donderdag 20 december 2018
Deckers-index: Bibliotheek Hoogeveen is de best presterende bibliotheek van Nederland!
Bijna kerst. En ik vermoed zo ongeveer de laatste blogpost van mij voor dit jaar. Maar wel één met een fantastische uitsmijter. Wie is namelijk de best presterende bibliotheek van Nederland? De beste bibliotheek van Nederland staat in Zwolle, keurig gekozen door een jury en publiek.
De best presterende bibliotheek van Nederland volgens de Deckers-index is - tromgeroffel - Hoogeveen! Hoogeveen laat nipt Stadskanaal (die de vorige keer bovenaan stond) en Maas en Peel achter zich.
Deze ochtend mocht ik in de personeelsvergadering van de bibliotheek Hoogeveen het nieuws bekend maken, de oorkonde uitreiken en al die hardwerkende collega's daar feliciteren. Ze waren er blij mee zoals u ziet. Een mooie bibliotheek trouwens met een prachtige verhalenwerf die zeker het bezoeken waard is. Mijn felicitaties!
Deckers-index
Maar waar kijkt u eigenlijk naar in deze top-20 en hoe werkt die? Nou dat gaat als volgt. In de afgelopen week publiceerde ik al de top-15's van het aantal uitleningen per lid, het percentage lid, het aantal bezoeken per inwoner en het aantal activiteiten per 1.000 inwoners.
Van elk van deze kengetallen heb ik een lijst van alle bibliotheken. In totaal staan er 149 bibliotheekstichtingen op deze lijst. Degene die op één van bovenstaande lijsten bovenaan stond, kreeg 149 punten, de nummer twee krijgt 148 punten en zo verder. De nummer 74 en nummer 75 vormen gezamenlijk het midden van deze lijst en dus ook het landelijk gemiddelde. Tel vervolgens alle punten bij elkaar op et voila: de Deckers-index.
Knappe prestatie
Wie door de lijst heen kijkt ziet dat het een knappe prestatie is om op alle fronten goed te scoren. Daarmee denk ik dat het ook wel een redelijk gewogen verhaal is. Ik heb bijvoorbeeld overwogen om het gebruik van ebooks nog als aparte indicator mee te laten tellen. Maar wie dat doet laat ebooks (wat maximaal 5% van de uitleningen is) even zwaar tellen als de uitleen van fysieke materialen. Dat zijn onvergelijkbare eenheden. In die zin is dit wel een gebalanceerd aantal factoren.
Opvallend is ook dat er geen G4-bibliotheken tussen zitten en in het geheel geen bibliotheken met een heel groot werkgebied. Sterker nog: Scherpenzeel als kleinste bibliotheek van Nederland staat er gewoon leuk tussen. Het feit dat grote steden hier wellicht minder tussen staan is dat grote steden in de regel minder leden kennen dan kleinere plaatsen of plaatsen met een hoog opleidingsniveau.
Dank aan de bibliotheken en de Koninklijke Bibliotheek
Een speciaal woord van dank zo aan het eind van al die lijstjes wil ik graag nog kwijt aan de bibliotheken en de KB. Ik volg nu al een paar jaar de cijfers per bibliotheek en ik kan zien dat de kwaliteit van deze cijfers in de afgelopen jaren sterk verbeterd is. Deels ligt dit aan dat bibliotheken veel consequenter zijn gaan invullen maar het heeft ook te maken met het programma dat de KB uitvoert rond de gegevenslevering. Voor mij als blogger werpt die inspanning veel vrucht af en maakt de kwaliteit van de uitkomsten stukken beter. Dank daarvoor.
Gefeliciteerd!
Dat neemt allemaal één ding niet weg: wie op deze lijst staat heeft weer een prachtige prestatie geleverd dit jaar. Gefeliciteerd allemaal en Hoogeveen, Stadskanaal en Maas en Peel in het bijzonder.
Fijne dagen allemaal!
maandag 17 december 2018
Welke bibliotheek heeft de meeste bezoekers en activiteiten?
Vandaag weer een paar top-15's maar dit keer niet van uitleencijfers maar van bezoekers en activiteiten. Bibliotheken hebben gezamenlijk zo'n 60 miljoen bezoekers per jaar. Dat zijn uiteraard veel mensen die een boek hebben geleend maar dat kunnen ook krantenlezers zijn of mensen die een cursus volgen of die deelnemen aan een activiteit. Je hoeft voor lang niet alle bezigheden lid te zijn. Het daarom logisch om het aantal bezoekers te relateren aan het aantal inwoners. Hoe vaak bezoeken inwoners gemiddeld de bibliotheek. Landelijk gezien komt elke inwoner 3,5 keer per jaar in de bibliotheek.
Twee jaar geleden waren Deventer, Arnhem en Hengelo nummer 1, 2 en 3 in dit lijstje. Alledrie behoren ze zeker nog tot de top maar Scherpenzeel, Gouda en Maas en Peel nemen de kopposities over. Dat is toch een mooie prestatie van Scherpenzeel want dat is kleinste bibliotheek van Nederland met een werkgebied van 9.700 inwoners. En die komen dus allemaal ruim 11 keer per jaar in de bibliotheek. Pluim voor Alfred Haaksma, de dappere directeur van deze bibliotheek.
Ook constateerde ik twee jaar geleden al dat er relatief veel instellingen in deze lijst zitten met een gecombineerde functie. Denk aan Rozet, het Eemhuis, Zinin, Kulturhus Borne en de Nieuwe Nobelaer. Combineren van functies leidt dus tot meer bezoekers zou je kunnen stellen. Het kan zijn dat het de gebruikscijfers vertroebelt maar het kan ook goed zijn dat bezoekers die eenmaal in huis zijn, verleid worden om meerdere functies te gebruiken.
Digitale bezoekers
Bibliotheken doen veel via internet. Je kunt iets opzoeken, je kunt iets reserveren, je kunt naar ebooks. Cijfers van websites zijn soms wat lastig te vergelijken. Hoewel veel bibliotheken nu hetzelfde pakket gebruiken, blijf ik het altijd nog een beetje een spannend cijfer vinden. Met die kanttekening geef ik u die top-15.
Ook hier maak je een kengetal door het totaal aantal bezoekers te delen door het aantal inwoners of het aantal leden. Ik heb er voor gekozen om dit nu per lid te doen. De meeste handelingen op de website zijn namelijk gerelateerd aan het lidmaatschap.
Bibliotheek Aan den IJssel, Centre Cèramique (Maastricht) en BiblioPlus (Boxmeer e.o.) voeren de lijst aan. Gemiddeld komt een bibliotheeklid drie keer per jaar op de website. Bij de koplopers is dat minstens twee keer zoveel en bij Bibliotheek Aan den IJssel bijna tien keer zoveel. Waarom Bibliotheek Aan den IJssel het zo goed doet, kan ik niet gelijk ontdekken aan hun site.
De meeste actieve bibliotheek
Ook hier maak je een kengetal door het totaal aantal bezoekers te delen door het aantal inwoners of het aantal leden. Ik heb er voor gekozen om dit nu per lid te doen. De meeste handelingen op de website zijn namelijk gerelateerd aan het lidmaatschap.
Bibliotheek Aan den IJssel, Centre Cèramique (Maastricht) en BiblioPlus (Boxmeer e.o.) voeren de lijst aan. Gemiddeld komt een bibliotheeklid drie keer per jaar op de website. Bij de koplopers is dat minstens twee keer zoveel en bij Bibliotheek Aan den IJssel bijna tien keer zoveel. Waarom Bibliotheek Aan den IJssel het zo goed doet, kan ik niet gelijk ontdekken aan hun site.
De meeste actieve bibliotheek
En naar de laatste top-15 van dit jaar. Die van activiteiten. Dit wordt nog niet zo heel lang goed geteld maar het bestand wordt wel steeds beter. Activiteiten vormen dan ook steeds vaker een belangrijker onderdeel van het werk.Wellicht speelt ook een beetje mee dat we de cijfers per bibliotheek openbaar maken en dat dat wat meer druk geeft om te zorgen dat er cijfers zijn.
Bij activiteiten is het wel een beetje opletten want ze zitten verstopt in meerder kolommetjes: schattingen en geregistreerde tellingen. Het meeste is overigens netjes geregistreerd.
De activiteiten bereken ik - om ze vergelijkbaar te maken - per 1.000 inwoners. Voor activiteiten hoef je bijna nooit lid te zijn dus delen op het inwonertal is dan logischer.
Dan de top-15. Fier aangevoerd door Kultuhus Haaksbergen. Een gecombineerde instelling waar inderdaad veel activiteiten plaats vinden: bibliotheek en theater onder één dak. Gevolgd door Hoogeveen en Drachten. Op de vierde plaats het door bezuinigingen getergde Graafschap waar de vestiging Warnsveld nog altijd onder druk staat. Je snapt niet dat de politiek daar twijfelt: er gebeurt daar hartstikke veel! Gemiddeld in Nederland zo'n 8,5 activiteit per 1.000 inwoners per jaar en bij de top rond de 50 activiteiten per jaar.
Type activiteiten en total omvang
Naast al die top-15's is het ook wel aardig om nog een te kijken naar alle typen activiteiten. Een paar jaar geleden deed ik dat ook. In 2015 werden er nog maar 77.000 activiteiten geteld. In 2017 bijna twee keer zo veel? Magie? Nee, deels zijn er veel meer activiteiten en deels moet ik zeggen dat bibliotheken het ook veel beter zijn gaan registreren. Een paar jaar geleden had zo'n 30% van de bibliotheken deze cijfers niet ingevuld. Nu is het nog slechts een enkeling.
Activiteiten vormen naar collectie dus steeds vaker een kernbezigheid. Het sluit aan bij het artikel dat ik in 2015 al schreef over het feit dat de programmeur de nieuwe collectioneur lijkt te worden.
Ook de verdeling van activiteiten is veranderd. . Het aandeel Lezen en Literatuur is kleiner geworden ten gunste van educatie en ontwikkeling. Dat zou kunnen komen door activiteiten rond taalhuizen en bibliotheek op school. Maar een goede definitie wat waaronder valt zal vaak nog wel een kluif zijn en kan per bibliotheek ook verschillende geïnterpreteerd worden.
Op naar een top-20 aller top-15's?
Nou alle bibliotheken die weer in het lijstje staan: klasse! Mooie prestatie. Wij gaan zo langzamerhand richting kerst. Eens kijken of we alle statistieken nog eens samen kunnen brengen tot een top-aller-top-15's kunnen maken en zo kunnen bepalen wat de best presterende bibliotheek van Nederland is. Wie denkt u dat dat is?
Stay tuned.
vrijdag 14 december 2018
Welke bibliotheek heeft de meeste leden en wie leent het meeste uit?
Hoewel de uurtjes vrije tijd in december schaars zijn, heb ik toch wat tijd gevonden om weer een paar top-15's voor te bereiden. U leest het goed: een paar. Dus na dit blog krijgt u er nog een paar. Vandaag hele klassieke bibliotheekcijfers: wie heeft de meeste leden en wie leent het meeste uit?
Tja, hoe meet je wie de meeste leden heeft? Want Amsterdam is groter dan Kampen? In bibliotheken is het vrij gebruikelijk om dat uit te drukken in het percentage van de bevolking dat lid is. En dat lijstje ziet u hierboven. In een gemiddelde plaats is rond de 20% van de bevolkin lid van de bibliotheek. Ongeveer één op de vijf.
Maar in bovenstaande lijstje Zwolle, Zaanstreek en Zeeland (allemaal plaatsen met een Z) waar niet één op de vijf maar één op de drie inwoners lid is. Twee jaar geleden bestond de top-3 ook uit Zwolle en Zeeland maar stond Hengelo op de derde plaats. Er is stuivertje gewisseld in de top.
Echt iets opvallende kan ik niet gelijk ontdekken aan deze lijst. Zijn het typische middenklasse-plaatsen met iets meer dan gemiddeld hoger opgeleiden? Zijn het bibliotheken die allemaal stevig investeren in Bibliotheek op school en daardoor veel kinderen hebben? Zijn het plaatsen met een actief marketingbeleid of een sterke collectie? Het zal een combinatie van alle zijn. Wel veel 'Beste bibliotheken van Nederland' in de lijst: Zwolle, Hengelo, Almere en Arnhem.
Waar leent men het meeste uit?
En dan het tweede cijfer over de klassieke bibliotheek: wie leent het meeste uit? Ja natuurlijk grotere bibliotheken lenen in absolute aantallen meer uit dan anderen. Maar als je bibliotheken onderling wilt vergelijken dan kijk je vaak naar het aantal uitleningen per bibliotheeklid. En dan ziet de top-15 er als volgt uit.
Enschede, Staphorst en Achterhoekse Poort voeren de lijst aan. Enschede zelfs met 43 uitleningen per lid terwijl het landelijk gemiddelde op 'slechts' 19,7 staat.
Twee jaar geleden maakte ik ook dit overzicht en toen stonden Enschede en Staphorst ook bovenaan. Het landelijk gemiddelde lag in 2015 op 20,7 uitleningen per lid en nu dus 19,7.
In de lijst relatief veel bibliotheken met een werkgebied met christelijke signatuur. De leestraditie is daar blijkbaar nog altijd sterk. Hoogste nieuwe binnenkomer in deze lijst is Bibliorura uit Roermond evenals Heuvelland en Nuth. De katholieken slaan terug zullen we maar zeggen.
In het volgende blog gaan we kijken naar de bezoekers en activiteiten. Stay tuned!
zondag 2 december 2018
Het beste sinterklaascadeau.... maar wel voor volgend jaar
In twee eerdere blogs liet ik u al weten dat ik bezig was met een bijzondere speurtocht, die van de oorlogsdagboeken van de Bibliotheek Deventer. Kort samengevat: ik had een bijzonder oorlogsdagboekje gevonden van een noodfiliaal van de Deventer bibliotheek. Het dagboekje was bijgehouden door twee 20-jarige jongedames die in de laatste maanden van de oorlog dit noodbibliotheekje draaiend houden. De locatie is een oude Jaminwinkel waar men, tussen de geallieerde bombardementen door, boeken uitleent en klanten te woord staat. Klanten die soms zelf net geliefden hebben verloren of klanten die toch gewoon onder hun bibliotheekboete uit proberen te komen.
Het is een lieve kleine geschiedenis waar ik flink wat achtergrondinformatie bij heb gevonden. Wat deden deze jongedames na de oorlog? Wat gebeurde er verder in de bibliotheek en welke kleine verzetsdaad voerde men uit?
U wist al van mij dat ik bezig was om het boekje gepubliceerd te krijgen en dat WalburgPers de mooie uitgever was die dit op zou pakken. Ruim een maand geleden tekende ik het contract met WalburgPers en ze gingen vlot aan de slag. Een week of twee geleden kwam bovenstaande omslag gereed! Ik ben er blij mee, ik vind het een mooi ontwerp dat Walburg heeft gemaakt.
U kunt al intekenen!
Vrijdagavond kwam ik thuis na een lange week werken en trof in mijn brievenbus de voorjaarscatalogus van WalburgPers. En ja hoor! Het boekje staat erin! Die catalogus is vooral bedoeld voor de boekhandelaren. Ze baseren op deze informatie hun inkoop. Die kunnen dus nu aan de slag.
Maar wie op de site van WalburgPers kijkt ziet ook dat je daar al kunt intekenen op het boek! Het verschijnt pas begin april maar u bent dan natuurlijk wel verzekerd van een exemplaar...... zei hij optimistisch.
Ook bij Bol.com is nu het boek al te reserveren.
Het boek moet nog af....
Terwijl WalburgPers dus alle voorbereidingen treft voor de verkoop, werk ik zelf nog aan de laatste afronding van het boek. Van familie van beide dames heb ik prachtige foto's gekregen. Foto's van soldaten die in huis verbleven en waar iets moois mee opbloeide en foto's van platgebombardeerde huizen Het boek gaat zo een aantal verborgen documenten onthullen die samen een mooi beeld gaan bieden op de laatste maanden van de oorlog in Oost-Nederland in het algemeen en de geschiedenis van bibliotheken in de oorlog het bijzonder.
U kunt dus al bestellen voor Sinterklaas.... u hebt het dan ruim op tijd voor Sinterklaas volgend jaar. Zo vroeg was u nog nooit klaar! Snel bestellen dus.
woensdag 28 november 2018
De 15 armste bibliotheken, welke bibliotheek krijgt het minste geld?
Vorige week maakt de Koninklijke Bibliotheek de bibliotheekstatistieken over 2017 bekend. Ik wrijf me dan altijd in de handen want parallel aan dat bericht wordt ook altijd de dataset openbaar gemaakt. In die dataset vind je een schat aan gegevens per bibliotheek: bezoekersaantallen, collectie, uitleningen, leden, activiteiten en kosten. De komende tijd ga ik er weer wat meer naar kijken.
Vandaag: hoeveel subsidie krijgen bibliotheken? En welke basisbibliotheken - die vaak door meerdere gemeenten worden gefinancierd - bungelen onderaan in de financiering? Ik laat u drie verschillende staatjes zien. Alledrie worden ze gebruikt in onze sector.
Totale gemeentelijke subsidie per inwoner
Het eerste staatje vind je hierboven. Dit is de totale gemeentelijke subsidie gedeeld door het aantal inwoners. In dit staatje is niet alleen de reguliere exploitatiesubsidie meegenomen maar ook extra subsidies voor bijvoorbeeld een taalhuis, voor schoolbibliotheken of voor trajecten in het sociaal domein. Stijf bovenaan staat de bibliotheek van Langedijk die het moet doen met slechts € 10,20 per inwoner. Die Langedijk zullen we in elk staatje terugzien.
Exploitatiesubsidie per inwoner
De tweede manier om er naar te kijken is door alleen naar de reguliere exploitatiesubsidie per inwoner te kijken. Zeg maar de stucturele gemeentelijke subsidie voor de bibliotheek. Het landelijk gemiddelde daalt dan van € 24,17 naar € 22,80. Een bibliotheek heeft dus gemiddeld € 1,37 per inwoner aan projectsubsidies of subsidies uit andere potjes van de gemeente.
Het lijstje verandert in grote lijnen niet maar eer komen er wel een paar andere bij. Zoals de Zeeuwse Bibliotheek bijvoorbeeld. Maar die is qua cijfers wat lastig snel te interpreteren omdat zowel provinciale en gemeentelijke subsidie krijgen en hierdoor kosten op twee plaatsen kunnen laten landen. Dat zal ongetwijfeld allemaal keurig geregeld zijn maar is voor mij als simpele leek er niet goed uit te halen.
Exploitatiesubsidie per inwoner exclusief huisvesting
De laatste methode en naar mijn gevoel de meest gebruikte is die in de vergelijking van exploitatiesubsidie per inwoner minus de huisvestingslasten. Die huisvestingslasten kunnen nogal verschillen per gemeente (denk aan aantal vestigingen) maar ook de financiering daarvan kan sterk verschillen. Soms krijgt men ruimte van een gemeente, heeft een maatschappelijke huur, is het pand eigendom en al afbetaald. Kortom, die haalt men er dan uit om beter te kunnen vergelijken.
Als je dat doet ziet het lijstje eruit zoals hierboven. Ook nu in top nauwelijks verschillen. Wel nog een hoge nieuwe binnenkomer die we in de andere twee lijstjes niet zagen. Dat is Tynaarlo. Die heeft blijkbaar een hoog bedrag in de huisvesting zitten.
Het landelijk gemiddelde daalt in deze drie lijstjes van € 24,17 naar € 22,80 naar € 15,99. Gemiddeld heeft een bibliotheek dus € 6,81 per inwoner nodig voor huisvesting.
Op naar deugdelijke financiering
Ik wens alle bibliotheken op deze lijstjes een betere financiering toe. Van veel van deze bibliotheken ken ik directeuren of medewerkers. Allemaal mensen die knokken met de beperkte middelen die ze krijgen. Overigens, kunnen er gemeenten zijn die nog veel lager zitten in hun financiering. Hierboven zien we bibliotheken die soms wel door tien gemeenten worden gefinancierd. Daar kunnen nog grote verschillen tussen zitten.
Dus wethouders, raadsleden, ambtenaren: kijk er nog eens naar. Ook het ministerie onderkent de kwetsbare positie van bibliotheken in kleine gemeenten. Vorig jaar werd hier al motie over aangenomen. Maar deze motie werd gisteren tijden de stemming over de cultuurbegroting nog bevestigd. Die tekst ziet u hierboven.
Voor het onderwijs komt meer geld. In de thuiszorg is flink geprotesteerd. Het publieke domein, dus ook bibliotheken, verdienen een goede en deugdelijke financiering.
Toelichting:
In dit artikel is gebruik gemaakt van de door bibliotheken zelf aangedragen informatie over 2017. Evidente tikfouten - die voorkomen in de dataset - heb ik buiten de dataset geplaatst.
Dit artikel is gecorrigeerd op 29 november 2018. De bibliotheek Rivierenland kwam in een vorige versie twee keer voor in de lijstjes. Uit aanvullende informatie bleek dat zij hun huisvesting niet binnen de reguliere subsidie krijgen. Dat gaf een vertekend beeld ten opzichte van andere bibliotheken. Dat heb ik gecorrigeerd in de cijfers. Daardoor vallen zij nu net buiten deze lijstjes.
dinsdag 20 november 2018
Is het einde van de vrijwilliger nabij?
Het einde van de vrijwilliger is nabij.... Ik zie u schrikken. Nee, toch? We hebben er net weer een hele hoop aan het werk! En dan bent u in goed gezelschap getuige de grafiek hierboven. De inzet van vrijwilligers kent een stevige herwaardering in bibliotheken.
Maar toch, het einde van de vrijwilliger zou wel eens nabij kunnen zijn. Dat zou namelijk mijn conclusie kunnen zijn nadat ik de afgelopen weken een flink aantal burgerinitiatieven bezocht in het oosten van het land. Bij elk bezoek hoorde ik weer: 'het is zo moeilijk om vrijwilligers te werven'. Is de vrijwilliger dan toch een uitstervend ras en is het eind van de vrijwilliger nabij?
Misschien goed om toch even verder te lezen.
Ze zijn zo moeilijk te vinden...
Even iets meer achtergrond. De reden dat ik die kleine burgerbibliotheken bezocht had te maken met het feit dat deze bibliotheek graag wilde weten hoe ze de samenwerking met deze initiatieven zou kunnen vergroten en hoe men wederzijds meer profijt van elkaar zou hebben. Stuk voor stuk prachtige initiatieven waar mensen zich echt met hart en ziel voor inzetten en die echt gedragen worden door deze dorpjes. Niets dan lof daarvoor en petje af voor al die mensen die zich inzetten.
Bij elk van de initiatieven constateerde men echter wel dat de vrijwilligers steeds ouder werden, dat jongeren nauwelijks mee wilden doen en dat ouders tegenwoordig allebei werken en zo druk zijn. Soms klonk daar ook wel wat frustratie in door: 'Als mensen willen dat we iets houden in ons dorp, moeten ze zich daar wel voor inzetten!' Een hele logische gedachte.
Overdonderd
Toch ken ik ook een hele andere ervaring. In 2012 mocht ik in de Bibliotheek Hengelo, waar ik toen directeur was, het taalpunt openen. Het was opgezet door een zeer betrokken ambtenaar die zag dat haar baan rond inburgering op de tocht stond. En dus was ze maar begonnen om in de stad een hulpstructuur op te zetten. Als zij dan straks ontslagen was dan zou haar werk toch door kunnen gaan.
Ik zal eerlijk zijn dat ik daar toen ambivalente gevoelens bij had. Ik zag een overheid die zich letterlijk aan het terug trekken was en die het initiatief overliet aan de participatiesamenleving. Bij de start gingen we op zoek naar taalmaatjes: mensen die het leuk vinden om een ander te helpen met taal. Wat bleek? Binnen enkele weken was er een grote groep van - vaak - hoogopgeleide vrijwilligers die graag aan de slag wilde. Huisartsen-in-ruste, docenten, jonge studenten en zelfs rechters. Het vinden van de taalmaatjes was makkelijker dan het vinden van de laaggeletterde die een taalmaatje nodig had.
Het zette mij wel aan het denken. Had men dan toch gelijk dat de overheid wel een paar stapjes achteruit kon doen? Kon de maatschappij het zelf wel?
Hoe rijmen deze twee ontwikkelingen zich met elkaar? Hoe kan het dat men op de ene plek naarstig zoekt naar vrijwilligers en dat ze op de andere plek bijna uit de lucht lijken te vallen?
Bovenstaande plaatje komt uit een prima recent onderzoek van de Stichting Bibliotheekwerk over vrijwilligerswerk in bibliotheken. Bibliotheken zetten vrijwilligers om heel verschillende redenen in. De twee meest gehoorde reden zijn laaggeletterdheid en programmering. Twee onderdelen die redelijk in de speerpunt van het bibliotheekbeleid zitten. Pas daarna volgen ruimer open en meer bezorging (denk aan boek-aan-huis). Dat zijn wat klassiekere taken. Wat je ziet is dat door nieuwe taken er ook een nieuw type vrijwilliger wordt geworven.
De grootste vrijwilliger is de gebruiker zelf
Overigens de grootste vrijwilliger ontbreekt altijd in alle overzichten En dat is de bibliotheekgebruiker zelf. Door zelfbediening is de gebruiker zelf steeds vaker zijn eigen vrijwilliger bij het uitlenen en zelfs bij het opruimen. Door het afschaffen van bibliotheekboetes verdwijnt ook hier het werk. Werk dat vroeger door betaalde krachten of vrijwilligers werd gedaan.
In een artikel deze zomer schreef ik al dat de 'klantenservicemedewerker' verdwijnt en dat deze verschuift naar 'de leesconsulent'. In de volle linie zie je gewoon dat we volop bezig zijn om te transformeren van klassiek uitleenbibliotheek naar maatschappelijke en educatieve bibliotheek.
En waarom zou dat bij 'vrijwilligers' dan niet zo zijn? Het klassieke werk verdwijnt... en daarmee ook de klassieke vrijwilliger.
Hoog opgeleid Nederland
Ondertussen is het Nederland van deze tijd natuurlijk niet meer het Nederland van vijftig of zestig jaar geleden. Nederland kent jaar na jaar een hoger opleidingsniveau. We worden een kennissamenleving. Ons land concurreert niet op loonkosten maar op kennis. Van arbeidsintensieve naar kennisintensieve productie.
Dat proces is in volle gang en de maatschappij verandert mee. Zoals we steeds minder mensen hebben die in de massa-productie werken, zo zullen we ook steeds minder medewerkers én vrijwilligers hebben rond onze eigen massa-productie: het uitlenen. Taken worden geautomatiseerd en gedigitaliseerd en overigens: het aantal uitleningen is in de laatste 20 jaar gehalveerd en daarmee ook het werk.
Zowel het werk als de (vrijwillige) medewerker die dit werk leuk vindt verdwijnt dus. Wie luistert naar de trends in vrijwilligerswerk ziet dat vrijwilligers steeds meer gericht is op het individu van de vrijwilliger en minder op de samenleving als geheel. Vrijwillige inzet als transactie dus; als een mogelijkheid je eigen talenten te ontwikkelen. Vrijwilligerswerk dat steeds vaker op CV's terug komt in plaats van als maatschappelijk plicht. Een verdere individualisering van de motivatie van de vrijwillige inzet. Niet minder welkom overigens hoor.
Van vrijwilligers naar maatjes?
In dat licht bezien is het dus de vraag of je op lange termijn nog vrijwilligers vindt voor - als ik het wat oneerbiedig zeg - de 'onderkant van het klassieke bibliotheekwerk'.
En voor de inzet van vrijwilliger in programma's of projecten is het dan voor mij de vraag of het woord 'vrijwilliger' wel de lading dekt. Is die niet te veel verbonden aan dat klassiek werk? En gaat het hier niet veel meer om burgerkracht of actief burgerschap? Zijn het niet allemaal 'maatjes'?
Dat neemt niet weg dat op dit moment de bibliotheek beide soorten 'vrijwilligers' nodig heeft. Of het nu om klassieke taken gaat of om die van de maatschappelijke en educatieve bibliotheek. Laat dat wel gezegd zijn.
Maar de bibliotheek is wel steeds minder de organisatie die vrijwilligers nodig heeft om de eigen organisatie goed te laten draaien. Nee, de bibliotheek faciliteert steeds vaker de samenleving en professionele partners om samen tot oplossingen te komen. Dat is een hele andere rol. We gaan daarbij van vrijwilligers naar maatjes.
In dat licht kon het einde van de vrijwilliger inderdaad wel eens nabij zijn.
Geluk bij een ongeluk: u krijgt wel meer maatjes..... Ook fijn.
Maar toch, het einde van de vrijwilliger zou wel eens nabij kunnen zijn. Dat zou namelijk mijn conclusie kunnen zijn nadat ik de afgelopen weken een flink aantal burgerinitiatieven bezocht in het oosten van het land. Bij elk bezoek hoorde ik weer: 'het is zo moeilijk om vrijwilligers te werven'. Is de vrijwilliger dan toch een uitstervend ras en is het eind van de vrijwilliger nabij?
Misschien goed om toch even verder te lezen.
Ze zijn zo moeilijk te vinden...
Even iets meer achtergrond. De reden dat ik die kleine burgerbibliotheken bezocht had te maken met het feit dat deze bibliotheek graag wilde weten hoe ze de samenwerking met deze initiatieven zou kunnen vergroten en hoe men wederzijds meer profijt van elkaar zou hebben. Stuk voor stuk prachtige initiatieven waar mensen zich echt met hart en ziel voor inzetten en die echt gedragen worden door deze dorpjes. Niets dan lof daarvoor en petje af voor al die mensen die zich inzetten.
Bij elk van de initiatieven constateerde men echter wel dat de vrijwilligers steeds ouder werden, dat jongeren nauwelijks mee wilden doen en dat ouders tegenwoordig allebei werken en zo druk zijn. Soms klonk daar ook wel wat frustratie in door: 'Als mensen willen dat we iets houden in ons dorp, moeten ze zich daar wel voor inzetten!' Een hele logische gedachte.
Overdonderd
Toch ken ik ook een hele andere ervaring. In 2012 mocht ik in de Bibliotheek Hengelo, waar ik toen directeur was, het taalpunt openen. Het was opgezet door een zeer betrokken ambtenaar die zag dat haar baan rond inburgering op de tocht stond. En dus was ze maar begonnen om in de stad een hulpstructuur op te zetten. Als zij dan straks ontslagen was dan zou haar werk toch door kunnen gaan.
Ik zal eerlijk zijn dat ik daar toen ambivalente gevoelens bij had. Ik zag een overheid die zich letterlijk aan het terug trekken was en die het initiatief overliet aan de participatiesamenleving. Bij de start gingen we op zoek naar taalmaatjes: mensen die het leuk vinden om een ander te helpen met taal. Wat bleek? Binnen enkele weken was er een grote groep van - vaak - hoogopgeleide vrijwilligers die graag aan de slag wilde. Huisartsen-in-ruste, docenten, jonge studenten en zelfs rechters. Het vinden van de taalmaatjes was makkelijker dan het vinden van de laaggeletterde die een taalmaatje nodig had.
Het zette mij wel aan het denken. Had men dan toch gelijk dat de overheid wel een paar stapjes achteruit kon doen? Kon de maatschappij het zelf wel?
Hoe rijmen deze twee ontwikkelingen zich met elkaar? Hoe kan het dat men op de ene plek naarstig zoekt naar vrijwilligers en dat ze op de andere plek bijna uit de lucht lijken te vallen?
Bovenstaande plaatje komt uit een prima recent onderzoek van de Stichting Bibliotheekwerk over vrijwilligerswerk in bibliotheken. Bibliotheken zetten vrijwilligers om heel verschillende redenen in. De twee meest gehoorde reden zijn laaggeletterdheid en programmering. Twee onderdelen die redelijk in de speerpunt van het bibliotheekbeleid zitten. Pas daarna volgen ruimer open en meer bezorging (denk aan boek-aan-huis). Dat zijn wat klassiekere taken. Wat je ziet is dat door nieuwe taken er ook een nieuw type vrijwilliger wordt geworven.
De grootste vrijwilliger is de gebruiker zelf
Overigens de grootste vrijwilliger ontbreekt altijd in alle overzichten En dat is de bibliotheekgebruiker zelf. Door zelfbediening is de gebruiker zelf steeds vaker zijn eigen vrijwilliger bij het uitlenen en zelfs bij het opruimen. Door het afschaffen van bibliotheekboetes verdwijnt ook hier het werk. Werk dat vroeger door betaalde krachten of vrijwilligers werd gedaan.
In een artikel deze zomer schreef ik al dat de 'klantenservicemedewerker' verdwijnt en dat deze verschuift naar 'de leesconsulent'. In de volle linie zie je gewoon dat we volop bezig zijn om te transformeren van klassiek uitleenbibliotheek naar maatschappelijke en educatieve bibliotheek.
En waarom zou dat bij 'vrijwilligers' dan niet zo zijn? Het klassieke werk verdwijnt... en daarmee ook de klassieke vrijwilliger.
Hoog opgeleid Nederland
Ondertussen is het Nederland van deze tijd natuurlijk niet meer het Nederland van vijftig of zestig jaar geleden. Nederland kent jaar na jaar een hoger opleidingsniveau. We worden een kennissamenleving. Ons land concurreert niet op loonkosten maar op kennis. Van arbeidsintensieve naar kennisintensieve productie.
Dat proces is in volle gang en de maatschappij verandert mee. Zoals we steeds minder mensen hebben die in de massa-productie werken, zo zullen we ook steeds minder medewerkers én vrijwilligers hebben rond onze eigen massa-productie: het uitlenen. Taken worden geautomatiseerd en gedigitaliseerd en overigens: het aantal uitleningen is in de laatste 20 jaar gehalveerd en daarmee ook het werk.
Zowel het werk als de (vrijwillige) medewerker die dit werk leuk vindt verdwijnt dus. Wie luistert naar de trends in vrijwilligerswerk ziet dat vrijwilligers steeds meer gericht is op het individu van de vrijwilliger en minder op de samenleving als geheel. Vrijwillige inzet als transactie dus; als een mogelijkheid je eigen talenten te ontwikkelen. Vrijwilligerswerk dat steeds vaker op CV's terug komt in plaats van als maatschappelijk plicht. Een verdere individualisering van de motivatie van de vrijwillige inzet. Niet minder welkom overigens hoor.
Van vrijwilligers naar maatjes?
In dat licht bezien is het dus de vraag of je op lange termijn nog vrijwilligers vindt voor - als ik het wat oneerbiedig zeg - de 'onderkant van het klassieke bibliotheekwerk'.
En voor de inzet van vrijwilliger in programma's of projecten is het dan voor mij de vraag of het woord 'vrijwilliger' wel de lading dekt. Is die niet te veel verbonden aan dat klassiek werk? En gaat het hier niet veel meer om burgerkracht of actief burgerschap? Zijn het niet allemaal 'maatjes'?
Dat neemt niet weg dat op dit moment de bibliotheek beide soorten 'vrijwilligers' nodig heeft. Of het nu om klassieke taken gaat of om die van de maatschappelijke en educatieve bibliotheek. Laat dat wel gezegd zijn.
Maar de bibliotheek is wel steeds minder de organisatie die vrijwilligers nodig heeft om de eigen organisatie goed te laten draaien. Nee, de bibliotheek faciliteert steeds vaker de samenleving en professionele partners om samen tot oplossingen te komen. Dat is een hele andere rol. We gaan daarbij van vrijwilligers naar maatjes.
In dat licht kon het einde van de vrijwilliger inderdaad wel eens nabij zijn.
Geluk bij een ongeluk: u krijgt wel meer maatjes..... Ook fijn.
donderdag 15 november 2018
De trendcurve voor Openbare bibliotheken
Wat is een trendcurve? Wie mijn blog met regelmaat leest, kan hem al een keer zijn tegen gekomen die trendcurve. In januari van dit jaar schreef ik over de trendcurve voor gemeenten. De trendcurve duidt trends voor een specifieke sector en geeft aan in welke fase trends zitten zodat je kunt bepalen óf en op welke wijze je er op in moet spelen.
Werksessie, werksessie, werksessie
In het voorjaar en in de zomer hield ik samen met Duco een flink aantal werksessies met allerlei collega's binnen Rijnbrink. Onderwijsspecialisten, managers, specialisten in het sociaal domein, organisatiedeskundigen en ga zo maar door. Allemaal vroegen we ze op welke trends nu relevant zijn voor openbare bibliotheken. Dat leverde een lijst op met 200 trends. Sommige werden maar één keer genoemd, andere werden meerdere keren genoemd.
Van 200 naar 28 trends
In de zomer brachten we de trends terug tot de 28 meest belangrijke. Een hachelijke zaak. Want hoe bepaal je dat? Deels doordat ze vaker genoemd worden, deels omdat je in een veelheid van trends een lijn denkt te ontdekken. Toen we er 28 hadden grapten we vaak dat het er eigenlijk 29 moeten zijn. Want uiteraard hebben net die trend weggelaten die iemand heel belangrijk vond. Maar al met al denk ik dat het toch een hele aardige set is.
Trends op de trendcurve
De trends zijn gerangschikt op mate van 'volwassenheid'. Trends volgen een cyclus. Die zie je op bovenstaande lijn. Per fase gebeurt er het volgende.
Een groot deel van de trends bereikt niet de 'overwinningsfase'. Die sneuvelen in de reactiefase en weten zich onvoldoende aan te passen.
Bij innovatie vangen die hele nieuwe trends vaak de meeste aandacht. Toch is dat niet helemaal terecht. Artificial Intelligence kan heel interessant zijn maar een bibliotheek die nu niet bezig is met laaggeletterdheid maar wel met AI slaat toch de plank mis.
Van trends naar beleid
De volgende vraag is wat je met al die trends moet? In het rapport bieden we daar een model voor waar je mee aan de slag kunt. En als voorbeeld matchen we de trends met de thema's van de innovatieagenda van bibliotheken. We trekken conclusies voor de lijnen Jeugd en Onderwijs, Participatie en Zelfredzaamheid, Persoonlijke ontwikkelingen en Verandering en verbreding van de klassieke bibliotheek. Als dat nu ook uw beleidslijnen zijn - en dat is bij veel bibliotheken zo - dan kunt u die conclusies eens tegen uw eigen beleid houden.
Een nieuwe traditie?
Dit is nog maar een eerste trendcurve. Wij zijn benieuwd wat jullie er van vinden. Is het handig? Kan het beter? En vooral: moeten we het vaker doen? Want deze lijst met trends is natuurlijk maar beperkt houdbaar. Je kunt je voorstellen dat je dit document jaarlijks aanvult en vernieuwt. Maar goed, dat hangt natuurlijk ook af van hoe prettig iedereen dit vindt.
Dank, dank, dank
Het maken van zo'n trendcurve doe je niet in je eentje. Op de eerste plaats vanaf hier dank aan Duco. Duco en ik delen beiden de passie voor alles wat nieuw is maar voor het overige zijn we redelijk verschillend. En ik mag wel zeggen heel aanvullend in dit traject. Duco heeft veel meer geduld dan ik bijvoorbeeld. Dank ook aan Karin Nijhuis en Frank de Wit die in een moordend tempo het rapport nog hebben afgerond en er iets moois van hebben gemaakt. Dank aan Astrid Kroon, Carola Oortwijn, Paul Hulman en Elin Groot Rouwen voor hun toetsing van alle trends. Dat leidde soms tot zeer goede aanvullingen of een instemmend: 'hier kun je niks van zeggen'. En natuurlijk dank aan die vele tientallen collega's die hielpen bij het vinden van al die trends.
Veel leesplezier. En laat ons weten wat je er van vindt.
Het hele rapport kun je op deze plaats downloaden.
maandag 12 november 2018
Over minister Dekker, juridische spreekuren en het ministerie van bibliotheekwerk
De afgelopen week vond de landelijke dag van de basisvaardigheden plaats. Ik blogde daar flink over. Eén van de meest opvallende onderwerpen die op mij flinke indruk maakte was hoeveel kennis nodig is om uit de financieel-juridische klauwen te blijven. Ingewikkelde brieven die gestuurd worden - vaak ook door de overheid zelf - die voor een gemiddelde Nederlander al niet te begrijpen zijn, laat staan voor een laaggeletterde.
De afgelopen zaterdag viel mijn oog op een klein artikeltje in De Volkskrant waarin minister Dekker aangeeft dat hij 'Een halt wilt toeroepen aan de juridisering van de samenleving' . Het hele artikel vind je onder de link maar ik knipte bovenstaande uit en twitterde erover.
En daar staat: 'Allereerst moeten er veel meer juridische spreekuren komen in bibliotheken en wijkcentra' . Naar mijn gevoel sluit dat mooi aan bij de ontwikkeling dat bibliotheken zich steeds meer ontwikkelen tot een 'Hulp om de hoek'.
Plannen van Dekker
Tijd om er maar eens iets dieper in te duiken. Welke stukken zijn er en wat wordt er nu al echt gezegd? Dekker maakte zijn plannen vrijdag 9 november bekend. In zijn brief aan de kamer schrijft hij hierover:
De exacte inrichting en organisatievorm van deze voorziening wil ik de komende tijd samen met mensen werkzaam in en rondom het stelsel vormgeven. Voor mensen die genoeg zelfredzaam zijn valt te denken aan de ontwikkeling van verbeterde internettools, die hen in staat stellen zelf problemen aan te pakken.
Voor mensen die minder zelfredzaam zijn, zet ik, meer dan nu het geval is, in op laagdrempelige voorzieningen in de wijk (in bibliotheken, wijkcentra of bijvoorbeeld gemeenteloketten). Als meer specialistische hulp nodig is, volgt een verwijzing naar aanbieders van rechtshulppakketten. De ambitie hierbij is snelle, daadwerkelijke hulp vanaf het moment dat een verzoek om rechtsbijstand is ingediend.
De mensen die deze eerstelijns rechtsbijstand verlenen (waaronder medewerkers van het Juridisch Loket), moeten onafhankelijk kunnen opereren. Daarom komt er een stevig professioneel statuut, dat waarborgt dat de eerstelijns rechtsbijstand en eventuele verwijzing naar rechtshulppakketten in alle vrijheid en onafhankelijkheid verleend kan worden. Waar nodig en mogelijk gaan we hulp zoveel mogelijk integraal vormgeven, met een goede verbinding tussen het juridische en het sociale domein. Op dit moment komt de samenwerking tussen verschillende hulpverleners (advocaten, wijkteams, sociaal raadslieden, GGZ of schuldhulpverleners) nog onvoldoende tot stand. De rechtsbijstandverlening moet aansluiten op de lokale netwerken van sociale en andere hulpverlening. Dit vraagt om maatwerk, want de sociale hulpverlening is per gemeente anders georganiseerd. Naast de sociale wijkteams zijn er in gemeenten rechtswinkels, sociaal raadslieden en/of andere lokale initiatieven waar mensen kosteloos juridisch advies en andere hulp kunnen krijgen. Het kabinet wil zo goed mogelijk aansluiten bij deze bestaande structuren.Bibliotheken worden hier inderdaad genoemd maar in een brede range met andere partners. En terecht denk ik. Bibliotheken als laagdrempelige schakel in een breder geheel.
Bij de brief aan de kamer zit ook een document van de Policy Design Studio die in opdracht van Dekker themasessies organiseerde over de modernisering van de rechtsbijstand. Op basis van deze themasessies werden verschillende hoofdlijnen benoemd. Hoofdlijnen die Dekker overnam. De eerste hoofdlijn is:
Radicaal investeren en innoveren in de voorkant; laagdrempelige multidisciplinaire intake, fysiek (bijv. bieb), telefonisch en online. Om mensen adequater te kunnen helpen en minder van hun problemen te laten ontaarden in juridische procedures, is het nodig om hulp (informatie, advies, bijstand) eerder in te zetten, die meer direct toe te spitsen op de kern van de problemen en direct te richten op oplossingen
Uitholling en overheidsprostituering
Naast retweets en likes leverde het twitterbericht ook wel wat aandachtspunten op. Een herstructurering om verder juridischering te voorkomen betekent dat men nieuwe wegen zoekt. Andere wegen dan men deed. De sector van de rechtsbijstand is daar inderdaad nog wel verdeeld over.
De toegang tot de rechtspraak stond al onder druk en het zoeken naar die nieuwe wegen kan inderdaad voelen als inperken van die toegang. Nog wel even zaak om op te letten als bibliotheek. Alice van Diepen (Deventer) komt dan ook onderstaand advies.
Dekker zoekt inderdaad ook naar een nieuw model waarmee hij de kosten die gemoeid zijn met juridische ondersteuning te beheersen. Want die groeien wel erg hard. En om eerlijk te zijn, word ik ook wel eens moe van overheden of instellingen die hun bezuinigingen als verbeteringen voor de klant of burger verkopen.
In een discussie waar je zelf wellicht kansen ziet maar waar bestaande partijen het gevoel hebben gekort te worden, is het lastig manoeuvreren.
De meest radicale zie je hieronder. Sjaak Driessen (bibliotheek Wageningen) heeft het zelfs over vrijwillige overheidsprostituering.
Nou, dat zijn de woorden van Sjaak. Maar als je kijkt naar de teksten hierboven dat zie je er nadrukkelijk gekeken moet worden naar een onafhankelijke rol met een professioneel statuut. Het ministerie van Jusititie zal zich nadrukkelijk met gemeenten moeten verhouden aangezien men het op deze schaal wil inregelen. U kunt zich voorstellen dat gemeenten daar ook wel wat (onder andere financiële) eisen aan zullen stellen. Ook gemeenten kunnen nog wel het idee krijgen dat er iets 'over de schutting' gaat. Maar dat een bibliotheek die hieraan mee wil werken zich aan de leiband legt? Nee, dat haal ik uit bovenstaande teksten echt niet.
Per saldo zie ik een overheid die zoekt hoe men het voor burgers zo goed mogelijk kan regelen en die zelf constateert dat de huidige oplossing steeds minder binnen de bestaande kaders past.
1 op de 4 bibliotheken biedt al juridische hulp
Overigens: op heel veel plekken in Nederland gebeurt al wat Dekker voorstelt. Eén op de vier bibliotheken biedt al juridische ondersteuning. Hierboven zie je de uitkomsten van de monitor basisvaardigheden over 2017. In 2016 had 20% van de bibliotheken een juridische dienstverlening en in 2017 was dit gegroeid naar 25%.
Wie zoekt op internet naar bibliotheken en een juridisch spreekuur vindt tal van voorbeelden. Vaak gaat het om een inloopspreekuur waarbij de advocatenkantoor of een juridisch loket wordt ingezet. Zoals bijvoorbeeld het voorbeeld hierboven van Bibliotheek Zuid-Oost Friesland.
Met alle respect maar ik zie in dit soort voorbeelden geen 'vrijwillige overheidsprostituering'. Ik zie bibliotheken die op lokaal niveau proberen om samen met partners tot een goede ondersteuning van burgers te komen. Burgers met goede informatie van hulp en advies voorzien. Volgens mij ligt dat heel dicht tegen onze kerntaak aan.
En ja, het is opnieuw een ministerie dat de bibliotheken weet te vinden. Na het ministerie van OCW (als financier KB), ministerie van Financiën (Belastingdienst), Binnenlandse zaken (pilots hoger bereik) en VWS (pilots zorg en welzijn) meldt zich dus nu ook het ministerie van Justitie. Zoals je hierboven kunt zien, moet daar nog wel en hoop uitgezocht worden.
Als je dat zo ziet, kan het toch niet lang meer duren voor er een ministerie van bibliotheekwerk komt.
donderdag 8 november 2018
Amersfoort: Hoe Emmy en Daan met schulden omgaan
De laatste sessie van deze dag voor mij. Een deelsessie over Schulden en laaggeletterdheid. De deelsessie is een samenwerking tussen Mariet Hattink van Stichting Lezen en Schrijven, Sita Goedendorp van bibliotheek Eemland en Joëlle van Kommer van Stadsring51. Het gaat dus om een aanpak uit de omgeving Amersfoort.
Laaggeletterd is natuurlijk niet analfabeet. Dat wist u al. Maar laaggeletterd betekent wel dat iemand veel moeite heeft met formulieren. Denkt u dat teksten zijn afgestemd op het niveau van laaggeletterden? Nee, natuurlijk niet. Formulieren en teksten zijn volledig juridisch dichtgetimmerd.
De workshophouders hebben een brief uitgereikt met een exploot. Een exploot is een dwangbevel. Als je zoekt op internet naar een exploot zie je wel dat dat geen eenvoudige brieven zijn. En die krijgt dus juist de groep die dit al moeilijk vindt.
Emmy en Daan
Joëlle van Kommer neemt het verhaal over vanuit Stadsring51. Stadsring51 is een organisatie die mensen in Amersfoort helpt die moeite hebben met hun financiën. Joëlle geeft een opdracht van het fictieve echtpaar Emmy en Daan. Het is een paar dat € 250,- per maand tekort komt en niet rond weet te komen.
De zaal mag een oplossing verzinnen en met elkaar worden de oplossingen uitgewisseld. Dan meldt Joëlle nog even dat er een schuld van € 8.000,- bijkomt omdat de deurwaarder van de zorgverzekeraar langs komt. De ideeën worden nu al wat schaarser.
En tot slot komt er een loonbeslag bij. Een deel van het inkomen valt weg en het gezin heeft nog minder inkomen. Ons groepje weet het nu ook niet meer. En eigenlijk geen eigenlijk groepje meer. Hoe kom je hier nu nog uit?
Joëlle legt uit dat Emmy en Daan hulp vragen bij een sociaal raadsvrouw. Die zorgt dat het loonbeslag verlaagd kan worden. Maar de volgende brief dient zich al aan: een schoolreis van € 350,- voor één van de kinderen op de middelbare school.
Joëlle laat mooi zien hoe ingewikkeld het is en hoe mensen met schulden gewoon niet meer goed vooruit kunnen kijken en blokkeren. En dat je eigenlijk een HBO-opleiding met specifieke kennis nodig hebt om uit zo'n situatie te komen.
Stadsring51 leert mensen hoe ze om moeten gaan met deurwaarders maakt ook een planning voor mensen hoe je uit deze situatie kunt komen. Zij merken ook in hun praktijk dat er veel laaggeletterden komen. Laaggeletterden vallen tijdens dit soort trajecten vaker uit. Dat komt omdat ze de communicatie van Stadsring51 minder goed kunnen volgen (en dat goed weten te verbergen).
Stadsring51 heeft daarom zelf een groot traject ingezet om zelf beter om te gaan met laaggeletterden. Dat betekent goed kijken naar alle schriftelijke en mondelinge communicatie. Maar ook samen met deurwaarders en zorgen dat zij beter leesbare brieven maken. En wonderwel: ook die willen best meewerken.
Taalaanbod voor mensen met financiële problemen
Tot slot vertelt Sita namens bibliotheek Eemland over de samenwerking met Stadsring51. Het taalhuis van de bibliotheek had natuurlijk al allerlei contacten met partners. Maar partners rond geld zaten daar eigenlijk nog niet bij. Had dat met elkaar te maken? Dat is men gaan onderzoeken. Men heeft mensen die zich meldden bij Stadsring51 een taalmeter af te nemen. Het bleek dat bijna de helft van de mensen laaggeletterd was. Die zijn benaderd een aanbod door het taalhuis voor een cursus of taalmaatjes. Soms was dat heel prettig maar soms waren mensen ook afwerend.
Wat bood men dan aan als taalhuis? De meeste mensen zitten eigenlijk niet te wachten op een taalcursus. Ze willen van de schulden af. Het taalhuis maakt gebruikt van de cursus 'Voor hetzelfde geld' van stichting Lezen & Schrijven.
De samenwerking met Stadsring51 heeft geleid tot nieuwe samenwerkingspartners: schuldhulpverlening en armoedefonds. Ook bied men nu budgetcoaches aan om laaggeletterdheid te herkennen. De zaal discussieert nog even door hoe je mensen zover krijgt om zowel aan laaggeletterdheid te werken terwijl men vooral van de schulden af wil. Men zoekt duidelijk naar een koppeling van beide: zorg dat men leert omgaan met formulieren en geld en laat taal daar tegelijk in meegaan.
Het is duidelijk dat er veel geleerd is in deze samenwerking in Amersfoort. Hoe zorg je voor de overdracht van een partner naar het taalhuis? Hoe geef je dat vorm in de bibliotheek en is de bibliotheek wel de juiste plek? Wat is een goed taalaanbod en hoe betrek je het hele gezin?
Goed om te zien hoe dit zo in de praktijk gaat. Goede verhalen. En naast deze plek en deze workshop waren er zo tientallen workshops deze middag. Er valt zoveel te leren van elkaar. Dat blijkt.
Tijd voor de afronding en een mooie afsluiting bij de borrel.
Tot volgend jaar!
Wieb Broekhuijsen: 'Ouderen stonden met smart te wachten tot we ze hielpen met hun telefoon'
De lunch achter de rug en door naar de deelsessies. Eén van de deelsessies is van mijn collega Laurie de Zwart en die van Wieb Broekhuisen, directeur van de Bibliotheek West-Achterhoek. Zij vertellen over het onderzoek 'Bijblijven in Bronckhorst. Bronckhorst is een grote plattelandsgemeente die langzaam - maar wel zeker - vergrijst.
De gemeente vroeg aan de bibliotheek in grote lijnen wat nodig was voor ouderen om goed bij te blijven. Mijn collega Laurie voerde dit onderzoek uit. Er werden schriftelijk 2.000 enquetes verstuurd waardoor en ruim 600 door ouderen in Bronckhorst werden ingevuld.
Men vroeg bijvoorbeeld aan ouderen welk cijfer men zichzelf gaf in het omgaan met nieuwe media. Op basis van dat rapportcijfer heeft men ouderen in verschillende groepen kunnen indelen. Zo ontstonden verschillende groepen van nietsgebruikers via laptopgebruikers naar allesgebruikers. Voor elk van groepen is een set van compenties gemaakt en is benoemd hoe je deze groepen verder zou kunnen helpen. Voor zover ik het ken is dat echt uniek in Nederland en redelijk goed te gebruiken voor alle bibliotheken (en andere instellingen) in Nederland.
Roadshow
Vervolgens is men ook daadwerkelijk op zoek gegaan naar deze ouderen en te proberen hen te verleiden om meer te gaan doen. Men deed dat onder andere met de Wowi-bus van Rijnbrink. Een technieklab dat voor deze reden werd omgebouwd voor ouderen. Voor deze tour was er ook een aardige promotiecampagne met Tante Riky van de Zwarte Cross. Op 11 locaties in één maand ging men zo langs alle dorpen. Mensen stonden met hun telefoon in de hand te wachten tot de bus kwam. Want men wilde geholpen worden met hun telefoon, smartphone of iPad.
Vanuit deze bus stuurde men mensen door naar cursussen. Vaak zijn dat mensen die nog nooit een cursus hadden gevolgd. En de mensen die de cursussen hebben gevolgd dragen nu ook weer nieuwe mensen aan.
Vervolg
Men heeft de smaak te pakken. En men kijkt nu verder: een mini-symposium voor verschillende dorpen, een vervolgonderzoek. Een mooi voorbeeld hoe men hele praktische uitwerking en gedegen onderzoek gecombineerd heeft. Maar goed, een beetje bevooroordeeld ben ik natuurlijk wel....
De factsheet van het onderzoek vind je hier.
Het hele rapport vind je hier.
Petra Doelen en Neele Kistemaker: 'Van 10 pilots hoger bereik naar een strategiekit hoger bereik'
Petra Doelen en Neele Kistemaker ondersteunen pilots voor de bibliotheken rondom hoger bereik. Mensen die niet zelfredzaam zijn, kent u hun verhaal? Wij hoorden die verhalen. Bijvoorbeeld van die meneer die tijden insuline in een sinaasappel spoot, omdat hij dat zo had gezien in een filmpje. Of die chauffeur die elk weekend met zijn vrouw alle routes alvast reed omdat hij niet om kon gaan met de routeplanner.
Petra werkt bij Lost Lemon en Neele werkt bij Muzus. Zij deden onderzoek naar verschillende soort groepen van mensen met lage basisvaardigheden. Op basis van deze profielen zijn persona's ontwikkeld en de bestaande producten van de bibliotheken. Sommige mensen zijn namelijk beter te bereiken dan anderen. Vind je dat iets buiten jezelf ligt of denk je dat je er zelf wat aan kunt doen?
Met 10 pilots dit jaar heeft men dit onderzocht. Plaatsen als West-Achterhoek, Purmerend, Kennemerwaard, Katwijk, Den Haag, Flevomeer, De Kempen, Schunck, Drenthe en Mar en Fean. Met deze 10 heeft men geëxperimenteerd. We weten wat niét werkt maar we gaan nu kijken wat wel werkt.
Lessen?
Nou 1) wees bewust van de vindplaatsen, 2) zorg voor passsende communicatie bij de doelgroep en 3) werk vanuit de doelgroep.
Bij de vindplaatsen zijn niet zo maar oplossingen beschikbaar. Het kost tijd en moeite. Mensen moeten erover nadenken. Dat lijkt voor de hand liggend maar tijd is inderdaad best een schaars middel.
Bij passende communcatie is bijvoorbeeld het voorbeeld van Drenthe waar de zangeres van BZN laaggeletterden aansprak. In West-Achterhoek ging men met een bus langs allerlei vindplaatsen. Bijgaande filmpje van Mar en Fean is ook aardig.
Overleg met de doelgroep blijkt voor ons soms toch nog niet altijd heel logisch. Maar het blijkt een hele effectieve methode. Vraag aan laaggeletterden om mee te denken.
Hun onderzoek leidde tot de strategiekit hoger bereik. De strategiekit vind je hier op internet. Tijdens hun presentatie laten ze zien welke vier stappen gedaan kunnen worden. Ze lichtten bovenstaande stappenplan toe. Dat stappenplan kun je hier downloaden. De bibliotheken die meededen geven dat ze met deze lessen een vliegende start kunnen maken. Interessant om dus naar te kijken.
Sarah Sylbing: 'Vier miljoen Nederlanders zijn financieel analfabeet'
Zij trok veel op met mensen die niet alles mee hebben zitten in het leven. Met haar documentaire wil ze graag wat op de agenda zetten. Ze heeft gezien dat er rondom arme mensen een zodanig circus werd opgetuigd waar de mensen niet beter van werd maar juist slechter.
Ze vertelt het verhaal van Laika. Een alleenstaande moeder in Amsterdam-Noord. Laika vertelt over haar problemen. Sinds haar vader is overleden heeft ze moeite de eindjes aan elkaar te knopen. Met jonge kindjes en weinig hulp in haar omgeving kan ze maar beperkt werken. Sarah leest een brief voor van de deurwaarder. Juridisch jargon waarin wordt uitgelegd dat haar een boete van € 2.700,- wordt opgelegd. Maar wat denkt Laika? Laika denkt dat ze een erfenis heeft gekregen.
Ze laat een filmpje zien uit 'Schuldig'. Een filmpje over Paul die in de Vogelbuurt probeert mensen te helpen met financiële problemen. Je ziet hoe hij worstelt om grote groepen te helpen die brieven en formulieren krijgen zoals die van Laika. Dat zijn echt bakken vol.
Een verslaggever van de Correpsondent zocht eens uit hoeveel formulieren en instellingen je te maken krijgt als je alleenstaande moeder met een deeltijdbaan te maken krijgen. Dat zijn er 80. Elk jaar weer. En wat gebeurt er als je een foutje maak? Precies, je wordt gezien als fraudeur. Ruim vier miljoen mensen zijn in dit land financieel analfabeet.
In het bovenstaande filmpje zie je ook de eigenaar van een klein dierenwinkeltje en hoe hij na 7! jaar uitsluitsel krijgt van een subsidie. Een subsidie die hij niet krijgt.... Na 7 jaar! En je ziet hoe ook hij worstelt.
Maar het zijn niet alleen laagopgeleiden. Ook hoogopgeleiden blijken er flink moeite mee te hebben. Vooral als armoede in het spel is. Mensen die arm zijn, blijken een lager IQ te krijgen. Omdat de stressfactor het goede denken in de weg zit. En als het nog erger wordt, verdwijnt zelfs het initiatief tot handelen. Ze heeft meegemaakt hoe mensen met schulden letterlijk en figuurlijk maar gewoon op de bank gaan zitten, te wachten tot de jeugdzorg de kinderen komt ophalen.
Sarah Sylbing laat een indrukwekkend verhaal zien. Zelfredzaamheid blijkt voor heel veel mensen echt nog iets dat nog een heel eind van hen vandaan ligt. Er zijn heel veel mensen die een Paul nodig hebben.....
Maar er is hoop. Ze vertelt hoe Laika veranderde nadat hulpverleners haar verder hielpen. Het was een andere vrouw geworden nadat de toeslagen eindelijk goed geregeld waren en ze uit de schulden kwam. Wat schulden en armoede dus doen. En.... dat hoe donker het is, er toch nog altijd een uitweg blijkt. Uiteindelijk is het een verhaal van hoop.
Job Cohen: 'VNG zorg dat gemeenten en bibliotheken dichter bij elkaar komen.
Job Cohen komt wandelend het podium op. Als een grootvader vertelt hij nog eens hoe de ontwikkeling is van bibliotheken. Hij haalt het naar hem genoemde rapport nog een keer aan. 'Van collectie naar connectie, 21st century skills, goed omgaan met informatie, onafhanelijkheid en betrouwbaarheid'. Nou ja, u kent dat allemaal natuurlijk. Het rapport heeft zijn uitwerking gehad. Overheden zien die nieuwe rol van bibliotheken.
Bibliotheken als ontmoetingsplaats voor burgers maar ook voor samenwerking met partners.En dan vertelt ie losjes over de projecten van OBA. Over de NT2-projecten, over speciale projecten in de wijk. Hij laat zien wat dat betekent voor mensen: door te leren krijgen mensen meer eigenwaarde.
Bibliotheken doen veel meer dan een paar jaar geleden. Hartstikke goed. Hij spreekt gemeenten direct aan: zorg dat bibliotheken de gemeenten meer ondersteunen. Zorg dat burgers en politiek dichter bij elkaar komen. VNG zorg dat bibliotheken dichter bij elkaar komen. Een voorbeeld zoals in Zoetermeer.
Vanzelf gaat niks, maar met deze club mensen in deze zaal gebeurt er ontzettend veel! Zo, daar kunt u het mee doen.
woensdag 7 november 2018
Morgen: liveblog vanaf de landelijke dag basisvaardigheden!
Morgen wordt in Lelystad, ik denk de vierde of vijfde, landelijke dag basisvaardigheden georganiseerd. Koninklijke Bibliotheek en de samenwerkende POI's tekenen voor de organisatie. En.... ik ga er voor het eerst een liveblog doen. Dat werd natuurlijk ook hoog tijd. Want deze landelijke dag ontwikkelt zich naast het bibliotheekcongres en BiblioPlaza van Probiblio in rap tempo tot één van de belangrijke congressen in bibliotheekland.
Het programma kent klinkende namen als sprekers: Sabine Uitslag, Job Cohen en Sarah Sylbing in het ochtendgedeelte. In het middaggedeelte zijn vele deelsessies te volgen. Ook dit jaar is daar voor bibliotheken (en hun partners) veel te leren van andere bibliotheken en instellingen.
Vanaf 10.30 uur begint het dus van vanaf 11.00 uur kunt u de eerste blogs verwachten.
Als u komt heb u van mij na afloop gelijk het verslag. Als u niet komt: dan kunt u het toch een beetje volgen.
Stay tuned!
dinsdag 6 november 2018
1998-2015 Publieke sector: +66%, bibliotheken -22%
Bovenstaand berichtje stond vandaag op Teletekst. Vandaag kwam het SCP met het bericht dat de publieke sector in Nederland over de periode 1998-2015 gegroeid was met 66%. Een groei van 3% per jaar. Hoe zit dat in bibliotheken? Zijn die ook met 3% gegroeid per jaar? Ik besloot er eens naar te kijken.
Bij de publieke sector was de kostenindex dus gestegen van 100 naar 166 in de periode 1998-2015. Voor bibliotheken kun je met de CBS vrij eenvoudig alle gegevens vanaf 1999 gebruiken. Ik heb dus niet de periode 1998-2015 gebruikt maar 1999-2016. Dat leverde de bovenstaande grafiek op.
De index van bibliotheken stijgt van 100 naar 108,5 (van € 472 naar € 513 miljoen). Nog altijd een stijging van een 0,5% per jaar. Dit tegenover drie procent bij de gehele publieke sector.
Maar toen ik wat verder doorlas bij het SCP zag ik dat zij de index ook nog gecorrigeerd hebben voor inflatie. Dus ik heb de inflatiecijfers er maar bij gepakt en heb de rekensom voor de doorgaande inflatiecorrectie maar weer eens ter hand genomen.
Toen zag ik een heel ander beeld. Het budget van bibliotheken is - inflatiegecorrigeerd - gedaald van 100 naar 77,5 (van € 472 miljoen naar € 366 miljoen).Een daling van ruim zo'n 22% Een daling van zo'n 1,3% per jaar. En dat jaar na jaar.
Wellicht kunt u dit plaatje nog eens gebruiken bij uw wethouder als het weer eens gaat over de financiering en als men zegt dat de bibliotheek zoveel kost.
dinsdag 23 oktober 2018
Tada! Contract met Walburg Pers voor een boek!
U ziet hier de tekening van een contract. Nee, geen arbeidscontract, wees gerust, ik blijf lekker werken waar ik werk. Het is een contract voor een boek. U ziet op de foto Winnie Urban, uitgever van de Walburg Pers die in het voorjaar van 2019 mijn boek 'Alles behouden!' zal uitgeven. Het is nog een beetje onder voorbehoud van de laatste financiën die nodig zijn maar ik heb het vermoeden dat dit goed gaat komen.
Heel misschien herinnert u het zich nog. Begin maart meldde ik u dat ik op zoek was naar twee jongedames die aan het eind van de oorlog een bijzonder bibliotheekfiliaal startten in Deventer. Het was een noodfiliaal in een Jamin-winkel. Dit noodfiliaal was nodig omdat op de hoofdvestiging op de Brink een granaat was ingeslagen na het bombardement van 6 februari 1945. Beide dames, allebei van rond de twintig, hielden een dagboek bij van de belevenissen in deze bibliotheek in de laatste maanden van de oorlog. Dat toch wat vergeten oorlogsdagboekje staat centraal in dit boek.
Het dagboek begint als volgt:
23 februari 1945: “Vanmorgen half tien opening van het leeszaalfiliaal in de winkel van Jamin. Het eerste half uur vol verwachting, doch weinig leden. In de loop van de dag nam de kou van onze voeten toe met het aantal bezoekers, die de hele dag zo’n beetje door bleven druppelen. Drie jongens kwamen vragen om een kaart van Nederland. Ze vertelden dat ze drie van de 1.200 jongens waren, die in Bloemendaal bij razzia’s waren opgepakt, vervoerd waren per wehrmachttrein, in de buurt van Deventer uit de trein waren gesprongen en nu te voet de reis naar huis wilden aanvaarden na raadpleging van een kaart.”En zo buitelen grote en kleine ontwikkelingen vervolgens over elkaar. Over bejaarden die vertellen dat ze hun geliefde kwijt zijn na het bombardement op het bejaardenhuis. Over het luchtalarm dat dagelijks meerdere keren gaat maar ook over de klanten die beweren boeken al te hebben teruggebracht (maar de dames hebben natuurlijk feilloos door dat dat niet zo is).
Het dagboekje loopt door tot 14 april. Dat is tot enkele dagen na de bevrijding van Deventer op 10 april. Toen ik het dagboekje voor de eerste doorlas had ik een brok in mijn keel toen ik las dat de bevrijding een feit was. Je voelt de angst en druk letterlijk wegvallen. Maar ook voel je dat bevrijd worden kan betekenen dat je toch nog in die laatste uren vóór de bevrijding je leven kan verliezen. Hierboven zie je hoe in het dagboekje de dag van de bevrijding eruit zag.
Een privé-dagboek en een kleine verzetsdaad
Het bijzondere dagboek heb ik aangevuld met andere niet eerder gepubliceerde dagboekfragmenten waaronder fragmenten uit het privé-dagboek van één van de twee jongedames. Daarmee ontstaat een bijzonder parallel verhaal over wat er buiten de bibliotheek gebeurd.
Naast de noodfilialen - want naast deze in de Jaminwinkel waren er nog twee (helaas zonder dagboek) - gebeurde er nog iets anders na het bombardement van 6 februari. Door het bombardement moesten namelijk de illegale boeken die de bibliotheek bezat, zo'n 2.000, acuut naar een andere bergplaats worden gebracht. Pal na de bevrijding werd er in de bibliotheek in Deventer een tentoonstelling gehouden met deze verboden boeken. Dat gebeurde overigens op meer plekken in eht land. De toespraak van de directeur, mejuffrouw Timmenga, is bewaard gebleven en werpt een mooie blik op hoe deze kleine verzetsdaad met hulp van velen tot stand kon komen.
Alles bij elkaar denk ik dat het een boek is dat een flink aantal tot nog toe verborgen documenten bij elkaar brengt. Het is een mooie kleine geschiedenis binnen de oorlogsgeschiedenis in Oost-Nederland én die van bibliotheken.
De komende maanden rond ik het boek af. Er zijn nog een aantal kleine stukjes die afgemaakt moeten worden, de illustraties en foto's moeten allemaal netjes op orde en dan gaan we langzaam richting een uitgave rond de bevrijding van Deventer in 2019.
Ik kom er nog op terug als ik meer nieuws heb!
donderdag 18 oktober 2018
De bibliotheekmeisjes....
Debiliothecaris is wat mij betreft niet meer het lijflied. Bij de opening van de nieuwe Bibliotheek Deventer mochten drie taalkunstenaars annex singer/songwriters hun lof op de nieuwe bibliotheek bezingen. Mijn absolute favoriet van die drie was Robin Bleeker die de bibliotheekmeisjes bezong en waarom het de ideale partners zijn....
U snapt, wie mij een beetje kent, snapt dat ik het daar wel mee eens ben. Nou, dat volume op 10, inhaken en meezingen!
En mocht u de nieuwe bibliotheek in Deventer nog niet gezien hebben: ga kijken!
woensdag 17 oktober 2018
Koninklijke Bibliotheek in 1948: Whatsapp avant la lettre
Het is het Polygoon-journaal uit 1948 en wat ik vooral bijzonder vond was het bestelsysteem met aanvraagbriefjes. Via verschillende routes kwamen aanvragen op verschillende plekken binnen.
Het lijkt me een prachtig systeem om naast aanvragen elkaar ook even een tekstje te sturen als: 'Zo lunchen?' of 'Heb je een boek van drie centimeter dik om onder mijn typemachine te zetten, het bureau is te laag?'
Een soort Whatsapp avant la lettre.
zaterdag 13 oktober 2018
De hel van 1812, Nederlanders op Veldslag met Napoleon
Zo, dat waren wel weer even genoeg blogjes over bibliotheken en zo. Nu weer eens over een echt boek. En zoals u weet houd ik van bizarre geschiedenissen. De afgelopen weken las ik de dikke pil van Bart Funnekotter over 'De hel van 1812'.
Nederlanders in dienst van Napoleon
Europa heeft een een paar heersers gekend in de afgelopen eeuwen die dachten dat het het hele continent konden bezitten. Napoleon was één van hen. Hij had Nederland al ingenomen, ontdeed zich van zijn eerste vrouw om slim te kunnen trouwen met een Oostenrijkse prinses en dacht daarna dat hij via Pruisen ook wel de Russische tsaar kon tartten. Grootheidswaanzin weten we achteraf. Want hij vertrok met bijna 600.000 soldaten naar Rusland en daarvan kwamen er - schrik niet - slechts 120.000 terug.
Onder deze 600.000 soldaten bevonden zich zo'n 15.000 Nederlanders. Soldaten die na de inname van Nederland onder Frans gezag waren gekomen of die zich later hadden gemeld bij de Franse leger.
Funnekotter vertelt het hele verhaal van de toch van 1812 aan de hand van dagboekfragmenten van Nederlandse soldaten en officieren. En wie de honderden pagina's overziet die het boek dik is, ziet dus ook gelijk welk monnikenwerk het moet zijn geweest om het boek te maken.
De vijand is nooit de grootste tegenstander
Het begin van de tocht is nog overzichtelijk. Het gemoed is opgewekt, her en der wordt wel geplunderd en het duurt wel erg lang voor de Russen zich laten zien. Het Russische leger speelt in de beginfase een soort verstoppertje waardoor het tijden duurt voordat het tot een veldslag komt. De winter begint vroeg in Rusland en al snel zijn de eerste doden te betreuren door de kou. En die kou blijkt een veel grotere tegenstander dan de het leger van de tsaar.
De Russen hebben de Fransen zo ver Rusland in gelokt dat men klem komt te zitten en op het moment dat duidelijk wordt dat de Fransen de overwinning nooit zullen krijgen, begint een race tegen de klok om weg te komen uit Rusland. Keer op keer lijkt de vluchtweg bijna afgesloten.
Bloedstollend - letterlijk en figuurlijk - is de vlucht over de rivier de Berezina. Een snel kolkende rivier met ijsschotsen. De Nederlandse genietroepen bouwen een noodbrug waar soldaten elkaar zo ongeveer vertappen om het land te ontvluchtten en waar ondertussen de achterhoede de Russen weg moet zien te houden bij de brug.
Tijdens de studiereis naar Engeland was ik even in het museum van Manchester en kwam daar dit schilderij tegen waarop je commandant Ney stand ziet houden tegen de Russen.
Funnekotter eindigt door van enkele Nederlanders die het overleven ook nog na te gaan wat zij doen nadat zij uit het Franse leger zijn. Velen steken over naar het Nederlandse leger en vechten vrolijk verder bij de slag bij Waterloo of de tiendaagse veldslag die leidt tot de onafhankelijkheid van België. Sommige mensen blijken vele levens te hebben.
De grootste ramp uit de Nederlandse militaire geschiedenis
Van de 15.000 Nederlanders die meegegaan zijn, zullen slechts tussen de 500 en 1.500 levend zijn teruggekomen. De Nederlanders hebben daarmee relatief veel slachtoffers gekend. In vergelijking met andere oorlogen, betoogt Funnekotter, is dat dan de grootste ramp uit de Nederlandse militaire geschiedenis. Iets wat u en ik tot vandaag wellicht niet wisten.
Funnekotter laat de dagboekfragmenten een hartverscheurend verhaal vertellen van een steeds verder ontsporende onderneming. Een prima boek om lekker bij de verwarming straks te lezen en tevreden vast te stellen dat u het zo slecht nog niet hebt.
Nederlanders in dienst van Napoleon
Europa heeft een een paar heersers gekend in de afgelopen eeuwen die dachten dat het het hele continent konden bezitten. Napoleon was één van hen. Hij had Nederland al ingenomen, ontdeed zich van zijn eerste vrouw om slim te kunnen trouwen met een Oostenrijkse prinses en dacht daarna dat hij via Pruisen ook wel de Russische tsaar kon tartten. Grootheidswaanzin weten we achteraf. Want hij vertrok met bijna 600.000 soldaten naar Rusland en daarvan kwamen er - schrik niet - slechts 120.000 terug.
Onder deze 600.000 soldaten bevonden zich zo'n 15.000 Nederlanders. Soldaten die na de inname van Nederland onder Frans gezag waren gekomen of die zich later hadden gemeld bij de Franse leger.
Funnekotter vertelt het hele verhaal van de toch van 1812 aan de hand van dagboekfragmenten van Nederlandse soldaten en officieren. En wie de honderden pagina's overziet die het boek dik is, ziet dus ook gelijk welk monnikenwerk het moet zijn geweest om het boek te maken.
De vijand is nooit de grootste tegenstander
Het begin van de tocht is nog overzichtelijk. Het gemoed is opgewekt, her en der wordt wel geplunderd en het duurt wel erg lang voor de Russen zich laten zien. Het Russische leger speelt in de beginfase een soort verstoppertje waardoor het tijden duurt voordat het tot een veldslag komt. De winter begint vroeg in Rusland en al snel zijn de eerste doden te betreuren door de kou. En die kou blijkt een veel grotere tegenstander dan de het leger van de tsaar.
De Russen hebben de Fransen zo ver Rusland in gelokt dat men klem komt te zitten en op het moment dat duidelijk wordt dat de Fransen de overwinning nooit zullen krijgen, begint een race tegen de klok om weg te komen uit Rusland. Keer op keer lijkt de vluchtweg bijna afgesloten.
Bloedstollend - letterlijk en figuurlijk - is de vlucht over de rivier de Berezina. Een snel kolkende rivier met ijsschotsen. De Nederlandse genietroepen bouwen een noodbrug waar soldaten elkaar zo ongeveer vertappen om het land te ontvluchtten en waar ondertussen de achterhoede de Russen weg moet zien te houden bij de brug.
Tijdens de studiereis naar Engeland was ik even in het museum van Manchester en kwam daar dit schilderij tegen waarop je commandant Ney stand ziet houden tegen de Russen.
Funnekotter eindigt door van enkele Nederlanders die het overleven ook nog na te gaan wat zij doen nadat zij uit het Franse leger zijn. Velen steken over naar het Nederlandse leger en vechten vrolijk verder bij de slag bij Waterloo of de tiendaagse veldslag die leidt tot de onafhankelijkheid van België. Sommige mensen blijken vele levens te hebben.
De grootste ramp uit de Nederlandse militaire geschiedenis
Van de 15.000 Nederlanders die meegegaan zijn, zullen slechts tussen de 500 en 1.500 levend zijn teruggekomen. De Nederlanders hebben daarmee relatief veel slachtoffers gekend. In vergelijking met andere oorlogen, betoogt Funnekotter, is dat dan de grootste ramp uit de Nederlandse militaire geschiedenis. Iets wat u en ik tot vandaag wellicht niet wisten.
Funnekotter laat de dagboekfragmenten een hartverscheurend verhaal vertellen van een steeds verder ontsporende onderneming. Een prima boek om lekker bij de verwarming straks te lezen en tevreden vast te stellen dat u het zo slecht nog niet hebt.
Abonneren op:
Posts (Atom)