Toen ik in de afgelopen tijd de lijstjes publiceerde van Best Presterende Bibliotheken, kreeg ik wel eens de opmerking van bibliotheekdirecteuren dat ik ook eens moest kijken naar de hoeveelheid geld die een bibliotheek krijgt. Vaak kwam de opmerking van directeuren die het met minder subsidie moesten zien te redden.
Spreidingsdiagram subsidie versus prestaties
Zou dat in beeld te brengen zijn dacht ik toen? En hoe dan? Het resultaat ziet u in het spreidingsdiagram hier boven. Ik heb alle 146 bibliotheken hierin getekend. Elk met hun totale gemeentelijke subsidie in 2018 en hun totale score in de berekeningen van de Best Presterende Bibliotheek. Die totale score was opgebouwd uit de rankingpositie die bibliotheken innamen bij vier indicatoren: het aantal activiteiten per 1.000 inwoner, het aantal bezoeken aan de bibliotheek per inwoner, het percentage inwoners dat lid is van de bibliotheek en het aantal uitleningen per lid. De best scorende op een indicator kreeg 146 punten, de slechts scorende 1 punt. Tel je alle vier bij elkaar op dan heb je een overall-score op deze vier indicatoren.
Grote variatie
Zoals u kunt zien is er een grote variatie in zowel subsidie als in prestaties. Eén bibliotheek lijkt geen subsidie te krijgen. Dat is een fout in de dataset. Verder fluctueert de subsidie tussen de € 10,- en bijna € 47,- per inwoner. Prestaties variëren van een kleine 100 punten tot 504 punten. Die laatste was Stadskanaal waar we voor de Kerst ook de bokaal voor Best Presterende Bibliotheek konden uitreiken.
Wie een trendlijn tekent door deze dataset, komt tot de rode lijn in de grafiek. Daarin zie we dat er meer prestaties zijn als er meer subsidie komt. Er lijkt dus een correlatie te zijn tussen subsidie en prestaties. Voor de statistiekfetisjisten onder u: de correlatiecoëfficiënt is 0,25. Dat betekent dus dat er een lichte correlatie is, wat ook wel te zien is aan de spreiding van de stippen. Maar desalniettemin er is een relatie.
Uiteraard is geld niet het enige dat de prestatie bepaalt. Ook de achtergrond van het werkgebied, de kwaliteit van de medewerkers, de samenwerkingspartners of de locatie kunnen van invloed zijn. Maar geld telt dus ook zeker mee. Verder tel ik met mijn vier indicatoren maar een deel van het bibliotheekwerk, het zegt nog niks over het aantal scholen dat bereikt wordt of het aantal laaggeletterden. Die kanttekening is dus wel op zijn plaats.
Bibliotheken met de hoogste prijs/kwaliteit-verhouding
In bovenstaande grafiek heb ik de gemiddelde waarden getekend voor zowel de score (292 punten) als voor subsidie (€ 23,82 per inwoner). Je krijgt dan vier segmenten: bibliotheken die lager of hoger dan het gemiddelde gefinancierd zijn en bibliotheken die hoger of lager presteren dan het gemiddelde.
In het vlak rechtsonder zitten de bibliotheken die minder dan gemiddeld gesubsidieerd worden maar die hoger dan gemiddeld scoren op de vier indicatoren. Ik noem voor het gemak maar even de bibliotheken met een goede prijs/prestatie-verhouding. Ik heb een selectie gemaakt van bibliotheken die meer dan vijf euro beneden het landelijk gemiddelde gefinancierd worden (€ 18,82 dus) en die ruim boven het landelijk gemiddelde scoren (> 325 punten in de index). Om eerlijk te zijn: daar is geen top-15 van te maken. Er zijn maar 13 bibliotheken die aan dat criterium voldoen.
Nijkerk, Borne en Noordwest Veluwe bibliotheken met de beste Prijs-Prestatie
Een bijzondere top-13 van bibliotheken die eigenlijk beter verdienen. Lage financiering en toch een hele hoge prestatie. Veel plattelandsbibliotheken of kleinere plaatsen in de lijst. De eerste drie kwamen we ook in de overall-top-20 tegen. Maar ik vind het toch wel aardig om ook die overige tien bibliotheken hier in het zonnetje te zetten. In dit lijstje staan de bibliotheekhelden die met minimale middelen toch een bovengemiddelde prestatie leveren. Bibliotheken als Voorschoten-Wassenaar, Brummen-Voorst, Midden-Drenthe of Westland.
Tegelijkertijd zie ik er bibliotheeknamen tussen staan die in het recente verleden nog te kampen hadden met flinke bezuinigingen. Als je dit lijstje ziet, moet je als gemeente toch denken dat je met een bibliotheek in deze gemeente je handjes moet dichtknijpen. Dit zijn de gemeenten die eigenlijk voor een dubbeltje op de eerste rang zitten. Niks mis mee, maar ga niet zeggen dat daar nog wel op bezuinigd kan worden. Als bovenstaande schema's ziet dan zie je dat je dan eigenlijk het onmogelijke vraagt.
Samengevat: de hoogte subsidie doet er wel degelijk toe maar is niet zaligmakend. U bent weer bij!