zondag 24 oktober 2021

Geruisloos uit de bibliotheekgeschiedenis : het lot van de Joodse bibliotheekmedewerkers


 'Hé Mark, hoe gaat het met je boek"', wordt me met regelmaat gevraagd. Weet u het nog? In mei van dit jaar schreef ik dat ik al even bezig was met onderzoek naar de ontslagen Joodse bibliotheekmedewerkers. En de deadline van de uitgever begint te komen, dus de afgelopen maanden heb ik heel veel vrije tijd gestoken in dit onderzoek. Maar, met resultaat en er ontstaat een heus klein monument voor deze elf ontslagen Joodse bibliotheekmedewerkers. Ik neem u even mee naar wat ik zoal meemaakte. Waar ging het ook al weer over en wat weten we inmiddels?

Ontslagen medewerkers
In mei 1940 viel Duitsland Nederland binnen. Na enkele dagen van weerstand en het bombardement op Rotterdam gaf  Nederland zich over. De bezetting was een feit. Hoewel de massadeportaties van Joden uit Nederland vooral in 1942 en 1943 plaatsvonden, startte de vervolging van Joden al veel eerder. In oktober 1940 werd de ariërverklaring gevraagd van alle ambtenaren en van alle instanties die gelieerd waren aan overheden, zoals bibliotheken. 


Wie drie of vier Joodse grootouders had, werd ontslagen. In totaal moesten zo'n 200.000 mensen die ariërverklaring invullen. Slechts enkele tientallen tekenden hier protest tegen aan. Zo'n 2.500 Joden werden op straat gezet. Daarvan werkten er elf bij negen verschillende Openbare Leeszalen. Alle negen werkten zonder direct protest mee aan het ontslag. Iedereen was bang voor de consequenties.

Eind november en begin december 1940 hoorden deze elf medewerkers via hun directeur of via de gemeente dat ze uit hun functie ontheven waren. Het formele ontslag volgde op 1 maart 1941.  Dat ze in november 1940 al uit hun functie werden gezet, kwam voor de meesten niet als schok. Wat ik uit onderzoek kan terughalen is dat de meeste Joodse medewerkers bij het invullen van de Ariërverklaring al door hadden dat hun werk gedaan was. In Leeuwarden, waar de directeur en de meest ervaren assistent werden ontslagen, had het bestuur op de achtergrond al bezien hoe tot een tijdelijke vervanging moest worden gekomen als het ontslag zou volgen.   

De lijst met elf namen
De lijst van deze elf Joodse collega's kwam ik op het spoor toen ik bezig was met met mijn vorige boek 'Alles behouden', het boek over de oorlogsdagboeken van de bibliotheek Deventer. In het Nationaal Archief vond ik een lijst met de elf namen. De Centrale Vereniging - zo heette de Verenging van Openbare Bibliotheken in die tijd - beijverde zich in die tijd voor de financiële consequenties die het ontslag van deze medewerkers had. 

Toch is het een onbekende geschiedenis. In de geschiedenisboeken over bibliotheekwerk worden vele pagina's volgeschreven over de censuur die in oorlog gepleegd werd maar het ontslag wordt vaak in een paar zinnen vermeld. En gezien het leed dat deze elf medewerkers is overkomen, is dat onterecht. 

Wel werd er een wachtgeldregeling getroffen voor de ontslagen medewerkers die inhield dat je de eerste vijf jaar na ontslag tussen de 60% en 70% van je inkomen zou houden. De eerste drie maanden was het nog iets meer en na vijf jaar en na tien jaar werd het nog iets verlaagd. Eigenlijk zou die wachtgeldregeling hun hele leven doorlopen. Een morbide gedachte als je weet dat de meeste Joden binnen twee jaar in concentratiekampen vermoord werden. 

Hoe liep het met ze af?


Vijf worden vermoord, zes overleven
Van de elf medewerkers komen er acht in de kampen terecht. Zes van de elf overleven de overleven de oorlog uiteindelijk. Dat is relatief veel als je weet dat van de 140.000 Joden in Nederland aan het begin van de oorlog ruim 70% is vermoord of anderszins oorlogsslachtoffer is.

Drie van de medewerkers die in kampen terecht komen, Fanny Simons, Hannie Wolff en Dora Belinfante hebben het geluk dat ze tot een speciale groep behoren, de zogeheten 'Barneveld-groep'. Het was een groep van ongeveer 600 Joden die via de heren Frederiks en Van Dam, beiden secretaris-generaal op een ministerie, een uitzondering had gekregen en nooit op transport zou gaan. Een belofte die de bezetter, net als vele beloften, schond en ze gingen uiteindelijk wel naar Theresienstadt. Maar Theresienstadt was geen vernietigingskamp en alle drie overleven ze dat kamp. Hannie Wolff heeft haar verhaal op tape en video laten vastleggen waardoor ze in meer dan tien uur uitlegt wat ze allemaal mee heeft gemaakt in de oorlog. In het Joods Historisch Museum heb ik uren naar haar kunnen luisteren. Over de bizarre reis van Barneveld naar Westerbork en van daar naar Theresienstadt. Ze maakte mee hoe in Theresienstadt nog overlevenden van Auschwitz binnen kwamen en hoe geschokt ze was van hun miserabele toestand. Als ze terugkijkt op de oorlog, zegt ze dat zich soms bijna schaamde dat zij het wel overleefd had. Maar wie haar verhaal straks zal lezen, zal zien dat het meerdere keren maar weinig had gescheeld of ze had het niet meer na kunnen vertellen. 

Een bijzonder verhaal is ook de onderduik van de assistent Henriëtte de Leve uit Leeuwarden. Zij duikt onder bij de groenteboer in haar eigen straat. Een verhaal waar nog meer over te zeggen zou moeten zijn maar waar ik samen met anderen tevergeefs naar nieuwe puzzelstukjes zocht. Of het verhaal van Celine Polak die in Amsterdam werkte maar die in Ruurlo in de Achterhoek onderdook. Van haar heb ik meer gevonden over haar onderduiksituatie en zelfs nog iemand gesproken die haar heeft meegemaakt in de onderduiksituatie. Of het verhaal van Salomon van der Meusen die verraden werd omdat hij waardevolle spullen van de synagoge uit handen van de bezetter probeerde te houden. 

Letterlijk uitgewist
In een aantal gevallen vind je nog familieleden, die je soms nog wat kunnen vertellen. Maar soms ben ik degene die de familie nog wat kan vertellen omdat het verhaal al is verdwenen. Het ging om een redelijk aantal vrijgezelle dames die geen nageslacht hadden. Wie dan naar familie zoek, komt dan uit bij de kinderen en kleinkinderen van broers of zussen van de bibliotheekmedewerker in kwestie.  Tja, en wat weet je dan nog van zus van je opa? 

Van een aantal bibliotheekmedewerkers is dus maar bijzonder weinig te vinden. Van vijf ontslagen bibliotheekmedewerkers heb ik bijvoorbeeld geen foto. Van één ga ik dat nog wel krijgen (daar is het nog een rechtenkwestie) maar van vier andere ben ik bang dat we zonder beeld eindigen. Het tekent hoe grondig de bezetter hun levens heeft uitgewist. 

Een klein monument: april 2022 komt het boek
Op dit moment rond ik de teksten van alle levens af. Daarna wordt het boek door de uitgever klaar gemaakt en kan het rond april, mooi voor de bevrijding, verschijnen. Het zal een mooi, ontroerend en liefdevol monument zijn voor het leed en onrecht dat hen is aangedaan eind 1940.Ontslagen als opmaat voor veel leed wat daarna nog volgde.  Met alle bibliotheken die het betreft heb ik contact en ik zou het mooi vinden als we er volgend jaar gezamenlijk wat aandacht aan zouden kunnen geven.  

Wat voor mij begon als een kleine speurtocht is volledig uit de hand gelopen zoals u ziet. Het werd een speurtocht waar heel veel mensen mij bij hielpen en waar puzzelstukje na puzzelstukje met elkaar bij elkaar werd gelegd. En het is bijzonder dankbaar werk om deze collega's weer een gezicht te geven en onder het stof van de bibliotheekgeschiedenis vandaan te halen. Want ze waren geruisloos uit de bibliotheekgeschiedenis verdwenen.

zondag 17 oktober 2021

Basisvaardigheden in coronatijd: meebuigen met wat wél kan


Eind september publiceerde de Koninklijke Bibliotheek een nieuwe onderzoeksrapportage over Basisvaardigheden. Deze rapportage verschijnt elk jaar maar dit jaar was hij extra interessant omdat deze nu ook de uitkomsten over 2020, het eerste coronajaar, omvatte. Wat zien we daarin en welke conclusie kunnen we trekken? 

Dat het coronavirus effect heeft gehad op het bibliotheekwerk hoef ik niemand uit te leggen. We zijn lange tijd dicht geweest en toen we weer open mochten, was het vaak met beperkingen. Veel bibliotheken geven in het onderzoek dan ook aan dat bibliotheken minder konden doen. 74% van de bibliotheken gaf aan minder aan digitale vaardigheden te kunnen hebben doen en 54% gaf aan minder aanbod te hebben gehad op het gebied van taal. 

Ook het aantal locaties waar fysiek een cursus Klik en Tik of Digisterker kon worden gegeven liep voor het eerst in vele jaren terug. 

Alternatieven

Toch lieten bibliotheken zich geenzins uit het veld slaan. Ook is onderzocht in welke mate bibliotheken overgingen tot alternatieven. 

Naast het feit dat bijna alle bibliotheken meer informatie via hun website of nieuwsbrief gaven, bijvoorbeeld over digitale alternatieven, organiseerde ongeveer tweederde van alle bibliotheken een telefonisch spreekuur en de helft van de bibliotheken maakte een afspraak voor individuele hulp. Iets minder dan de helft zette het taalhuis om naar een online variant en een derde van de bibliotheken ging taalwandelingen maken. Bibliotheken waren uiterst creatief in het vinden van allerlei alternatieven. Hetgeen niet wil zeggen dat het allemaal vanzelf ging, ik kan me herinneren dat we allemaal plotseling op zoek waren naar de juiste tool voor video-overleg. 

Vrijwilligers en professionele inzet

De onderzoeksrapportage geeft ook aan dat het aantal vrijwilligers in 2020 door corona tijdelijk terugliep. In 2019 werd bij 98% van de bibliotheken gewerkt met vrijwilligers voor programma's rond basisvaardigheden terwijl dit in 2020 92% was. Dit werd gecompenseerd door de inzet van frontofficemedewerkers. In 2019 zette 32% van de bibliotheken frontofficemedewerkers in voor deze taken en in 2020 was dit 54%. Door de sluiting van bibliotheken zal een deel van de formatie dus (deels tijdelijk) verschoven zijn. Het aantal fte dat ingezet wordt voor basisvaardigheden is sinds 2016 gestegen van 99 fte naar 227 fte in 2020. Voor de goede orde, in 2020 waren er in het hele bibliotheekwerk, xxxx betaalde formatieplaatsen. Helaas ontbreekt in het onderzoeksrapport een staatje per jaar van deze gegevens, dat is iets voor de volgende rapportage. 

Financiering

Zo'n staatje door de tijd geeft het onderzoeksrapport wel als het gaat om de financiering. Daarin kun je zien dat basisvaardigheden bijna 90% een structurele financiering kent. Dit betekent dat ze ook steeds vaker onderdeel zijn van de prestatieafspraken tussen gemeente en bibliotheek. Het incidentele budget is gedaald. In 2018 kende nog 62% van de bibliotheken een vorm van incidentele financiering en in 2020 was dit nog maar 34%. 

Waar het om gaat: impact...


2020 was een bijzonder jaar en 2021 zal dat ook zeker nog zijn. Bibliotheken moesten andere wegen vinden om toch hun resultaten te halen. En die resultaten laten zich uitdrukken in individuele burgers die beter in staat zijn zich te redden in deze samenleving. 2020 heeft ons laten zien hoe belangrijk het is dat je je digitaal kunt redden. En daarom ben ik ook zo blij met bijgaande staatje. Dat gaat namelijk over wat cursisten zeggen over de cursus Klik en Tik en wat het voor hen betekent. Zo'n 700 cursisten zijn voor en na de cursus bevraagd op wat ze kunnen op hun computer. Men werd vaardiger in het omgaan met de muis, het typen van tekst, het sturen van een e-mail en het zoeken van informatie op internet. Voor u en ik misschien de gewoonste zaak maar voor grote groepen nog een geheime wereld. Ik ben blij dat ik in de sector werk waarbij we die mooie bijdrage kunnen leveren. 

Werk aan de winkel!

Hulde voor de onderzoekers van de Koninklijke Bibliotheek die weer een puik rapportje afleverden en voor ons nog een hoop werk aan de winkel. Want toen de coronapas werd ingevoerd werd duidelijk dat er grote groepen waren die zich tot nu hadden gered zonder DigiD. Door anderen te machtigen voor belastingaangifte bijvoorbeeld, of door altijd naar een balie te gaan of door gewoon niet iets te doen waar je een DigiD voor nodig had. Het toont aan dat bibliotheken nog veel te doen hebben rond basisvaardigheden en een grote en goede rol kunnen spelen om burgers op weg te helpen. Sommige delen van onze samenleving zijn veel minder digitaal vaardig dan de overheid ons graag voorspiegelt. Een goede investering in bijvoorbeeld Informatiepunten Digitale Overheid blijft voorlopig dus een bittere noodzaak. 

zondag 10 oktober 2021

De minister stuurde een briefje: nooit meer jeugdcontributie!


Inmiddels demissionair minister Van Engelshoven zal niet gedacht hebben dat ze dit briefje nog naar de Tweede Kamer zou sturen. Maar de formatie duurt lang en sommige zaken kunnen dan toch niet meer wachten en zijn niet discutabel. En ach, je bent aan het eind van je termijn en nieuw geld voor bibliotheekwerk is er (nog) niet. Tja, wat voor briefje stuur je dan? Nou, het briefje over de 'Monitor Wet Stelsel Openbare Bibliotheekvoorzieningen'.  En hoewel de minister dan wellicht bijna aan het eind is van haar periode, weet ze met haar beperkte middelen toch nog een punt te maken. Lees maar mee.

Weg met de jeugdcontributie!

Het meest kenmerkende dat de minister in haar brief aan de Kamer schrijft is dat het afgelopen is met de jeugdcontributie. Begin 2019, nu twee jaar geleden publiceerde ik bovenstaande landkaartje. Dat kaartje gaat over 2017. 17 van 149 bibliotheekstichtingen had toen nog een vorm van jeugdcontributie. Toch nog ruim 10% van de bibliotheken. Vaak ging het dan om jeugdcontributie vanaf 14 of 15 jaar. Een soort aanloopje naar de 'echte' contributie' en vaak ingegeven door bezuinigingen in het verleden. 

De minister schrijft hierover in haar brief: 

'Een aantal gemeenten maakt gebruik van de mogelijkheid jeugdcontributie te vragen. In 2019 betrof het 12 bibliotheekorganisaties in 26 gemeenten. Eind 2020 was dit gedaald naar 9 bibliotheekorganisaties in 13 gemeenten en begin 2021 naar 8 bibliotheekorganisaties in 12 gemeenten. Bibliotheken die jeugdcontributie heffen, hebben een lager bereik onder de jeugd dan bibliotheken die dat niet doen. Het heffen van jeugdcontributie verhoudt zich niet met de brede maatschappelijke wens en noodzaak het lezen onder de jeugd te stimuleren. De Tweede Kamer heeft bij motie Asscher/Ellemeet verzocht te onderzoeken of het mogelijk is jeugd in alle gevallen gratis toegang tot de bibliotheek te geven.  Ik ga er conform deze motie voor zorgen dat de jeugd in de toekomst altijd gratis toegang heeft tot de openbare bibliotheek, inclusief de digitale bibliotheek. De uitzonderingsmogelijkheid in de Wsob ten aanzien van heffen van een tarief voor de jeugd, komt te vervallen. Artikel 13 van de Wsob (Contributievrijstelling jeugd openbare bibliotheken) zal hiervoor worden gewijzigd. De wetswijziging zal naar verwachting in de loop van 2022 ingaan. Gemeenten waar in 2021 nog sprake was van jeugdcontributie zullen hiervoor de komende twee jaar worden gecompenseerd.'

Het was dus al dalend en ze maakt er een eind aan. Je kunt het klein bier noemen maar het zijn nog altijd acht van de inmiddels 140 bibliotheekstichtingen. Vaak bibliotheken die het al lang op hun lijstje hadden staan om het af te schaffen. Als ik er snel door heen kijk, gaat het dan om Haarlemmermeer,  Delft, Oost-Achterhoek, Huizen-Laren-Blaricum, Westland, Wageningen, Veldhoven en Nijkerk. 

De échte winst: jeugdcontributie kan niet meer worden ingevoerd

Mooi voor die plaatsen maar de echte winst is niet dat nu ook in die laatste twaalf gemeenten de jeugdcontributie wordt afgeschaft. Nee, de echte winst zit ergens anders. En dat is dat jeugdcontributie nergens meer kan worden ingevoerd. Niet bij de volgende bezuinigingsronde en ook niet bij de ronde die daarna komt. Het wordt wettelijk verankerd en dat is bijzonder want hiermee is het één van de zeer concrete punten waaraan een bibliotheek moet voldoen als deze deel wil nemen in het stelsel. De gemeenteraad heeft er niks meer over te zeggen en de minister dwingt het af. Deze deur gaat op slot en gaat niet meer open.

Opmaatjes voor een vervolg: bereikbaarheid en convenant, leenrecht en digitale bibliotheek 

Wie verder door de brief heen leest, ziet dat de minister al een opmaat maakt voor haar opvolger mocht het komen tot extra investeringen in het bibliotheekwerk. 

De eerste opmaat is het landelijk convenant en de bereikbaarheid. Aan het eind van de brief geeft de minister aan dat het convenant goed richting geeft aan de drie maatschappelijke opgaven - een geletterde samenleving, digitale inclusie en een leven lang ontwikkelen - maar dat er ook zorgen zijn. Zorgen over fysieke bereikbaarheid met name voor kinderen en jongeren. Wijken met grote maatschappelijke opgaven worden hier nog speciaal genoemd. Als je dit als opmaatje ziet, betekent dit extra geld voor de maatschappelijke opgaven met extra aandacht voor een goed dekkend netwerk van vestigingen. En kijk dan aanvullend nog even naar de financiering van de InformatiePunten Digitale Overheid die via Binnenlandse Zaken een bijdrage krijgen.

Daarnaast wordt aangegeven dat de stijging van het gebruik van de digitale bibliotheken door Corona wellicht van blijvende aard is en dat hier dan ook extra investeringen nodig zijn. Dat is een opmaatje om te zeggen dat als er extra geld komt, ook hier wat naar toe moet.

En tot slot spant de minister zich in voor het leenrecht rond de Bibliotheek op school. Een bijzonder lastig item waarin sympathie voor kinderboekauteurs en de lastige financiële positie voor bibliotheken door elkaar heen lopen. En waar beide partijen zeggen het recht aan hun kant te hebben. Terwijl beiden weten dat ze elkaar nodig hebben om verder te kunnen. Dat  hier een keer iets moet gebeuren is evident.  De minister lijkt te hinten op een oplossing die past bij de ambitie van het leesoffensief. Maar om dat een echt 'offensief' te maken is ook meer nodig dan de beperkte middelen dan die tot nu beschikbaar zijn gesteld. Verder groeien met de Bibliotheek op school  naar leesplezier op elke school en dan gelijk het leenrecht regelen lijkt mij (nog steeds) de beste oplossing. Verbind vergroting van maatschappelijk nut aan een beter klimaat voor kinderboekenauteurs.

Punt gemaakt en door!

U ziet, de ambtenaren hebben de minister weer knap verder geholpen. Ze hebben ingezet op de jeugdcontributie en dat punt binnen gehaald en de loper is uitgelegd voor een vervolg. Dat is wat u naar mijn mening tussen de regels door kunt lezen. Alle signalen dus nog steeds op groen om samen verder te bouwen aan een netwerk voor een Leven Lang Ontwikkelen!