zondag 27 januari 2019

Over mannen van staal en schepen van hout

Ik hou van bijzondere geschiedenissen en het liefst de geschiedenis die een beetje bizar is. Dat weet u inmiddels al wel. En ik mag er graag over schrijven.

De afgelopen weken las ik het vuistdikke boek 'De erfenis van de Grote Geus'.  'Een boek over mannen van staal en schepen van hout', schrijft de achterflap van het boek.  Geschreven door Jaap van de Wal. In 2014 schreef ik al eens over zijn debuutroman 'In naam van Oranje'.

Opnieuw is de tachtigjarige oorlog het toneel van het boek en is de hoofdpersoon Jack van Rijn, een kapitein op een geuzenschip. Ditmaal moet hij achter een erfenis aan van de Hendrik van Brederode, ook wel de grote geus, genoemd. Deze Brederode heeft inderdaad echt bestaan en zijn testament is met wat nevelen omhult. Van de Wal speelt handig met dit feit en geeft er een mooie draai aan.

Na de dood van Brederode zou Leneart de Graeff, ook wel bekend als de graaf van Brugge, de erfenis van Brederode onder zijn hoede hebben genomen. Ook hij heeft echt bestaan en ook onderdelen van zijn leven zijn in nevelen gehuld.  De erfenis is zodanig van omvang dat de bezitter ervan een doorslaggevende betekenis kan spelen in de tachtigjarige oorlog.

Zie hier de ingrediënten van een historische achtervolging langs vele plaatsen en plekken. Van de Wal heeft zich uitgeput om de loop van de tachtigjarige oorlog op een knappe manier in te vlechten. Zo komt een prachtige beschrijving van het beleg van Zierikzee voorbij. Ook geeft de roman van Van de Wal een mooi beeld over hoe Willem van Oranje laveerde tussen calvinisten, geuzen en katholieken en hoe hij zeker enige tijd nodig heeft gehad om te groeien van twijfelende Oranje naar de heuse leider van de opstand.

De erfenis van de Grote Geus is geen Dan Brown met korte hoofdstukjes en om de haverklap cliffhangers. Voor sommigen zal dit een aanbeveling zijn en voor andere een afhaker. Het is in ieder geval een boek om te lezen op lange lome dagen met triest weer buiten. Eigenlijk zo'n dag als vandaag dus. De lange hoofdstukken en soms complexe ontwikkelingen nodigen daar absoluut toe uit.

Voor liefhebbers die lekker lang in de geschiedenis willen duiken heeft Jaap van de Wal weer een mooi boek over de tachtigjarige oorlog gemaakt. Zijn boek eindigt in 1577. Hij heeft dus wel wat schrijfvoer  over om over te schrijven over deze oorlog die pas in 1648 eindigde...

Om het boek te lenen bij een bibliotheek: klik hier.

woensdag 23 januari 2019

Dbieb: een gevangenis waar je niet meer uit wilt


De afgelopen week bracht ik een bezoek aan dbieb in Leeuwarden. Een bibliotheek die op dit moment genomineerd is voor de titel 'Beste bibliotheek van Nederland' en gehuisvest is in de voormalige gevangenis in de Blokhuispoort. dbieb (volgens mij zonder hoofdletter) is de naam voor de bibliotheken van de stichting Bibliotheken Midden-Fryslân.

De bibliotheek in Leeuwarden stond al langer op mijn verlanglijstje om eens te zien. Voor mijn werk voor de samenwerking tussen KB en grote partijen als  Belastingdienst, UWV, CAK, DUO, CBR en het Leeuwarder CJIB (ja, van de verkeersboetes) hadden we een overleg waarbij we gezamenlijk zowel de bibliotheek als het CJIB bezochten. Voor ons om iets te leren over grote uitvoeringspartijen, voor de uitvoeringspartijen om weer meer te leren over bibliotheekwerk.



Slimme programmering
We werden in Leeuwarden rondgeleid door Arjen Nijboer van de dbieb en Joppa Wuite van Bibliotheekservice Fryslân. Beiden zetten zich in voor programma's rond basisvaardigheden. Arjen legde aan de grote uitvoeringspartijen uit hoe je op lokaal niveau met tal van partners probeert om een logische programmering te maken: juridische spreekuren, sociale wijkteams, seniorweb en taalhuis. Al die ondersteuning staat niet op zich maar er wordt ook volop onderling samengewerkt en de dbieb organiseert meerdere keren per jaar gezamenlijke activiteiten voor alle partners. Dit om elkaar beter te leren kennen en samen meer te betekenen voor de samenleving. dbieb verzorgt bijvoorbeeld Digisterker cursussen maar Seniorweb helpt deze cursisten vervolgens thuis ook nog een keer op weg als ze het voor het 'echie' gaan doen. Wie Joppa en Arjen hoort praten, ziet hoe bibliotheken dit soort samenwerking steeds beter in de smiezen krijgen.

Voor uitvoeringspartijen is het een eye-opener op welk micro-niveau bibliotheken in staat zijn om te organiseren.

Mooie dienstverlening in een even mooi pand
Mooie dienstverlening dus. Maar dat pand: dat is ook fantastisch. Een paar jaar geleden was ik nog in de Blokhuispoort en toen was het nog een soort culturele broedplaats waar tal van ondernemers in de kleine cellenblokken zaten. Dat gebouw is prachtig getransformeerd naar een moderne bibliotheek waarbij de oude gevangeniselementen op een mooie manier behouden zijn gebleven. Op een paar plekken is het oude pand echt opengebroken om moderne onderdelen toe te voegen.


Het pand kent  - vond ik - een hele logische routering door het pand dat wel meerdere verdiepingen kent met vele nissen en af en toe een kruip-door-sluip-door-paadje. Onderin het pand de meeste reuring en wie hoger in het pand komt, zal steeds meer stilte ervaren.

Prachtige studieplekken en dito leesstoelen en banken. Hoewel we er waren op een doordeweekse ochtend waren al die plekken goed bezet. Een pluim voor de prachtige horeca in dit pand, want hoewel ze van buiten minder goed te zien zijn, is de animo er binnen niet minder voor.

Hoewel ik zelf uit Deventer kom - een andere genomineerde 'Beste bibliotheek' - moet ik toegeven dat ik zeer gecharmeerd was van deze tot bibliotheek verbouwde gevangenis. Vroeger moesten ze hier mensen achter slot en grendel zetten omdat ze er anders snel weer weg liepen. Dat lijkt me in dit pand niet meer nodig: wie eenmaal binnen is, wil hier helemaal niet meer weg.

Wat worden er tegenwoordig toch een mooie bibliotheken gemaakt!

zondag 20 januari 2019

Hoe gaat het met je boekje Mark?


Hoe gaat het met je boekje Mark? Ah, fijn dat u het vraagt. In december liet ik u weten dat u het boek al kunt bestellen via uw offline of online boekhandelaar. Deze week kwam de drukproef binnen en moet alles nog eens minuscuul worden nagekeken. En daarmee sluit het productieproces.

Noodfiliaal Jamin
U kent de geschiedenis nog? Bij het februari-bombardement in 1945 raakt Deventer bibliotheek zwaar beschadigd. Men kan niet openblijven in dit pand en men wijkt uit naar drie noodfilialen. Het kantoorwerk verplaatst zich naar het woonhuis van de directeur. Eén van de noodfilialen komt in een gesloten Jaminwinkel en twee 20-jarige leerling-assistentes runnen deze bibliotheek. Zij schrijven over het wel en wee van elke dag en de vorderingen in de grote oorlog.

Hoewel we (want ik ben geholpen door vele mensen) veel materiaal in archieven hadden gevonden, bleef het me steken dat het ons nog niet gelukt was om een foto te vinden van deze Jaminwinkel.... Tot vorige week. Net voor de sluitingsdatum van de drukproef belde Jos Oegema van de bibliotheek mij op dat ze een oud archiefboek van de bibliotheek had gevonden. En jawel: daarin bleken foto's te zitten van de noodfilialen in Deventer. Waaronder dus dat Jaminfiliaal. Die foto ziet u hierboven. En de twee jongedames: Corrie van Ommen en Betty de Gaaij staan als trotse 'bibliotheekdirecteuren-in-spé' voor het nog te openen pand.

Maar dit is hem dus: het filiaal Jamin dat tussen februari en april 1945 werd gerund door deze jongedames.

Nog twee noodfilialen


Overigens waren er nog twee overige filialen. De tweede zat op de hoek van de Sint Jurriënstraat en de Kromme Kerkstraat in de erker van een woonhuis. Jenny Visser -die zowel een baan had bij de openbare bibliotheek als de Athenaeumbibliotheek - zwaaide daar de scepter.



En tot slot was er nog een filiaal in een sigarenzaak  in de Bleekstraat (nabij het Go-Aheadstadion). Mejuffrouw Colenbrander - veruit de meest ervaren kracht in 1945 - mocht daar aan de slag. Het huis aan de Sint Jurriënstraat en de sigarenwinkel aan de Bleekstraat zijn nog steeds als zodanig herkenbaar. Het noodfiliaal Jamin - op Lange Bisschopstraat 59 - is thans een vestiging van D-reizen en de gevel is niet meer echt als zodanig herkenbaar.

Directeur Timmenga merkte in feburari 1945 op in een brief aan H.E. Greve dat men nu een bibliotheek begon in een een snoeploze snoepwinkel en een sigarenloze sigarenwinkel. Tja, hoe zou de wereld veranderen als alle snoep- en sigarenwinkels bibliotheken zouden worden....

Boekpresentatie op 10 april

Overigens: het boek zal op de avond van 10 april - de bevrijdingsdag van Deventer - gepresenteerd worden in de gloednieuwe bibliotheek van Deventer. Als je daar bij wilt zijn, laat het me dan weten. Dan zorg ik dat je netjes uitgenodigd wordt en kun je meer horen van deze bijzondere en soms bizarre geschiedenis.

maandag 14 januari 2019

Verdienen bibliothecarissen niet te veel?


Ach, even een kort artikel tussendoor. Vandaag kwam Peter Hein van Mulligen - hoofdeconoom van het CBS - met een tweet over de CBS-cijfers over lonen per sector. Ik besloot er toch even in te duiken en dacht dat bibliotheken er wel niet apart in genoemd zouden staan.... Maar soms heb je mazzel. Bibliotheken bleken samen met musea en natuurbehoud een sector te vormen. Een beetje rare combinatie van bedrijven dat wel. Of zouden ze alle verzamelaars van natuur en cultuur bij elkaar gezet hebben?

Ik heb de grote lijst van sectoren even teruggebracht tot een paar highlights. En: verdienen bibliothecarissen te veel? Men verdient minder dan gemiddeld in Nederland er fulltime arbeidsplaats. En veel minder dan in de oliebusiness of de verzekeringsbranche. En dat terwijl kennis en informatie toch de nieuwe brandstoffen van organisaties zijn en persoonlijke ontwikkeling de beste verzekering voor de toekomst is.



Hoewel onze lonen dit jaar met maar liefst 1,5% gaan stijgen, gaan we het op salaris natuurlijk ook nooit winnen.  Ik troost mij met bovenstaande lijstje dat komt van de onderzoekers van Dur en Van Lent en dat is geïnspireerd op het onderzoekvan David Graeber naar 'bullshit jobs'. Veel mensen vinden dat hun baan eigenlijk nutteloos is en geen toegevoegde waarde levert voor de samenleving. Hierboven staat de top-10 van banen die het laagst scoren op de vraag 'ik vind mijn werk nutteloos'.

De bibliothecaris tussen de brandweerman, de verloskundige en de leerkracht basisonderwijs. De helden van de samenleving.

zondag 13 januari 2019

Feitenkennis: De stille meerderheid van de hele wereld



Binnenkort is het blue monday. Dit jaar valt het op 21 januari. Het zou de meest deprimerende dag van het jaar zijn. De meeste mensen hun nieuwjaarsvoornemens al hebben gebroken, het is nog steeds akelig lang donker buiten en het salaris na de dure decembermaand moet nog binnen komen.

Nou, als je daar last van hebt, leen dan bij de bibliotheek (want uw geld is dan op omdat uw salaris nog niet binnen is) het boek Feitenkennis van Hans Rosling. Mijn humeur knapte er danig van op. Waarom? Nou, omdat het een andere en zelfs vrolijke kijk geeft op de ontwikkelingen in de wereld.  Als u het boek niet leest, kijk dan in ieder geval bovenstaande Tedx-talk.

De wereld staat er beter voor dan wij denken

Wat Rosling ons leert is namelijk aan de hand van feiten dat het veel beter gaat met de wereld dan velen van ons denken. Er zijn meer mensen gevaccineerd dan we denken, armoede is gehalveerd in de afgelopen decennia en meer meisjes dan ooit gaan naar school. Aan de hand van testjes laat hij zien hoe slecht wij die feiten kennen. Hij toont aan dat de wereld niet meer bestaat uit arm en rijk maar uit een grote middenklasse met nog steeds armere en rijkere groepen aan beide zijden.

Voor iemand die een beetje van statistieken houdt, zoals ik, is dit een boek om te smullen. Het wemelt van de grafiekjes van feiten waarvan je dacht dat je wel wist hoe het zat en waarbij je telkens ontdekt dat de wereld zich al verder heeft ontwikkeld dan je dacht. Dat is het goede nieuws: de wereld staat er veel beter voor dan we denken. En dat is dus geen optimisme, nee, dat zijn slechts de feiten.

Maar wij zijn wel slechte informatieverwerkers
Tot zover het goede nieuws. Het slechte nieuws is dat wij dat niet weten. Dat ondanks het feit dat wij toch zo goed geïnformeerd kunnen zijn tegenwoordig. Rosling toont aan welke principes er voor zorgen dat wij toch zo slecht die goede informatie verwerken. Iedereen kent wel het principe dat slecht nieuws eerder de krant haalt dan goed nieuws. En we zijn opgegroeid met een wereldbeeld dat is gecreëerd toen we jong waren en dat beeld is ongelofelijk moeilijk te veranderen terwijl de wereld al lang veranderd is. Of neem het feit dat onze hersenen heel veel informatie niet gebruiken om toch tot conclusies te komen. Eigenlijk geeft Rosling hier gewoon een lesje informatietheorie.  Dit is mediawijsheid voor hoogopgeleide volwassenen die denken het wel te weten.  Ja, ze denken het te weten maar hun beeld blijkt fout. De bibliotheekwereld zou eigenlijk met deze lessen zo de boer op kunnen.

Stille meerderheid
Rosling laat zien dat de wereld niet meer bestaat uit het rijke westen en het arme zuiden en oosten. De wereld bestaat uit een grote stille meerderheid. Een meerderheid die zich ook nog steeds ontwikkeld en rijker wordt. Aan het einde van het filmpje legt Ola Rosling, de zoon van Hans Rosling, uit, dat die stille meerderheid het rijke westen zal inhalen. Productontwikkeling zal daardoor eerder geënt worden op de Aziatische of Zuid-Amerikaanse markt dan op de eisen van de Westerse markt.

Wie het echt nieuws niet kent, maakt het wel heel makkelijk voor fake-nieuws
De schreeuwers halen altijd het nieuws. Maar het is de stille meerderheid die werkelijk bepaalt wat er gaat gebeuren. Het gaat beter met de wereld dan we denken. Maar met die informatie gaan we knap beroerd om. Als we het echte nieuws niet kennen, maken we het fake-nieuws wel heel gemakkelijk.

Wie het boek wil lenen bij de bibliotheek, klikt hier.

donderdag 10 januari 2019

Kun je overal tot je 18e gratis lenen?


In 1975 werd in Nederland de bibliotheekwet aangenomen. Daarin was voor het eerste geregeld dat kinderen tot en met 17 jaar gratis gebruik kunnen maken van de bibliotheek.In 1975 had dat een enorm effect op het bibliotheek werk. De jeugdleden stroomden toe en op vele plekken werden nieuwe bibliotheken gebouwd. Na de decentralisatie van het bibliotheekwerk naar de gemeenten in de jaren '80 kwam de uiteindelijke beslissing voor jeugdcontributie bij gemeenten te liggen.

Ook in de, in 2015 ingevoerde, Wet Stelsel Openbare Bibliotheekvoorzieningen (WSOB) is de contributievrijdom voor de jeugd geregeld in artikel 13, lid 1.
"Voor het uitlenen van gedrukte werken door lokale bibliotheken aan personen beneden de leeftijd van achttien jaren wordt geen contributie of andere geldelijke bijdrage geheven, tenzij het college van burgemeester en wethouders of het bestuurscollege heeft besloten dat een geldelijke bijdrage wordt geheven. De contributie of andere geldelijke bijdrage bedraagt ten hoogste de helft van de contributie of andere geldelijke bijdrage die wordt geheven van personen die achttien jaren of ouder zijn."
De wet wil eigenlijk dat kinderen tot en met 17 jaar gratis lid zijn, tenzij de gemeente anders beslist. Een mooie polderoplossing in een gedecentraliseerd stelsel.



De dataset van de gegevenslevering van de Koninklijke Bibliotheek heeft over 2017 ook uitgevraagd tot en met welke leeftijd jeugdleden gratis lid zijn van de bibliotheek. Daaruit blijkt dat 17 van de 149 bibliotheekstichtingen, dus ruim 10% van alle bibliotheken, jeugdcontributie vragen.

Vaak blijkt het dan te gaan om een soort aanloop-contributie voor 15-, 16- en 17-jarigen. In een enkel geval gaat het om een lagere leeftijd. Het meest bijzondere tarief vinden we in Delft. Daar kun je gratis lid worden tot je eerste verjaardag. Dat is het BoekStartabonnement. Na je eerste verjaardag betaal je € 15,- per jaar (prijs 2018). De bibliotheek Huizen-Laren-Blaricum  kent een grens t/m 5 jaar. Als je naar groep 3 gaat, moet je betalen voor je bibliotheeklidmaatschap. Overigens  meldt de website van deze bibliotheek dat in 2019 jeugdleden in de gemeente Huizen tot en met 12 jaar gratis lid mogen zijn. Ook Bibliorura (Roermond e.o.) heeft per 1-1-2019 het abonnement voor jongeren afgeschaft en kent inmiddels contributievrijdom tot 21 jaar. Die hebben hun beleid. 'En daar is goed over nagedacht...' meldt directeur Jeanine Deckers met een knipoog naar een opmerking die ik later in dit artikel maak.

Veel bibliotheken die een jeugdcontributie kennen sluiten vervolgens overeenkomsten af met - vooral middelbare - scholen om ervoor te zorgen dat toch elk kind tijdens de schoolleeftijd gratis gebruik kan maken van de bibliotheek.

Overigens zijn er ook een aantal bibliotheken die verder gaan dan wat de WSOB voorschrijft. De Drentse bibliotheken, de OBA in Amsterdam en de bibliotheken in Scherpenzeel en Borne kennen een gratis lidmaatschap tot en met 18 jaar.

Een recent initiatief dat je nog niet terug ziet in deze overzichten is dat van bibliotheek Spijkenisse. Daar kunnen jongeren tot 30 jaar gratis lid zijn.

Wat is het effect van contributievrijdom?
Hoewel we in ons hart wellicht allemaal vinden dat kinderen gratis gebruik moeten kunnen maken van de bibliotheek, is het interessant om te bezien of contributievrijdom effect heeft? Worden meer kinderen lid van de bibliotheek en gaan ze meer lezen?

Ik heb het op een hele kleine schaal uitgezocht. Namelijk door cijfers van DOK Delft af te zetten tegen de rest van Nederland.


Deze grafiek was wel even een puzzeltje. Naast het aantal jeugdleden in Delft en de rest van Nederland moet je weten hoeveel jeugd er t/m 17 jaar is in Delft en de rest van Nederland. Maar ik geloof dat ik er met de CBS-cijfers cijfers wel goed uit ben gekomen. Hierin zie je dat in Delft net geen 50% lid is van de Openbare Bibliotheek terwijl dit in de rest van Nederland bijna 70% is. In Delft is een kwart minder kinderen lid van de Openbare Bibliotheek en mijn verwachting is dat de jeugdcontributie daar een rol in speelt.  En wel op twee manieren: 1) het maakt lid worden minder laagdrempelig en 2) jeugdleden krijgen door de contributiebetaling een moment waarop elk jaar weer even nagedacht moet worden of men lid wil blijven. Iemand die nauwelijks gebruik maakt, zal zijn abonnement opzeggen. Terwijl iemand die weinig leest maar wel gratis lid kan zijn, zijn of haar lidmaatschap zal aanhouden.

Betalende jeugdleden lezen meer of zijn alleen veel-lezers lid?



Een omgekeerd effect zien we dan ook bij het gebruik van de bibliotheek. Een gemiddeld jeugdlid in Nederland leent 15,3  boeken of andere media per jaar. In Delft ligt dat aanzienlijk hoger met 24,7 items per jaar. Nu ben ik op dit punt wel voorzichtig, omdat Delft maar één bibliotheek is, maar het zou kunnen dat inderdaad de veel-lezers in Delft lid blijven en dat de niet- of weinig-lezers hun abonnement opzeggen. Bibliotheken met gratis jeugdleden houden overigens deze jeugdleden niet voor altijd in hun bestand. In veel bibliotheken hanteert men de regel dat jeugdleden na twee jaar inactiviteit worden uitgeschreven uit het bestand en niet meer meetellen.

Voor mij waren deze cijfers voldoende reden om eens even te bellen met Margot Nicolaes, de directeur van DOK Delft. Men heeft in Delft wel goed nagedacht over deze keuze van jeugdcontributie. Want ja, het is ook een eigen keus. Men stelt zich echt de vraag of  contributievrijdom voor de jeugd dat effect heeft dat men ervan verwacht. Men geeft aan het actieve gebruik belangrijker te vinden dan het aantal lidmaatschappen. Nog steeds zijn veel kinderen lid en zij die lid zijn, zijn actiever dan bij andere bibliotheken. Kinderen van ouders met een zeer laag inkomen kunnen gratis lid worden middels een stadspas. En last but not least: kinderen betalen geen boete. En Nicolaes betoogt dat die boete wel eens een grotere afhaker kan zijn dan het contributiebedrag. Men heeft in Delft geen contracten met scholen om kinderen massaal lid te maken van DOK. Wel heeft men 'Vindplaatsen' (een bibliotheek op school-plus-variant) waar ook kinderen zonder abonnement gebruik van kunnen maken.

Nicolaes vraagt zich af wat er zou gebeuren als je in openbare bibliotheken met contributievrijdom de jeugdleden eraf zou halen die slecht 0 of 1 keer gebruik maken van de bibliotheek en of je dan niet tot dezelfde aantallen zou komen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik die aantallen niet kan achterhalen maar dat dat zeker een onderzoek waard is.

De opmerkingen geven wel een paar punten om over na te denken. DOK heeft er stevig over nagedacht. Juist omdat het een afwijkend standpunt is.  Misschien heeft men er daardoor wel meer over nagedacht dan bibliotheken die al jaren contributievrijdom hanteren. En misschien is het daardoor voor veel bibliotheken wel een soort automatisme geworden waardoor we het minder bewust inzetten. Maar ik ben heel voorzichtig met conclusies want ik zie ook dat in Delft het bereik onder kinderen een kwart lager ligt dan in de rest van Nederland. Dit ondanks het actieve beleid van DOK.

Conclusie
Contributievrijdom voor de jeugd staat in heel veel gemeenten nog steeds als een paal boven water. Een kleine 10% van de bibliotheken kent een vorm van jeugdcontributie.Vaak lost men dit op met schoolabonnementen, die de bibliotheek overigens wel extra aandacht en moeite kosten. Op basis van de cijfers van Delft, die al langjarig een jeugdabonnement kent vanaf zeer lage leeftijd, kun je zeggen dat contributievrijdom er voor zorgt dat substantieel meer kinderen lid zijn van de bibliotheek dan wanneer die contributievrijdom er niet zou zijn. Contributievrijdom is echter niet het enige waardoor kinderen van een bibliotheek gebruik blijven maken. Zoals we kunnen zien in Delft gaat het ook om aantrekkelijke dienstverlening en een blijvende investering in collectie.

Tegelijkertijd toont het voorbeeld van DOK Delft aan dat er best meer onderzoek mag worden gedaan naar het effect van die contributievrijdom. Ik  blijf een groot voorstander van die contributievrijdom maar zie ook dat het ontbreken van blijvend onderzoek naar het effect de discussie hierover makkelijk tot een ideologische twist kan maken.

Lodewijk Asscher diende bij de midterm review van de WSOB een motie in voor gemeenten waar geen bibliotheekwerk is. Die motie is aangenomen en wordt thans van invulling voorzien. Ik vraag mij af of je gemeenten zonder contributievrijdom eigenlijk ook niet binnen zo'n motie zou moeten bezien. Het zou er naar mijn gevoel niet in misstaan.