vrijdag 23 december 2022

Reizigers


Reizigers

Wij zijn reizigers in de tijd,
in de sneltrein van het leven
En iedereen beweegt
over spoor van eeuwigheid

Soms stapt eens iemand in
Soms stapt eens iemand uit
En voor even
zijn we reisgenoten van elkaar

In dit niemandsland 
tussen aankomst en vertrek
kijken we stiekem naar elkaar
en volgt soms een kort gesprek

Wij zijn reizigers in de tijd,
in de sneltrein van het leven
Met slechts de schone taak
te reizen met elkaar
en er bestemming aan te geven

Tekst en beeld: Mark Deckers

zondag 18 december 2022

Het aanstekelijke enthousiasme van bibliotheken : terugblik en vooruitblik

Sommigen noemen mij de conciërge van het bibliotheekwerk: ik ga nergens over maar ik bemoei me overal mee. Een onbezoldigde functie die ik me graag laat aanleunen.  En zoals jullie natuurlijk wel weten: na de directeur is de conciërge toch de belangrijkste functie binnen een school of organisatie. En tja, wie is de directeur van het Nederlands bibliotheekwerk? Precies... niemand. En wie houdt dus de kersttoespraak voor de hele sector? Inderdaad, de conciërge. En ach, als lokale bibliotheekdirecteur kunt u onderstaande terugblik en vooruitblik zo houden in uw eigen bibliotheek. Voeg er een paar lokale zaken aan toe en u bent klaar. Graag gedaan.

Nou, dit zal wel de laatste inhoudelijke blog zijn van dit jaar. Dus een terugblik op 2022 en een vooruitblik op 2023. Deze conciërge doet dat langs vier lijnen en met één geheim wapen. Weten wat en hoe? Lees dan verder.

Op  de eerste plaats: 2022 wordt een historisch bibliotheekjaar. Daarover zo meer. Maar weet u nog dat op deze datum vorig jaar de horeca weer gesloten werd en de niet-essentiële winkels dicht gingen? De laatste lockdown startte toen. Ik was het al weer kwijt en ik denk velen van u ook. Hoe snel we dus vergeten. Bibliotheken werden op dat moment essentieel verklaard en mochten open blijven. Ondertussen moesten alle andere culturele instellingen sluiten. 

Lijn 1: Versterking van het stelsel: naar een zorgplicht en een tijdelijke regeling

Zoals al gezegd: 2022 was een historisch bibliotheekjaar: eerst kwamen bibliotheken in het regeerakkoord. Dat gebeurde op de valreep van 2021. Daarna gingen ambtenaren aan de slag met de hoofdlijnenbrief cultuur  die in mei van dit jaar uit kwam. De apotheose kwam met Prinsjesdag in september toen duidelijk werd dat er er € 60 miljoen extra zou worden geïnvesteerd in het bibliotheekwerk. In november van dit jaar kwam meer duiding met de bibliotheekbrief. 

Na jaren van lokale bezuinigingen op bibliotheekwerk gloren er weer investeringen. Eerst via een tijdelijke regeling maar vanaf 2025 via een zorgplicht voor gemeenten (en provincies) waarbij ongeveer € 3,- per inwoner voor bibliotheekwerk erbij zal komen. De tijdelijke regeling zal vooral ingaan op herstel van gaten in het netwerk en investeringen op plekken waar dit het hardste nodig is.

Het komende jaar wordt dus een jaar waarbij we nu echt gaan starten met investeren in herstel van het netwerk en daarbij zal het naar mijn mening gaan om investeren in plekken én mensen. Bibliotheken blijken prachtige lokale voorzieningen zijn die enerzijds zich heel dicht bij de burger organiseren en die zich anderzijds landelijk kunnen manifesteren. En dat herstel is hard nodig. Het aantal vestigingen liep terug maar ook het aantal bibliothecarissen. In 2010 had het bibliotheekwerk nog 5.200 formatieplaatsen, in 2021 waren dat er nog 4.450. En dat terwijl bibliotheken meer zijn gaan doen en ruimer open gingen. Zeker, vaak met creatieve oplossingen als zelfbediening, toezicht door partners en vrijwilligers. Maar het komend jaar is het adagium dus: meer plekken met meer mensen erbij! We hebben een geweldige klus geklaard en we gaan ons voorbereiden voor een volgende stap: bouwen aan de toekomst! Want we zijn nog lang niet klaar. En dat brengt me bij lijn 2 en lijn 3. Lees dus nog even door.

Lijn 2: Leesbevordering en Bibliotheek op school: van alarmbellen naar structurele borging

Ook in 2022 gingen er weer alarmbellen af over het leesniveau van kinderen.  Maar er was ook mooi nieuws. Ook hier bleek dat er extra geld in de miljoenennota was uitgetrokken voor een extra impuls in Boekstart en Bibliotheek op school. € 12,9 miljoen in totaal.  Dit als onderdeel van het masterplan basisvaardigheden waarbij structureel € 1 miljard voor het onderwijs wordt uitgetrokken om taal en lezen, rekenen, burgerschap en digitale geletterdheid op orde te krijgen. 

2022 leverde ons dus een aanzet op maar nog niet 'hét grote leesoffensief'. Dat moet komende jaren echt uit dat masterplan Basisvaardigheden komen. Bijzonder is wel om te zien dat de Bibliotheek op school nu definitief in het pakket van Onderwijs zit en dus bij minister Wiersma en niet bij Cultuur van Uslu. Hoewel dat een kleine verschuiving lijkt, is dat een wezenlijk verschil wie kijkt naar de omvang van de cultuurbegroting (1 miljard) en die van onderwijs (40 miljard). De zakken van Wiersma zijn een stuk dieper dan die van Uslu. 

En ik verklap vast: ook in 2023 gaan de alarmbellen over het leesniveau weer af. In het voorjaar van 2023 komt het volgende Pisa-rapport. Spoiler alert: uit dat rapport gaat blijken dat Nederlandse kinderen nog slechter gaan lezen. En dat terwijl uit het vorige rapport al bleek dat 24% van de 15-jarigen in het voorportaal van de laaggeletterdheid zit.  En net als toen zal ook nu iedereen moord en brand schreeuwen. Het woord leescrisis zal opnieuw vallen en iedereen zal opnieuw zeggen dat er wat moet gebeuren. Wat gaan wij ondertussen doen? Wij bouwen rustig verder aan allianties met het onderwijs. We komen met ambities voor 100% Bibliotheek op school in het basisonderwijs en een forse ambitie in het voortgezet onderwijs. En samen met gemeenten en kinderopvang zullen we onze inspanningen voor Boekstart in de Kinderopvang verder uitbouwen. Ook daar graag 100% aanwezigheid. Meer plekken én meer mensen, ik zei het al.

Het aantal leesconsulenten die we nodig hebben, is een aandachtspunt. Waar gaan we die vinden in deze arbeidsmarkt? Kortom, ook hier investeren in mensen.

Lijn 3: Informatiepunten Digitale Overheid: van borging naar verbreding

In 2019 werden de eerste Informatiepunten Digitale Overheid (IDO) geopend. Inmiddels zijn het er meer dan 600. Bibliotheken volgen de lijn dat elke vestiging eigenlijk wel een IDO kan zijn. Hartstikke mooi. Ga daarmee door. Net als dat we steeds vaker IDO's zien op plekken buiten de bibliotheek: op VO-scholen, bij sociaal werkbedrijven en soms zelfs bij Mc Donalds. Op al die plekken ondersteunt de bibliotheek

Op de valreep van 2022 werd de overheveling van de financiering van de IDO's van Rijk naar gemeenten een feit. De € 0,83 per inwoner is geborgd en voor sommige bibliotheken zal dit bedrag nog kunnen groeien richting een euro per inwoner. De landelijke samenwerking met de Koninklijke Bibliotheek en landelijke overheidspartijen is geborgd terwijl gemeenten mee gaan doen in het creëren van lokale netwerken. Dat deden ze overigens vaak al wel maar nu met een formele rol. Overigens: de IDO's zijn wettelijk geborgd in de wet Modernisering Elektronisch Verkeer. Daarin wordt gemeld dat er een IDO moet zijn in elke gemeente. Er is hier dus al een zorgplicht. In de toelichting en handreiking bij de Specifieke Uitkering voor IDO's kun je zien dat deze IDO's weer belegd moeten worden bij de bibliotheek. 

Zijn we klaar? Ook hier is het antwoord nee. Als de coronacrisis ons iets heeft geleerd, is het wel dat als de samenleving een klein beetje versneld in de digitale wereld dat er al snel veel mensen vertwijfeld achterblijven. Kortom, door blijven bouwen aan het bereik en omvang van de IDO's. We zijn op veel plekken maar er moeten nog meer burgers bereikt kunnen worden. 

Daarnaast zullen we zien dat we naast de Digitale Overheid de komende tijd ook nog wel gevraagd zullen worden als bibliotheken rond de thema's Gezondheid en Geld. Op de lange termijn is de vraag of bibliotheken dat ene loket willen zijn waar inwoners van Nederland altijd een vraag kunnen stellen. Mijn antwoord is in beginsel positief maar ik zie ook wel dat je daar nog wel wat afspraken over moet maken met elkaar. Maar kansen, die zijn er zeker? Ook hier: meer plekken, meer onderwerpen én meer mensen.

Lijn 4: Een nieuw bibliotheekconvenant

'Ons' bibliotheekconvenant loopt van 2020 - 2023. Het huidige convenant loopt dus volgend jaar af. Er moet dus een nieuwe komen. En hoewel we nog lang niet klaar zijn met de drie maatschappelijke opgaven - geletterde samenleving, participatie in de informatiesamenleving en een leven lang ontwikkelen - is er natuurlijk wel ruimte om thema's toe te voegen of zaken iets anders te rangschikken. Dat taalhuizen en IDO's niet in dezelfde lijn zitten is beleidsmatig wat onhandig bijvoorbeeld. Maar ook een nieuw thema als 'gecombineerde instellingen en multifunctionele organisaties' zou ergens een plek kunnen krijgen. Ja, denk er maar eens over na. Want een zin in het nieuwe bibliotheekconvenant betekent namelijk dat we daar de komende vier jaar met elkaar de ogen op zullen hebben. 

Dat nieuwe bibliotheekconvenant zal dus de periode omspannen waarin de zorgplicht voor gemeenten én provincies gestalte moet krijgen. Dat zal bestuurlijk dan ook het hoofdthema worden. 

En uiteindelijk ook hier: meer plekken, meer onderwerpen én meer mensen.

Het geheime wapen?

Nou, beste directeuren, volgens mij hebt u al heel veel stof voor de Nieuwjaarstoespraak. Toch mist het belangrijkste nog: het geheime wapen waarmee alles lijkt te lukken wat bibliotheken tegenwoordig doen. Voor mij is er geen groter plezier dan om te werken met bibliotheekmedewerkers en samen te kijken hoe we onze inwoners kunnen helpen. Of het nu gaat om de Belastingdienst, IDO's of Bibliotheek op school telkens kom ik vrolijke collega's tegen die zich met aanstekelijk enthousiasme inzetten. Professionals die gewoon het beste willen voor mensen die iets digitaals moeten leren, mensen die een boek willen lenen of voor kinderen die plezier in lezen moeten krijgen. Deze collega's zijn het geheim van de afgelopen jaren. Ondanks alle shit van bezuinigingen werd gewoon stoïcijns doorgewerkt of werden creatieve oplossingen bedacht. Het is deze houding van dit kleine leger aan beroepskrachten die ervoor zorgt dat lukt wat menigeen niet voor mogelijk hield. Een klein leger dat weer een groter leger van vrijwilligers motiveert. En vervolgens weer samen met allerlei partners. 

Het begint met een handvol mensen. Een handvol mensen die nog meer mensen in beweging brengen en die op hun beurt ook weer mensen in beweging krijgen. Samen vormen we zo een 'massa-ontwikkelings-wapen'. Het geheime wapen bestaat uit  leesconsulenten, informatiemedewerkers, onderwijsspecialisten, taalhuiscoördinatoren, digitaal specialisten, gastheren en -vrouwen, taalmaatjes, digitale docenten en noem maar op. 

Het is dít aanstekelijke enthousiasme dat de beste garantie is voor een mooie toekomst. Een toekomst voor jouw stad of dorp, jouw provincies of voor het het hele land. Het is bibliotheken om het even. Het is de inwoner die telt. Lokaal organiseren, landelijk manifesteren. 

Ja, deze conciërge is wel in zijn nopjes. Vier lijnen en een geheim wapen. Een bijzonder jaar achter ons en prima voorgesorteerd voor het volgende jaar.  Ach, en ik ben vast wat vergeten. Maar dat vergeeft u me vast. Ik ben ook maar de conciërge hè.  Fijne dagen allemaal.

zondag 11 december 2022

Het VVD-deltaplan, een deltaplan voor Vaardigheden, Verbeelding en Democratie


Op donderdag 8 december heeft de stichting Pluscollecties het officiële besluit genomen zichzelf per 1 januari 2023 op te heffen. Hiermee komt een eind aan ruim 50 jaar RSF-, WSF-, en Plus-bibliotheekwerk. Maar elk einde is een nieuw begin, de taken worden ondergebracht in de bestaande netwerkstructuur. Bij de opheffingsvergadering was mij gevraagd een slotrede te houden. Voor deze slotrede liet ik mij inspireren door de vele ideeën en notities van Karel Elderink, de nestor van deze functie. Meerdere aanwezigen hebben gevraagd om publicatie van deze slotrede en daar voldoe ik graag aan. Zoals gezegd: elk einde is een nieuw begin, dus tijd voor een plan. Het VVD-deltaplan! Elke overeenkomst met een politieke partij die ook nog eens een Mark als kopman heeft, berust op louter toeval en hoeft ook niet de politieke voorkeur van de schrijver te reflecteren.

Het VVD-Deltaplan

Nu wij de stap zetten om de Plus op te heffen, laten wij het verleden achter ons. Maar er ligt een toekomst voor ons! Het bibliotheekwerk zou zich dan ook moeten ook inzetten om van elke bibliotheek en eigenlijk van elke pc, iPad, smartphone of andere device een Plusbibliotheek te maken. Ons land heeft meer dan ooit behoefte aan Vaardigheden, Verbeelding en Democratie. En dus een vijf-puntenplan om elke bibliotheek een Plusbibliotheek te maken.  Een brisant plan, al zeg ik het zelf, maar een noodzakelijk plan. Want hoewel de staatssecretaris nu 60 miljoen investeert in bibliotheekwerk, zullen we zien dat nog veel grotere investeringen pregnant zijn. Ik neem u mee langs die vijf punten.

Punt 1: Iedere bibliotheek een fysieke Plusbibliotheek

Bibliotheken zijn de studieplaatsen van onze moderne samenleving. Ze zijn vrij toegankelijk, er is een collectie, er zijn faciliteiten en er zijn programma’s. Voor kinderen is er een wettelijke contributievrijdom maar voor volwassenen niet. Pak nu door is mijn devies. Elke Nederlander gratis toegang tot de poort van Vaardigheden, Verbeelding en Democratie. Een drempelvrij stelsel.

En elke bibliotheek moet dus een goed geoutilleerde studieruimte hebben. En daar moeten normen voor komen. Ik stel een wettelijke verplichting per 2025 voor van één studieplek per 500 inwoners. En per 2030 een verplichting van één studieplek per 250 inwoners. Ik heb het even voor u uitgezocht: op dit moment hebben bibliotheken ongeveer één studieplek per 1.000 inwoners. En ja, dan daar heb u dus in de komende tijd veel meer ruimte en zelfs meer vestigingen voor nodig. Maar ik voorspel u: elke studieplek die u extra maakt, zal gebruikt gaan worden.

Naast de toegang moeten we het hebben over de collecties. Bibliotheken hebben een fenomenale stap gezet in de automatisering van hun processen. Toen de Plus in 1970 begon, moest de PC nog ingevoerd worden. Thans is er een centrale catalogus en een centraal IBL-systeem. De tijd van literatuuraanvraagbriefjes ligt al jaren achter ons. Het is in principe mogelijk om met één druk op de knop een boek uit Eindhoven, vlot in Vasse of Saasveld te hebben.  

En toch staan we stil! 

Het aanvragen van allerlei boeken uit allerlei collecties wordt helemaal niet gepromoot. Sterker nog,  het wordt met een woud van verschillende tarieven ontmoedigt. Een student die tien boeken aanvraagt bij de bibliotheek betaalt bij de ene bibliotheek € 0,- en bij een andere bibliotheek € 130,-. Is dat de vrije toegang die u met gemeenschapsgeld voorstaat? Nee toch? Ook hier het devies: nu doorpakken. Weg die tarieven en maak toegang echt drempelvrij en promoot het!

Punt 2: Ieder device is een virtuele Plusbibliotheek

Als ik websites van bibliotheken bezoek moet ik de digitale bestanden die worden ingekocht met Rijksgeld met een lampje zoeken. Met de ebooks zijn best goede stappen gemaakt maar het online bestand is de afgelopen jaren dramatisch verslechterd. Per 1 januari 2023 verdwijnt ook de laatste krant, het Financiële Dagblad, uit het inkooppakket. Het begrip Krantenbank is daarmee definitief verleden tijd. En dat terwijl de ene na de andere krant alles achter een hekje doet. Nieuws is alleen nog bereikbaar voor wie betaalt. Geloof me, dit doet op de lange termijn iets met de nieuwsgaring en hoe mensen tegen de samenleving aankijken. Een veelheid aan meningen verzamelen wordt op die manier onmogelijk. 

En die digitale wereld is nu  juist, waar onze burgers zitten. Een jongen van 14 liet mij laatst de statistieken van zijn telefoon zien: hij zit er gemiddeld per dag 10 uur op. Ja, we zetten in op lezen op scholen maar digitaal bieden we niks! Welke ondersteuning bieden we met digitale bestanden bij werkstukken? Het is echt schraalhans keukenmeester wat daar nu gebeurt. Kom maar door met een een hybride bibliotheek op school die naadloos is ingepast in de digitale leeromgevingen.

Dus: majeure investeringen in digitale bestanden. Kom met een digitaal pakket waarin kranten, goede overheidsinformatie, gezondheidsinformatie en financiële informatie kosteloos en eenvoudig en slagvast beschikbaar komen. En voor kinderen is een digitaal pakket nodig dat binnen de leeromgevingen van scholen direct kan worden ingezet. 

Alleen met deze stappen wordt elk device een Plusbibliotheek. Dat brengt mij overigens wel tot punt drie.

Punt 3: Waar is de alles-in-één-retriever*?

*De retriever was een ooit baanbrekend project van deze functie, nog voordat internet bestond, kon met deze pc in tal van databanken worden gezocht. 

Bibliotheken zitten al decennialang in een zogenaamde ‘vendor lock-in’ bij de leveranciers van bibliotheeksystemen. Hoewel al menig initiatief voorbij is gekomen om te komen tot één landelijk bibliotheeksysteem, zijn er evenveel initiatieven gestrand. En al zou dat zijn gebeurd dan nog was het niet zeker dat het bibliotheeksysteem zich automatisch goed zou verhouden tot de landelijke digitale bibliotheek. Wie punt 1 en punt 2 ziet, kan niet anders concluderen dat er een centraal zoeksysteem moet komen waarmee zowel de fysieke als de digitale bibliotheek doorzocht moet worden. Hoewel ebooks – wie echt wel -  wel te vinden zijn in de verschillende lokale systemen, is er geen enkele landelijke ingekocht bron doorzoekbaar in diezelfde systemen. Burgers moeten, anno 2022, zelf bestand voor bestand doorzoeken. Google lacht zich een breuk om die dienstverlening.

Investeer dus in die alles-in-één-retriever!

Punt 4: Een groot landelijk fysiek en virtueel programma-aanbod voor Vaardigheden, Verbeelding en Democratie

Bibliotheken veranderen van uitleenbibliotheek naar maatschappelijk-educatieve bibliotheek. Dat betekent dat men naast de collectie ook steeds vaker cursussen, workshops en lezingen verzorgt. Overal dezelfde? Nee. Elke bibliotheek knutselt eigenlijk maar wat aan. De één verzint het zelf. De ander neemt een Volksuniversteit over en een derde heeft alleen de basiscursussen Klik en Tik en Digisterker. 

Handig? Nee. Veel impact? Slechts op een heel enkele plaats. Bibliotheken zijn de Universiteit van de Straat en moeten landelijk een veel sterker aanbod neerzetten en ook gezamenlijk presenteren. Elke Nederlander moet op de hoogte zijn van het fysieke aanbod in lokale bibliotheken en dat moet worden ondersteund met een puik digitaal cursusaanbod. Ook dat digitale aanbod moet veel sterker dan nu. 

Leg wettelijk vast welk aanbod aan cursussen minimaal in elke bibliotheek moet zijn om burgers goed deel te laten nemen aan de samenleving en aan de democratie. En vul dat aanbod bij elke bibliotheek aan met aanbod van de Volksuniversiteiten en de Vrije Academies van Nederland. Laat Provinciale Ondersteuningsinstellingen in hun provincie dit met hun bibliotheken vormgeven. En vooral: maak eens echt goede reclame. Maar ja, dat kan natuurlijk alleen als u ook samen iets te bieden heeft.  En natuurlijk allemaal zonder kosten beschikbaar binnen dat  gratis lidmaatschap. Voor elke Nederlander.

Punt 5: Altijd professionele hulp

Maar ook met deze vier punten zijn we er nog niet. Er mist nog een cruciale bouwsteen. En dat is de moderne variant van dat ouderwetse inlichtingenbureau. Waar is dat bureau gebleven? Zijn de vragen op soms? Nee, toch? De Plusbibliotheken kenden gespecialiseerd inlichtingenwerk. Knappe koppen die de handigste zoekacties kon uitvoeren. Weliswaar maar op dertien plekken in het land, maar toch. Die dienst moet een moderne jas krijgen. En dat kan ook. We kunnen tegenwoordig wel een online adviesgesprek krijgen voor onze hypotheek en zelfs bij onze notaris voor een testament. En bibliotheken? De meest futuristische heeft maar liefst een Whatsapp-dienst. Wel verstopt op een contactpagina op een plek waaruit blijkt dat men hoopt dat de burger deze niet vindt. En her en der is er nog een digitale mogelijkheid achter het Informatiepunt Digitale Overheid. Maar gezamenlijk? Nul! Niets. Noppes. Nada. De netwerkagenda staat vol met beloftes over samenwerken maar samen een goede ondersteuningsservice opzetten voor burgers waar ze 24 uur per dag online, digitaal of telefonisch geholpen kunnen worden zit daar niet tussen.   

Investeer weer in bibliothecarissen die inlichtingenwerk kunnen doen. En bundel het landelijk. Het zou een fenomenale dienst kunnen zijn en een gouden greep in de positionering van bibliotheekwerk. 

Een VVD-deltaplan in de zorgplicht en in het nieuwe bibliotheekconvenant

Dus hup, zorg dat dit VVD-Deltaplan de basis vormt van het nieuwe Bibliotheekconvenant en de onderlegger bij de zorgplicht voor gemeenten én provincies.

Ik kom tot het slot van mijn verhaal. Superieure en voldoende studieplekken, een drempelloze fysieke collectie, een echte digitale collectie met een zoekschil over beide collecties. Dat aangevuld met een dijk van een fysiek en digitaal cursusprogramma en uitmuntend inlichtingenbureau dat dag en nacht en in elke vorm tot je dienst staat. Als je dat weet te bereiken, dan is er geen groep van Plusbibliotheken meer. Nee, dan is elke bibliotheek een Plusbibliotheek! 

Tot zover mijn cri de coeur. De Plus -bibliotheek is dood. Leve de Plus-bibliotheek!

zondag 4 december 2022

Oom is dood


Oom is dood. Maar mijn moeder zei het netter. 

‘Oom is vannacht overleden’ staat op de app als ik wakker word. We hadden oom een paar dagen ervoor nog gezien. In het ziekenhuis. Aan een paar slangen. Hij vertelde over vroeger. Verhalen die ik nog niet kende. Iedereen in de kamer wist dat we afscheid namen. Maar niemand zei het. 

Een jaar of vijftien geleden zat ik naast mijn zus in een kerk. Ook toen was er een oom dood. Oom nummer één. Ik had tien ooms en negen tantes. Eén oom wilde namelijk maar niet trouwen. Ik zei tegen mijn zus: ‘Dit is oom nummer één. De komende twintig jaar gaan ze met aan waarschijnlijkheid grenzende zekerheid allemaal dood. Vanaf nu zitten we elk jaar zo naast elkaar.’ De dood is tot nu akelig punctueel geweest. 

Oom is dood. En de ooms en tantes leken met de tijd ook steeds kleiner te worden. De lichamen krommer, de tred steeds langzamer, de ademhaling steeds luider. Er verschenen stokken en rollators. Soms een scootmobiel. De stok waar mijn vader mee loopt was de stok van een oom die al dood is. Geërfd. Het stokje werd letterlijk doorgegeven. 

Oom is dood. Maar mijn moeder zei het netter: ‘overleden’. Maar in onze streek werd meestal met niet teveel nuance over wat ons raakt gesproken. Wie dement was, was ‘van het padje af’, wie een psychische aandoening had was ‘gek’ en wie een andere seksuele voorkeur had, was een ‘aparte’. En overleden was dus gewoon dood. Mijn vader fokte vroeger vogels. Heel veel vogels. We hadden er zoveel dat als er één dood was, dat we zeiden dat er weer één ‘kapot’ was. Vriendjes waren geschokt als ik zo over dode huisdieren sprak.

Oom is dood. En iemand moet de volgende zijn. Maar zo heel veel ooms en tantes zijn er niet meer. Op televisie was vroeger een programma met stokken die je moest vangen. Er hingen tien stokken aan het plafond maar je wist niet welke ging vallen. Plotseling viel een stok dan. Hoe meer stokken er weg waren, hoe makkelijker het spel werd. Mijn ooms en tantes lijken pijnlijk op dat spel. De meeste zijn al gevallen. Het voorspellen waar de volgende valt, is steeds minder ingewikkeld. 

Oom is dood en daarom ga ik even bij mij ouders op bezoek. Bij binnenkomst vraag ik mijn vader hoe het nu met hem is. Blijkbaar heeft hij niet gelijk door dat ik doel op het overlijden van zijn broer. En hij antwoordt: ‘Ja, zijn gangetje’. 

En misschien heeft hij ook wel gelijk. Het gaat inderdaad zijn gangetje. Het went niet maar het leven is soms akelig voorspelbaar. 

Oom is dood.

Foto: Allesandra Conte