woensdag 25 april 2018

Blij met boetevrij? Grootschalig onderzoek in Groningen


In december 2016 waren de bibliotheken in Groningen de eerste bibliotheken die als hele provincie overstapten op de boetevrije bibliotheek. Wat deed men in Groningen? Men ging van vijftien verschillende abonnementen naar één abonnement:
  • dat boetevrij is
  • een leentijd kent van vier weken
  • waar je 25 stuks media tegelijk mee mag hebben
  • waarvan het tarief € 48,- is
  • dat je per maand kunt betalen
  • dat verlengen niet meer nodig is
  • dat je vijf materialen tegelijk mag reserveren en 
  • dat de e-books erbij in zitten.

Onlangs kwam uitgebreid onderzoek beschikbaar naar de invoering van de boetevrije bibliotheek.  Ik loop samen met u de resultaten eens even langs.

Boetevrije leners zeggen meer te lenen


Hierboven ziet u wat volwassen leners in Groningen zeggen dat het boetevrije abonnement met ze doet. Zoals u ziet geeft ruimt 20% van  de leners aan dat ze meer gaan lenen door het boetevrije abonnement en ruim 60% zegt dat men de boeken langer in huis houdt. Overigens beide feiten zijn alleen gemeten als opgave door de leden zelf. Er is niet naar het werkelijke gedrag gekeken. Men kan dus het gevoel hebben dat men meer is gaan lenen en het langer in huis houdt.

De vraag over reserveren is opgenomen in de vragenlijst omdat het aantal reserveringen  gelimiteerd is naar vijf openstaande reserveringen. Ook het verlengen is afgeschaft in Groningen . Daarover later meer.

85% van de leden zegt nog even vaak of vaker naar de bibliotheek te komen, ongeveer 15% geeft aan dat men minder vaak komt.

Wat betreft kosten zegt 75% niet duurder uit te zijn dan in de vorige situatie. Men is in Groningen van vijftien! abonnementssoorten naar één abonnementssoort gegaan. Voor nagenoeg alle abonnementen betekende dit  een verhoging van de contributie. Uiteraard moet je hierbij nog rekening houden met het gemiddelde boetebedrag dat leners per jaar betalen. Dat is ongeveer € 3,- per lener.  Leners ervaren die prijsverhoging dus maar in zeer beperkte mate.

Kinderen lezen meer!
Mooi is dat het onderzoek zich ook speciaal richt op kinderen. Iets wat nog wel eens vergeten wordt. Bij kinderen zien we ongeveer soortgelijke uitkomsten.


35% van de kinderen zegt meer te lezen door het boetevrije abonnement en 72% zegt boeken langer in huis te houden. Deze cijfers liggen een flink stukje hoger dan bij volwassenen. Ook hier geldt: dit is de opgave van de kinderen zelf en hoeft dus niet het daadwerkelijke gedrag te zijn.  20% van de kinderen geeft aan minder vaak in de bibliotheek te komen door het nieuwe abonnement.

Tevredenheid
Zoals je hierboven al kunt zien is er grote tevredenheid onder de Groningers over het nieuwe abonnement. Met geeft het een 7,8. Een prima cijfer!



Ook heeft men leners gevraagd of men nieuwe abonnement beter vindt dan het oude abonnement. Bij volwassenen geeft 54,5% aan dat men het beter vindt dan het oude. Bij de jeugd is dat 70%. Gevraagd naar de reden naar wat er goed is in het oude e nieuwe abonnement worden onderstaande redenen gegeven.


Als iets goeds van het oude abonnement werd met name de mogelijkheid tot verlengen genoemd. Tja, is verlengen nog nodig bij een boetevrij abonnement, kun je afvragen? Bij de goede punten van het nieuwe abonnement wordt namelijk genoemd dat verlengen niet meer nodig is. Te lang in huis houden, levert namelijk toch geen boete op. Die vraag zou je dus lachend kunnen wegwuiven maar er zit een klein addertje onder het gras. Wie namelijk kan verlengen kan het moment uitstellen waarop de bibliotheek het uitgeleende materiaal toch weer terugvraagt. Navraag van mijn kant levert echter op dat het moment dat door de bibliotheken het boek nu weer wordt opgevraagd bij een lener hetzelfde moment is dat men vroeger maximaal kon verlengen.
.
Sommige leners vertrouwen de andere leners niet
Ook vinden de leners die het oude abonnement beter vonden dat er toch een prikkel moet zijn om boeken terug te brengen. Het is wel grappig dat de groep die zegt dat boeken verlengd moeten kunnen worden, tegelijkertijd zegt dat er een prikkel moet zijn om terug te brengen. Blijkbaar leeft er bij een deel van de leners zelf ook een diep gevoel dat uitleningen gewoon goed geregistreerd moeten zijn en dat je niet 'te laat' moet zijn. Met andere woorden: men vertrouwt elkaar als lener niet helemaal en vindt dat er vooral voor 'die ander' natuurlijk wel regels moeten zijn, want anders loopt het in het honderd.

En loopt het in het honderd?

Hebben die leners gelijk? Wordt er inderdaad niks meer teruggebracht waardoor de actualiteit van de collectie of de keuze binnen de collectie zou verminderen? Nee, is het antwoord. Ook dat is onderzocht. Ook een jaar na invoering ervaart men dat de actualiteit van de collectie en  keuze binnen de collectie ruim voldoende is.

De prijs/kwaliteit van het abonnement wordt door velen als zeer gunstig ervaren.



Lid zijn, lid blijven en lid worden


Groningen heeft ook onderzocht of leden volgend jaar de intentie hebben om lid te blijven. Dit levert mooie cijfers op. 98,3% van de volwassenen blijft lid. Helaas weten we niet wat dit cijfer vorig jaar was. Zou interessant zijn om te weten.  En interessant om te volgen of inderdaad 98,3% lid blijft.

Groningen volgt een twee-stappen-strategie: 1) eerst bestaande leden over naar boetevrij en 2) daarna nieuwe leden werven. Het ledenaantal is het afgelopen jaar dan ook niet gestegen maar minder gedaald dan verwacht.  Gezien de tevredenheid van de bestaande leden, ligt een grote ledenwerfactie dan ook voor de hand. Het onderzoek laat zien dat men een goed verhaal heeft waar veel Groningers blij van worden. Die ledenwerfactie gaat dan ook nu van start. Dat doet men overigens met bijgaande filmpje. Wellicht ook een aardig idee voor andere bibliotheken.



Complimenten aan Groningen
Ik ben bijzonder content met het onderzoek van de Groningse bibliotheken. In het afgelopen jaar namen we ze al mee in het onderzoek in het kader van Route2020. Toen constateerden we nog dat er na de pilot bij BiblioPlus in 2014 er eigenlijk geen goed onderzoek meer is geweest onder  gebruikers bij boetevrije bibliotheken. Biblionet vult die leemte goed in met hun onderzoek.

Het enige minpuntje dat je kunt maken bij hun onderzoek is dat een 0-meting soms ontbreekt: soms zou je willen weten hoe gebruikers dachten over iets voordat het ingevoerd werd. Om het vervolgens na de invoering nog eens te vragen. Maar goed, er valt altijd wat te wensen. En verder is het aardig om in het vervolgtraject ook weer eens te kijken wat er gebeurt met de ledenaantallen.

Maar voor nu hulde aan onze Groningse collega’s!Groningen komt met een mooi onderzoek en het is mooi voorbeeld voor andere bibliotheken die het ingevoerd hebben of die invoering overwegen.

Voor wie het hele onderzoek wil zien, moet hier even klikken, er is ook een mooie infographic van het onderzoek. Die vindt u hier.

Vlaams artikel over boetevrij
Ter afsluiting verwijs ik nog even naar een artikel dat ik schreef voor META, het Vlaamse bibliotheektijdschrift met een samenvatting van ons onderzoek van vorig jaar. Wie hier klikt, komt daar op uit.

De update van de boete-barometer
En nu ik toch bezig ben…. Ik ga binnenkort weer een nieuw overzicht maken van de boetebarometer. De laatste update is van juni 2017. Bent u na die periode boetevrij geworden, laat het mij dan weten!

Voor nu: snel dat mooie rapport van Groningen lezen!

maandag 16 april 2018

Miljoenenbibliotheek


Dit artikel is uit het Deventer Dagblad van 1945. De bibliotheek  had regelmatig ruimte in de krant en maakte op  die manier reclame voor de dienstverlening. Er waren nog geen computers. Aangevraagde boeken werden met briefjes rondgestuurd en de Koninklijke Bibliotheek speelde daar toen al een cruciale rol in. De computer deed zijn intrede maar eigenlijk werken zowel voor fysieke als digitale boeken nog steeds op dezelfde manier: op een centrale plek slaan we titels op in een catalogus en sturen we vanaf een andere plek een fysieke of digitaal exemplaar toe.

'Voor iederen leeftijd en voor ieder gezindte' om met de woorden van de bibliotheek te spreken. 

woensdag 4 april 2018

Wie betaalt de € 1,1 miljard die laaggeletterdheid kost?

Vandaag maakte de Stichting Lezen en Schrijven bekend dat de maatschappelijke kosten van laaggeletterdheid zijn opgelopen tot meer dan een miljard euro. Voor de goede orde: dat is een één met negen nullen.

Stichting Lezen en Schrijven liet Price Waterhouse Coopers al eerder onderzoek doen naar deze kosten en kwam tot een berekening van € 556 miljoen. Hoe kan het ineens zoveel meer geworden zijn?

Laaggeletterden verdienen minder
Daar is een vrij eenvoudige verklaring voor. Stichting Lezen en Schrijven heeft dit keer ook meegerekend hoeveel laaggeletterden minder verdienen doordat ze laaggeletterd zijn. Dat dat is zo'n € 572 miljoen. Die was in eerdere berekeningen nog niet meegenomen.

Wie betaalt de laaggeletterdheid?
Hoewel het wel een beetje voelt als 'opbieden' bij dit probleem, denk ik dat dit soort rekensommen wel degelijk van belang zijn. Op tekentafel van beleidsmakers staan niet altijd de verhalen van burgers centraal maar soms de cijfers.  Hoe onterecht dat wellicht ook voelt.

Het meest cruciale plaatje uit het nieuwe PWC-rapport is naar mijn mening dan ook niet het bedrag van € 1,13 miljard aan maatschappelijke kosten maar bijgaande staatje.


Dit staatje geeft namelijk aan wei de kosten van laaggeletterdheid betalen. Voor € 572 miljoen komt die voor rekening van laaggeletterden zelf.  Maar voor € 257 miljoen euro is de zorg aan zet doordat er extra zorgkosten zijn. En voor € 292 miljoen gaat het om overheidskosten waar het gaat om uitkeringen, armoederegelingen en gemiste belastingkomsten..

Is het niet gewoon te weinig?
De rijksoverheid geeft jaar zo'n € 60-65 miljoen uit aan bestrijding van laaggeletterdheid.
Is € 60 tot 65 miljoen dan niet gewoon te weinig om dit probleem op te lossen? Het is makkelijk om daar ja op te zeggen maar ik denk dat het genuanceerder ligt. Naast het rijksgeld betalen ook gemeenten (onder andere via bibliotheken) flink mee aan de bestrijding van laaggeletterdheid. Het bedrag is dus veel groter dan die € 60-65 miljoen. Maar ik denk dat geld zeker één van de factoren is.

Mijn wens is dat we weg kunnen komen bij dit soort berekeningen. Hoe belangrijk ik het werk van Lezen en Schrijven ook vind en ze ook dankbaar ben voor dit soort documenten. Dank, dank en ga vooral door. Weg komen bij de cijfers en terug naar de mensen. Het zou namelijk betekenen dat we een goede oplossing hebben gevonden. En ondanks alles - ondanks al die bevlogen mensen die er mee aan de slag zijn - is die er nog niet.

Tot die tijd vechten 1,3 miljoen Nederlanders met hun taal: met formulieren, met briefjes, met veiligheidsinstructies, met bijsluiters en met (voor)lezen.  En elk jaar tikken wij daarvoor met elkaar € 1,1 miljard af.

Lees hier het hele rapport van Price Waterhouse Coopers.

dinsdag 3 april 2018

1 april 2018: de POI's in Nederland bestaan 70 jaar!


Het zal aan velen voorbij gegaan zijn. U was net eieren aan het zoeken op 1 april (1e paasdag) of u draaide zich nog eens om in bed.  Maar op 1 april 1948 begon de officiële geschiedenis van POI's in Nederland en die van Overijssel in het bijzonder. Op die datum begon juffrouw Goudzwaard als directeur van de Centrale voor PlattelandsLectuurvoorziening in Overijssel (CPLO), welke al .snel PlattelandsBibliotheek Overijssel (PBO) heette.

De CPLO was opgericht op 17 maart 1948 nadat zowel Rijk als provincie Overijssel een toezegging voor subsidie hadden gedaan. Het budget voor 1948 bedroeg fl. 7.295,-. De organisatie werd onder gebracht bij de bibliotheek in Zwolle aan de Kamperstraat.

De man naast Claar Goudzwaard was Abraham van Uxem die als secretaris-penningmeester en tevens lid van de directie van de PBO. Het schijnt een illuster duo te zijn geweest. Van Uxem was de slimme zakenman en Claar Goudzwaard de deskundige bibliothecaris en organisator. Van Uxem trok met zijn motor door Overijssel en legde gemeente na gemeente uit dat er toch echt een bibliotheek moest komen.



Van Uxem had daarvoor twee type bibliotheekgebouwen in de aanbieding: een kleine en een grote. Het verhaal gaat dat hij die tekeningen altijd op zak had en dat hij aan het eind van het gesprek met een gemeente dan zei: "uw buurgemeente kiest trouwens dat grote gebouw". Die standaard Van-Uxem-gebouwtjes kom je op een enkele plek nog wel tegen.

Deze Overijsselse pioniers waren overigens wars van de opkomende bibliobussen. Dat was onzin, vonden ze. Bibliotheekgebouwen moesten er komen. En ze kwamen er ook. Paul Schneiders schrijft in zijn boek 'Lezen voor iedereen' over deze Overijsselse ontwikkeling:
"..1948 is een kroonjaar. Daarbij doelen wij op de oprichting van de Centrale Plattelandsbibliotheek Overijssel. Het initiatief daartoe was genomen door de volkshogeschool Diependaal, enkele landbouworganisaties en de Provinciale Bond van Openbare Leeszalen en Bibliotheken. De CPB Overijssel wees een nieuwe weg in de plattelandslectuurvoorziening. Terecht zijn de mensen erachter - de werkers van het eerste uur Cl.M (Claar) Goudzwaard en bezoldigd secretaris-penningmeester A. van Uxem - pioniers van die werk genoemd. Het tijdschrift 'De Openbare Bibliotheek' wijdde een speciaal Overijsselnummer aan het bibliotheekwezen in die provincie, het bibliotheekmodel Van Uxem (doelmatig, eenvoudig, goedkoop, centraal gelegen, uitnodigend, herkenbaar) werd door de andere provincies gevolgd. Wat aan het begin van deze eeuw (red. 20e eeuw dus) Dordrecht was geweest voor de stedelijke openbare leeszalen, werd Overijssel voor het platteland. "
De provinciale ondersteuningsinstellingen (POI's) hebben inmiddels vele namen gehad via Plattelandsbibliotheek via Provinciale bibliotheekcentrale (PBC) naar nu POI. Met soms exotische namen als Cubiss, Probiblio, Biblionet of Rijnbrink. Net als over de bibliotheek is ook de provinciale laag vaak gezegd dat die niet meer nodig zou zijn. Ik geloof er niks van. Er is geen bibliotheeklaag in Nederland die zonder de andere laag kan. En juist onder de nieuwe bibliotheekwet die in 2015 in ging is stelselsamenwerking tussen bibliotheken maar ook tussen verschillende maatschappelijke en culturele instellingen belangrijker dan ooit.

Ik hef het glas op Goudzwaard en Van Uxem en de provinciale instellingen in Nederland. Op de volgende 70 jaar!

Hier vind je meer informatie over Abraham van Uxem en Claar Goudzwaard