zondag 28 augustus 2022

Openbare bibliotheken in de hongerwinter: uitlenen aan onderduikers en geniepigheden met de NSB


Ik lees nog wel eens wat over bibliotheekgeschiedenis. Het zal u niet verbazen. En vooral de kleine geschiedenissen hebben mijn aandacht. Een boekje, met veel van die kleine bibliotheekgeschiedenissen is het boekje 'In nacht en ijs'. Een prima boekje om eens op een lome zondagmiddag door te lezen.  Het boekje verhaald over hoe de verschillende leeszalen de hongerwinter doorkwamen. Het werd opgesteld door H.E. Greve, de welbekende secretaris van de Centrale Vereniging van Openbare Leeszalen en Bibliotheken (CV) en tevens directeur van de Haagse Leeszaal. 

Greve stelde het boekje op vlak na de bevrijding en het verscheen in november 1945. Hij had alle leeszalen aangeschreven om hem - als inspecteur van de bibliotheken - mede te delen hoe zij de afgelopen tijd waren doorgekomen. Bij het Nationaal Archief zijn alle brieven die ten grondslag lagen aan het boek. Ik vroeg ze op en las ze door. Het zijn zo'n 200 velletje handgeschreven of getypte verslagen.  Het levert een bonte stoet van kleine geschiedenissen op.  

Bibliotheken waren de 'eenige instelling waar het publiek vertroosting kon vinden'

Het is interessant om in de inleiding van het boekje te lezen hoe Greve de rol van bibliotheken in deze bijzondere tijd omschreef. 

'De leeszalen zijn gedurende de bezettingsjaren de eenige openbare instellingen geweest, waar het publiek ontspanning, vertroosting, opwekking, afleiding, tijdpasseering, studiegelegenheid kon zoeken en vinden. Door de omstandigheden beperkt, maar de leeszaal en alleen de leeszaal gaf ze! Geen leeszaal, of ze heeft duizenden nieuwe gezichten in het gebouw gezien, nieuwe leden en lezers getrokken en geholpen aan geestelijk voedsel. De boekencirculatie steeg overal, verdubbelde soms, en de totale uitleening gedurende de oorlogsjaren is te schatten op 10 a 12 millioen per jaar.'

Ronkende woorden! Zeker als je bedenkt dat de Centrale Vereniging, achteraf gezien, niet heel moedig geacteerd heeft in de oorlog voelt dit toch een beetje als borstklopperij. Censuur werd  door de CV bijvoorbeeld opgepakt nog voordat de bezetter er om vroeg en ook aan het ontslag van Joodse medewerkers werd zonder tegenstribbelen mee gewerkt. Overigens zou ik niet weten of ik moediger zou zijn geweest maar je zou bijna denken dat  men die oorlog een geluk bij een ongeluk vond voor bibliotheken. 

Wie echter in de verhalen van individuele bibliotheken duikt komt toch nog wel andere zaken tegen: uitlenen aan onderduikers, geniepigheden met de bezetter en de NSB of zelfs een bibliotheek die een gevangenis werd voor NSB'ers. Ik neem u mee naar een paar van die verhalen.

Appingendam, Haarlem, Gouda en Sneek: uitlenen aan onderduikers


Verschillende bibliotheken maken in hun briefjes aan Greve duidelijk dat ze uitleenden aan onderduikers. De bibliotheken van Appingedam, Goud en Haarlem maken er melding van. Maar het zal vaker voorgekomen zijn. Mensen die onderduikers hielpen namen hiervoor de bibliotheekmedewerkers in vertrouwen zoals blijkt uit het onderstaande stukje van de bibliotheek Haarlem.

Uitlenen aan onderduikers was dus vooral een ad hoc georganiseerde bezigheid, zo lijkt het. Maar in het netwerk van onderduikers werd ook weer onderling uitgeleend. De Bibliotheek in Sneek legt uit aan Greve dat dat nog wel tot enige problemen leidt:


Sneek meldt hier overigens naast de onderduikers ook een ander fenomeen: zij die op de vlucht waren of geëvacueerd werden. 

Leden uit heel Nederland: Drachten en Sneek

De bibliotheek in Drachten schreef in het verlengde van het bericht van Sneek het volgende:


Begin 1945 waren er in de bibliotheek van 'Frieslands Oosthoek' dus tijdelijke leden ingeschreven uit heel Nederland. Terwijl in het zuiden gevochten werd, las men in het noorden. 

Roermond: een onbeheerde bibliotheek door evacuaties
Het omgekeerd zien we dan ook in de brief die de bibliotheek Roermond stuurde om verslag te doen van de oorlog. Zij meldden het volgende in dit handgeschreven briefje:


Als u het moeilijk vindt om te lezen, er staat: 'Toen door de evacuatie in januari, begin februari (1945) van nagenoeg de gehele Roermondse bevolking naar Friesland, Groningen en Drente onze stad lees was geworden, bleef de Leeszaal onbeheerd achter.' De ledenstijging in Drachten was dus te danken aan de leegloop in Roermond. Overigens meld de brief van Roermond een hoop leed met een Duitse eigenaar van het pand en een directeur die veel familie en woonplaats verliest. De directeur woont daardoor enige tijd ín de bibliotheek.

Vlissingen en Bergen op Zoom: Natte voeten en stekeligheden met de NSB


In Vlissingen zwaaide Annie M.G. Schmidt in de oorlog de scepter als bibliotheekdirecteur. Hoewel het briefje van de Bibliotheek Vlissingen niet is ondertekend, ligt het gezien de schrijfstijl zeer voor de hand dat bovenstaande brief door haar is geschreven. In haar biografie komen die stekeligheden met de NSB, die de benedenverdieping hadden wel vaker aan de orde. Overigens was Schmidt Amsterdam in 1941 Amsterdam ontvlucht om de haat tegen Joden en ze verloor haar Joodse vriendin Betty Cohen die vergast werd in Auschwitz. Schmidt heeft zich later geschaamd dat ze Amsterdam ontvlucht was en niet meer had gedaan tegen de bezetter. In die zin was haar sollicitatie in Vlissingen ook een vlucht uit Amsterdam en noemde ze haar tijd in Vlissingen, ze vertrok in 1946 weer naar Amsterdam, misschien wel de rustigste periode uit haar leven. 

Overigens heeft Vlissingen lange tijd voor een groot deel onder water gestaan en heeft men maanden te kampen gehad met wateroverlast. Dat leverde de volgende situatie op:


Toen het koud werd bleef het personeel ook hier, net als in Roermond, maar gewoon slapen in de bibliotheek. 

In Bergen op Zoom verging het de bibliotheek weer anders met de NSB. Zij melden in hun brief  dat de boeken 'die in huizen van NSB'ers waren vrijwel allen verloren geraakt. Hoewel hier direct werk van is gemaakt is, is er blijkbaar geen enkele instantie, die zich hiervoor verantwoordelijk gevoelt'.

Winsterwijk: van bibliotheek naar NSB-gevangenis

Een geval waarvan het boekje van Greve wel gewag maakt maar waarvan ik de originele brief niet meer heb kunnen vinden is het voorbeeld van de bibliotheek Winterswijk. Eerst raakt men het gebouw kwijt aan de bezetter en na de oorlog wordt het een gevangenis voor de NSB. Lees maar mee:



Bussum: de katholieken zijn guller dan de openbaren

Veel bibliotheken vragen hun leden om bij te dragen aan het stoken van de bibliotheekruimtes door een blokje hout of turf mee te nemen. In Bussum, waar dan een openbare én een katholieke bibliotheek is pakt dat verschillend uit. De brief van de openbare bibliotheek zit niet (meer) in het archief maar Greve schrijft er het volgende over:



Bij de katholieken pakte dat toch anders uit. Zij schrijven dat zij, nadat hun houtvoorraad gestolen was, dat zij ook hun leden vragen om een blokje hout.  In een mooie handgeschreven brief wordt er verslag van gedaan.


In het handschrift lees je dat opbrengst onverwacht hoog was en dat men zelfs iets overbleef voor de middaguren en de administratie. In Bussum kon je dus beter de katholieken vragen om een gunst dan de openbaren.

Ruim 100 brieven
Het Nationaal Archief digitaliseerde op mijn verzoek alle brieven. Mocht je dus benieuwd zijn naar de brieven van jouw bibliotheek, stuur me dan een berichtje. Ik stuur je ze graag toe. 

En één verhaal dat ook in dat archief zit, heb ik jullie nog niet verteld... En dat laat ik ook nog even zo. Dat wordt namelijk naar alle waarschijnlijkheid het verhaal dat zal leiden tot mijn derde boek. Nou, is dat een cliffhanger of niet?

En zo ontving Greve dus ruim 100 brieven van bibliotheken. Het Nationaal Archief bewaarde al die jaren de briefjes zorgvuldig. Alles bij elkaar geeft het een beeld van hoe er gesappeld werd in de hongerwinter in het westen van Nederland, hoe het zuiden al vrij was maar soms het gebouw weer kwijt raakte aan de geallieerden en hoe in het oosten en het noorden er wellicht iets meer eten was dan in het westen maar waar evacuees en ondergedoken leden extra aandacht vroegen. 

Kleine geschiedenissen die laten zien hoe een ieder door die lastige tijd probeerde te komen en tegelijkertijd de bibliotheek ook 'gewoon' open te houden.  Kleine geschiedenissen die eigenlijk laten zien hoe het echt was. 

dinsdag 23 augustus 2022

De staat van het bibliotheekbestel in acht grafieken

Net aan het begin van mijn vakantie verschenen de jaarcijfers van de openbare bibliotheken. Nu houd ik wel heel erg van mijn vak en van cijfers maar ik heb ze toch echt laten liggen tot na mijn vakantie. Dat zult u me wel vergeven. Ik ga de cijfers hier voor u samenvatten maar doe de veiligheidsgordel maar vast om want het wordt een dodemansrit door een bloedbad aan resultaten. In de afgelopen twee coronajaren werden 60 miljoen minder bezoekjes aan de bibliotheek gebracht, zijn er 150.000 kinderen minder lid geworden, werden er 175.000 minder activiteiten georganiseerd en 30 miljoen minder boeken gelezen.

2022 was door de langste sluiting ooit uit de bibliotheekgeschiedenis een drama. Voor het tweede jaar op rij trouwens. En hoewel bibliotheken als essentieel werden beschouwd in de coronacrisis, is er wel degelijk veel werk aan de winkel. Maar... er zijn ook lichtpuntjes!

Houd u vast. Daar gaan we.

Aantal bezoekers gehalveerd

De grootste klap valt, niet zo gek met sluiting, bij de bezoekersaantallen. U ziet het al in de afbeelding hierboven. In 2019 ontvingen bibliotheken nog ruim zestig miljoen bezoekers. In het tweede coronajaar 2021 waren er daar nog maar de helft van over, 31,3 miljoen om precies te zijn. Nu waren we wel bijna vijf maanden dicht en waren mensen daarna soms nog voorzichtig maar het maakt de klap niet minder hard en ongenadig. Op 15 december 2020 werden bibliotheken, cultuurinstellingen en alle niet-essentiële winkels gesloten. Bibliotheken konden weer echt open op 20 mei 2021. We hadden toen een lange tijd van avondklok achter de rug. Ik moet eerlijk zeggen dat ik een deel van die beelden al weer kwijt ben en me verbaas hoe ik er alweer aan gewend ben dat alles altijd open is.

In de afgelopen twee jaar kun je stellen dat bibliotheken in totaal zo'n 60 miljoen bezoekers zijn misgelopen. Het zal in beide jaren ongeveer 30 miljoen zijn. Zo'n vier bezoeken per Nederlander gemiddeld.

Schouwburgzalen en poppodia klaagden dit jaar voor de zomervakantie nog dat het publiek nog steeds voorzichtig was om te komen. En ik vermoed dat dit voor bibliotheken iets minder geldt omdat we iets minder massaal zijn. Maar ik vermoed dat de bezoekerscijfers voor 2022 zeker niet terug zijn op het niveau van 2019. Het zou mij verbazen. Er is dus niks mis mee om het bibliotheekbezoek dus weer een beetje te stimuleren.

Bijna 40% minder activiteiten


Het aantal activiteiten die bibliotheken ondernamen daalde ook dramatisch. En dat terwijl dit de afgelopen jaren spectaculair groeide. Zowel door groei in aantal maar ook door betere registratie.  Waar in 2019 door bibliotheken nog 220.000 activiteiten werden aangeboden, daar waren er in 2021 nog 136.000 van over. Een terugval van 38%. Als je dat afzet tegen de ruime sluiting in 2022 dan zie je dat er toch nog redelijk wat digitale activiteiten moeten zijn geweest. Afgezet tegen de bezoekersaantallen doen de activiteiten het dus iets beter. In de twee coronajaren hebben bibliotheken dus waarschijnlijk een kleine 175.000 activiteiten minder georganiseerd dan wanneer er geen corona was geweest.

Ruim een derde minder uitleningen

 

In uitleningen is het iets minder dramatisch. Daar gingen bibliotheken van 63,8 miljoen uitleningen pré-corona naar 40,6 miljoen uitleningen in 2021. Dat is een daling van 36%. Nu werd de daling wel iets gecompenseerd door digitaal lezen maar dat was een druppel op de gloeiende plaat. Veel bibliotheken kenden wel een afhaal- of bezorgservice tijdens de sluiting en dat kon bij sommige bibliotheken toch nog tot redelijke aantallen leiden.  

Nu zaten bibliotheken met uitleningen al wel in een dalende trend dus wie dat doortrekt had zonder corona zo'n 58 miljoen uitleningen in 2021 mogen verwachten en zo'n 55 miljoen in 2021. Alles bij elkaar zijn er dus zo'n 30 miljoen boeken en andere media minder uitgeleend in de coronaperiode. Dat blijft toch een akelig grote boekenberg.

Vooral minder kinderen lid geworden tijdens corona


Vorig jaar durfde ik de ontwikkeling rond de leden nog niet te duiden. Toen leek het erop dat de betalende volwassen leden de bibliotheek in de coronaperiode trouw bleven en dat kinderen wellicht 'iets' achterbleven door corona. Met de lange sluitingsperiode in 2021 zien we dat nu versterkt: er zijn veel minder kinderen lid geworden van de bibliotheek dan verwacht. Met de stippellijn heb ik de trendlijn aangegeven op basis van de afgelopen jaren. Op basis van die trendlijn kun je zeggen dat er eigenlijk rond de 2,3 miljoen kinderen lid hadden moeten zijn van de bibliotheek als er geen corona was geweest. Dat zijn er maar 2,15 miljoen. Dat betekent dat 150.000 kinderen in de coronaperiode niet lid zijn geworden van de bibliotheek die dat anders wel waren geworden. Om een beeld te geven hoeveel kinderen dat zijn: heel Amsterdam kent 153.000 kinderen tot en met 17 jaar....

Bij volwassenen zie je dat het verloop ongeveer gelijk is aan de trendlijn. Die zijn in de coronaperiode de bibliotheek dus trouw gebleven.

Meer betaald personeel, verjonging en de groei van vrijwilligers vlakt af


Bibliotheekwerk kende in de afgelopen jaren een redelijk stabiel aantal formatieplaatsen van rond de 4.100 volledige arbeidsplaatsen. Vóór 2015 kenden we trouwens nog een krimp. In 2010 waren het nog 5.200 volledige arbeidsplaatsen. Tussen 2010 en 2015 is er bij bezuinigingen dus een kwart van het betaald personeel verdwenen. 

De afgelopen twee jaar is dat, ondanks corona, toch weer wat gestegen. Vooral in 2021was de groei wat groter. Straks bij de financiën zullen we zien dat er ook wat meer geld voor was. Ik vermoed dat die groei met name zit in het gebied van zelfredzaamheid en digitale participatie waar met de IDO's op dit moment een groeisprongetje wordt gemaakt. Maar ook bij de Bibliotheek op school zit nog steeds groei en ook zie ik steeds vaker de functie van vrijwilligerscoördinator voorbij komen. 


De leeftijd van het personeel is overigens gedaald. De sector verjongt! Waar het bibliotheekwerk lange tijd het verwijt kreeg dat het een vergrijsde sector is, die steeds grijzer werd, is dat de afgelopen jaren toch flink verandert. Het aandeel 50+'ers is gedaald van 65% in 2015 naar 54% in 2021. Het aandeel onder de 50 is navenant gestegen, van 35% in 2015 naar 46% in 2021. En dit hebben bibliotheken dus gedaan in een periode met niet veel extra middelen. Bij uitstroom door pensioen of ander vertrek zal dus bewust gezocht zijn naar jongere medewerkers zodat een meer diverse leeftijdsopbouw ontstaat. 

Naast de betaalde medewerkers kent de bibliotheek een groeiend contingent aan vrijwilligers. Dat kende de afgelopen jaren een sterke groei. In de coronaperiode vlakte die groei af.


Waar het aantal vrijwilligers tussen 2015 en 2019 dus verdubbelde, steeg het aantal vrijwilligers in de coronaperiode nog met 5%. Heel gek is dat als je ziet dat het aantal activiteiten en de uitlening flink terugliepen. Veel vrijwilligers zullen in deze periode ook minder actief zijn geweest. Maar toch nog een kleine groei dus. 

Financiën al jaren stabiel (en dus teren bibliotheken nog steeds in)


En de laatste plaat gaat over geld. Die drukken we uit in subsidie per inwoner. En vaak worden de huisvestingskosten er dan nog uit gehaald omdat die soms versluierend werken bij onderlinge vergelijkingen. Huisvestingskosten zijn soms broekzak-vestzak voor gemeenten met een maatschappelijk huur en op andere plekken is het commerciële huur of eigendom (met ook weer tal van constructies). 

De gemeentelijke subsidies stegen in de afgelopen jaren licht. Dat zal een divers beeld zijn tussen gemeenten. Sommige gemeenten kampten met grote tekorten in het sociaal domein, andere gemeenten kwamen redelijk uit. Over het geheel genomen stegen de gemeentelijke subsidies het afgelopen jaar met 13 miljoen naar 431 miljoen.  Dat klopt wel redelijk met de prijsindex over 2021. Toch zie je de subsidie per inwoner nauwelijks stijgen. Dat komt omdat het aantal inwoners in Nederland ook nog steeds stijgt. Meer inwoners betekent ook meer diensten en mogelijk meer gebruik. Wie zo kijkt sinds 2015 ziet dat bibliotheken er nauwelijks op vooruit zijn gegaan. Er is aan alle kanten ingeteerd en vooral in de jaren net na de decentralisaties zag je gewoon een krimp.

Over 2022 verwacht ik dat we aan de batenkant een sterkere stijging zien bij bibliotheken doordat de € 0,83 van de IDO's dan mee gaan lopen bij de inkomsten. En over 2023 hopen we natuurlijk op mogelijke extra gelden uit het regeerakkoord. 

De balans? Werk aan de winkel

Fijn dat er extra geld aan lijkt te komen. Velen zullen zeggen: eerst zien dan geloven. Prima. Maar hou het even vast. Want wie kijkt naar het gat dat corona heeft geslagen: 150.000 kinderen minder lid, 60 miljoen gemiste bezoeken, 175.000 activiteiten die niet doorgingen en 30 miljoen boeken die niet gelezen werden, die moet toch constateren dat er werk aan de winkel is. Gedrag van onze gebruikers heeft twee jaar lang iets anders laten zien, dan wat we graag zouden willen. Dat gedrag is niet zo maar terug. 

En ja, u hebt gelijk als u zegt dat bibliotheken toch ook heel belangrijk waren in de coronacrisis? Zeker, alle lof daarvoor, ga daar ook mee door. Maar de aantallen zijn daar nog relatief klein in vergelijking met het bloedbad op andere gebieden.

Vooral die 150.000 kinderen die we gemist hebben, baart me zorgen. En dat terwijl nou net per 1 juli alle kinderen in echt alle gemeenten gratis lid kunnen worden. Daar moet toch nog wat mee te doen zijn?

Verder lijken bibliotheken in hun financiën en formatie te groeien of zich voor te bereiden op groei en in hun organisaties verjongen ze. Dramatische resultaten over 2021 maar er lijken zeker mogelijkheden tot herstel en zelfs groei. Positief de toekomst in dus maar wel hard aan het werk!

Het hele dossier en alle cijfers zijn terug te vinden op BNetwerk. Wie wilde weten wat ik vorig jaar over de cijfers, kan hier terecht.

zondag 21 augustus 2022

Over tolerantie, neutraliteit en kleine bruggen tussen eilanden in de samenleving


Ik weet niet hoe het u vergaat maar mijn vakantieperiodes leveren altijd nieuwe inzichten op. Niet omdat ik er naar op zoek was maar om dat ze zich aan mij opdringen. Ik neem u mee naar twee observaties en wat ze mij leerden. 

Observatie 1: Tolerantie is niet hetzelfde als inclusiviteit

De afgelopen zomer waren wij op vakantie in Berlijn en ons huis stond echt bijna bovenop de Brandenburger Tor. U wist niet dat daar een huisje zat maar wij zaten er. In het weekend werd in Berlijn Christopher Street Day gevierd. In Nederland is dat bekend als bijvoorbeeld Pride Amsterdam. Een groot LHBTI+-festival dus. Zelf had ik zo'n festival nog nooit meegemaakt en dus stond ik enige tijd tussen ruim 100.000 mensen. Soms met de meest wonderlijke uitdossing en soms moet ik eerlijk bekennen dat ik niet wist welk deel van de L, de H, de B, de T, de I of de + ik voorbij zag komen. Dat deed er ook niet toe. Wat ik wel zag was dat hier heel veel mensen bij elkaar waren die allemaal een 'uit-de-kast'-moment moeten hebben gehad.  En dat raakte me. Wat bij velen zal dat niet eenvoudig zijn geweest. Uit-de-kast-komen is in veel gevallen nog een pijnlijk proces van jaren en het geeft aan dat de samenleving op dit punt, vaak onbewust, nog steeds heel normatief is. Voelen dat je tussen zoveel mensen staat die allemaal moeite hebben gehad om uit te komen voor hun identiteit, deed me beseffen hoe ingewikkeld wij het nog steeds maken als samenleving. En ik snap ook dat het voor deelnemers aan dit festival juist heel bevrijdend moet zijn om zo bij elkaar te komen. Maar de moraal van dit verhaal is dat tolerant zijn, wat velen zullen zeggen te zijn, niet genoeg is om iedereen een inclusief gevoel te geven.

En tegelijkertijd zag ik tussen die massa hoe de samenleving zich op dit punt nog ontwikkeld. Waar een man, vrouw,  en twee kinderen en allemaal wit van kleur in de afgelopen generaties misschien de norm waren, daar zijn we in de afgelopen decennia al flink veranderd: samengestelde gezinnen, gezinnen met twee vaders of twee moeders, meer alleenstaanden en woongroepen. En de samenleving heeft veel meer kleuren en buitenlandse achtergronden gekregen.  En die ontwikkeling zal de komende decennia alleen maar doorgaan.

Die diverse samenleving wordt onze nieuwe eigenheid. De opgave voor de samenleving is om niet alleen tolerant te zijn naar elkaar maar om echt met elkaar te leren leven. Dus niet alle moslims in de ene wijk en alle LHBTI+-groepen in een andere wijk. Nee, de opgave wordt om elkaar echt te leren kennen en met elkaar te leven. Tot op heden is nog steeds onze neiging om ieder in lekker in de eigen bubbel te laten. 

Observatie 2: Neutraliteit bestaat niet

Mijn tweede inzicht kwam uit heel andere hoek: een boek en een museum. Ik las in mijn vakantie het boek 'Een schitterend vergeten leven' van Toni Boumans. Het boek gaat over Frieda Belinfante. Belinfante was de eerste vrouwelijke dirigent van Nederland. Ze was lesbienne in een tijd dat men dacht dat dit niet bestond. En tot slot was ze een onvermoeibaar verzetsstrijder in de oorlog.  Als half-Jood werd ze niet ontslagen uit haar orkest maar nam ze zelf ontslag om uit principiële overwegingen. Ze ging daarna het verzet in, vervalste identiteitsbewijzen en ze was de initiatiefnemer van de aanslag  op het Amsterdamse bevolkingsregister in 1943. Zelf mocht ze niet meedoen bij die actie, omdat ze vrouw was. Alle mannen die meededen zijn na de geslaagde aanslag geëxecuteerd. 

Belinfante vlucht via Frankrijk naar Zwitserland en gaat na de oorlog naar Amerika waar ze een aardige carrière als dirigent kent. Haar lesbische geaardheid zal ze nagenoeg haar hele leven moeten verbergen. Waar ze in het verzet wel de behoefde voelde om op te staan daar heeft ze haar hele leven zich niet een voorvechter gevoeld voor de lesbische vrouwen. Het weerhoudt haar niet om uiting te geven aan haar geaardheid want ze heeft tal van relaties, maar wel allemaal in het geheim. 

Wat me vooral trof was dat ze echt vond dat je niet neutraal kon zijn in de oorlog. Wie niet opstond tegen de bezetter, heulde er mee, was haar mening. Als een samenleving onder spanning komt en polariseert, sneuvelt de neutraliteit. Je moet kiezen en in actie komen. Hou die gedachte even vast en lees later nog eens het boek

Niet veel later bezocht ik het vernieuwde Museum Arnhem. Ook een aanrader kan ik vast verklappen. Maar op dit moment staan daar twee tentoonstellingen die ogenschijnlijk niets met elkaar te maken hebben maar die bij nader inzien angstig op veel op elkaar aan lijken te sluiten. De eerste expositie is 'Van Links naar Rechts' gaat over neo-realisme rond het interbellum. Kunstenaars die communistisch zijn en waarschuwen tegen het nationaalsocialisme (zoals Harmen Meurs, zie foto) maar ook kunstenaars die het omarmen (zoals Henri van de Velde)  en kunstenaars die proberen de kool en de geit te sparen. De maatschappelijke polarisatie in de samenleving had gevolgen voor hun werk en ze moesten zich daartoe verhouden. Ook geen positie kiezen, is positie kiezen. En die gedachte sluit nauw aan bij de mening van Frieda Belinfante die vond dat je in de oorlog niet neutraal kon zijn. 

De tweede expositie heet 'Tenminste houdbaar tot' en bevat tal van moderne kunstwerken die gaan over de klimaatverandering: een film over de oorlog om water, een kunstwerk dat is gemaakt van jerrycans die als vervuiling in de rivier dreven (zie foto) en kunstwerken die dromen over de redding van de aarde en terugbrengen naar een paradijselijke staat. Het laat je beseffen dat we met ons gezamenlijk handelen het lot van de wereld in handen hebben. En hoe handelen we daar in? En dan te bedenken dat die klimaatcrisis maar een van de vele crises is die onze samenleving nu treft. 

Tolerantie is niet genoeg en neutraliteit bestaat niet... 

Zo'n vakantieperiode laat je soms iets zien wat je in de drukte van alledag niet kunt zien. Door de bomen zie je het bos dan niet. Dat gevoel bekroop me deze vakantie ook. Onze samenleving staat onder grote spanning door tal van crises. En vaak is het ook een crisis waarbij de samenleving gespleten wordt in verschillende groepen. Maatschappelijke polarisatie dus: vaccineren of niet-vaccineren, boeren of natuur, duur gas of corrumperen met Rusland of vluchtelingen helpen of 'eigen volk' eerst? En dat in een samenleving die steeds diverser wordt en waarbij het steeds meer zaak is om echt 'met elkaar' te leven in plaats van alleen elkaar te tolereren. En tot slot: een versnipperd politiek landschap waar ook nog eens veel burgers weinig vertrouwen in blijken te hebben.

En de schreeuwers hebben de overhand in dat klimaat. Lees daarover het interessante artikel van Sanne Blauw over 'stelligheid' in onze samenleving.  

Ik vraag mij inderdaad af of in die setting neutraliteit nog bestaat? Of je nog burger kunt zijn die zich nergens iets van aantrekt en gewoon doorgaat met zijn leven. Mijn gevoel zegt dat die tijd wel ongeveer voorbij is.  Wie nu stil blijft, geeft de wereld aan de brutalen en de schreeuwers, denk ik. Maar goed, dat is ook maar mijn mening en het fijne in dit land is dat je die mag delen. 


Kleine bruggen tussen eilanden in de samenleving
Ligt daar een rol voor bibliotheken? Ja, dat weet ik eigenlijk wel zeker. Maar hij is niet eenvoudig door de polarisatie  Hoe zorg je nog voor dialoog tussen burgers in zo'n gepolariseerd landschap? En wat als die neutraliteit echt niet meer bestaat maar als blijkt dat het eigenlijk al vijf voor twaalf is en je eigenlijk moet gaan handelen in plaats van praten? En hoe wordt schreeuwen weer praten? Maar misschien laat dit wel zien dat initiatieven als de Human Library of de Living Library zo waardevol zijn. Initiatieven waar mensen kennis maken met iemand van een groep waar je minder van weet of waar vaak vooroordelen over bestaan. Hoe klein soms ook, maar hier begint verandering.

Verbinden in een samenleving die steeds meer met de rug naar elkaar en naar de overheid toe staat. Rolf Hapel, de directeur van Dokk1 in Aarhus, leerde me ooit dat de bibliotheek één van de weinige plekken is waar heel veel soorten mensen elkaar nog zien. Mensen van alle leeftijden en allerlei achtergronden. En hij leerde me dat dat elkaar zien, zo ontzettend belangrijk is om met elkaar samen te leven. Om die reden is het ook fijn als mensen langere tijd met elkaar in een gebouw als de bibliotheek doorbrengen. Mensen die studeren, mensen die boeken lenen, mensen die een workshop volgen. 

Onbewust slaan bibliotheken kleine bruggen tussen de eilanden van de samenleving.  Eilanden die steeds verder van elkaar weg lijken te drijven. 

P.s. Voordat u denkt dat ik uw huisfilosoof wordt: de volgende keer doe ik weer ouderwets een overzichtje met allemaal cijfers en grafieken!