zondag 22 juni 2025

Provinciale atlas voor bibliotheekwerk in zes kaartjes


Ja, ik werk veel met cijfers. Elk jaar maak ik de index van Best Presterende Bibliotheken. En soms vragen mensen uit Overijssel en Gelderland en soms ook daarbuiten om nog eens wat op een rijtje te zetten. Ondertussen had ik dat al zo vaak gedaan dat ik ook voor verschillende andere provincies al van alles had uitgerekend. Dus ik dacht: volgens mij is het een kleine moeite om dan ook de resterende provincies nog even uit te rekenen en in een landkaartje te plotten. En warempel, met nog geen dagdeel zolderkamertjesstatisitiek had ik een provinciale atlas voor bibliotheekwerk. 

Ik neem u mee langs zes landkaartjes: van bezoekers tot leden, van activiteiten tot bibliotheek op school en ja, ook de subsidie. Handige cijfers waarmee u ook zelf aan de slag kunt om  zelf te zien waar uw bibliotheek staat. En.. het blijkt dat bibliotheekwerk per provincie nog best kan verschillen. Leest u mee? 

Voor de kaartjes maakt ik gebruik van de openbare WSOB-gegevens 2023 en het databestand samenwerking primair onderwijs 2022-2023. Binnenkort moeten  WSOB-gegevens 2024 al uitkomen dus een update is niet ver weg!  

Daar gaan we, op naar de cijfers en kaartjes!

Bezoeken per inwoner

Gemiddeld komt een inwoner van Nederland 3,1 keer per jaar in de bibliotheek. Dat is een gemiddelde natuurlijk. We hebben inwoners die elke dag aan de leestafel zitten en er zijn er ook nog wel wat die nooit komen. 

Grote koploper is dit kaartje is Groningen. En om eerlijk te zijn dat heeft alles te maken met het multifunctionele bezoekerskanon dat Forum heet. En kleine provincies hebben het makkelijker om grote uitschieters naar boven of beneden te hebben. Dat zullen we nog wel vaker zien in de kaartjes. 

De overige provincies scoren niet met een hele grote variatie. Opvallend is wel de score in het zuiden van Nederland waar van Zeeland, via Noord-Brabant en Limburg het overal iets achter blijft. Ik denk dat daar wel iets cultuur-historisch achter zit. In Brabant en Limburg heeft dat wel iets met het van oudsher katholieke platteland te maken en in Zeeland met hetzelfde platteland maar met een reformatorische inslag. 

Bovengemiddeld scoren, naast Groningen, Flevoland, Overijssel, Utrecht en Drenthe. Als ik een analyse moet maken heeft dat te maken met fijnmazigheid van het netwerk en achtergrond van de inwoners.

Percentage lid


Eén op de vijf Nederlanders heeft een bibliotheekpas: 20,3%. Dat percentage zit sinds kort, mede dankzij gratis volwassen abonnementen, wel weer in de lift. Maar ook hier zien verschillen per provincie. 

Koploper is opnieuw een kleine provincie met maar twee bibliotheekorganisaties. Dit keer is het niet Groningen maar Flevland waar bijn één op de drie Nederlanders lid is. Dat is echt een puike prestatie. Mijn analyse is dat hier in Flevoland jaren lang consequent is gebouwd aan dat lidmaatschap en ook hier zal de achtergrond van inwoners weer meespelen.

Bovengemiddeld zijn opnieuw Overijssel en Drenthe en daar voegen zich in dit kaartje ook Gelderland en Zeeland bij. Waar Zeeland dus niet zo heel veel bezoek heeft, zijn ze dus wel meer dan gemiddeld lid. 

Uitleningen per lid


Een gemiddeld bibliotheeklid, leent 15,8 boeken of andere media per jaar. En het is wel grappig: waar een hoog percentage van de bevolking lid is, is in de regel het aantal uitleningen per lid wat lager. In het vorige staatje zagen we dat heel veel Flevolanders lid zijn maar deze Flevolanders lenen gemiddeld veel minder dan die 15,8 boeken. In Flevoland blijft men steken op 8,9. Toch is dat heel verklaarbaar. Wie veel leden heeft, heeft in de regel ook leden die wat minder lezen. De veellezer blijft altijd lid van de bibliotheek. Maar wie wat minder leent, haakt af. 

Koploper bij het aantal uitleningen per lid is Friesland met 21,3 uitleningen per lid. En zij scoorden bij percentage van de inwoners dat lid is, ook inderdaad benedengemiddeld. Het lijken dus deels communicerende vaten te zijn. 

Bovengemiddeld scoren verder de noordelijke en oostelijk provincies: Groningen, Drenthe, Overijssel en Gelderland. 

Bezoek aan bibliotheekactiviteiten


De bibliotheek is natuurlijk veel meer dan het uitlenen van materialen. We keken net al naar het aantal bezoekers en we kijken hier naar het aantal bezoekers aan activiteiten. Dat druk ik uit in het aantal activiteiten dat bezocht wordt per 100 inwoners. Als we 100 inwoners zouden vragen dan zou blijken dat zij gezamenlijk gemiddeld naar 28,4 bibliotheekactiviteiten zijn geweest in het afgelopen jaar. 

Het cijfer van de bibliotheekactiviteiten groeit de afgelopen jaren heel snel. En dat heeft twee redenen. De primaire reden is dat er inderdaad veel meer georganiseer wordt en dat kennisoverdracht veel vaker plaats vindt via cursussen, workshop of lezingen. De activiteiten vervangen daarmee deels het lenen of zijn aanvullend op elkaar. De tweede reden is dat ik niet kan ontkennen dat er gewoon meer en beter geregistreerd wordt door bibliotheken. Een deel van de groei is dus ook zeker een administratieve groei. 

Waar ledencijfers en uitleningen wel wat verschillen kennen, is het verschil bij activiteiten tussen provincies dan ook veel groter. Absolute koploper is hier ook weer Groningen en daarbinnen is het vooral het Forum die het cijfer van activiteiten omhoog stuwt. In Groningen bezoeken 100 inwoners gezamenlijk 70 bibliotheekactiviteiten. Dat is tweeënhalf keer het landelijk gemiddelde. Nu is het Forum een multifunctionele organisatie waar het lastig is om de activiteiten uit elkaar te trekken. Bijna alle activiteiten van multifunctionele organisaties zijn wel onder één van de vijf wettelijke taken van bibliotheken te scharen. En dat zal een verklaring zijn voor het hoge aantal. 

Verder valt Utrecht in positieve zie op waar elke 100 inwoners samen 53 bibliotheekactiviteiten bezochten. Eemland, IDEA en Veenendaal zijn daar te trekkende krachten van. Ook Gelderalnd scoort nog flink bovengemiddeld. Daar zijn wel een paar uitschieters - Rozet, Veluwezoom en Wijchen - maar valt ook op dat het daar provinciebreed behoorlijk hoog ligt.

Aan de onderkant valt Zeeland op met 4,4 bezochte activiteiten per 100 inwoners. Zeeland scoorde ook al laag met het aantal bezoeken aan de bibliotheek dus die twee houden wel verband met elkaar. En in Zeeland kan het meespelen dat er ook veel met een bus wordt gewerkt en ik kan me voorstellen dat dit tot minder activiteiten leidt dan in een vaste vestiging. Maar het is een aanname van mij.

Bibliotheek op school

Lang niet alle bibliotheekwerk vindt in de bibliotheek zelf plaats. We zitten inmiddels op meer dan 3.000 basisscholen met het concept van de Bibliotheek op school. Ook die zette ik per provincie eens op een rijtje. Deze cijfers komen uit een andere bron dan de standaard WSOB-gegevens. En volgens mij zag ik dat deze cijfers ook net een update hebben gehad maar die zijn bij mij nog niet door de rekenmolen gegaan. Dit zijn de cijfers van vlak voordat de grote uitrol van de extra impuls begon. 

Gemiddeld werkt in Nederland ongeveer de helft van alle basisscholen samen met de bibliotheek voor de Bibliotheek op school (of een volledig vergelijkbaar programma). Maar ook hier zien we wel verschillen per provincie. Hoog scoren: Drenthe, Noord-Brabant, Groningen, Friesland en Overijssel. Allemaal provincies die al vroeg begonnen met de Bibliotheek op school of die een gezamenlijke of centrale aanpak kenden. 

Achterblijvers zijn Utrecht, Noord-Holland en in mindere mate Zuid-Holland. In die provincies zitten een paar grote steden die pas relatief laat begonnen met het concept. We zullen zien dat dat de komende jaren snel recht gaat trekken. 

Subsidie

Geld. Dat vindt iedereen altijd bere-interessant. Hoeveel krijg ik en hoeveel krijgt die ander? Hier ziet u de bedragen aan gemeentelijke subsidies per inwoner per provincie. En daarbij trekken we altijd de huisvestingkosten ervan af. Dat is een soort landelijke benchmark-afspraak. De huisvestingskosten kunnen door allerlei gemeentelijke constructies nogal versluierend werken en daarom halen we die eraf. 

Wie dan naar de cijfers kijkt, ziet dat Zeeuwen hun 'zuinige' aard recht doen. De teller blijft daar steken op € 13,77 per inwoner. Daar waar het gemiddelde in Nederland op € 17,79 per inwoner ligt. Ook in Gelderland houdt het met € 14,99 niet echt over en zitten ze € 2,80 onder het landelijk gemiddelde. Met twee miljoen inwoners in die provincie gaat het dan toch om € 5,6 miljoen minder dan op andere plekken in het land. 

De rest cirkelt een beetje om het landelijke gemiddelde. De enige provincie die echt iets hoger ligt, is Flevoland maar met twee organisaties kun je daar ook makkelijk wat afwijken van het gemiddelde. En als ik bibliotheek in Flevoland was, zou ik zeggen dat ze daar ook een meer dan gemiddeld presterend bibliotheekwerk voor terugkrijgen. Kijk de cijfers maar na. 

Wat zegt dit nou en wat kun je er mee?

Leuk, al die landkaartjes. Maar wat kun je er mee? Krijgen we er beter bibliotheekwerk van? Het antwoord is 'ja en nee'. Nee, van cijfers krijg je niet automatisch beter bibliotheekwerk. Maar wat je wel ziet aan deze landkaartjes is dat de verschillen soms historische of culturele achtergronden kennen. Of dat resultaten in bibliotheekwerk ook afhangen van wat voor type inwoners je hebt. 

Daarnaast vind ik het altijd interessant om lokale gemiddelden af te zetten tegen provinciale en landelijke gemiddelden. En dat kunt u met deze kaartjes nu dus ook. Maak er gebruik van zou ik zeggen in uw voordeel. En zoek ook naar de verklaring waarom de verschillen er zijn. En wat kun je dan van elkaar leren? Waarom is de aanpak met leden in Flevoland zo goed? Waarom heeft men in Drenthe al zoveel scholen? En wat is het geheim in Groningen achter de bezoekers en activiteiten? Of waarom scoren Gelderland en Overijssel in de volle linie goed? 

Het was leuk om weer eens een puike set met landkaartjes te maken. Ik wens u weer een fijne nieuwe bibliotheekweek!

zondag 15 juni 2025

Over Eppo, Mariëlle, Erna en Adriaan

In 24 uur kan veel gebeuren. En dat maakte ik woensdag en donderdag mee. Woensdag vond een algemene ledenvergadering plaats van de Vereniging van Openbare Bibliotheken en daags erop een groot bibliotheekcongres waar maar liefst 1.200 bibliotheekcollega's aanwezig waren. Als je weet dat het er in totaal 8.000 mensen een betaalde baan hebben in het bibliotheekwerk, kan bijna verbaasd zijn dat de bibliotheken open waren op donderdag. Kortom, we maakten ons weer lekker druk.

Maar terwijl de ledenvergadering en het congres plaats vonden, vonden de belangrijkste zaken misschien wel plaats buiten die twee toogdagen. Ik neem u mee naar de buiten- en binnenwereld van iets meer dan 24 uur bibliotheekwerk.  

Woensdag 11 juni, 11 uur: € 50 miljoen structureel voor Bibliotheek op school en Boekstart

Wie zijn oor te luisteren legde in de wandelgangen, wist dat dit nieuws er aan zat te komen: structurele financiering voor Bibliotheek op school  en Boekstart.  Minster Eppo Bruins en staatssecretaris Mariëlle Paul maakten dat rond 11 uur op woensdag bekend op de St. Antonius Mavo in Gouda. Goed en noodzakelijk nieuws want de huidige impulsregeling liep nog tot 2026. Ronkende persberichten uiteraard. Maar heeft u de brief ook al gelezen die daar bij hoort? Nee? Dat treft. Dat deed ik wel en daar zijn toch wel wat interessante zaken in te ontdekken. 

In de brief geven minister en staatssecretaris aan hoe het bedrag beschikbaar zal komen:

Er worden structurele middelen beschikbaar gesteld uit zowel het onderwijs- als het cultuurbudget. In 2026 wordt er €10 miljoen beschikbaar gesteld vanuit de onderwijsbegroting om de huidige subsidieregeling, die einde schooljaar 2025/2026 afloopt, met een half jaar te verlengen tot eind 2026. In 2027 is er € 38 miljoen beschikbaar vanuit de onderwijsbegroting; vanaf 2028 gaat het jaarlijks om €50 miljoen. ... 

Daarnaast wordt al sinds 2008 jaarlijks € 3,35 miljoen uit het cultuurbudget geïnvesteerd in de professionalisering van dBos. Deze middelen worden gebruikt voor het opleidingsaanbod voor leesconsulenten en taalcoördinatoren en voor kennisdeling, monitoring en onderzoek.
De huidige regeling die tot einde schooljaar 2025/2026 loopt wordt dus met een half jaar verlengd. In 2027 stijgt dit dan naar € 38 miljoen en in 2028 naar € 50 miljoen. Het bedrag moet verdeeld worden over bibliotheken en onderwijs. Beide de helft. Dat betekent in 2027 een bedrag van € 19 miljoen en vanaf € 2028 een bedrag van € 25 miljoen voor bibliotheekwerk. De hele snelle rekenaars zien dat hiermee in 2027 even een lichte daling optreedt. De impulsregeling voorziet tot en met 2026 in een bijdrage van ongeveer € 24 miljoen per jaar. Maar goed, een kniesoor die daarover valt want die structurele financiering is echt fijne borging. Overigens adviseerde Kwink destijds nog wel een hoger bedrag maar laten we eerst maar eens laten zien dat we dit goed laten landen. Want in een sector die jaarlijks € 500 miljoen omvat, is € 25 miljoen extra een flinke stap vooruit.

Dat het onderwijs ook een bijdrage krijgt, is ook heel waardevol. Het mooiste is natuurlijk om als bibliotheek en onderwijs dan samen plannen te maken en zo de middelen bij elkaar te leggen. Freddy Weima, voorzitter van de PO-raad - die ik mocht interviewen op het congres - gaf aan dat hij graag samen met de bibliotheeksector optrekt. Dat biedt mooie perspectieven. 

Bibliotheek op school en Boekstart worden een plicht voor bibliotheken

Terug naar de brief. Over elk woord in een Kamerbrief is nagedacht. En hoewel de brief niet lang is, kun je toch makkelijk aan het volgende zinnetje voorbij lezen. Het staat ook bijna aan het eind:
Scholen kunnen ervoor kiezen om (een deel van) de gerichte bekostiging te besteden aan dBos. Bibliotheken moeten de structurele financiering inzetten om de samenwerking met het funderend onderwijs en/of de pabo, het mbo en de kinderopvang (BoekStart) voort te zetten. 
Scholen krijgen dus nog enige vrijheid voor de inzet. Dat zal met de vrijheid van onderwijs te maken hebben. Maar bibliotheken krijgen die vrijheid niet: het moét besteed worden aan Bibliotheek op school en Boekstart. En omdat elke bibliotheek geld gaat krijgen, moet dus ook elke bibliotheek het gaan doen. De minister wil het dus echt afdwingen: het is moeten. Hoe doe je dat? Een extra regeling of een wettelijke taak? En ik ben ook wel benieuwd hoe die financiering dan moet lopen om daarvoor te zorgen. Interessant om te blijven volgen.

Alle bij elkaar: Prachtig en noodzakelijk nieuws!. Hulde aan ieder die daar aan meegewerkt heeft bij ministerie, Stichting Lezen, VOB, SPN en KB.

Donderdag 12 juni 10 uur: Het bibliotheekcongres start: netwerkagenda gepresenteerd


Op donderdag 12 juni om 10 uur startte het bibliotheekcongres. Een bomvol Beatrix Theater in Utrecht. In het eerste uur presenteert Erna Winters de netwerkagenda van de sector. De netwerkagenda is een uitwerking van het bibliotheekconvenant en de bibliotheeksector geeft hierin aan hoe zij de ambities gezamenlijk waar gaan maken. Kort gezegd: het is het huiswerklijstje voor iedereen in de sector voor de komende jaren. De foto komt overigens uit de krant die direct na afloop van het congres verscheen. Als je het gemist hebt, wellicht toch aardig om doorheen te bladeren. Het is een mooie samenvatting van de dag. 

Donderdag 12 juni, 11 uur: De wetswijziging gaat gewoon door en gemeenten ga niet bezuinigen! 

Terwijl mijn 1.200 collega's bij het congres vervolgens na de gezamenlijke aftrap naar allerlei sessies gingen, startte in de Tweede Kamer het cultuurdebat. En ook daar werden nog wel wat opmerkingen gemaakt over bibliotheken. 

Ik geef u het fragment waarin minister Eppo Bruins antwoordt op de gestelde vragen over bibliotheken. 


De minister geeft in zijn beantwoording aan dat hij raadsleden van gemeenten oproept om colleges bij de les te houden als het gaat om de extra middelen voor bibliotheekwerk. De raad is de baas in de gemeenten en die moeten daar dus ook toe oproepen. En hij geeft aan dat hij de behandeling van de wetswijziging echt zo snel mogelijk wil doen maar dat het ook zorgvuldig moet. Daarin merk je wel dat er toch nog wel wat sleutelwerk is verricht na de internetconsultatie en dat dat tijd vraagt. De minister hoopt dat het wetsvoorstel voor de verkiezingen door de minsterraad is en dan naar de Raad van State kan. Na de verkiezingen kan het dan behandeld worden. Maar het onderwerp is geenszins controversieel zoals je aan alles hoort. Behandeling hoeft dus niet te wachten op een nieuw kabinet. Wie doortelt komt dan uit op een vroegste afronding in het eerste of tweede kwartaal van 2026. 1 juli 2026 lijkt mij nu dus de vroegste datum van invoering.

Met bovenstaande fragment bent u in drie minuten dus weer bij op de hoofdlijnen. Toch haal ik nog één ander fragment aan en dat is de inbreng van Mohandis (GroenLinks-PvdA). En dan gaat over gemeenten die wellicht toch willen bezuinigen op bibliotheekwerk. 


Mohandis roept in dit fragment, naar aanleiding van vragen van Koops (NSC), de kamer op om dit proces goed te volgen. Kamerleden gaan niet over lokale bezuinigingen maar hij gaf ook aan dat er zeer brede steun is om het geld goed te laten landen en dat de Kamer daar ook weer vragen en moties voor kan aannemen. En als voorbeeld... het extra geld voor Bibliotheek op school begon precies op die manier. De toegezegde bedragen moeten dus ook echt bij bibliotheken komen. Zijn pleidooi: 'De bibliotheek moet gezien worden als essentiële voorziening waar niet op moet worden bezuinigd.' 

Een zijlijn wellicht maar niet onbelangrijk is het volgende. De demping van het ravijnjaar - 2026 - voor gemeenten heeft dit kabinet nog keurig voor haar val in de Mei-circulaire verwerkt. Veel gemeenten die moesten bezuinigen, zouden hiermee dus extra lucht moeten krijgen. Altijd handig om te weten en te volgen. 
 
Donderdag 12 juni, 14.30 uur: De mens achter al het werk: Adriaan Langendonk

Allemaal mooi nieuws. En vooral in de buitenwereld, buiten het congres. En dan ga toch even terug naar die binnenwereld en het congres. Ik hoorde heel veel positieve geluiden. Veel mensen die blij waren dat het weer terug was. Veel complimenten voor de programmering en het mooie plein dat er bij zat. En de VOB had een mooie kaartenactie om onze collega's in de Verenigde Staten een hart onder de riem te steken. 

Zelf had ik het voorrecht om een aantal gesprekken te mogen leiden over de Bibliotheek op school. Het waren stuk voor stuk waardevolle en inspirerende ontmoetingen met mensen uit het onderwijs en de bibliotheekwereld — allemaal even bevlogen over leesbevordering.

Maar het allermooiste moment? Dat was zonder twijfel toen ik Adriaan Langendonk (Stichting Lezen en KB) in het zonnetje mocht zetten. Zie de foto boven. Ik loop al jaren met hem op en heb van dichtbij gezien hoe hij zich onvermoeibaar inzet voor programma’s als BoekStart en de Bibliotheek op school. Hij is echt een drijvende kracht achter deze belangrijke initiatieven.

Namens de directies van Stichting Lezen en de Koninklijke Bibliotheek kreeg hij een bijzondere en welverdiende onderscheiding: De Boekwijzer van Langendonk. Een prijs die zijn uitzonderlijke bijdrage aan leesbevordering eert — en die, heel passend, zijn naam draagt. Hij was natuurlijk de eerste die deze prijs in ontvangst mocht nemen. Een prachtig en ontroerend moment!

We hadden het over de buitenwereld en de binnenwereld van bibliotheekwerk. In de binnenwereld zijn we druk met onszelf. In de buitenwereld heeft men een mening over ons. En misschien is Adriaan juist wel zo'n schakel die die buiten- en binnenwereld zo noodzakelijk aan elkaar verbindt: scholen, bibliotheken, auteurs en politiek. De kracht van bibliotheekwerk is gelijk aan de kracht die we kunnen maken om die werelden te verbinden. 

Binnenwereld en buitenwereld verbinden. 

In 24 uur kan veel gebeuren. Er werd een ledenvergadering gehouden en 1.200 bibliothecarissen namen deel aan een mooi bibliotheekcongres. Enthousiasme alom. Er kwamen prachtige innovaties en inzichten voorbij. Innovaties en inzichten om de komende tijd in de praktijk te brengen.  Eén man kreeg zelfs een mooie prijs. 

Maar terwijl wij zo druk waren gebeurde in die 24 uur op twee plekken iets dat minstens evenveel impact heeft: structurele financiering voor Bibliotheek op school en Boekstart en met hoogste snelheid de wetswijziging nog steeds naar de Kamer. Een demissionaire minister op missie!

Er is een binnenwereld en een buitenwereld. En de kunst is die zo goed mogelijk op elkaar te laten aansluiten. De buitenwereld heeft het deze week goed voor met ons. In de binnenwereld kregen we ons huiwerk uitgedeeld met de netwerkagenda. 

U bent weer bij en aan de slag!

maandag 9 juni 2025

De bibliotheek is 'gezelliger' geworden en een sociaal-kulturele supermarkt...

De komende week zal het Nationale Bibliotheekcongres plaatsvinden. Zo'n 1.000 bibliothecarissen zullen elkaar dan treffen en er zullen tientallen workshops zijn over innovatieve onderwerpen. De ene nog innovatiever dan de andere. Maar is alles zo innovatief? Lees mee wat ik deze week meemaakte in het archief. 

Het was in het Gelders archief. Het ging om oude bedrijfsstukken die ik na moest lopen. Tussen die stukken kwam ik deze klachtenbrief tegen uit 1972. De indiener van de klacht ergert zich in hoge mate aan jongeren in de bibliotheek in het toch verder zo lieflijke Epe. Zie hier die boze brief.

"Gedurende de 3,5 jaar die wij thans in Epe wonen, zijn we trouwe leden en gebruikers van de leeszaal. De vorige directeur, de heer xxxx, al was het geen krachtfiguur, hebben toch verschillende malen zien optreden tegen lawaaierige jeugd. Sinds echter yyyy de leiding heeft, is het ondragelijk geworden. Ik heb hier enige malen wat van gezegd, omdat het mij ten enemale onmogelijk was mijn hoofd bij mijn lectuur te houden en ook de leidster heb ik verzocht om wat meer gezag uit te oefenen. Tot op heden geen enkel resultaat. Laatst zaten er zelfs 6 jongens en meisjes aan lage tafeltjes bij de grote leestafel met de voeten op de tafel in zeer luidruchtige "discussie", zonder dat één van hen zelfs maar een boek of tijdschrift in de hand had. Ook gisteren was het weer bar en boos. Een 7 à 8 jongens en meisjes om de grote tafel, meer gelegen dan gezeten, hieven met z'n allen zelfs een refreinzang aan." 

Tjonge, tjonge. Die vervelende jongeren toch ook . Zo vervelend dat ze in de bibliotheek zijn. Toen al. De bibliotheek in Epe viel onder de Provinciale Bibliotheek Gelderland (wat later PBC Gelderland, weer later Biblioservice Gelderland en nog weer later Rijnbrink zou worden). De indiener van de klacht vindt dat er wat aan moet gebeuren: een brief naar de scholen en een krachtiger optreden in de bibliotheek is wat hij vraagt.

Als voorbeeld noemt hij overigens de bibliotheek van mijn vijftien kilometer verderop gelegen eigen stadje Deventer:

"Als ik zoals laatst zie hoe heerlijk rustig het bijvoorbeeld in de toch zeer drukke Deventer leeszaal toegaat, dan blijkt dat het moet kunnen."

Want antwoord je dan? Je personeel is al onbekwaam genoemd en er wordt gedreigd met ingezonden stukken. Het mooie is: het antwoord is ook bewaard. En wat mij betreft even brilant als de klacht zelf. 

Het antwoord van rayonchef Scheepstra

Zie hier die brief. Rayonchef Scheepstra. Ik had even het vermoeden dat dit de latere directeur van Probiblio was, maar vond daarvoor geen bewijs. Wie het weet mag het zeggen. Scheepstra geeft zelfs aan dat het probleem waar de klacht over gaat ook al in het bestuur is besproken. En hij antwoordt:

"Voor dit probleem, wat overigens bepaald geen plaatselijk probleem is, is als voornaamste reden aan te wijzen dat de bibliotheek gezelliger is geworden. Vooral de jeugd vindt de bibliotheek een plaats waar men graag verblijft. Ik dacht dat dit positief opgevat moest worden." 

Bij zo'n antwoord zit ik al met een grote grijns te lezen. Met jongeren in de bibliotheek moeten we in de eerste plaats blij zijn. En zo lekker vilein gezegd 'Ik dacht dat dit positief opgevat moest worden.' Hup rayonchef Scheepstra! Ik ben gelijk fan. Maar hij gaat verder.

"Een dure gemeenschapsvoorziening als de bibliotheek is moet multi-funktioneel zij, dus meer dan een boekenmagazijn. De moderne bibliotheekopvatting gaat daarom steeds meer uit van de bibliotheek als een sociaal-kulturele supermarkt, waar naast het uitlenen van boeken, men rustig kan lezen en studeren, platen worden uitgeleend, tentoonstellingen worden gehouden, er verschillende verbindingen zijn met onderwijs enz." 

En wat schetst Scheepstra hier eigenlijk? Nou, de moderne bibliotheek begin jaren '70! En dat is een sociaal-kulturele supermarkt. Een plek waar allerlei vormen van ontwikkeling en zelfontplooiing een plek kunnen krijgen: lezen studeren, tentoonstellingen en koppeling met het onderwijs. Ergens klinkt het toch verdacht als het mantra dat heden ten dage door bibliotheken wordt gehuldigd: van klassieke naar maatschappelijk educatieve bibliotheek. De woorden zijn anders maar de richting is hetzelfde. 

Overigens: nadat Scheepstra de moderne bibliotheek heeft geschetst, zegt hij toe dat er harder zal worden opgetreden. Zo nodig met behulp van de politie. Het klinkt allemaal nog onschuldig in vergelijking met de beveiligingsmaatregelen die op sommige plekken bij bibliotheken nodig zijn om de toegang voor iedereen veilig te houden. 

Innovatie

Twee brieven uit 1972. Het zijn brieven die 53 jaar oud zijn en die een richting schetsen waar we nog steeds vorm aan geven: zorgen dat mijn dorp, mijn stad, mijn provincie of mijn land (kruis aan wat bij uw functie past) slim, creatief en vaardig is. 

Zoals gezegd: de komende week zal het Nationale Bibliotheekcongres plaats vinden. Zo'n 1.000 bibliothecarissen zullen elkaar de kop gek maken met innovatieve, nog innovatievere en innovatiefste idee. Dat is natuurlijk hartstikke goed. Maar wat reflectie op hoe lang we samen al bezig zijn en in welke traditie we staan, kan geen kwaad. Samen bouwen we de toekomst.

En  in 1972 deden we dat dus ook al: een sociaal-kulturele supermarkt! En gewoon in Epe! 

Ik vroeg AI hoe een sociaal-culturele supermarkt eruit ziet. Dat plaatje ziet u bovenaan. En jawel: luidruchtige jongeren... Ik dacht dat dat maar positief opgevat moest worden...

Ik verheug me nu al op dat bibliotheekcongres. En ik neem de brieven uit 1972 mee.

Hup Scheepstra!