiteit en kern maar zorg wel voor een goede focus. Neem de gast, klant, burger en zijn of haar behoeftes serieus.

Daarna komen er vragen uit de zaal - via de SMS aan Richard Engelfriet. Vragen als: 'mogen we een bibliotheek met sprookjesboeken openenen? Antwoord: zou zo maar kunnen. En: Wij zitten als bibliotheken in slecht weer, heeft de Efteling dat ook gehad en hoe ging je daar mee om? Antwoord: Ja, toen de opkomst van de achtbaan in zwang was. Iedereen moest toen achtbanen, nog meer achtbanen en nog grotere achtbanen. Dat was wel het moment dat de Efteling opnieuw tot de kern moest komen? Waar waren wij van?

Volgens mij een verhaal waar bibliotheken midden in zitten.

Iemand uit de zaal merkt op: de overeenkomst tussen de Efteling en de bibliotheek? Nou, je komt er drie keer in je leven: als kind, als moeder en als oma...

Opening Bibliotheekplaza door Richard Engelfriet #biebplaza


We trappen af! 400 bibliothecarissen in de zaal.Veel mensen die elkaar de handen schudden. Ik geef toe, het is een kleine wereld en juist daarom goed om elk jaar maar weer even de blik te verrijken met de ogen van mensen buiten de branche.

Richard Engelfriet  - warempel, de jonge broer van Arnoud Engelfriet, mag starten als dagvoorzitter. Het Wow!-gevoel is het thema. Wie het wil volgen via Twitter kan dat doen via hashtag #biebplaza.  Samen met Anne Rube staat hij daarbij stil. Doel is om met elkaar te leren hoe je dat Wow!-gevoel kunt uitdragen. Bibliotheken zijn immers fantastische instellingen en dat mogen we met elkaar best nog meer uitdragen. Geef anderen het Wow!-gevoel.

Ook voor Bibliotheekplaza geldt: dat moet een Wow!-gevoel weten te bereiken. Minder Wow! is dat we Ronnie Degen vandaag moeten missen, de organisator van de Zwarte Cross. Anne Rube geeft aan dat we dat verhaal alsnog doen. Hoe, dat zal de organisatie van Bibliotheekplaza nog laten weten.

We zijn ze weg en gaan door met Marjolein Mens van de Efteling...

woensdag 13 april 2016

Morgen: hele dag live-blog op Bibliotheekplaza! #biebplaza


Morgen is het weer zover: Bibliotheekplaza! Het begint een vast prik in mijn blog-agenda te worden want ik zal opnieuw een hele dag een liveblog bijhouden. En ook dit jaar is er weer een mooi programma met 'denkers van buiten' die ons weer spiegel voorhouden en daarmee ons perspectief verrijken: een manager van een sprookjespark, een meester-kok, de baas van de grootste zuipkeet van Nederland, een dirigent en een chocoladebakker. En na al het eten en drinken zal 'poepspecialist' Midas Dekkers de dag afsluiten.

Vorig jaar schreef ik geloof ik in 8 uur tijd 9 blogjes... Er is maar één manier om er achter te komen of ik dat record ga evenaren: stay tuned!

donderdag 7 april 2016

Drie waarnemingen en één conclusie over de digitale overheid en de rol van bibliotheken



De afgelopen week waren drie partijen druk bezig met de digitale overheid en hoe burgers hiervan gebruik kunnen maken. Loop even mee, langs de gebeurtenissen en laten we eens kijken wat het betekent voor bibliotheken.

Waarneming 1: Plan van de Digicommissaris 2016-2017
De overheid wil vanaf 2017 al haar zaken met burgers en bedrijven digitaal kunnen afhandelen. Om dat te organiseren is er een programma Digitale Overheid 2017 en is er een heuse Digicommissaris aangesteld die hierop toeziet.

Deze Digicomissaris, Bas Eenhoorn, presenteerde afgelopen week het uitvoeringsplan voor 2016 en 2017. Drie dagen geleden werd ik erop geattendeerd en  u kunt het hier nog eens nalezen. De titel is - met een beetje rijmelarij - ''Succesvol digitaal, stel mensen centraal".  Het uitvoeringsplan geeft goed weer welke opgave er nog ligt. Wie de digitalisering in bibliotheken de afgelopen jaren heeft gevolgd, ziet dat de overheden soortgelijke opgaven hebben. Om burgers goed te helpen moet er sprake zijn van een 'Generieke Digitale Infrastructuur' waarbij gegevens van mensen op een goede manier uitgewisseld kunnen worden. Daarbij staat de mens centraal, stelt Eenhoorn.

Wie de notitie leest kan dat beeld - van de mens centraal - wel even kwijt raken. Want 90% van de tekst gaat over hoe systemen aan elkaar gekoppeld moeten worden. In die fase zit men dus: dingen koppelen.

Toch maakt de digicommissaris wel een interessante opmerking:
Mensen die niet digitaal vaardig zijn, kunnen vaak niet zelfstandig gebruik maken van de digitale dienstverlening. Bovendien kent Nederland een grote groep laaggeletterden (1,3 miljoen volwassenen) Zij hebben moeite om hun weg in overheidsdienstverlening te vinden, ongeacht of deze digitaal of via de klassieke kanalen wordt aangeboden. Dat is iets waar de overheid rekening mee moet houden. Uitgangspunt blijft dat een zo groot mogelijke groep zelfstandig gebruik kan maken van digitale overheidsdienstverlening. Overheidsorganisaties kunnen daar zelf aan bijdragen door dienstverlening eenvoudig te maken. Dienstverlening vormgeven in afstemming met gebruikers helpt daarbij, evenals vereenvoudiging van regelgeving. Daarnaast worden mensen geholpen en voor degene die het echt niet kunnen een vangnet ingericht.Dit vangnet wordt, indien mogelijk, over de grenzen van organisaties heen georganiseerd.
Er moet een vangnet worden georganiseerd over de grenzen van de organisaties heen. Hou die even vast, zou ik zeggen.

Waarneming 2: Plasterk beantwoordt kamervragen
Drie dagen geleden verscheen het bericht dat Kamerlid Oosenburg van de PvdA aan minister Plasterk schriftelijke kamervragen had gesteld over het feit dat ouderen de digitalisering van de overheid te snel vinden gaan. Plasterk beantwoordt die vraag met onder ander deze paragraaf:
Voor mensen die niet vaardig zijn of niet over internet beschikken, zijn er volgens de minister al diverse mogelijkheden. ... Voor het zoeken en vinden van hulp bij het gebruik van digitale overheidsdiensten zijn er verschillende (lokale) mogelijkheden, zoals bijvoorbeeld de i-shops in Den Haag of de spreekuren in bibliotheken. En voor mensen die zelf digivaardiger willen worden is het Digitaal Hulpplein in het leven geroepen, waarmee het makkelijker wordt om een cursus op maat te vinden. 
Plasterk noemt verder het convenant dat de Belastingdienst met de Koninklijke Bibliotheek heeft gesloten. Hierdoor krijgen mensen via 800 openbare bibliotheken de beschikking over gratis gebruik van computers met internet en printfaciliteiten, en over de mogelijkheid daar kosteloos digivaardigheidscursussen te volgen. Daarnaast wordt op basis van dit convenant toegewerkt naar een netwerk van uiteindelijk 150 vestigingen in 2018 waar maatschappelijk dienstverleners hulp bieden bij het doen van aangifte.
Voor de hele tekst, kunt u terecht op de site van het ministerie van Binnenlandse Zaken.

Waarneming 3: Wiebes neemt rapport ombudsman in ontvangst
En tot slot: eergisteren verscheen het bericht op de website van de Nationale Ombudsman dat deze een rapport had aangeboden aan staatssecretaris Wiebes over het te snel digitaliseren van de blauwe envelop.

Het persbericht vermeldt het volgende:
De Belastingdienst heeft de belangen van mensen die berichten niet digitaal kunnen of willen ontvangen uit het oog verloren. Dat constateert de Nationale ombudsman, Reinier van Zutphen, na onderzoek. Bij het digitaliseren van het berichtenverkeer tussen de Belastingdienst en de toeslaggerechtigden is te veel vaart gemaakt. Dat zorgde eind vorig jaar voor veel verontwaardiging, boosheid en onrust. De Belastingdienst moet zo snel mogelijk zorgen voor een goed vangnet van professionele dienstverleners. Van Zutphen waarschuwt ook andere overheidsorganisaties: "Bij digitaliseren is van belang dat er vooraf hulp is georganiseerd voor mensen die het moeilijk vinden.

Conclusie: Bibliotheken sta op!
Wie het rapport van de digicommissaris leest, ziet dat overheden vooral nog met zichzelf bezig zijn. Een beetje een discussie zoals bibliotheken met de Nationale BibliotheekPas. Vooral dus nog met elkaar en nog zonder de burger. Zodra de overheden klaar zijn, krijgen ze plotseling haast om het in te voeren en heeft men eigenlijk geen tijd meer om een adequate hulpstructuur op te zetten en zit de ombudsman ze in de nek.

Wie ziet wat gemeenten, SVB, sociale diensten, RDW, Belastingdienst de komende jaren moeten gaan doen, ziet dat er een schreeuwende behoefte zal zijn aan ondersteuning. Niet dat iedereen dom is in Nederland, maar met een beetje hulp, kunnen heel veel mensen toch zelfstandig hun zaken regelen. Maar met de interne focus op systemen ligt de klassieke valkuil van te weinig informatie en training voor burgers levensgroot op de loer.

Zo maar een week uit het nieuws. Voor mij is helder dat bibliotheken deze rol goed kunnen oppakken en voor burgers hier van grote waarde zouden kunnen zijn.

dinsdag 5 april 2016

De puike strategie van de Britse bibliotheken en waarom Nederlandse bibliotheken bij meer ministeries horen

Via Twitter werd er al menigmaal op gewezen: het rapport van de Britse ministerie voor Cultuur, Media en Sport: 'Libraries Deliver'. Het een puike nota die het ministerie van OCW zo over kan nemen. De nota bevindt zich in het stadium van een internetconsultatie en is dus nog niet vastgesteld. 

Loop even met me mee door deze stevige strategie. Om te beginnen: het bovenstaande plaatje is de managementsamenvatting. Geen enkele tekst louter dit plaatje.

Visie
De visie van het ministerie is dat de bibliotheek in elke fase van je leven, je op de juiste wijze ondersteunt. Of je nu één kans, twee kansen of drie kansen nodig hebt om er te komen. De bibliotheek moet er zijn voor jong tot oud.  Met name het middengedeelte is voor Nederlandse bibliotheken nog wel nieuw. De categorie 'active citizens' bevat bijvoorbeeld duidelijke lijnen naar gezondheidsinformatie en ondersteuning van werkzoekenden. 

De bibliotheek levert waarde


Vanuit die visie moet op vele terreinen waarde geleverd worden door de bibliotheek. En dat hebben ze goed uitgebeeld met bijgaande plaat. Lekker SMART ook. Ze weten hoeveel uur ze besteden aan digitale geletterdheid, hoeveel studie-artikelen er geleverd worden en wat de economische groei is die door bibliotheken moet worden geleverd. 

Bibliotheken en de wethouder van Economische zaken
Voor elk van deze doelen zijn sub-doelen gesteld die het bibliotheekwerk met elkaar zal nastreven. Daarmee halen het het Nederlandse rapport van de commissie Cohen links en recht in. Het rapport Cohen biedt namelijk wel een vergezicht biedt maar nog geen concrete uitwerking. Die kunnen wij zo overnemen van de Engelsen. Wie bijvoorbeeld kijkt bij de doelen voor 'Economic growth' ziet bijvoorbeeld dat de bibliotheken speciale 'business centers' oprichten die mensen helpen met het vinden van werk of met het opzetten van een eigen bedrijf. Die centra zijn elke dag van 8 tot 8 open. 

Doelstelling is ook dat bibliotheken zich nadrukkelijk gaan verbinden aan het lokale economische beleid. De afgelopen jaren zijn wij in Nederland een flink eind opgeschoven naar de sociale portefeuille maar de Britten laten zien dat ze in hun volgende beleidsperiode vooral naar de economische kant willen. Ik vind dat een heel interessant gegeven. 

Nieuwe manieren van werken
Naast deze focusgebieden waar men concreet invulling aan geeft, staat men ook stil bij welke nieuwe manieren van werken vereist zijn. Want dat we de dingen anders moeten gaan doen dan we gewend zijn geldt ook hier. Ook in Engeland is er niet plotseling heel veel extra geld. Sterker nog: er is flink bezuinigd. Men moet dus meer doen met minder geld. 

Om dit te bereiken zet men in op verdere digitalisering, verhoging van de kwaliteit (zodat de maatschappelijke waarde ontstaat), verder samenwerking in huisvesting en landelijke en regionale samenwerking op bijvoorbeeld op het gebied van (bibliotheek)automatisering. 'Does that sound familiar?'

Meer dan OCW
Een mooi document van de Britten. Ook in Nederland zijn we met verschillende trajecten bezig. De VOB is bezig met Route2020 en de KB met een follow-up van de commissie Cohen. Wat mij betreft is de tijd rijp om met Nederlandse openbare bibliotheken ook tot zo'n stevig nationaal actieplan te komen. En ja, met steun niet alleen van het ministerie van OCW maar ook dat van Sociale Zaken, Binnenlandse Zaken (Digitale Overheid 2017), Volksgezondheid en Economische Zaken. 

Petje af voor de Britten. Ze rijden misschien wel aan de verkeerde kant van de weg, maar voor bibliotheken volgen ze mooi de juiste route... Go, go, go!


maandag 4 april 2016

1.000 keer digitaal en straks 1 keer gedrukt...


Vorige week vierde ik mijn 1.000e blog. Maar dat deed ik wel midden in een serie. Echt veel tijd om er bij stil te staan was er toen niet. Wel kreeg ik van collega's de nodige bedankjes voor zoveel blogjes. Mijn dank is wederzijds, want velen namen telkens weer de tijd om te lezen. In al die jaren is bloggen voor mij echt een hobby geworden waar ik veel plezier aan beleef.

Mijn werkgever Rijnbrink kwam met een origineel cadeau op de proppen: 'zullen wij samen een boek gaan uitgeven met jouw blogs als basis?' Mijn antwoord laat zich raden: ja, dat lijkt mij een geweldig idee.  Hoe en wat moet allemaal nog blijken en we zoeken eigenlijk ook nog een goed moment voor publicatie.

Van 1.000 keer digitaal naar 1 keer gedrukt. Ik vind het een hele eer. Uiteraard kunnen niet alle 1.000 blogs gepubliceerd worden maar zullen we een leuke selectie gaan maken.

8 jaar lang, 2,5 artikel per week
Ondertussen ben ik met de voorbereidingen daarvoor begonnen. En dan schrik je toch wel van hoeveel je hebt geschreven. 1.000 blogs in 8 jaar. Gemiddeld 125 artikelen per jaar. Dat betekent gemiddeld 2,5 artikel per week. Elke week en acht jaar lang.

Mijn blog begon ooit als een sollicitiatie-experiment. Ik solliciteerde naar de functie van programmamanager Digitale Bibliotheek in Overijssel in 2008. Mij leek dat gepast om dat ook digitaal te doen. En dat is blogpost nummer 1 (waar helaas geen directe link naar is). In het eerste half jaar schreef ik slechts 4 artikelen. Waarvan de leukste misschien nog wel The Great Library Swindle is over de parlementaire enquêtecommissie naar vrije toegang tot informatie en vermeende censuur op de collectie Nederland. Wie dat leest ziet dat sommige artikelen verrassend actueel blijven.

Highlights
Het is grappig om zo veel van je eigen werk weer terug te lezen. In 2011 bijvoorbeeld Marks driepuntenplan dat de start markeerde van de Bibliotheek op school. Door een innovatiesubsidie in 2009 en 2010 waren diverse regionale initiatieven samen op weg naar die landelijke formule.

Of een reeks artikelen over boetes te beginnen bij een artikel uit 2009 waarin ik pleit dat boetes wel weg kunnen. En zie nu: steeds meer bibliotheken doen dat dat. Afgelopen maand maakte men bekend dat in heel Groningen geen boetes meer opgelegd gaan worden.

Ook trapte ik wel eens op zere tenen: door uitgevers boeven te noemen (over ebooks waar het maar niet mee opschoot) bijvoorbeeld en Karmac de nieuwe Polare noemen vond ook niet iedereen een fijn idee. Overigens leverde zelfs dit soort artikelen beschaafde discussies op. Wat is het toch mooi om in zo'n vrij land en zo'n mooie branche te werken.

En natuurlijk komt Van Swelmen voorbij. Daar heb ik altijd ontzettend veel plezier aan beleefd, ook al blijft het een soort schoolkranthumor. Maar een beetje humor doet elke branche goed. Lees bijvoorbeeld nog eens de geheime voorbereidingen van de VNG-bijeenkomsten terug of dat artikel waarbij Van Swelmen in één keer afscheid neemt van de participatiesamenleving.

Bloggen als een vorm van reflectie
En ja, soms denk je wel eens, moet ik er wel zoveel tijd in stoppen? Moet ik niet wat anders gaan doen? Maar tegelijkertijd zie ik dat dit blog een onderdeel van mijn denken en leven is geworden. Het dwingt mij tot reflectie over wat ik om mij heen zie. Over de dingen die gebeuren binnen of buiten het bibliotheekwerk. Dat is een reflectie waar ik zo snel geen andere vorm voor zie. Zeker omdat het zo aardig is om direct de interactie aan te kunnen gaan met zoveel andere mensen en daar reacties van te krijgen. Dat scherpt ons enorm. In die zin is internet absoluut een zegen.

En verder blijf ik onverminderd positief over bibliotheekwerk. Sterker nog, ik vind dat de branche zich de afgelopen jaren heel sterk heeft ontwikkeld. Lees mijn vijf lessen na het VNG-congres nog maar eens na. We hebben ontegenzeggelijk vele maatschappelijke meters gemaakt. En tegelijkertijd zijn we er nog lang niet.

Kortom, volle kracht vooruit voor ons allemaal! Op naar de volgende 1.000!

vrijdag 1 april 2016

Blogartikel 1.001: Hoe de smartphone de postbode verving. Media:tijd, deel 4, slot en conclusies


Na alle treurnis over lezen stappen we over naar de digitale wereld. Een tijdje geleden memoreerde een directeur dat zij nog kon herinneren dat ze net e-mail kreeg in de jaren '90 van de vorige eeuw. Ze kreeg maar liefst vijf! mailtjes per week. De impliciete boodschap was: Hoe overzichtelijk kon de wereld zijn?

Want naast het papier en de telefoon hebben we nu de PC, de tablet en de smartphone. Waar je vroeger alleen in je fysieke postvakje hoefde te kijken, moet je nu ook nog een stuk of tien virtuele postvakjes nalopen: e-mail, intranet, extranet en social media-accounts. Herkenbaar? Dat dacht ik al.



De helft van alle communicatie via onze smartphone
Terug naar het onderzoek Media:tijd. Wat ik opvallend vond in de uitkomsten, is hoe snel de smartphone zo'n overheersende rol heeft verworven. 48% van al onze communicatietijd verloopt via dit apparaat. Wie bedenkt dat de  eerste Iphone in 2007 op de markt kwam, ziet dat binnen tien jaar tijd letterlijk de hele wereld ervan voorzien is.


We gaan veel indirecter communiceren
Door het gebruik van de smartphone zijn we niet zozeer veel meer gaan bellen maar zijn we veel meer berichten gaan sturen. Kijk maar eens naar bovenstaande tabel. We mailen en chatten meer dan dat we bellen. Ook communiceren we meer via sociale media zoals Facebook of Twitter. Kenmerk van die communicatievormen is dat we indirect communiceren. Een antwoord is niet direct nodig.We kunnen langer nadenken voor we antwoorden maar we kunnen ook minder non-verbaal communiceren. Het gebruik van emoticons zoals de smiley of de knipoog moeten dat compenseren.  En daarmee verdwijnt, net als lezen, toch een bepaalde vaardigheid uit de samenleving, namelijk: directe communicatie.  Ik weet nog niet goed wat ik daarvan moet vinden. Dat puzzelt mij.

Drie conclusies?
Toen ik in 2015 het uitgebreidere SCP-rapport 'Media : Tijd in Beeld' besprak - dat voor een deel overlapt met dit onderzoek - trok ik drie conclusies. Die conclusies kon ik hergebruiken. Wel moest ik conclusie 1 en 2 licht aanpassen en conclusie moest echt flink aangescherpt.

Hoofdvraag: wat betekenen deze uitkomsten voor de bibliotheek en gaat de bibliotheek het redden met al die ontlezing?

Conclusie 1: Lezen is dood, leve de bibliotheek!
'Lezen is dood, leve de bibliotheek!' Het klint paradoxaal maar ik zal hem u uitleggen. Lezen behoort steeds minder tot de dagelijkse routine. Onderzoek wijst uit dat deze routine vooral in laagopgeleide gezinnen volledig aan het verdwijnen is. Vroeger hadden die nog de TV-gids en de leesmap. Het zijn allebei iconen van een tijdperk dat aan het verdwijnen is. 

Dat betekent dat bepaalde delen van de maatschappij niet meer vanzelfsprekend zichzelf blijven bekwamen met taal.  Het feit dat het aantal laaggeletterden onder jongeren toeneemt, is dan ook schrikbarend. 

Het rapport Cohen wijst er niet voor niets op dat taalontwikkeling en lezen tot de kerntaken behoren. Niet het beschikbaar stellen van collecties op zich maar juist datgene wat we er mee moeten doen, staat centraal. 

Ook het rapport Media:tijd onderschrijft de ingeslagen weg met Boekstart, VoorleesExprees, Bibliotheek op School, Taalhuizen en convenanten rond geletterdheid. Hier ligt een duidelijke legitimatie voor de toekomst. 

Conclusie 2: Basisvaardigheden zijn een kerntaak bibliotheek
De helft van de Nederlanders vult niet zefstandig de belastingpapieren in of de toeslagen,blijkt uit onderzoek. En dat terwijl het communiceren via de smartphone wel de leidende vorm van communiceren is geworden. Wie niet met een smartphone overweg kan, of in ruimere zin, met digitale media, heet het knap moeilijk.

De overheid verplicht je tot digitale aangifte, afspraken kunnen alleen nog maar gemaakt worden via een website en een treinkaartje bestaat niet meer fysiek. Het aantal burgerdiensten dat mensen hierbij ondersteunt zoals formulierenbrigades, ouderenbonden of belastinghulpen, neemt snel toe. 

Het toont allemaal aan dat de bibliotheek een prima rol kan hebben bij het ondersteunen op die digitale basisvaardigheden. Het is een mooi verlengstuk achter taal. Denk aan digitale cursussen, internetbankieren, belastingaangifte, toeslagen aanvragen, digitaal solliciteren, tabletgebruik, de voorbeelden liggen voor het oprapen. 

Elke bibliotheek zou van bovenstaande een mooi pakket moeten hebben en dit samen met burgers uitvoeren. Gebruik de krachten die hiervoor al in de samenleving aanwezig zijn en versterk die. 

Twee punten om prima mee aan de slag te gaan. .

Conclusie 3: Tja, Digitaal en fysiek... waar raken ze elkaar?
Zoals ik hierboven concludeerde: de smartphone is de leidende vorm van communiceren geworden. Bedrijven die altijd werkten met een fysiek distributiemodel hebben het er maar moeilijk mee: warenhuizen, modezaken en ja, ook bibliotheken.

Want ga eens na: kunnen onze gebruikers alles via hun smartphone doen? We hebben een bibliotheekapp om te verlengen, een Facebookpagina met onze activiteiten en een landelijk Twitterteam. Maar het voelt voor mij nog als te versnipperd en te weinig gebundeld.Volgen mij kunnen bibliotheken in gezamenlijkheid nog veel meer betekenen.

En dan is er nog hoe we het digitale en het fysieke vervlechten. Er zijn nog steeds maar weinig bibliotheekcatalogi waar ebooks tussen de fysieke boeken worden getoond.

Voor mij is het te vroeg om te zeggen dat we hier geen rol hebben, maar een herijking lijkt me wel op zijn plek. Waar is onze digitale strategie? Die moet toch veel verder gaan dan alleen een nationale bibliotheekcatalogus? 

Twee vrolijke conclusies en nog één stevig actiepunt. Als één ding duidelijk is in deze serie: er valt nog genoeg te doen en daarmee ook genoeg te bloggen voor bibliotheken. Dus de mouwen maar weer opgestroopt en deze blogger gaat nog even door.

Dit was deel vier van een serie van vier artikelen over het rapport Media:Tijd