donderdag 31 maart 2022

Bedankt Jos Debeij: Hoe de meester en gezel twee vrienden werden


Het is wel een week van afscheid. Zondag schreef ik nog woorden voor Maaike Toonen en vandaag is de eer aan Jos Debeij.  En vandaag is zijn aller-aller-allerlaatste dag in het bibliotheekwerk. Dat Jos van enorm belang is geweest weten wij allemaal. 

150 sollicitanten

Ik vertel daarom maar gewoon wat mijn lange geschiedenis met Jos is. Het is een verhaal waar bibliotheekwerk vanzelf in voorbij komt. Maar ook het verhaal van hoe een meester en een gezel vrienden werden.  

Jos was degene die mij in 1994 aannam als bibliothecaris-specialist bij de Bibliotheek in Deventer. Er hadden 150 mensen geschreven op die vacature (ja, u leest het goed) en ik werd het. Ik was 23, had twee jaar voor Plusbibliotheken erop zitten, en vanaf dat moment werd Jos één van mijn leermeesters en ik werd zijn gezel. 


'Zorg dat je een paar leuke projecten krijgt'

In Deventer mocht ik aan de slag met CD-ROM's en een verre voorloper van internet. Maar lang duurde het niet want Jos stapte over naar de Overijsselse Bibliotheek Dienst in 1995. En geloof het of niet maar in stedelijke bibliotheken keken in die tijd nog neer op provinciale bibliotheekcentrales. Stedelijke bibliotheken wisten het namelijk beter. Ik weet nog wat hij tegen me zei bij dat afscheid: 'zorg dat je een paar leuke projecten krijgt'. Ik  volgde zijn raad op en ging aan de slag met internet, gaf cursussen aan mijn collega's en niet veel later ook in de provincie. Het internet zette namelijk heel veel zoekstrategieën compleet op zijn kop. Jos was daar in zijlijn bij betrokken en moedigde collega's zoals Jacqueline Roelofs en mij aan om op het ingeslagen pad verder te gaan. 

Maar ergens in 1998 was ik wel een beetje klaar in de bibliotheek Deventer. Laat ik de details besparen maar ik kreeg meerdere aanbiedingen van commerciële partijen om verder te gaan met internet. Het had niet veel gescheeld of ik had bij IBM gewerkt. Het was Jos Debeij die daar een stokje voor stak. Ik weet niet meer hoe hij had gehoord dat ik een aanbieding had voor een andere baan maar hij belde me op en vroeg of ik al 'ja' had gezegd op die aanbieding. Het antwoord was 'nee'. Diezelfde avond kwam hij bij me op bezoek en vroeg me zo ongeveer hoe mijn ideale baan in het bibliotheekwerk eruit zou zien. Ondertussen vertelde hij dat hij iemand zocht bij de Overijsselse Bibliotheek Dienst voor, nou ja wat een toeval, precies zo'n baan! 

Hij nam afscheid en beloofde me dat ik de volgende ochtend een aanbieding in de bus zou hebben. En warempel, toen ik de volgende ochtend opstond, lag er inderdaad een brief met aanbieding. Die had hij die avond nog uitgetypt, uitgeprint en door mijn brievenbus gegooi. Hij zorgde dat ik behouden bleef voor het bibliotheekwerk en ik stapte over naar de Overijsselse Bibliotheek Dienst. De gezel volgde zijn meester. 

Mijn eerste klus die Jos me gaf: overal internet uitrollen bij alle Overijsselse bibliotheken. Het was een fantastische tijd. Ik crosste door de hele provincie, maakte plannetjes en er werd een berg geld geïnvesteerd in apparatuur. Ondertussen zag ik hoe Jos met bibliotheken beleidsplannen maakte en investeerde in het bouwen van het Overijssels netwerk. De scheiding (en ruzie) tussen stad en platteland werd stap voor stap mede door hem geslecht. Ik had een enorm ontzag voor hoe hij dat deed en vroeg me af hoe ik dat ooit zou leren. Hele groepen wist hij op sleeptouw te nemen en te inspireren. En complexe vraagstukken leken op zijn flipovervellen terug gebracht te kunnen worden tot acht blokjes en veertien pijlen. 

Samen met Flevolandse en Overijsselse bibliotheken en de Bibliotheek Breda werd er gereisd naar Denemarken. Silkeborg was toen een gidsland op digitaal gebied. En passant deden Jos en ik nog onderzoek naar de erotiekcollectie in deze bibliotheek (zie foto ;-). 

Laurens en Rummikub

Maar drie jaar nadat ik binnen was bij de Overijsselse Bibliotheek Dienst vertrok Jos weer. Hij werd de baas van het ICT-expertisecentrum Laurens. Laurens zette zich in voor de digitale vernieuwing in het stelsel en deed daarnaast losse ICT-klussen voor bibliotheken. Het team van Laurens zette de vragendienst Al@din op en Landelijk Lenen, de voorloper van Zoek en Boek. Laurens was een kleine rebellenclub met een kleine vaste kern en een wat grotere flexibele schil er om heen. 

In 2003 schreven we samen een artikelenserie in BibliotheekBlad over het Rummikub van het bibliotheekwerk. We betoogden dat door grootschalige inzet van zelfbediening er honderden formatieplaatsen vrij te spelen waren voor nieuwe diensten. Jos liet mij de aanzet van de artikelen maken en hij herschreef ze. Hij wist veel beknopter te formuleren dan ik en hij wist ook beter wat belangrijk was. Opnieuw leerde hij me iets wat me nog heel vaak van pas is gekomen.

Negen dagen praten en in één dag een rapport

Niet veel later vroeg Jos of ik samen met hem vanuit Laurens de digitale bibliotheek van OBA wilde opzetten. Het was een traject  van tien beleidsdagen die moesten eindigen in een eindnotitie. Elke dag begon met een inspirerende spreker en in de middag verkenden we een onderdeel van iets dat in de eindnotitie moest komen. Jos was de trekker en ik fungeerde als een soort secretaris. Telkens vroeg ik aan Jos of we niet eens moesten beginnen met schrijven.... Nee, nog niet, zei hij dan. En na acht beleidsdagen stond er dan ook nog geen letter op papier. Dat had ik nog nooit meegemaakt. Maar uiteindelijk zie hij: 'misschien moet je nu toch maar wat op papier zetten'. En zo geschiedde. Op dag negen lag er een notitie van 25 pagina's. Dat leverde nog een paar opmerkingen op maar op dag tien was het toch vooral feestelijk afronden. Jos had er voor gezorgd dat de grote groep in acht dagen een gezamenlijk beeld had opgebouwd in alle hoofden. De notitie bleek vervolgens alleen nog maar de formele afhechting van dat gezamenlijke beeld. Van dat traject heb ik geleerd hoe belangrijk draagvlak is. Daarna mocht ik overigens het plan gaan uitvoeren. Dat werd een fantastisch traject met Jaap van der Stoel, Rob Visser en Hans van Velzen. 

In 2007 wordt Jos opnieuw directeur bij de Bibliotheek in Deventer. Ik ben dan nog programmamanager voor de Overijsselse bibliotheken met digitalisering en onderwijs in portefeuille. De tijd waarin we bouwden aan de Ideale Website (onder ander samen met Jan de Waal, zie foto) en het is de tijd dat de allereerste scholen met Bibliotheek op school van start gaan. De fundamenten van wat nu als landelijke infrastructuur en als landelijk kernteam werkt, werd in die jaren al gelegd. 

Gedeputeerde Kristen van Overijssel kon in die tijd meerdere keren per jaar weer iets openen.  Hierboven zie je de start van Landelijk Lenen/Zoek en Boek waarbij we met een act en een karretje door het hele provinciehuis gingen om te melden dat je alles bij ons kon bestellen.  Zijn opvolger als gedeputeerde, Jan Buursink, kreeg het zelf voor elkaar dat er een motie in de Tweede Kamer werd aangenomen dat er in Deventer een bibliotheekexpertisecentrum moest komen. De motie werd aangenomen maar nooit uitgevoerd. 

Overigens hadden we in die tijd wel een innovatielab voor bibliotheken in de Stads- of Athenaeumbibliotheek waar ik samen met John van der Pas van Saxion en mijn collega Wout Ligterink met studenten tal van innovatieve onderzoeken uitvoerde. Die motie was dus zo gek nog niet. Dat innovatielab deden we elke vrijdag en consequent aten we tussen de middag vis op de markt en daar schoof eigenlijk altijd Jos weer bij aan. De foto 'Innovatie in bibliotheekwerk is gekkenwerk' die boven dit artikel staat, komt uit die tijd.

Zelf werd ik ondertussen voor een tijdje bibliotheekdirecteur in Hengelo en eind 2014 opnieuw in Deventer toen Jos vertrok naar de Koninklijke Bibliotheek. De grens tussen meester en gezel was door alles wat ik van hem had geleerd inmiddels vervaagd. 

Koninklijke Bibliotheek

In 2015 belt Jos me opnieuw op. Of ik niet wil helpen bij de Koninklijke Bibliotheek. Hij laat me gesprekstafels opzetten van de landelijke infrastructuur en het onderzoek opzetten naar het landelijk bibliotheeksysteem. Later volgt samen met Maaike Toonen de samenwerking met de Belastingdienst en de uitwerking van de informatiepunten. Zo'n twee dagen per week zit ik dan in Den Haag en Jos en ik reizen dan vaak het lange stuk samen in de trein. De meester en gezel zijn dan ondertussen al twee vrienden geworden. Hoewel je ook van je vrienden nog veel kunt leren.

Inclusiviteit, al voor het was uitgevonden

Ik had de mazzel om zoveel met Jos te werken. Of beter gezegd, om zoveel van Jos te leren. Maar ik ben niet de enige. Ik ken er nog een paar die zullen zeggen dat ze de kans hebben gehad om zo te groeien door die samenwerking. Jos heeft de zeldzame gave om altijd inclusief te denken. Daar bedoel ik mee dat hij altijd kijk naar wat je wél kunt en niet naar wat je niet kunt. Zijn lievelingsafdeling bij de bibliotheek Deventer was het logistieke team waar Jeroen Nieuwenhuis samen met collega's waar - zoals ze het zelf noemen - wel een vlekje aan zat, met een fantastische inzet de bibliotheek draaiend hielden. Op elke plek waar Jos kwam probeerde hij juist ook mensen aan het werk te krijgen die niet overal een kans kregen. Bij teams vertelde hij als het ging om teamontwikkeling vaak het sprookje van de Bremer Stadmuzikanten. Kent u dat nog? Een aantal verstoten dieren weten door hun kwaliteiten te bundelen tot grote daden te komen. 

Dat Jos Debeij van enorm belang is geweest voor het bibliotheekwerk staat buiten kijf. Met zijn verbindende kracht gaf hij ruimte aan alle partijen in het stelsel om hun rol in te nemen en te kunnen spelen. Dat deed hij in Overijssel en later in het hele land. Tegelijkertijd wist hij een aantal vernieuwingen op onorthodoxe wijze in te voeren. Al@din werd in een paar maanden ontwikkeld en gestart. Met de zoekmachine Aquabrowser en Landelijk Lenen was er al een landelijke catalogus nog jaren voordat Nationale BibliotheekCatalogus (NBC) gerealiseerd werd. De ruimte die hij bood aan partijen bood hij nog meer aan mensen. En ik denk dat hij dat zelf als belangrijkste verdienste zag: niks mooiers dan mensen kansen bieden. 

'Zorg dat je een paar mooie projecten krijgt...'

Jos zei tegen mij in 1995: 'Zorg dat je een paar mooie projecten krijgt'. Wijze woorden en ik zeg ze nu vaak tegen anderen: 'Zorg dat je een paar mooie projecten krijgt'.  En zorg dat je ook mensen een kans geeft die niet overal een kans krijgen. Samen kun je meer dan je denkt.

Dankjewel Jos voor al die jaren en dat er nog maar veel mooie jaren voor jou en Carla mogen komen in het mooie Limburg.  

zondag 27 maart 2022

Maaike Toonen: de kilometervreter én ongekroonde koningin van de Digitale Inclusie


Wie een beetje bekend is met het bibliotheekwerk moet de naam Maaike Toonen wel eens gehoord hebben. Ze is namelijk de kilometervreter én koningin van de Digitale Inclusie. Als iemand de bibliotheken op dit pad in de afgelopen jaren vooruit heeft geholpen dan is zij het. Zonder haar waren de InformatiePunten Digitale Overheid, de IDO's, er nooit geweest.  Maar... ze vertrekt per 1 april. Ze stapt over naar het ministerie van Sociale Zaken en dus is dit de laatste week dat ze in het bibliotheekwerk vertoeft. Alle reden dus voor een lofrede!

De afgelopen zes jaar heb ik op verschillende manieren intensief met haar samengewerkt en elke keer als ik denk aan die samenwerking krijg ik een glimlach op mijn gezicht. Maar daarover straks meer.

Rennend over het veld van basisvaardigheden

Maaike is via het Sectorinstituut Bibliotheken het bibliotheekwerk ingerold. Van huis uit historicus maar zich de afgelopen tien jaar druk gemaakt over een Leven Lang Leren, Basisvaardigheden en Digitale Inclusie. Maaike is daarbij de speler geweest die over het veld rende om alle ballen op de juiste plek te krijgen. Er werd gepraat met bibliotheekdirecteuren, met adviseurs, met uitvoeringspartijen als de Belastingdienst, het UWV en met vele ministeries. Noem een organisatie en Maaike kent er iemand, heeft met iemand staan borrelen of is al betrokken geweest bij een werkgroep. 

Nu kun je denken dat Maaike dan wellicht heel erg van overleggen en vergaderen houdt. Nou, dat is niet zo. Ze heeft er een gruwelijke hekel aan. Partijen die om de zaak heen draaien, die traineren of die geen kleur bekennen, hebben een slechte aan haar. In een overleg zal ze nog redelijk beschaafd laten weten hoe ze erover denkt. Wie haar treft na het overleg treft haar foeterend en tierend aan want aan mensen die niet aan de slag gaan, dralen of traineren heeft ze - in haar eigen woorden - 'een tyfushekel'. Maaike Toonen heeft ook mijn vocabulaire op deze manier verrijkt met menig scheldwoord dat ik nog niet kende. 

En tegelijkertijd gaat achter dat vloeken en tieren niets anders schuil dan passie voor de publieke zaak: burgers moeten geholpen worden! En instellingen die daar met publiek geld voor gefinancierd worden, hebben een hele dure plicht om alles te doen wat in hun vermogen ligt om de samenleving te dienen. Nou, dat is ongeveer hoe ze er over denkt.  Maaike Toonen zou het dan ook prima doen als ombudsman. 

In drie jaar tijd naar ruim 400 informatiepunten Digitale Overheid

Maar zo scherp als ze kan zijn op samenwerking met anderen, zo scherp is ze ook voor zichzelf. Ze worstelde zich door alle bureaucratische regelgeving, formulieren en stroperige overleg. Net zolang totdat de Informatiepunten Digitale Overheid de inhoudelijke, organisatorische en financiële bodem hebben die er nu ligt. In juli 2019 begonnen op 15 plekken, een feestelijke opening van nummer 200 in  2021 en inmiddels zijn we ver in 400! In drie jaar tijd! 

Waar de overheid loket na loket sluit, openen bibliotheken deur na deur. Het is niet voor niks dat Lily Knibbeler bij die feestelijke opening van het 200e punt zei:  'velen praten over maatschappelijke opgaven, bibliotheken doen er wat aan!'. 

De speler die alle gaten dicht liep

In de tijd dat ik met haar optrok kwam de afspraak met de Belastingdienst van de grond. In drie maanden tijd lieten bibliotheken zien belastingspreekuren te kunnen organiseren. Daarna kwam het gesprek met de Manifestgroep en de Binnenlandse Zaken over de informatiepunten Digitale Overheid. De initiële afspraak was bij elke bibliotheekstichting één informatiepunt, een stuk of 150 dus. De vluchtelingencrisis van 2015 kwam er nog tussendoor, de donorregistratie, de coronavaccinatie en het toegangsbewijs. Telkens was Maaike een verbindende schakel en liep alle gaten dicht tussen ministeries, uitvoeringsorganisaties en bibliotheken. 


Vele meters maakte ze en telkens zorgde ze voor de juiste voorzet zodat anderen konden scoren. En waarom moet er gescoord worden? Precies, omdat de burger moet winnen!

Maaike Toonen heeft lange tijd op redelijk hoog niveau gevoetbald. En ik vermoed dat haar inzet op het veld wel ongeveer vergelijkbaar is met hoe ze in haar werk voor bibliotheken acteerde. Lees nog maar eens een wedstrijdverslag uit 2012 na, waar ook bovenstaande foto van de jonge Toonen vandaan komt en het artikel uit het Leiderdorps Weekblad hieronder. Ook hier meer dan 100% inzet en maar rennen en verbinden. Een voorzet hier en een pass daar. Een schot op de lat en uiteindelijk valt die bal dan toch in het doel. Maar zoals het gaat met topspelers, die maken soms een mooie overstap. Het ministerie van Sociale Zaken heeft een gouden aanwinst, zeker als ze haar op haar eigen manier kunnen laten werken. 

Ik ga haar missen, het bibliotheekwerk was niet zover geweest in haar ontwikkeling op het gebied van Digitale Inclusie als Maaike er niet was geweest. Natuurlijk, er zijn ook vele anderen bij betrokken en die spelen ook allemaal hun rol. Maar Maaike was voor bibliotheken dé dragende speler in dit spel.  

Maaike Toonen is echt de kilometervreter én ongekroonde koningin van de Digitale Inclusie! 

Dank Maaike voor al die jaren inzet en samenwerking en vooral je ongepolijste commentaar.... Ik krijg weer een glimlach op mijn gezicht als ik er aan denk.

Fotoverantwoording

Foto boven: Maaike tijdens een werkbezoek aan Koek en Boek in Brussel, tussen KB-collega's, eigen foto

Foto midden: Maaike als voetballer: DECAL Digitale Communicatie

Artikel en foto onder: Leiderdorps Weekblad

zondag 20 maart 2022

U bent welkom.... een uitnodiging en een booktrailer

Het is bijna zover! Mijn tweede boek over het lot van Joodse bibliotheekmedewerkers komt bijna uit. Wie stil is en heel goed luistert, hoort de persen van de drukker nu draaien... En op 12 april mag dit kleine geschreven monument het licht gaan zien. En, u kunt erbij zijn...

Booktrailer

Waar ging het ook alweer over? Nou, dat wordt nog eens kort uitgelegd in de heuse booktrailer die mijn dochter Eva-Lotta voor me maakte. In ruim een minuut bent u weer bij, dus klik er even op.


Ik vind het lief dat ze deze gemaakt heeft. Ook bij mijn vorige boek maakte ze er al één. Ze is mijn beste marketingafdeling. En goed, die boekpresentatie, dat is toch een plechtig moment. De bibliotheek Hilversum, één van de bibliotheken die een Joodse medewerker moest ontslaan, is van harte bereid om het evenement onderdak te bieden. May Meurs van WalburgPers en Anne Rube namens de Vereniging van Openbare Bibliotheken zullen spreken. Ik vind het bijzonder dat Anne Rube namens de branchevereniging op die avond zal stilstaan bij wat in de oorlog gebeurde bij bibliotheken. 

Zelf mag ik ook wat toelichten bij het boek en dat doe ik natuurlijk graag. En na afloop is er een borrel met de onvermijdelijke boekverkoop. Overigens: het boek is al te reserveren via uw lokale boekhandel of via de internetboekhandel

Meld je gratis aan

U kunt er du bij zijn! De inloop is op 12 april vanaf 19.30 uur en het programma zal starten om 20.00 uur. Het formele programma loopt dan door tot rond 21.00 uur waarna er dus nog ruim gelegenheid is om bij te praten. 

Leuk als u komt, het is ook nog eens gratis,  maar aanmelden is wel noodzakelijk, dat kun je doen via deze link

Zie ik je de 12e? Dan gaan we de levens van onze Joodse collega's die zo geruisloos verdwenen, toch nog eens in het licht zetten.

zondag 13 maart 2022

Openbare bibliotheken en de oorlog in Oekraïne

Het is 13 maart en de oorlog in de Oekraïne gaat de 18e dag in. Ruim 2,5 miljoen Oekraïners zijn inmiddels hun land ontvlucht. Regeringsleiders piekeren zich suf hoe ze wel stelling kunnen nemen tegen de oorlog zonder er direct in betrokken te raken. Wat doen openbare bibliotheken in deze situatie? Ik geef u een kort overzicht van wat ik zelf vond, zonder de illusie te hebben volledig te zijn. Maar wellicht inspireert het en helpt het ons allemaal om bij te dragen om de menselijke ellende te verzachten. 

In mijn ronde langs bibliotheken zie ik drie lijnen van zaken die bibliotheken kunnen doen: die van een statement, die van het geven van informatie en die van het bieden van hulp. Ik loop wat initiatieven langs, nogmaals zonder de illusie volledig te zijn. Vul me dus gerust aan.

1. Statement van Europese bibliotheken

Het grootste statement van gezamenlijke bibliotheken in Europa komt van Eblida, Naple en Public Libaries 2030. FOBID, VOB, SPN en KB ondersteunen dit statement als partijen binnen Nederland. De landelijke partijen roepen bibliotheken ook op om initiatieven te ontwikkelen en zich voor te bereiden op het ondersteunen van Oekraïense vluchtelingen. 

2. H-art for Ukraine

Verschillende cultuurinstellingen hebben zich verenigd in het intiatief H-art for Urkraine, en het wordt ondersteund door Kunsten '92.  Zij riepen op om je gebouw te verlichten met de kleuren van de Oekraïense vlag. Onder andere De Nieuwe Kolk in Assen, Coda in  Apeldoorn en Kunstwerk! in Zevenaar deden hier als gecombineerde instelling aan mee. 

3. Elke dag een gedicht

Coda in Apeldoorn plaatst ook elke dag een gedicht op de eigen website. Dit onder het motto: 'Schoonheid en poëzie als reactie op de lelijkheid'. Inwoners wordt gevraagd om mee te denken welk gedicht er op moet komen te staan. 

4. Informatieavond over Oekraïne

Bij de Tweede Verdieping, de bibliotheek van Nieuwegein, werd op 11 maart een informatieavond gehouden over Oekraïne. Twee docenten van de Universiteit Utrecht en het Steunpunt Vluchtelingen verzorgden de inhoud van de avond waarbij vragen konden worden gesteld over het conflict en de vluchtelingenstroom die nu op gang komt. In het verlengde werft de Tweede Verdieping nu ook al extra taalmaatjes omdat men die verwacht straks nodig te hebben. 

Ook in de bibliotheek Heerhugowaard werd op 5 maart een lezing gehouden door een politicoloog en een sociaal geograaf. De bibliotheek Kennemerwaard, waar de vestiging in Heerhugowaard toe behoort,  doet dit samen met NEIOS, het Netwerk voor Europese en internationale oriëntatie in onderwijs en samenleving. Misschien nog wel een handige organisatie ook voor andere bibliotheken.

5. Programmering over Oekraïne

Een aantal bibliotheken kent ook een film- of theaterzaal. Bij filmzalen zie je dat bijvoorbeeld de documentaire Don Bass wordt geprogrammeerd. Naast informatie is het het dus ook nog een mogelijkheid om andere kunstvormen die gerelateerd zijn aan het thema 'oorlog en vrede' speciaal te programmeren. 

6. Boekentips

De bibliotheek Zuid-Kennemerland heeft een boekenlijst met leestips voor volwassenen als kinderen gemaakt. Met daarbij nog wat algemene informatie over de situatie in Oekraïne met een selectie van websites. Ook de bibliotheek West-Achterhoek heeft een soortgelijke pagina.  De Online Bibliotheek biedt een speciaal kopje 'Oorlog en vrede' aan. 

7. Fieldlab Bed, Bad, Brood, Boek

Bij Rijnbrink wordt gewerkt aan het opzetten van een fieldlab Bed, Bad, Brood, Boek. Bed, Bad, Brood, Boek voorziet in een concept voor bibliotheken in noodopvanglocaties. de Openbare Bibliotheek Gelderland-Zuid heeft hiermee in het verleden goede ervaringen opgedaan voor de locatie Heumensoord. Samen met andere bibliotheken wordt nu gezorgd dat een concept ontstaat dat in de toekomst ook op andere opvanglocaties snel en efficiënt kunnen inzetten. Verchillende bibliotheken hebben al interesse getoond en contactpersoon bij Rijnbrink is Karien van Buuren.

8.  Opbrengst afgeschreven boeken voor Oekraïne

De bibliotheek Heiloo verkoopt speciale tasjes met afgeschreven boeken voor Oekraïne. De tasjes worden voor € 2,50 verkocht en de volledige opbrengst gaat naar hulp voor Oekraïne. 

9. Benefietoptreden

In de bibliotheek Kennemerwaard werd een benefietoptreden georganiseerd met stand-up comedy door Harry Glotzbach en Wilko Terwijn. De kaarten werden voor € 15,- per stuk verkocht en de volledige opbrengst ging naar Giro 555. 

Ideeën uit de crisis van 2015

In 2015 schreef ik ook een aantal keren over de vluchtelingencrisis die destijds ontstond. Misschien is er uit deze overzichten voor de komende vluchtelingenstroom, ook nog een goed idee te halen. Overigens begreep ik dat de Koninklijke Bibliotheek, net als bij de vluchtelingencrisis in 2015, weer voornemens heeft om weer een centrale pagina te onderhouden met initiatieven. 

Ondertussen bij de bibliotheken in de Oekraïne

Op de website van Electronic Information for Libraries is een artikel te vinden over wat bibliotheken in Oekraïne op dit moment doen. In de frontlinie zijn het plekken waar onderdak wordt geboden aan mensen die willen schuilen, een plek waar nog internet is en waar informatie opgezocht kan worden. Tegelijkertijd blijken het plekken te zijn van waaruit humanitaire hulp bij elkaar komt. Op de plekken waar geen directe gevechtshandelingen zijn, worden lezingen gehouden over hoe je om moet gaan met de stress van de oorlog. Het zijn ook plekken waar spullen ingezameld worden voor vluchtelingen of slachtoffers van de oorlog.

De geopolitieke oorlog die woedt in de Oekraïne is iets dat ik nauwelijks kan bevatten. Ik voel me er ook machteloos bij omdat er krachten in het spel zijn, waar je nauwelijks invloed op lijkt te hebben. Tenminste, als simpele burger. Toch hou ik me maar vast dat alle kleine hulp bij elkaar toch iets groots kan zijn. 

Voor nu: succes met jullie goede werk en wellicht inspireren deze initiatieven om met jullie bibliotheek ook een bijdrage te leveren. Hoe klein het misschien ook voelt. Met elkaar hopen we maar op een snelle vrede.  

zondag 6 maart 2022

OBA 2030: Samenwerken wordt het belangrijkste onderdeel van ons DNA

Op 8 februari 2022, precies de 103e verjaardag van de OBA, presenteerde men de toekomstplannen voor de hoofdstedelijke bibliotheek. Het plan 'Koers 2030' , werd gelanceerd in een online presentatie met vele gasten, die je nog rustig terug kunt kijken.  Want om eerlijk te zijn: het is een fantastisch plan waar je als gemeente of bibliotheek nog flink je voordeel mee kunt doen. 

Het plan zet in op verdere spreiding en meer vestigingen en de vestigingen die er zijn moeten veel meer open gaan. Om dat mogelijk te maken is een breed offensief van samenwerking nodig: met burgers en vele partijen in de stad. Het plan Koers 2030 biedt een strategie om de grootste bibliotheek nog verder voelbaar te laten zijn tot in de haarvaten van de stad. 

Genoeg, gezegd, ik neem u mee naar een paar interessante zaken. 

Het kompas dat de koers naar 2030 uitzet, zit in bovenstaande denkkader. Met termen als 'Van sleutel bij de OBA naar sleutel bij de buurt', 'van een eigen website naar een leerplatform' en 'van een eigen programmering naar programmering met de stad'.  De toon is gezet, klinkt goed en nodigt uit om eens verder te lezen. 

Einde aan de centralisatie en van vestigingen naar community libraries

Het bibliotheekwerk heeft zich jaren gekenmerkt door een langzame terugloop van vestigingen of op zijn minst druk om de vestigingen te behouden die er al waren. Het plan OBA 2030 is wat mij betreft een mijlpaal in deze ontwikkeling. Hoewel Amsterdam altijd heeft gestaan voor een sterke spreiding en tegen centralisatie, is dit plan weer één van de eerste plannen waar weer gekeken wordt naar uitbreiding van vestigingen. 

Het is een mijlpaal omdat het markeert dat uitbreiding van vestigingen noodzakelijk wordt om andere redenen dan de distributiefunctie van boeken. Het uitlenen loopt al jarenlang langzaam terug maar het gebruik van de bibliotheek stijgt. Bibliotheken zijn geen distributiecentra meer maar ontmoetings-, studeer- en werkplekken geworden. Plekken waar workshops, cursussen en andere activiteiten plaatsvinden. En ja, ook altijd samen met een collectie van boeken, andere media en digitale bronnen. 

In Amsterdam wil met per 30.000 inwoners een vestiging. En dat dan weer volgens een indeling van S, M of L. 

Sleutel aan de stad: elke vestiging 60 uur per week open

Die vestigingen moeten in de komende tijd wel een ander karakter krijgen en veel ruimte open. Het beleidsplan stelt: 

"Grote groepen (werkende) Amsterdammers bereiken we niet doordat bijna al onze deuren om half zes dichtgaan. De afgelopen jaren was (los van de coronacrisis) al sprake van verruiming. Met dank aan de gezamenlijke inzet met partners, zullen we onze deuren nog vaker open kunnen zetten. We streven naar een volgende grote stap: een verruiming van gemiddeld 45 uur per week (nu) naar minimaal 60 u/week open in 2030."

En verder: 

"Amsterdammers en Amsterdamse organisaties worden mede-eigenaar van onze vestigingen. Samen zorgen we voor meer dynamiek, ruimere openingstijden en een specifiek aanbod in iedere buurt"

Het huidige aantal vestigingen bedraagt 25. Het plan voorziet in een verdere uitbreiding tot 32 vestigingen in 2030. Dat is acht jaar na nu, elk jaar dus een extra vestiging! Het is helder dat de OBA kiest voor een offensieve strategie terwijl er nog een bezuinigingsopdracht openstaat. Ik hou ervan, het straalt kracht uit.

 Elke vestiging een levend leerplatform

Maar het is nogal wat, meer vestigingen en die vestigingen ook nog eens heel anders organiseren. Dat erkent de OBA zelf ook.

"Maar er moet wel iets fundamenteels in onze aanpak veranderen. En dat is dat we die in alle onderdelen van onze organisatie, met volle kracht en volledig consequent moeten doorvoeren. We gaan niet alleen OBA-vestigingen veranderen in Community Libraries, maar zullen alle onderdelen van de OBA gaan inrichten als platformorganisatie en maken nog meer ruimte voor de partnerprogrammering van allerlei maatschappelijke organisaties van HvA, House of Skills, Studiezalen tot buurtinitiatieven. Met als uiteindelijk doel dat de OBA-vestigingen voor al deze partners de vanzelfsprekende uitvalsbasis is voor activiteiten op het gebied van kansengelijkheid en participatie worden. Kennisknooppunten en ontmoetingsplekken op buurt-, stadsdeel- en stedelijk niveau. Zo worden “onze” vestigingen, net zo zeer de vestigingen van onze partners. .... Dit vraagt om een andere manier van samenwerken: intensiever, inhoudelijker en ook zakelijker. Vanuit gedeeld eigenaarschap: samen verantwoordelijk voor de invulling en inrichting van OBA-locaties. Naast de samenwerking met tal van maatschappelijke organisaties, verandert de samenwerking met de gemeente ook. De strategische lijnen werken we dan ook samen met de gemeente uit.
Samenwerken wordt het belangrijkste onderdeel van ons DNA."

Wat hier eigenlijk gezegd wordt is dat elke vestiging gekleurd moet worden met de energie van de wijk. Dat betekent dat vestigingen geen eenheidsworst meer zijn maar het product van samenwerking met inwoners en partners. Waar veel kleine bibliotheekorganisaties het op dit moment wat overzichtelijker hadden en soms ook noodgedwongen door minder middelen hier al veel verder mee waren, zal dit voor OBA als grote organisatie en als sterk merk echt nog wel de nodige gesprekken opleveren. Maar de koers is glashelder: power to the people!

Van gedragen worden door de gemeenschap naar de gemeenschap mee helpen dragen

De OBA heeft door sterke netwerk met vestigingen lang volgehouden dat de school vooral naar de bibliotheek moest komen in plaats van andersom. Martin Berendse erkende in zijn presentatie dat dit vooral voortkwam uit de angst voor kannibalisatie van die vestigingen. Nu die storm voorbij lijkt, is het tijd om nu toch ambitieus richting de scholen te gaan. En daar is in een stad als Amsterdam waar best veel taalachterstand is, nog veel te winnen. In de volle breedte van jonge leerlingen tot volwassen studenten wordt hierop ingezet. 

In 2025 stelt men zich ten doel:

  • Iedere pasgeborene lid van de OBA
  • Ieder kind op de basisschool lid én een Bibliotheek op school
  • Alle Amsterdammers t/m 27 jaar gratis lid
Ook hier aan ambitie geen gebrek. Die Bibliotheek op school geldt overigens zowel basisonderwijs als voortgezet onderwijs, om de uitdaging nog maar wat aan te scherpen. 

Opvallend is ook het oprekken van de contributievrijdom tot en met 27 jaar. Ik voorspel vast dat dit een trend gaat worden en dat ik hier binnenkort landkaartjes van kan maken waar dit al zo is. Na boetevrij wordt dit de volgende stap. Slechts een zeer klein percentage is in die leeftijd lid en het verlies aan inkomsten door dit gratis te maken is dus beperkt. Als u straks extra (rijks)geld krijgt, kon dit weleens een 'quick win' zijn om in het lelijk jargon te zeggen.

Die keus voor 27 jaar verklaart de OBA met dezelfde gedachte die ook achter de community library zit: organiseer de kracht waarmee mensen elkaar kunnen helpen. Tot 27 jaar heb je vaak minder geld en organiseert de gemeenschap de bibliotheek voor jou. Na je 27e wordt verwacht dat je mee verantwoordelijkheid draagt voor die gemeenschap en dat je ook mee gaat betalen. Ik vind het wel een mooie gedachte. 

Gezinsaanpak

Een mooie zinsnede in het beleidsplan gaat, wat mij betreft, terecht over de gezinsaanpak. Als de bibliotheek een platform wordt waar zoveel bij elkaar komt, kan de bibliotheek hier een belangrijk rol in gaan spelen. 

Er wordt dan ook gesteld: 

"Eind 2024 krijgen de Nederlandse gemeenten de regierol in de gezinsaanpak. Dit is een belangrijke stap in het doorbreken van de cyclus van laaggeletterdheid: de gezinsaanpak vraagt bij uitstek om een goed aangestuurde netwerksamenwerking van partners op het gebied van preventie en curatie. Een belangrijke rol hierin wordt belegd bij bibliotheken. Ook de gemeente Amsterdam moet zich voorbereiden op deze regierol door al vanaf 2022 deze vernieuwde aanpak in gang te zetten. We bieden daarbij onze inzet aan."

Deze zin mag wat mij betreft vanaf nu in elk beleidsplan van een bibliotheek en vergeet dan niet het woordje Amsterdam te vervangen door de naam van je eigen gemeente.

Digitale transformatie

Een onderdeel dat lokale bibliotheken nog wel eens moeilijk vinden om in te vullen is de digitale transformatie. Dit omdat de digitale wereld niet ophoudt bij de grenzen van het eigen werkgebied. En hoe verhoud die landelijke digitale bibliotheek zich ten opzichte van lokale digitale initiatieven? De OBA heeft daar wel een mooi kader voor aangebracht.  Wel geeft de OBA aan dat de wensen van de OBA en wat er landelijk ontwikkeld kan worden nog uit elkaar liggen. De OBA geeft aan daar waarschijnlijk een eigen pad in te kiezen en daar zou ik toch nog wel willen pleiten voor samenwerking met het land. Want ik vermoed dat was Amsterdam wil, op termijn wel gemeengoed al worden in den lande. Gebruik Amsterdam als voorloper en geeft ook landelijk ruimte aan waar Amsterdam blijkbaar nu de schoen vindt wringen. De toekomst is een hybride bibliotheek waarbij landelijke digitale diensten zich ook prima lokaal manifesteren (en misschien ook wel vice versa) en combinatie met de lokale fysieke diensten. Een mooie gemeenschappelijke uitdaging. 

Financiering: Gemeente en.... Rijk

Aanval is de beste verdediging moet de OBA gedacht hebben met dit hele plan. En ze hebben gelijk. Hoewel er nog steeds een dreiging van bezuiniging hangt is ook helder dat bezuiniging acuut leidt tot stilstand rond het netwerk van vestigingen. En dat wil niemand. Ook geeft de OBA aan dat door samenwerking in de vestigingen er ook wat inverdieneffecten moet ontstaan op gezamenlijke huur of door verhuur van ruimten. Niet heel spectaculair maar toch goed om te noemen. 

Bijzonder is wel dat in dit plan al genoemd wordt dat er een bijdrage van het Rijk komt en dat ze ook al aangeven hoe ze die in gaan zetten: 

"We spreken hier ook het voornemen uit om een eventueel beschikbaar komende rijksbijdrage voor openbare bibliotheken zoveel mogelijk in te zetten voor onze nieuwe Scholenstrategie. In steden als Eindhoven en Rotterdam gebeurt ongetwijfeld het omgekeerde en wordt vooral de operatie in de buurtvestigingen versterkt. Als G4-bibliotheken maken we daarover werkafspraken. Zo trekken we in de bibliotheeksector het been bij en zoeken we na de vele bezuinigingen een nieuwe balans tussen de vestigingen-, scholen- en jongerenaanpak. We wijzen er daarbij wel op dat zo’n eventuele rijksbijdrage hoogstwaarschijnlijk zal worden gekoppeld aan een genormeerde basisfinanciering voor per inwoner voor de openbare bibliotheek door de betreffende gemeente."

En nog iets verderop wordt een tipje opgelicht over hoe dat met die Rijksbijdrage zou kunnen gaan. Er wordt gesproken over een doorindexering van de oude VNG-norm. Een beetje verstopt maar wie goed leest vindt het:

"Er wordt momenteel gewerkt aan afspraken tussen de rijksoverheid en de bibliotheeksector over een ‘normfinanciering’ per inwoner. Die is afgeleid van de meest recente afspraken tussen overheden over een minimale gemeentelijke financiering en dateren uit 2003. Als de afspraken 2003 worden geïndexeerd komt het minimale bedrag op € 15,- per inwoner voor gemeente tot 30.000 inwoners, € 16,- per inwoner voor gemeenten tussen 30.000 en 90.000 inwoners en € 20,- per inwoner voor grote gemeenten zoals Amsterdam. Alle bedragen zijn exclusief huisvestingslasten."

Must read voor alle bibliotheekdirecteuren

Nou, ik denk dat u het wel door hebt, dat plan van de Amsterdammers is een must read voor alle bibliotheekdirecteuren en nog een hele schare bibliotheekmedewerkers die plannetjes maken en uitvoeren. Het is een ambitieus plan. Buiten Amsterdam noemen ze het misschien kapsones maar ik noem het gewoon terechte lef en ondernemerschap. 

Het is een plan waarin spreiding weer centraal staat, waarin samenwerking het belangrijkste onderdeel van ons DNA wordt en waarbij alles samen met burgers en met de agenda van de stad wordt georganiseerd. 

De OBA heeft zichzelf een plan cadeau gedaan om een mammoettanker van koers te laten veranderen. In dat kielzog kunnen veel bibliotheken mee. Een plan waar de gemeente  ontzettend blij moet zijn.