Het land is moe.
zondag 19 december 2021
Het land is moe : bibliotheken in crisistijd, deel 28
Het land is moe.
woensdag 15 december 2021
Bibliotheken met extra geld genoemd in regeerakkoord!
Vanmiddag werd het nieuwe regeerakkoord gepresenteerd. Een akkoord waar door de bibliotheeksector met smart op gewacht werd: zouden de bibliotheken genoemd worden met een bedrag? Het antwoord is: ja, de bibliotheken worden genoemd maar nog wel met een koepelbedrag. Er wordt 170 miljoen structureel extra uitgetrokken voor de culturele en creatieve sector. Een bedrag dat nog verdeeld moet worden over het verbeteren van de arbeidsmarktpositie, een herstelplan voor de sector, regionale spreiding in de cultuurparticipatie, een Nationaal Historisch Museum, extra cultuureducatie en het betrekken van de creatieve industrie bij de grote maatschappelijke opgaven.
Wie dat lijstje bekijkt ziet daar nog wel verschillende grootheden tussen zitten. Ook is het bedrag nog niet verder gespecificeerd per onderdeel. Als de één meer krijgt, krijgt de ander dus minder. Eigenlijk dus een potje armworstelen tussen partijen die allemaal goede redenen hebben om te investeren. Dat voelt wel wat vervelend.
De VOB pleitte eerder, in het verlengde van het advies van de Raad voor Cultuur, voor 95 miljooen extra per jaar. De VOB geeft in een eerste reactie op haar website aan blij te zijn met de plek in het regeerakkoord maar geeft ook aan dat: 'we als bibliotheken graag het gesprek aangaan over wat er nodig is om deze ambitie gezamenlijk te realiseren'
De term 'een toekomstgerichte bibliotheek(voorziening) in elke gemeente sluit aan bij het landelijk convenant dat is afgesloten. Dat het een 'streven' is kan betekenen dat de primaire plicht voor een openbare bibliotheek bij de gemeente blijft liggen maar ook dat het wellicht geen verplichting wordt. En dit laatste zal weer afhangen van hoeveel geld er van die 170 miljoen beschikbaar komt.
Verder worden bibliotheken in het regeerakkoord nog genoemd als partner bij het bieden van kansengelijkheid en de verrijkte schooldag. Daar moet je dus vooral denken aan activiteiten rond Boekstart en de Bibliotheek op school.
In mijn loopbaan heb ik zelden meegemaakt dat bibliotheken met extra geld werden genoemd in het regeerakkoord. Ik vermoed dat de laatste keer is geweest eind jaren '90 van de vorige eeuw toen bibliotheken onderdeel uitmaakten van het Nationaal Actieplan Elektronische Snelwegen voor de aansluiting op internet. Bibliotheken kregen toen een flinke subsidie om internet-pc's te installeren. Hoewel, het zou ook zo maar kunnen dat bibliotheken toen alleen in de troonrede zaten.
Tja, na een belrondje langs wat partijen, hoor ik twee geluiden. Op de eerste plaats, blij dat we er in staan maar ook enige terughoudendheid omdat de definitieve invulling nog moet komen. En beiden hebben natuurlijk gelijk. Het glas is half vol of half leeg. En aan het eind telt natuurlijk dat tweede: de concrete invulling en een vol glas graag. Ik wens de sector veel succes bij het vervolg.
zondag 12 december 2021
Van distributiemodel naar communitymodel : hoe driekwart van de volwassen bibliotheekgebruikers al geen lid meer is maar wel binnenkomt
Afgelopen week werd ik door Theo Kemperman, directeur van de Rotterdamse bibliotheken, gewezen op een mooi rapport: 'Meer bereik vraagt nieuwe businessmodellen : een handreiking om van start te gaan'. Het rapport is opgesteld door de bibliotheken die sinds enige jaren experimenteren met een gratis basislidmaatschap voor bibliotheken. Een initiatief dat ik met belangstelling volg en over de bijzondere uitkomsten bij de Boekenberg schreef ik ook al eens. Het genoemde rapport is nog beschrijvend van aard maar in het voorjaar van 2022 zal ook een resultaat- en effectmeting verschijnen van deze experimenten.
In de netwerkagenda (zie de plaat boven) wordt in het verlengde van het landelijk convenant voor bibliotheken betoogt dat het bereik van de bibliotheek mag groeien van 4 miljoen leners naar 8 miljoen gebruikers. In dat kleine zinnetje 'van 4 miljoen leners naar 8 miljoen gebruikers' ligt een hoop besloten dat te maken heeft met het anders kijken naar leden van de bibliotheek en uitkomsten van de bibliotheken die ermee experimenteren. Ik neem u eens mee langs wat cijfers en uitkomsten waarom dat zo is.
Van distributiemodel naar communitymodel
In maart 2020 schreef ik al eens een artikel waarbij ik betoogde dat bibliotheken veranderden van een distributiemodel naar een communitymodel. Ik gebruikte daarbij onderstaande grafiek van de ontwikkeling van het aantal volwassen leden bij bibliotheken.
In 19 jaar tijd halveerde dus ongeveer het volwassen ledenbestand van bibliotheken. Bedenk daarbij overigens dat het aantal inwoners in Nederland steeg van 15,7 miljoen in 1999 tot 17,2 miljoen in 2018. Van de volwassen Nederlanders is dus een steeds groter aandeel niet lid van de bibliotheek.
Minder uitleningen, minder leden maar meer bezoekers
Ondertussen stijgt het bezoek van de bibliotheek wel, dat liet ik in een artikel eind 2019 al een keer zien dat vooraf ging aan bovenstaande artikel. Daar zat toen deze grafiek bij.
De terugloop van het aantal volwassen leden loopt dus redelijk gelijk op met de terugloop in uitleningen. Maar bij de bezoekersaantallen zien we wat anders. Sinds 2015 zien we dat de bezoekersaantallen stijgen en dat de uitleningen blijven dalen. Mensen begonnen dus steeds vaker voor iets anders te komen dan voor het lenen van boeken. Dat wil niet zeggen dat ze dat daarvoor niet deden maar het aandeel van niet-leners wordt steeds groter. Tel daarbij op dat sinds het begin van de eeuw steeds vaker hun boeken verlengden via internet en daardoor ook voor die verlengde uitlening niet meer naar de bibliotheek hoefden te komen. Die omslag van 'komen lenen in de bibliotheek' naar 'verblijven in de bibliotheek' begon dus al een tijdje eerder.
Zelf durfde ik de stelling al wel een tijdje aan dat in grote bibliotheken met veel studie- en werkplekken het aantal leners van boeken een minderheid is geworden ten opzicht van mensen die studeren, een workshop volgen of een taalmaatje treffen.
Dat dat zo is, kreeg ik afgelopen week bevestigd. En zelfs dat die ontwikkeling al veel verder is dan we denken. De afgelopen week presenteerde de marketingcommissie van de VOB onderzoeksresultaten naar het merk 'Openbare Bibliotheek' en had onderzoek laten doen door bureau 37celsius. Daarbij was onderstaande plaatje één van de honderd sheets die gepresenteerd werden. Toch aardig om even te zien.
Je moet bovenstaande tabel als volgt lezen: van alle volwassen Nederlanders maakt 36,3% met regelmaat gebruik van de openbare bibliotheek. 63,7% gebruikt de bibliotheek weinig tot eigenlijk nooit. Dit sluit redelijk goed aan op de monitor Cultuur in beeld. Maar kijk even verder. Van die 36% die de bibliotheek vaak of regelmatig gebruikt is maar een kwart ook lid. Met andere woorden: driekwart van de volwassen bezoekers is niet lid maar maakt wel gebruik van de bibliotheek. Driekwart kan de bibliotheek dus prima gebruiken zonder lid te zijn. En dat is dus gemiddeld. Daar zitten grote en kleine bibliotheken tussen.'Vooruitkijkend naar 2025 willen een aantal doelen hebben bereikt. Zo willen we graag275.000 bezoekers ontvangen, een stijging van ruim 35 procent tegenover 2019 en hopen we 32.000 leden te hebben, een stijging van 39 procent ten opzichte van oktober 2020. 75 procent van alle leden moet actief gebruikmaken van het gratis basisabonnement en in 2025 verwachten we dat het aandeel in de eigen inkomsten, inclusief fondsen en projectsubsidies, is gestegen tot 34 procent van de totale exploitatie. Dit zijn de harde cijfers, maar ze zeggen niet alles. Het gaat om waarde en effect. Wewillen weten wat onze dienstverlening voor mensen betekent en dat maken we zichtbaar door te meten, monitoren en vragen te stellen. Dat blijven we doen om de uitkomsten vervolgens te implementeren in onze strategie'
Kinderen en jongeren?
Meer dan de helft van 'onze' gebruikers zijn jonger dan 18 jaar. Die zitten natuurlijk allemaal niet in dit denken. Deels komt dat omdat juist met het lezen dat we stimuleren op de basisschool, het uitlenen natuurlijk nog ongelofelijk belangrijk is. En bij kinderen hebben we natuurlijk al het gratis abonnement. Daar zien we dan ook dat we die ook voor een groot deel geregistreerd hebben.
zaterdag 27 november 2021
Tussen fatalisme en feestdagen : bibliotheken in crisistijd, deel 27
Aan het begin van dit jaar dachten we nog dat als tweederde van de bevolking gevaccineerd zou zijn, het virus wel zou uitdoven. Nu constateren we dat zelfs nu meer dan 80% gevaccineerd is, het virus zich nog prima thuis voelt bij ons. Waar eerst ongevaccineerden riepen dat hun vrijheid werd ingeperkt, beginnen nu gevaccineerden te roepen dat de ongevaccineerden de samenleving gijzelen. Maar om eerlijk te zijn: zelfs als iedereen gevaccineerd zou zijn, is het virus nog niet weg.
Fatalisme
Het ergste is misschien nog wel dat ik, als simpele leek, niet meer zie, hoe we hier ooit nog uit gaan komen. En hoewel ik mezelf tot de 'voorzichtigen' reken, denk ook ik, dat ik daarmee het virus niet meer kan ontlopen. Soms betrap ik mezelf op de gedachte: 'had ik het maar gehad, dan was ik er door heen'. Een hele fout gedachte natuurlijk want het maakt fatalistisch en je kunt overigens ook gewoon nog een keer ziek worden. Dus zelfs het gehad hebben, is geen garantie dat je er vanaf bent.
Dat gevoel van fatalisme, wordt natuurlijk versterkt als blijkt dat in Zuid-Afrika een nieuwe variant opduikt. Waarna weer net te lang gewacht wordt met stoppen met vliegen en blijkt dat op de laatste vluchten, veel besmette passagiers zaten. Ook die variant is dus binnen. Moedeloos wordt je ervan. En tegelijkertijd voelt het egoïstisch van me, want wij in Europa hadden al die vaccins toch maar mooi voor de neus van de Afrikanen weggekocht. Maar alles bij elkaar geeft het mij op dit moment het gevoel dat het water ons langzaam maar onvermijdelijk tot de lippen stijgt.
Dat fatalisme baart me zorgen. Samenlevingen die niet meer weten hoe ze iets moeten oplossen, zijn een kruitvat voor ongerichte woede en ongenoegen waar alle nuance en begrip verdwijnt.
De vijf-tot-vijf-samenleving
En dus: nieuwe maatregelen. Maatregelen waarbij scholen open blijven en de rest van de samenleving zich moet redden tussen vijf uur 's ochtends tot vijf uur 's middags. En opnieuw steunpakketten. Een simpele leek als ik, snapt niet dat er zoveel geld kan zijn. En tegelijkertijd vraag ik me af of met deze maatregelen het virus echt snel wordt teruggedrongen. Ik heb meer het gevoel dat ze proberen te overbruggen naar de Kerstvakantie en die zowel gaan vervroegen als verlengen. De echte lockdown moet dan in die periode komen.
Bibliotheken opnieuw een uitzondering
Niet alleen scholen en supermarkten zijn een uitzondering maar ook bibliotheken. Voor hen geldt vijf uur niet als sluitingstijd. In het overzicht van de Rijksoverheid staat dat zij geen beperking hebben voor hun openingstijden maar de Vereniging van Openbare Bibliotheken geeft aan dat bibliotheken vallen onder dezelfde regels als 'essentiële dienstverlening'. Bibliotheken mogen dus net zo lang openblijven als de supermarkten, tot 20.00 uur. Opnieuw krijgen bibliotheken een uitzonderingspositie. Eerder kregen ze die al omdat ze als enige culturele instelling niet een corona-toegangsbewijs hoefden te vragen. En bij eerdere lock-downs mochten ze ook weer eerder open.
Overal in de stad en in het dorp is na vijf uur het licht dus uit. Behalve bij de supermarkt en de bibliotheek. Beide warenhuizen. Een warenhuis voor het lichaam en een warenhuis voor de geest.
En zo gaan we zwevend tussen fatalisme en feestdagen. En deze simpele ziel zegt maar weer: houd moed en blijf gezond! En dit deel 27 uit deze serie 'Bibliotheken in crisistijd' zal nog lang niet de laatste zijn.
Helaas.
zondag 21 november 2021
Hoe bibliotheken dwars door de bezuinigingen vernieuwden...
Maandag 22 november overlegt de Tweede Kamer over Monitor Wet Stelsel Openbare Bibliotheekvoorzieningen. Dit overleg vloeit voort uit de brief die de minister onlangs naar de Kamer stuurde en waar ik ook al over schreef. Het meest opvallende in deze brief was wel dat deze minister op de valreep nog de jeugdcontributie afschaft. Met de beperkte middelen die ze had, heeft ze dat toch maar mooi bereikt.
De Vereniging van Openbare Bibliotheken stuurde voorafgaand aan dit overleg nog een keer een oproep aan de Tweede Kamer om toch breder te investeren in bibliotheekwerk. En wel 95 miljoen extra. Dit bedrag komt voort uit het advies van de Raad voor Cultuur die dit bedrag noemde in het rapport 'Een bibliotheek voor iedereen'. In de brief van de VOB wordt ook gesteld dat het subsidiebedrag van gemeenten tussen 2010 en 2019 met 15% is gedaald en als de indexering mee wordt gerekend zelfs met 30%.
Ik besloot de cijfers bij dit overleg nog eens na te lopen. Laten we het een technische briefing noemen, naar analogie van Jaap van Dissel.
Groei in nieuwe taken
Wie kijkt naar de resultaten ziet dat bibliotheken in de afgelopen jaren flink aan de weg hebben getimmerd en met Informatiepunten Digitale Overheid, Bibliotheken op school, activiteiten en bezoekers flink in de lift zaten. Voor het gemak heb ik bij bezoekers en activiteiten toch maar even het laatste pre-coronajaar genomen. Tegenover die groei staat ook nog wel een daling van de uitleenaantallen van 80 miljoen in 2015 naar 64 miljoen in 2019. Het coronajaar laat ik dan nog buiten beschouwing. Maar over het geheel genomen zie je een sector die volop in transitie is. En die transitie zal wel geld kosten, toch? Nou, dat ligt even anders.
Hoe de subsidie daalde
Want wie kijkt hoe gemeenten investeerden in bibliotheekwerk in het afgelopen decennium schrikt toch wel. Die totale gemeentelijke subsidie in 2010 bedroeg € 457,8 miljoen. In 2011 begonnen veel gemeenten als gevolg van de bankencrisis - die in 2008 startte maar vanaf 2011 effect had op gemeentebegrotingen - te bezuinigen. In 2014 kwam Nederland uit die crisis maar in 2015 werd de decentralisatie van het sociaal domein een feit en bezuinigden gemeenten nog een keer. Vanaf 2018 begon weer een voorzichtige groei, die niet meer is dan een gedeeltelijke indexering. Al met al een daling van ruim 9% als je het op deze manier bekijkt.
zondag 14 november 2021
Elsa van Gool (1913-1944): Bibliothecaresse in het verzet
zondag 7 november 2021
Bibliotheken en de laagvertrouwensamenleving : Bibliotheken in crisistijd, deel 26
Het is een bitterzoete week voor bibliotheken. En opnieuw kunnen we een hoofdstuk toevoegen aan de serie 'Bibliotheken in crisistijd'. Ray Charles zong ooit: 'Here we go again, she's back in town again' en dat gevoel kreeg ik deze week ook. Het was dus nog niet voorbij en dat zagen we eigenlijk ook allemaal wel aankomen. Er was weer een coronapersconferentie en we lopen sinds zaterdag weer met mondkapjes op in de publieke ruimte en de coronapas moet nu ook op het buitenterrras, bij muzieklessen of koor- en orkestrepetities, in de sportschool, in pretparken, dierentuinen en andere doorstroomlocaties gedragen worden. Het wordt een wat langer verhaal dit keer, maar lees vooral even door, aan het eind zit denk ik een interessant rapport.
Bibliotheken als uitzondering
Bibliotheken zijn gelukkig uitgezonderd van die coronapas en ze worden ook apart genoemd in de overheidsregels. Ook voor alle evenementen in bibliotheken die normaal plaats vinden in een bibliotheek, is de coronapas niet nodig. Het zou overigens ook wel wat raar zijn geweest om bibliotheken te verplichten de coronapas te gebruiken, als je juist een instelling bent die mensen helpt om de coronapas te installeren en te gebruiken. Het grote voordeel is natuurlijk dat bibliotheken op dit punt niet gelijk extra personeel hoeven in te zetten voor deze controle. Ik denk dat veel bibliotheken bij deze maatregelen dus gewoon op hun normale uren open kunnen blijven. Laten we dus hopen dat het hier bij blijft.
Toch zitten we nog niet op de piek van deze golf. Die verwacht het RIVM in december of januari. Het is dan ook zeer waarschijnlijk dat we nog extra maatregelen krijgen, te beginnen op 12 november als de nieuwe persconferentie staat. Het zou kunnen dat de 1,5-metermaatregel dan weer officieel terugkomt en wellicht een nog verdere aanscherping van het thuiswerken. Het RIVM verwacht dat een geheel of gedeeltelijke lockdown de komende winter voorkomen kan worden.
Verschillende scenario's voor het virus
Hoe graag we dus ook hadden gehoopt dat het virus weg zou blijven, moeten we gaan accepteren dat het nog hele lange tijd onder ons is. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) en de Koninklijke Nederlandse Academie voor Wetenschappen (KNAW) brachten enkele weken dan ook een rapport naar buiten met vijf scenario's over hoe we om zouden gaan met het virus.
Deze twee gerenommeerde instellingen geven daar vijf scenario's aan voor het coronavirus:
1. Terug naar normaal: covid-19 wordt helemaal uitgebannen. Wereldwijd zijn voldoende mensen immuun door (herhaalde) vaccinatie of het doormaken van de infectie. Het virus muteert niet dusdanig dat het aan de immuniteit kan ontsnappen.
2. Griep+: covid-19 wordt endemisch met jaarlijkse golven in de winter. De meeste mensen worden niet ernstig ziek. Kwetsbare groepen hebben een verhoogd risico om ernstig ziek te worden. Afhankelijk van het epidemische beloop en de duur van de immuniteit zijn wellicht herhaalvaccinaties nodig. Het virus blijft muteren, maar niet zodanig dat dit veel verandert aan de ernst of verspreiding van het virus.
3. Externe dreiging: In Nederland en de meeste Europese landen is het virus onder controle, maar in veel andere landen niet. In die landen blijft het virus rondgaan en muteert het tot nieuwe, gevaarlijke varianten. Er zal streng grensbeleid zijn om te proberen nieuwe uitbraken in ‘veilige landen’ te voorkomen.
4. Continue strijd: covid-19 blijft een serieuze bedreiging. Vaccins werken niet voldoende (lang) en er ontwikkelen zich steeds nieuwe varianten die aan de bestaande vaccins ontsnappen. Er wordt een groot beroep gedaan op de veerkracht in de samenleving.
5. Worst case: covid-19 eist jaarlijks meer slachtoffers en blijft wereldwijd circuleren; de opgebouwde immuniteit en de effectiviteit van vaccins zijn beperkt. Het is onzeker wanneer de pandemie zal uitdoven, en tot die tijd blijven hevige uitbraken plaatsvinden. Samenleving en economie maken een lange periode van ontwrichting door.
Het RIVM geeft aan de verwachting te hebben dat scenario 2, het meest logische scenario lijkt voor de komende jaren.
De laag vertrouwensamenleving
Een ander interessant rapport dat deze week uitkwam was 'De laagvertrouwensamenleving', een rapportage die onder leiding staat van Godfried Engbersen van de Erasmus Universiteit. Het team van deze rapportage meet met regelmaat hoe Nederland omgaat met de gevolgen van de coronacrisis. Zo blijkt dat we ons minder zorgen maken over onze baan dan in het begin van de crisis maar staat ons mentale welbevinden nog steeds sterk onder druk. We voelen ons nog steeds vaker angstig, hebben we het gevoel om dat we maar weinig hebben om naar uit te kijken of vinden we het moeilijk om te ontspannen.
De meest opmerkelijke verslechtering zit echter in het vertrouwen dat we hebben in de overheid.
Waar aan het begin van de crisis nog bijna 70% van alle personen vertrouwen had in de overheid, is dat inmiddels gedaald naar 29%. De onderzoekers geven daarbij aan dat dit niet alleen de oorzaak is van het coronabeleid maar dat hier veel meer oorzaken onder zitten zoals de toeslagencrisis en de lange formatie. En daar voeg ik zelf maar aan toe dat er wellicht al langer een sluimerend gevoel van onmacht bij grotere groepen in de samenleving zit. De opkomst van meer populistisch gedreven partijen kun je hier aan toeschrijven.
€ 0,83 cent per inwoner voor Informatiepunten Digitale Overheid
zondag 24 oktober 2021
Geruisloos uit de bibliotheekgeschiedenis : het lot van de Joodse bibliotheekmedewerkers
'Hé Mark, hoe gaat het met je boek"', wordt me met regelmaat gevraagd. Weet u het nog? In mei van dit jaar schreef ik dat ik al even bezig was met onderzoek naar de ontslagen Joodse bibliotheekmedewerkers. En de deadline van de uitgever begint te komen, dus de afgelopen maanden heb ik heel veel vrije tijd gestoken in dit onderzoek. Maar, met resultaat en er ontstaat een heus klein monument voor deze elf ontslagen Joodse bibliotheekmedewerkers. Ik neem u even mee naar wat ik zoal meemaakte. Waar ging het ook al weer over en wat weten we inmiddels?
Toch is het een onbekende geschiedenis. In de geschiedenisboeken over bibliotheekwerk worden vele pagina's volgeschreven over de censuur die in oorlog gepleegd werd maar het ontslag wordt vaak in een paar zinnen vermeld. En gezien het leed dat deze elf medewerkers is overkomen, is dat onterecht.
Wel werd er een wachtgeldregeling getroffen voor de ontslagen medewerkers die inhield dat je de eerste vijf jaar na ontslag tussen de 60% en 70% van je inkomen zou houden. De eerste drie maanden was het nog iets meer en na vijf jaar en na tien jaar werd het nog iets verlaagd. Eigenlijk zou die wachtgeldregeling hun hele leven doorlopen. Een morbide gedachte als je weet dat de meeste Joden binnen twee jaar in concentratiekampen vermoord werden.
Hoe liep het met ze af?
Vijf worden vermoord, zes overleven
zondag 17 oktober 2021
Basisvaardigheden in coronatijd: meebuigen met wat wél kan
Eind september publiceerde de Koninklijke Bibliotheek een nieuwe onderzoeksrapportage over Basisvaardigheden. Deze rapportage verschijnt elk jaar maar dit jaar was hij extra interessant omdat deze nu ook de uitkomsten over 2020, het eerste coronajaar, omvatte. Wat zien we daarin en welke conclusie kunnen we trekken?
Dat het coronavirus effect heeft gehad op het bibliotheekwerk hoef ik niemand uit te leggen. We zijn lange tijd dicht geweest en toen we weer open mochten, was het vaak met beperkingen. Veel bibliotheken geven in het onderzoek dan ook aan dat bibliotheken minder konden doen. 74% van de bibliotheken gaf aan minder aan digitale vaardigheden te kunnen hebben doen en 54% gaf aan minder aanbod te hebben gehad op het gebied van taal.
Ook het aantal locaties waar fysiek een cursus Klik en Tik of Digisterker kon worden gegeven liep voor het eerst in vele jaren terug.
Alternatieven
Toch lieten bibliotheken zich geenzins uit het veld slaan. Ook is onderzocht in welke mate bibliotheken overgingen tot alternatieven.
Naast het feit dat bijna alle bibliotheken meer informatie via hun website of nieuwsbrief gaven, bijvoorbeeld over digitale alternatieven, organiseerde ongeveer tweederde van alle bibliotheken een telefonisch spreekuur en de helft van de bibliotheken maakte een afspraak voor individuele hulp. Iets minder dan de helft zette het taalhuis om naar een online variant en een derde van de bibliotheken ging taalwandelingen maken. Bibliotheken waren uiterst creatief in het vinden van allerlei alternatieven. Hetgeen niet wil zeggen dat het allemaal vanzelf ging, ik kan me herinneren dat we allemaal plotseling op zoek waren naar de juiste tool voor video-overleg.De onderzoeksrapportage geeft ook aan dat het aantal vrijwilligers in 2020 door corona tijdelijk terugliep. In 2019 werd bij 98% van de bibliotheken gewerkt met vrijwilligers voor programma's rond basisvaardigheden terwijl dit in 2020 92% was. Dit werd gecompenseerd door de inzet van frontofficemedewerkers. In 2019 zette 32% van de bibliotheken frontofficemedewerkers in voor deze taken en in 2020 was dit 54%. Door de sluiting van bibliotheken zal een deel van de formatie dus (deels tijdelijk) verschoven zijn. Het aantal fte dat ingezet wordt voor basisvaardigheden is sinds 2016 gestegen van 99 fte naar 227 fte in 2020. Voor de goede orde, in 2020 waren er in het hele bibliotheekwerk, xxxx betaalde formatieplaatsen. Helaas ontbreekt in het onderzoeksrapport een staatje per jaar van deze gegevens, dat is iets voor de volgende rapportage.
Financiering
Zo'n staatje door de tijd geeft het onderzoeksrapport wel als het gaat om de financiering. Daarin kun je zien dat basisvaardigheden bijna 90% een structurele financiering kent. Dit betekent dat ze ook steeds vaker onderdeel zijn van de prestatieafspraken tussen gemeente en bibliotheek. Het incidentele budget is gedaald. In 2018 kende nog 62% van de bibliotheken een vorm van incidentele financiering en in 2020 was dit nog maar 34%.
Waar het om gaat: impact...
2020 was een bijzonder jaar en 2021 zal dat ook zeker nog zijn. Bibliotheken moesten andere wegen vinden om toch hun resultaten te halen. En die resultaten laten zich uitdrukken in individuele burgers die beter in staat zijn zich te redden in deze samenleving. 2020 heeft ons laten zien hoe belangrijk het is dat je je digitaal kunt redden. En daarom ben ik ook zo blij met bijgaande staatje. Dat gaat namelijk over wat cursisten zeggen over de cursus Klik en Tik en wat het voor hen betekent. Zo'n 700 cursisten zijn voor en na de cursus bevraagd op wat ze kunnen op hun computer. Men werd vaardiger in het omgaan met de muis, het typen van tekst, het sturen van een e-mail en het zoeken van informatie op internet. Voor u en ik misschien de gewoonste zaak maar voor grote groepen nog een geheime wereld. Ik ben blij dat ik in de sector werk waarbij we die mooie bijdrage kunnen leveren.
zondag 10 oktober 2021
De minister stuurde een briefje: nooit meer jeugdcontributie!
Inmiddels demissionair minister Van Engelshoven zal niet gedacht hebben dat ze dit briefje nog naar de Tweede Kamer zou sturen. Maar de formatie duurt lang en sommige zaken kunnen dan toch niet meer wachten en zijn niet discutabel. En ach, je bent aan het eind van je termijn en nieuw geld voor bibliotheekwerk is er (nog) niet. Tja, wat voor briefje stuur je dan? Nou, het briefje over de 'Monitor Wet Stelsel Openbare Bibliotheekvoorzieningen'. En hoewel de minister dan wellicht bijna aan het eind is van haar periode, weet ze met haar beperkte middelen toch nog een punt te maken. Lees maar mee.
Weg met de jeugdcontributie!
Het meest kenmerkende dat de minister in haar brief aan de Kamer schrijft is dat het afgelopen is met de jeugdcontributie. Begin 2019, nu twee jaar geleden publiceerde ik bovenstaande landkaartje. Dat kaartje gaat over 2017. 17 van 149 bibliotheekstichtingen had toen nog een vorm van jeugdcontributie. Toch nog ruim 10% van de bibliotheken. Vaak ging het dan om jeugdcontributie vanaf 14 of 15 jaar. Een soort aanloopje naar de 'echte' contributie' en vaak ingegeven door bezuinigingen in het verleden.
De minister schrijft hierover in haar brief:
'Een aantal gemeenten maakt gebruik van de mogelijkheid jeugdcontributie te vragen. In 2019 betrof het 12 bibliotheekorganisaties in 26 gemeenten. Eind 2020 was dit gedaald naar 9 bibliotheekorganisaties in 13 gemeenten en begin 2021 naar 8 bibliotheekorganisaties in 12 gemeenten. Bibliotheken die jeugdcontributie heffen, hebben een lager bereik onder de jeugd dan bibliotheken die dat niet doen. Het heffen van jeugdcontributie verhoudt zich niet met de brede maatschappelijke wens en noodzaak het lezen onder de jeugd te stimuleren. De Tweede Kamer heeft bij motie Asscher/Ellemeet verzocht te onderzoeken of het mogelijk is jeugd in alle gevallen gratis toegang tot de bibliotheek te geven. Ik ga er conform deze motie voor zorgen dat de jeugd in de toekomst altijd gratis toegang heeft tot de openbare bibliotheek, inclusief de digitale bibliotheek. De uitzonderingsmogelijkheid in de Wsob ten aanzien van heffen van een tarief voor de jeugd, komt te vervallen. Artikel 13 van de Wsob (Contributievrijstelling jeugd openbare bibliotheken) zal hiervoor worden gewijzigd. De wetswijziging zal naar verwachting in de loop van 2022 ingaan. Gemeenten waar in 2021 nog sprake was van jeugdcontributie zullen hiervoor de komende twee jaar worden gecompenseerd.'
Het was dus al dalend en ze maakt er een eind aan. Je kunt het klein bier noemen maar het zijn nog altijd acht van de inmiddels 140 bibliotheekstichtingen. Vaak bibliotheken die het al lang op hun lijstje hadden staan om het af te schaffen. Als ik er snel door heen kijk, gaat het dan om Haarlemmermeer, Delft, Oost-Achterhoek, Huizen-Laren-Blaricum, Westland, Wageningen, Veldhoven en Nijkerk.
De échte winst: jeugdcontributie kan niet meer worden ingevoerd
Mooi voor die plaatsen maar de echte winst is niet dat nu ook in die laatste twaalf gemeenten de jeugdcontributie wordt afgeschaft. Nee, de echte winst zit ergens anders. En dat is dat jeugdcontributie nergens meer kan worden ingevoerd. Niet bij de volgende bezuinigingsronde en ook niet bij de ronde die daarna komt. Het wordt wettelijk verankerd en dat is bijzonder want hiermee is het één van de zeer concrete punten waaraan een bibliotheek moet voldoen als deze deel wil nemen in het stelsel. De gemeenteraad heeft er niks meer over te zeggen en de minister dwingt het af. Deze deur gaat op slot en gaat niet meer open.
Opmaatjes voor een vervolg: bereikbaarheid en convenant, leenrecht en digitale bibliotheek
Wie verder door de brief heen leest, ziet dat de minister al een opmaat maakt voor haar opvolger mocht het komen tot extra investeringen in het bibliotheekwerk.
De eerste opmaat is het landelijk convenant en de bereikbaarheid. Aan het eind van de brief geeft de minister aan dat het convenant goed richting geeft aan de drie maatschappelijke opgaven - een geletterde samenleving, digitale inclusie en een leven lang ontwikkelen - maar dat er ook zorgen zijn. Zorgen over fysieke bereikbaarheid met name voor kinderen en jongeren. Wijken met grote maatschappelijke opgaven worden hier nog speciaal genoemd. Als je dit als opmaatje ziet, betekent dit extra geld voor de maatschappelijke opgaven met extra aandacht voor een goed dekkend netwerk van vestigingen. En kijk dan aanvullend nog even naar de financiering van de InformatiePunten Digitale Overheid die via Binnenlandse Zaken een bijdrage krijgen.
Daarnaast wordt aangegeven dat de stijging van het gebruik van de digitale bibliotheken door Corona wellicht van blijvende aard is en dat hier dan ook extra investeringen nodig zijn. Dat is een opmaatje om te zeggen dat als er extra geld komt, ook hier wat naar toe moet.
En tot slot spant de minister zich in voor het leenrecht rond de Bibliotheek op school. Een bijzonder lastig item waarin sympathie voor kinderboekauteurs en de lastige financiële positie voor bibliotheken door elkaar heen lopen. En waar beide partijen zeggen het recht aan hun kant te hebben. Terwijl beiden weten dat ze elkaar nodig hebben om verder te kunnen. Dat hier een keer iets moet gebeuren is evident. De minister lijkt te hinten op een oplossing die past bij de ambitie van het leesoffensief. Maar om dat een echt 'offensief' te maken is ook meer nodig dan de beperkte middelen dan die tot nu beschikbaar zijn gesteld. Verder groeien met de Bibliotheek op school naar leesplezier op elke school en dan gelijk het leenrecht regelen lijkt mij (nog steeds) de beste oplossing. Verbind vergroting van maatschappelijk nut aan een beter klimaat voor kinderboekenauteurs.
Punt gemaakt en door!
U ziet, de ambtenaren hebben de minister weer knap verder geholpen. Ze hebben ingezet op de jeugdcontributie en dat punt binnen gehaald en de loper is uitgelegd voor een vervolg. Dat is wat u naar mijn mening tussen de regels door kunt lezen. Alle signalen dus nog steeds op groen om samen verder te bouwen aan een netwerk voor een Leven Lang Ontwikkelen!