zaterdag 30 mei 2020

Hulde aan de jeugdbibliothecaris!



Ik ben een bibliothecaris. En hoewel mijn functie allang niet meer zo heet, draag ik die titel toch graag. Omdat ik trots ben op dat vak. Bibliothecarissen doen er namelijk toe. Ze helpen gemeenschappen om creatiever, slimmer en vaardiger te worden. En hoewel daar van allerlei vaardigheden bij zijn gekomen, blijf lezen toch de basis, zoals Frederique Westera in dit interview betoogt. 

En dat lezen kan niet vroeg genoeg beginnen. Jonge kinderen die veel lezen ontwikkelen sneller hun woordenschat en die woordenschat vormt de context om je te ontwikkelen. Ik heb iemand wel eens horen zeggen dat een VMBO'er eigenlijk een slecht lezende HAVO-leerling is en dat een HAVO-leerling eigenlijk een slecht lezen VWO-leerling is. Blijft natuurlijk de slecht lezende VWO-leerling over. Die zal dan wel gewoon lui zijn. Maar goed.

Wie de basis legt voor lezen, legt de basis voor onze samenleving
Ik durf de stelling wel aan dat wie de basis legt voor lezen, de basis legt voor onze samenleving. Kinderen die nog het begin staan van hun leven. Waar de kansen nog eindeloos lijken. En toch worden op vroege leeftijd sommige kansen wel verzilverd en lopen andere kinderen al achterstand op. Het zijn de leesconsulenten en onderwijsspecialisten van bibliotheken die zich inzetten om zoveel mogelijk van die kansen wel te verzilveren. En ik vind het prachtig dat NBD|Biblion al enige jaren een prijs uitreikt voor Beste Jeugdspecialist. Hoewel van mij de functie ook nog gewoon jeugdbibliothecaris had mogen heten. Maar ik snap dat de functiebenaming meegroeit met de tijd.

Drie kandidaten
Dit jaar zijn de drie kandidaten voor deze prijs. Het zijn Miriam Bakker jeugdbibliothecaris bij  Bibliotheek Hilversum, Roos Visser, leesconsulent bij Bibliotheek Den Haag en Annette Janssen, beleidsmedewerker Educatie bij Babel Den Bosch.

Zo is Roos Visser de presentator van Lezen Nou! Lezen Nou! is een fantastische reeks filmpjes waarbij met name leraren worden geholpen bij leesbevordering. Prachtig hoe geattendeerd wordt op leuke boeken en hoe je er in de klas mee om kunt gaan.  Het is bijzonder knap en professioneel gemaakt.



Miriam Bakker is jeugdbibliothecaris in Hilversum en onderhoudt de website Boekmama.nl waar ze al een paar jaar voornamelijk jeugdboeken toelicht. Het is mooie rustige site en als je haar stukjes zo elke keer leest,  doe je toch een hoop titelkennis op.

En tot slot Annette Jansen van Babel Den Bosch, zij is beleidsmedewerker Educatie. Helaas van haar geen filmpjes of een website. Haar nominatie wordt als volgt toegelicht:
Annette Janssen wordt door de jury gekarakteriseerd als ‘een verbinder. Een spil in het team die zowel inhoudelijk ontzettend goed op de hoogte is als de vertaalslag naar de praktijk weet te maken. Annette is een collega die een onuitwisbare indruk achterlaat op velen.’
Hulde aan de jeugdbibliothecaris
Of het nu leesconsulent, beleidsmedewerker of jeugdbibliothecaris heet, het zijn vaak stille helden in de samenleving. De waarde van het ontdekken van leesplezier wordt door velen onderschat. Het verspreiden van het leesvirus zorgt ervoor dat kinderen meer leeskilometers maken. Wan wie meer leeskilometers maakt, wordt beter in taal en ontwikkelt zichzelf daardoor sterker, krijgt daardoor meer regie over zijn of haar leven en het draagt daardoor langdurig bij aan hoe gelukkig iemand is. Leesplezier is iets kleins meer zeer grote gevolgen.

Wie de basis legt voor lezen, legt de basis van onze samenleving. Hulde voor jeugdbibliothecaris, de jeugdconsulent, de onderwijsspecialist of welke mooie naam het ook mag hebben.

Of om het met Roos te zeggen: Lezen nou!

zaterdag 23 mei 2020

De zoektocht naar de geschiedenis van mejuffrouw Franchimont


Soms heb je een geschiedenis die je moet uitzoeken.  Een tijdje geleden schreef ik over het boekje 'Bibliotheekschrift' van mejuffrouw Franchimont. Een boekje uit 1927 over het zakelijke en ordelijke handschrift dat alle bibliothecarissen decennialang hebben moeten leren. Mejuffrouw Franchimont was 25 jaar oud toen ze haar boekje schreef en ik vond nog een mooi gedicht van haar in de Gids uit 1928. Wat mij intrigeerde was het ordelijke en wat koele bibliotheekschrift aan de ene kant en haar poëtische schrijven aan de andere kant. Zou er nog meer over haar te vinden zijn? U snapt de speurtocht naar het verborgen verleden was begonnen.

Ik neem u mee in wat ik meemaakte in verschillende archieven. En vooraf alvast mijn dank aan René Siteur van Bibliotheek Hengelo en zijn broer en Frank Verbeek en Ton van de Laar van de OBA.

Mejuffrouw Franchimont
Elise Adelaïde Nicole Pauline Franchimont werd geboren op 14 mei 1902 in Amsterdam. Elise is enige kind en in 1919 vertrekt het gezin naar Zutphen. Bij de inschrijving bij de gemeente geeft haar vader als beroep 'Geen' op.  In Amsterdam is haar vader nog boekhouder. De haar mooie voor en achternamen doen een afkomst in goede doen vermoeden.


Na het doorlopen van de HBS doet ze in 1923 staatsexamen voor toelating tot de Universiteit in Utrecht, getuige dit artikeltje uit De Tijd. Wat ze wilde studeren blijft onduidelijk maar het lijkt niet logisch dat ze de opleiding heeft afgemaakt. In 1924 begint ze namelijk aan de opleiding tot bibliotheekassistent en die voltooit ze in 1926.



Waarschijnlijk was ze assistent in Zutphen want in 1927 verschijnt onderstaande bericht in Bibliotheekleven dat ze overgaat naar Bussum.

Het is dus zeer aannemelijk dat ze of in Zutphen of in Bussum het boekje voor het bibliotheekschrift heeft gemaakt. In 1927 en 1928 lijkt ze eerst een tijdelijke baan te hebben in Hengelo daarna een vaste baan om vervolgens in terug te keren naar Bussum getuige onderstaand bericht uit Bibliotheekleven in 1928.



Een bibliotheekhuwelijk met J.C.G. Wesseling



Op 14 oktober 1939, Elise is dan inmiddels 37 jaar oud en nog steeds vrijgezel verschijnt bovenstaand bericht in de krant. De ondertrouw is in oktober 1939 en de echte trouwdatum is op 25 oktober 1939. Johan Wesseling is zeven jaar jonger dan zij en uit 1902.

Maar er is nog iets bijzonders aan meneer Wesseling.  In het tijdschrift Bibliotheekleven lees ik dat hij in 1932 is toegelaten tot de opleiding tot bibliotheekassistent. Johan Wesseling woont dan in Bussum en zal ook in die bibliotheek zijn opleiding volgen. Mejuffrouw Franchimont zal dus één van de dames zijn geweest die Johan Wesseling heeft opgeleid.

Maar er is nog meer. Johan Wesseling doet zijn assistentenopleiding in 1932 met twee andere bekende bibliothecarissen.



Johan Wesseling zat in de klas bij Annie M.G. Schmidt en ook bij Annie Timmenga die tientallen jaren directeur was van de bibliotheek in Deventer. Overigens solliciteerden zowel Annie M.G. Schmidt als Annie Timmenga in 1941 op die functie en werd Timmenga het.

Als Johan klaar is met zijn assistentenopleiding gaat hij door met de directeursopleiding in daarvoor slaagt hij in 1937.


Johan Wesseling doorloopt zijn opleiding en gaat daarna gelijk aan de slag met de CV directeursopleiding. Die opleiding rond hij in 1937 met goed gevolg af. Overigens vond ik nog wel een vermakelijk artikel van zijn hand waarbij hij in 1937 pleit voor de opname van de betere 'detective-roman' in de collectie. Dat schijnt in die tijd een gewaagde stellingname te zijn geweest.

In 1939 schrijft in Bibliotheekleven het artikel 'Morele herbewapening van bibliotheken', een artikel die bibliotheken aanspoort om een veel sterkere rol in de samenleving in te nemen door samen te werken met allerlei bedrijven en instellingen. Hij beticht de bibliotheken van luiheid en in dit artikel veegt hij de romanlezer die al het collectiebudget vraagt de mantel juist weer uit.

Het spoor van Johan Wesseling loopt daarna een beetje dood. Ik had verwacht dat hij wel ergens directeur zou worden maar in Bibliotheekleven vind ik daar geen spoor van. Overigens publiceerde meneer Wesseling in zijn latere leven nog over classificaties en over overheidsinformatie.  Hij is zeker nog actief geweest in het informatiewerk maar ik vermoed niet meer direct in het openbare bibliotheekwerk.

Goed of fout in de oorlog?


Zowel Elise Franchimont als Johan Wesseling geven blijk van een grote maatschappelijke betrokkenheid. Van Johan Wesseling kom ik later nog artikelen tegen over kunstenaarsverzet in de oorlog.

Maar in de Tweede Wereldoorlog gebeurt iets vreemds.  Op 18 juli 1941 staat bovenstaande bericht in de Bussumse courant onder de kop: 'Vertrokken'. Ze ging naar Wargashuyse in Vught. Wie dat nazoekt, ziet dat dit landhuis in die jaren het centrale centrum was van de 'Nederlandsche Unie'.

De Nederlandsche Unie was een politieke beweging die in juli 1940 werd opgericht. De Nederlandsche Unie erkende de Duitse overheersing maar wilde er ook voor zorgen dat de NSB niet alle macht kreeg. In korte tijd werden bijna een miljoen Nederlanders lid van deze partij. Veel mensen werden lid omdat het de enige toegestane manier was om tegen de NSB in te gaan. Tegelijkertijd is het deze partij verweten dat men meeging in de vervolging van Joden. De partij werd eind 1941 verboden om de bezetter nog meer ruimte te geven.  De inzet van Elise Franchimont voor de Nederlandsche Unie is op basis van zo weinig informatie moeilijk te duiden.

Van Vught naar Driebergen en Wassenaar



Op haar administratiekaart van het stadsarchief in Amsterdam staat dat ze daar maar twee weken is geweest en dat ze daarna terugkeerde naar een adres in Driebergen. Het zou kunnen dat ze een programma volgde bij de Nederlandse Unie of dat ze toch weer vlot vertrokken is.

Het feit dat ze in de krant stond dat ze vertrokken was en dat dit zonder Johan Wesseling, roept vragen op. De adressen in Driebergen en Wassenaar zijn allemaal mooie herenhuizen en voor zover ik kan zien, leeft ze dan ook nog samen met Johan Wesseling. In Wassenaar trekt ook haar vader bij haar in en deze overlijdt ook in Wassenaar.

Na het overlijden van haar vader volgt in 1954 de scheiding en ontbinding van het huwelijk en vertrekt ze naar Amsterdam. Frank Verbeek van de OBA wist met inderdaad te vertellen dat ze daar in die jaren gewerkt heeft. Mensen gingen in die tijd met 60 jaar met pensioen dus dan zou ze daar nog tot 1962 gewerkt hebben als leeszaalassistent.

Vanaf 1968 woont ze in appartementencomplex boven de bibliotheek op het Roelof Hartplein. Het complex heette het 'Nieuwe Huis' en was een vorm van gemengd wonen voor alleenstaanden. In de volksmond werd ook pesterig 'De laatste kans' genoemd. Ik vermoed dat Elise nog met regelmaat in de bibliotheek te vinden zal zijn geweest.

Op 8 november 1975 overlijdt Elise Franchimont op 73-jarige leeftijd op de plek waar haar leven 73 jaar geleden ook begon: in Amsterdam.


Kunstschilder en gemeenteambtenaar?


En daar eindigt vooralsnog mijn speurtocht naar de dame die het bibliotheekschrift ontwikkelde. Een leven met vele kanten maar ook met nog een aantal raadsels. Dus wie mee wil zoeken, kan me nog helpen.

Op de administratiekaart van de gemeente Amsterdam prijken de beroepen die ze uitoefende. Die van leeszaalassistent hebben we nagelopen. Maar die van kunstschilderes heb ik niet meer terug kunnen vinden. Ik heb daar bij het RKD geen verwijzing naar kunnen vinden. Dus hoe en wanneer blijft helaas onduidelijk. Maar het past in het verlengde van haar dichtkunst. Het zou fantastisch zijn daar nog iets van te ontdekken.

Ook de gem Ambt (o) is een raadsel. Dit is het beroep wat ze naar verwachting in Wassenaar heeft uitgeoefend. Het zou kunnen dat ze bij de bibliotheek in Den Haag heeft gewerkt in de periode. Dat was en is een gemeentelijke bibliotheek. Maar misschien heeft ze ook wat anders gedaan. Er is ongetwijfeld iemand die me daar nog mee kan helpen.

En wat weten we nog meer van Johan Wesseling. Hij moet meer sporen achter hebben gelaten dan ik gevonden heb. En hoe zat dat nou met de Nederlandsche Unie?

Elise Franchimont was enig kind. Ze had zelf geen kinderen en ze is al lang geleden overleden. Dat maakt het lastig om wellicht nog via erfgenamen iets te vinden.

Een klein saluut voor Elise
Velen hebben het bibliotheekschrift geleerd van E.A.N.P Franchimont. Velen zullen op haar gevloekt hebben terwijl ze bezig waren met die 'rotletters'. Ik vind het mooi om iemand als Elise Franchimont weer even aan de vergetelheid te ontrukken en haar weer even in het licht te zetten. En ik ben gefascineerd wat ik via regionale archieven en grote databestanden toch nog terug kan vinden over haar.

Elk mens blijkt zo toch weer een bijzonder mens.

Mocht u nog wat vinden over Elise Franchimont of Johan Wesseling, laat me dan nog weten. Ik beg geïnteresserd.

zaterdag 16 mei 2020

Bibliotheken in crisistijd : deel 10


Op 11 mei konden de eerste bibliotheken - met een flinke lijst beperkende voorwaarden - weer open. En elke dag zag ik in mijn omgeving berichten van weer nieuwe vestigingen. Een flinke lading start aankomende maandag 18 mei en dan is denk ik bijna iedereen op een of andere manier wel weer aan de slag. Ik neem u ook deze week weer mee naar de bibliotheken in crisistijd.

Alle bibliotheken waren dicht. Allemaal? Nee, deze week bleek dat in ieder geval één bibliotheekvestiging van de Bibliotheek Deventer, "stiekem" was open gebleven. Het ging om de vestiging in het kleine dorpje Lettele (1.695 inwoners). De bibliotheek wordt daar gerund door de speelgoed- en huishoudwinkel van Erwin Kleine Koerkamp. Het winkeltje zit recht tegenover de school en werd ooit gestart toen de bibliobus daar stopte. Het dorpje Lettele kunt u ook nog kennen van koe Hermien die in 2017 ontsnapte toen ze naar de slacht moest en zich dagenlang verstopte in het bos. Lettele was een paar dagen landelijk nieuws.

Kleine Koerkamp maakte keurig de zelfbedieningsbalies schoon en er was desinfecterende gel. Maar hij geeft ook aan dat hij er maar geen ruchtbaarheid aan gaf. Ik kan er - zeker zo achteraf - wel om glimlachen. Ik ken de situatie daar best goed en het is louter aan deze ondernemer te danken dat de bibliotheek in dit dorp nog steeds aanwezig kan zijn.


Boeken in winkelwagentjes
Die openstelling maakt de tongen wel los.  De mensen in het appartementenblok waar ik woon weten dat ik 'iets' doe bij de bibliotheken. En een aantal buurvrouwen klampten me vorige week al aan wanneer ze weer boeken konden halen. Ik kon ze gerust stellen dat de bibliotheek weer open ging en legde ze en passant uit hoeveel maatregelen er genomen moesten worden. "Nou, jullie hebben er meer werk aan dan de supermarkt. Bij de supermarkt pakt toch ook iedereen spullen op en legt ze weg en daar hoeft niks in quarantaine." Ik legde uit dat we de richtlijnen moeten volgen anders mogen we gewoon niet open. Het is dit of niet. "Tja, dan toch maar dit", zei de buurvrouw. Precies, dat dacht ik ook.

Dat terugbrengen van de bibliotheekboeken is natuurlijk wel een dingetje. Boeken die 72 uur in quarantaine gaan, moeten ergens opgeslagen worden. En dan zie je natuurlijk in één keer hoeveel boeken er in omloop zijn. Op de foto zie je René Lueks van Zinin in Nijverdal (uit dit artikel van de Tubantia)  met op de achtergrond de karretjes van ze supermarkt. Daar kunnen klanten hun boeken dan in leggen en de karretjes kunnen dan in quarantaine. Die oplossing zag ik deze week wel vaker voorbij komen.

Wat gaan gemeenten doen? Krijgen die veel extra geld of juist extra bezuinigingen?



Dat vele sectoren knetterhard geraakt worden door deze crisis ziet iedereen. Ik denk dat velen ook wel onderschrijven dat de regering alles probeert te doen om de gevolgen van deze crisis zo goed mogelijk te dempen. Wellicht hadden accenten net iets anders kunnen liggen maar dat doet niets af aan de grote lijn. De regering stevent af op het grootste begrotingstekort van na de Tweede Wereldoorlog: 92 miljard. In totaal verwacht de regering dit jaar 112 miljard extra uit te geven.

De Pavlovreactie  op dergelijke tekorten is altijd een rigoureuze bezuiniging. En daar is iedereen ook bang voor. Een opvallende lezersbrief op 11 mei in de Volkskrant stelt dat gemeenten juist 10 miljard extra zouden krijgen dit jaar en daarmee hun budget met een derde zou zien groeien. De briefschrijver legt uit dat het trap-op-trap-af-systeem dat met zich mee zou brengen. Kort uitgelegd: gemeenten groeien of krimpen mee met de lopende uitgaven en inkomsten van het Rijk. Geeft het Rijk meer uit, dan krijgen gemeenten ook meer in dat jaar. Geeft het Rijk minder uit, dan krijgen gemeenten ook minder. In de afgelopen jaren - met dalende rijksuitgaven door een groeiende economie - daalde daardoor ook de inkomsten van het gemeentefonds.

Zou het inderdaad zo mooi zijn? Een derde extra geld voor gemeenten om alle problemen op te lossen? In Binnenlands Bestuur wordt gemeld dat die vlieger niet opgaat. Minister Hoekstra heeft die extra miljarden aan corona-uitgaven buiten het trap-op-trap-af-systeem gehouden. Er komen dus niet zo maar extra gelden voor gemeenten. Tegelijkertijd heeft men ook het trap-af-systeem uitgeschakeld waardoor aankomende bezuinigingen van de baan zijn voor gemeenten. Wethouders zijn tevreden over deze stap en zeggen dat het rust oplevert.

Ook bezuinigingen op rijksniveau lijken van de baan. Deze week maakte minister Hoekstra bekend dat nu bezuinigen toch echt het verkeerde moment zou zijn. De verwachting is dat pas na de verkiezingen van 2021 een nieuw kabinet mag gaan bezuinigen. Op zijn vroegst dus 2022 en dan is dus nog de vraag of dat gemeenten gaat raken.

Aanvullend staat in de ledenbrief van VNG dat de gemeenten nog onderhandelen over een extra eenmalige bijdrage voor de coronacrisis. VNG lijkt dus een soort salami-tactiek toe te passen: eerste het structurele bedrag veilig stellen zonder bezuiniging en daarna onderhandelen voor een incidentele bijdrage.

Concluderend kun je zeggen dat de structurele uitgaven van een gemeenten zeker zijn. Dat is beter dan dat het in de afgelopen jaren was. Op basis daarvan zou je niet direct bezuinigingen verwachten maar nog ongewis is welk effect de crisis gaat hebben en welke incidentele bijdrage gemeenten krijgen.

Slot?
En daarmee sluit ik deel 10 van de bibliotheken in crisistijd. Zijn we uit de crisis? Nee. Het virus waart nog rond en eist nog elke dag slachtoffers. We zijn gemigreerd naar een anderhalvemetersamenleving waar we nog lang mee te maken hebben. Nog lang niet alle functies van de bibliotheek kunnen we uitvoeren.

Maar we zijn wel naar een volgende fase gegaan. En dat merkte ik zelf aan den lijve deze week. Acht weken hebben we in een crisismodus gewerkt in de ondersteuning voor bibliotheken. Deze weken gingen we voor een deel terug naar normaal. Ons transport, ons bibliotheeksysteem en zelf eerste werksessies met medewerkers begon allemaal weer te lopen. Het voelde voor mij alsof een storm ging liggen en overging naar gemiezer. Ik hoop dat die storm ook wegblijft.

Elke week maakte ik een update en op dit moment twijfel ik. Ga ik hier zo consequent mee door? Elk weekend nog een update? Nee, dat ga ik niet meer zo consequent doen. We gaan zeker nog lessen trekken uit deze periode en ik ga er zeker nog over schrijven. Maar soms moet je jezelf dwingen om je blik ook weer op iets anders te richten. Daar wil ik mezelf weer de ruimte voor geven.

Volgens mij hebben we een mooi klus geklaard met elkaar. Ieder in zijn rol, dank daarvoor. Blijf gezond en let op elkaar en.... ook langzaam de blik weer naar de horizon.

zaterdag 9 mei 2020

Bibliotheken in crisistijd : deel 9


Week nummer acht van de sluiting van de bibliotheken zit erop. En hoewel we niet stil zaten in al die tijd - ik weiger eigenlijk te zeggen dat we dicht waren - zullen volgende week de bibliotheekvestigingen als bloemknoppen weer openschieten. Onze lente is dan toch eindelijk begonnen. Ik geef u  weer mijn observaties over deze week

Woensdagavond, 7 uur
Woensdagavond, zeven uur 's avonds. Het begint een soort Studio-Sport-moment te worden. Premier Rutte begint aan zijn wekelijkse persconferentie over Corona.  Rond het middaguur, dus bijna zes uur vóór de persconferentie, schrijft de Telegraaf al dat bibliotheken weer open zouden kunnen. Slechts heel kort daarvoor had dat bericht mij ook al bereikt van mensen die dicht bij het vuur zitten. Maar daar zat een flinke winstwaarschuwing bij: bibliotheken waren er eerder ook al dichtbij geweest en toen gestrand. Niet te vroeg juichen.

Maar dit keer worden bibliotheken wel genoemd. En ook nog met de snelste ingangsdatum: maandag 11 mei! Ik hoor honderden bibliotheekmedewerkers denken: dat is verrekte snel!  De originele datum ging nog uit van 18 mei. Op Twitter geven een aantal bibliotheekdirecteuren dan ook al aan dat veiligheidsmaterialen op die datum nog niet binnen zijn. Blijdschap, zeker! Maar het wordt wel aanpoten. En hoewel duidelijk aangegeven wordt dat bibliotheken open 'mógen' en niet 'moeten', voelt iedereen ook wel de druk om nu al het mogelijke te doen dat kan.

Hoe open?
Op donderdag en vrijdag zie ik dat veel bibliotheken tot hun beslissing komen over wat er wanneer kan. De één start een paar dagen later, een ander start op 11 mei met een beperkte dienstverlening en weer een ander kan op 11 mei volgens het protocol open. Ik ben geabonneerd op een reeks nieuwsbrieven van bibliotheken en ik kan u vertellen dat ik van elke bibliotheek wel informatie heb gekregen.

Trots
Er wordt een ongelooflijke klus geklaard. Ik ben trots om onderdeel te zijn van dit bibliotheekwerk en daaraan bij te dragen. Want als ik zie welke geoliede machine er op gang kwam en welke flexibiliteit er weer aan de dag is gelegd in de afgelopen dagen dan is dat bijzonder knap. Alles wordt geregeld en iedereen geïnfromeerd. Chapeau!

Bibliotheken komen er zeer genadig van af
Maar nu we zo druk met ons zelf zijn is het wellicht ook goed om nog eens om ons heen te kijken. Hoe is met de andere sectoren? Een tijdje geleden schreef ik over het feit dat bibliotheken veruit de best bezochte instellingen van Nederland zijn.  Bovenstaande infographic hoorde daar ook bij. Bibliotheken laten bioscopen, musea, attractieparken en theaters ver achter zich. Maar als je kijkt naar welke maatregelen voor versoepeling er nu komen, kun je niet anders constateren dan dat bibliotheken er zeer genadig vanaf komen.

Bioscopen
Bioscopen, na bibliotheken de grootste publiekstrekker, mogen pas op 1 juni open, moeten alle bezoekers minimaal 1,5 meter uit elkaar zitten en mogen er maximaal 30 bezoekers in een zaal zitten. Vanaf 1 juli, mits de situatie het toelaat, wordt dit 100 personen per zaal. De Nederlandse Vereniging voor Bioscopen en Filmtheaters is teleurgesteld over dit resultaat en had graag gelijk naar 100 personen gewild.

Musea
Musea kunnen ook per 1 juni open en voor hen geldt de restrictie van 30 personen niet. De museumvereniging laat weten dat het wel verplicht is om vooraf een kaartje te kopen en moeten musea zorgen voor 1,5 meter afstand. Veel musea zullen per zaal aangeven hoeveel mensen er mogen zijn en elk museum heeft een maximum aantal personen dat binnen mag zijn.




Atrractieparken
Attractieparken, en ik geloofde het even niet toen ik het hoorde, hebben nooit de verplichting gehad om dicht te gaan. De club van Elf, de belangenorganisatie voor attractieparken, heeft een wervend protocol opgesteld. Dat is echt leuk om te zien hoe ze dat hebben aangepakt. Ronkende teksten over de Value Case (zie afbeelding) en de Customer Journey. Die hebben hun marketing goed voor elkaar.

Overigens zijn nu alle parken dicht. Die verantwoordelijkheid hebben ze zelf genomen. De Efteling gaat weer open op 21 mei - Hemelvaartsweekend dus - terwijl veel andere parken op 25 mei open gaan. Net erna maar wel voor het Pinksterweekend.

Theaters
Theaters kennen hetzelfde regime als bioscopen. Maar omdat er bij theater veel meer mensen betrokken zijn is die regel van 30 mensen in de zaal per 1 juni praktisch onuitvoerbaar aldus Gabbi Mesters van de vereniging van Schouwburgdirecties tegen het ANP. Per 1 juli gaat dat naar 100 mensen maar het gaat wachten worden op het nieuwe seizoen. Maar hoe dat gaat is onduidelijk. Want dan geldt eigenlijk nog het zelfde als voor de voetbalstadions...

Voetbalstadions
De grote 'verliezers', als je in die termen mag spreken, zijn de voetbalstadions. Zij hebben enkel de garantie dat de betaald voetbalcompetitie weer mag beginnen op 1 september maar dat dit nog moet zonder publiek. En ook nog geen enkele toezegging wanneer dan wel. Overigens, ook publiek bij amateur-wedstrijden mag voorlopig niet.

Hugo de Jonge liet zich in het Kamerdebat ontvallen dat publiek in stadions pas weer kan als er een vaccin is. Dit geldt ook voor evenementen. U snapt, daar was iedereen nog wel even ontdaan van.

De balans? Tel uw zegeningen en vervul uw dure plicht!
Wie dit rijtje zo ziet, moet zeggen dat de regering bibliotheken een prominente plaats heeft gegeven.  Als instellingen met veruit de meeste bezoekers mogen ze toch als eerste open. Hoe dat kan? Ik denk dat dit een mix is van het type instelling dat wij zijn, de hoge frequentie waarin wij gebruikt worden en ja, het heeft ook te maken met goede lobby en samenwerking in het stelsel. Mijn complimenten aan een ieder die daar aan bij heeft gedragen.

Het levert ook een dure plicht op. Het virus is niet weg en de crisis is niet over. Verre van dat. In het AD van vandaag waarschuwt een viroloog nu al voor een tweede Coronagolf. Met ruim 60 miljoen bezoekers kunnen bibliotheken een bron van verspreiding van het virus zijn. Maar ik heb altijd gezegd dat ik geen bibliotheekdirecteur ken die onverantwoord handelt. Ieder weegt zeer zorgvuldig. Laten we dus in plaats van het virus juist geletterdheid, verbeelding en verstrooiing verspreiden.

Ik weiger te zeggen dat we de afgelopen weken echt dicht waren maar ik weet wel dat we ons de komende weken meer open dan ooit zullen voelen.

Ik wens u allemaal veel succes!

dinsdag 5 mei 2020

Die andere oorlog waar we zo gênant weinig van weten


We vieren 75 jaar bevrijding en we doen dat onder een collectief huisarrest in Nederland vanwege het Coronavirus. Maar de omstandigheden waaronder wij dit huisarrest en deze vrijheidsbeperking ondergaan staat in geen vergelijking met de onderdrukking van een oorlog.

In de afgelopen weken las ik twee boeken over de oorlog. De 'grote' andere oorlog. Die oorlog waarin Nederland neutraal bleef. Twee boeken met een verschillend perspectief: dat van de oorlog en dat van de neutraliteit. En beiden even bizar en pijnlijk om te lezen.

Koen Koch: De derde slag van Ieper
In het voorjaar van 2019 was ik een lang weekend in het Belgische Ieper. Ieper is één van de grote slagvelden van de Eerste Wereldoorlog. In 1917 en 1918 ligt het front hier verankerd en verschuift in die tijd slechts enkele kilometers. Soms wat naar het oosten en soms wat naar het westen. Elke verplaatsing van de frontlijn kost vele tienduizenden jonge soldaten het leven. Het is een oorlogsmachine die gevoed wordt met jonge militairen.

Soldaten bivakkeerden in loopgraven, de grond rond Ieper was verworden tot een kale moddervlakte met kraters van de vele mortierinslagen. De helft van alle soldaten die naar het front ging, keerde niet meer terug.

Het bijzonder van het boek van Koen Koch is dat hij analyseert welk militair en politiek machtsspel is gespeeld in het laatste jaar van deze oorlog. En vooral hoe desastreus de keuzes van de geallieerde generaals en politici uitpakten. Koch laat zien hoe Engelse generaals niet onder willen doen voor Franse. Hoe elke generaal toch zijn eigen succes wil hebben en hoe politici heel graag de politicus willen zijn die uiteindelijk de laatste goede beslissing neemt, die de oorlog in hun voordeel zal beëindigen. Hoe slimme plannen van generaals weer worden getorpedeerd door diezelfde politici omdat ze weer zoveel garanties eisen en voorbehouden maken dat die generaal nooit meer de beslissende slag kunnen leveren. En tot slot: hoe de Engelsen de Amerikanen voor wilden zijn en eigenlijk de oorlog wilden beëindigen voordat de Amerikanen er zouden zijn. En daar had men dus ook de nodige mensenlevens voor over.

Koch geeft een ontluisterend beeld van hoe macht en prestige zoveel tol hebben geëist. Dat na de Eerste Wereldoorlog in heel Europa zo ongeveer de revolutie uitbrak is in dat licht dan ook niet vreemd. Als machthebbers zo makkelijk zoveel levens op het spel zetten, is het duidelijk dat het niet gaat om de welvaart van burgers.

Conny Braam: De onweerstaanbare bastaard
Een verhaal van de andere kant van het prikkeldraad dat rond de Nederlandse grens stond is dat van Conny Braam. Van haar las ik al eens de ongelooflijke geschiedenis van de Nederlandse cocaïnefabriek. Een cocaïnefabriek in Nederland? Ja, wel degelijk en deze produceerde ook rond de Eerste Wereldoorlog en leverde aan zowel de Duitsers als de geallieerden. Later werd cocaïne verboden maar stapte de fabriek (waar de Koninklijke familie op afstand aandelen van had) over op amfetamine. In de jaren zestig werd de fabriek verkocht aan Akzo.

Van diezelfde Conny Braam las ik dit keer het boek de onweerstaanbare bastaard. Dit boek handelt over het IJmuiden in de Eerste Wereldoorlog. De vissers in IJmijden floreren door de schaarste aan vis door de oorlog. Verschillende vishandelaren beginne een lucratief handeltje met Duitsers en soms met Engelsen. Er ontstaat een heuse 'niveau riche' in het verder toch wat achterlijk bevonden IJmuiden. Toch gaat niet iedereen mee in deze oorlogshandel en het splijt het dorp dan ook in tweeën: zij die oorlogswinst verwerpelijk vinden en zij die er flink van profiteren. Want de oorlog maakt Nederland wel degelijk arm en de schaarste aan goederen en de grote hoeveelheid vluchtelingen uit alle windstreken maken het leven niet eenvoudig.  Braam schetst dit beeld aan de hand van de lotgevallen van de familie Boerhaave.

Net als in het boek over de cocaïnefabriek laat Braam zien, welke dubbelhartige houding ons land eigenlijk had in die oorlog. Terwijl zo'n 250 kilometer verderop in Ieper de jonge levens bij duizende worden vermalen, maken wij ons in dit land druk over aan wie we het meeste kunnen verdienen.

Het verhaal van Braam leest, net als het boek van de cocaïnefabriek, als een trein. De boeken van Braam zijn een hele toegankelijke en spannende manier om te lezen over de geschiedenis.

Beide boeken zijn als ebook te leen in de online bibliotheek. De derde slag bij Ieper, vind je hier. De onweerstaanbare bastaard van Braam, vind je hier.  Maar uiteraard is het ook te bestellen bij je eigen bibliotheek (als het al weer kan).

Ik lees verder in dit spoor. Ik ben ondertussen begonnen aan het boek 'De eerstgevallenen' van Theo Toebosch over de eerste Duitse en de eerste Franse soldaat die sterven in diezelfde oorlog. Meld ik me later weer mee.

Vrolijke literatuur is het natuurlijk niet. Oorlog is een monster dat mensenlevens vermaald. En wie er niet direct bij betrokken is probeert er ook nog aan te verdienen. Goed om nog eens te lezen zo rond de bevrijding en uw kennis ook rond die eerste grote oorlog, die onze zuideburen zo onbarmhartig trof,  nog eens op te vijzelen. Want eigenlijk weten we daar als Nederlanders gênant weinig vanaf.

Ik wens u een mooie Bevrijdingsdag!


zaterdag 2 mei 2020

Bibliotheken in crisistijd : deel 8


Ook deze week neem ik u weer mee naar wat er gebeurt bij de bibliotheken in de Coronacrisis. We gaan volgende week de achtste week in van gesloten bibliotheken. Mijn stadsgenoot Öczan Akyol pleitte deze week voor heropening van bibliotheken en musea in zijn column. Veel bibliotheekmensen vielen hem bij. De discrepantie tussen winkels die open mogen zijn en bibliotheken die dicht zijn begint langzamerhand pijnlijk te worden als ik de reacties volg. De mening kantelt van een bijdrage leveren door gesloten te zijn naar verantwoord open gaan. Zeker ook omdat er een protocol beschikbaar is dat voldoet.

Van een overheidsverbod naar gezond individueel handelen
De publieke ruimte wordt stap-voor-stap weer gevuld. De overheid gaat de verboden 'daar mag je niet komen' afbouwen en gaat een zwaarder beroep doen op de individuele verantwoordelijkheid van burgers om gezond te handelen. Veel bibliotheken zijn bezig met het klaar maken van hun bibliotheek voor de 1,5-meter-samenleving. Ik spreek bibliotheekdirecteuren over hoe routing in hun bibliotheken moet, of je nog wel zonder personeel open kunt en of je alle openingsuren dan wel kunt maken. Over hoe je omgaat met printen in de bibliotheek en over welke functie nog wel kan en welke nog even moet wachten.

De geluk-bij-een-ongeluk-top-6
Toch neem ik u deze week mee naar iets heel anders. Door een paar vrije dagen en wat meer rust, had ik ook wat tijd om eens wat verder om me heen te kijken. De Coronacrisis levert naast onnoemlijk veel menselijk leed ook een aantal mooie initiatieven op. Door de gesloten vestigingen moesten nieuwe en vaak digitale wegen gevonden worden. Een klein geluk bij een groot ongeluk zullen we maar zeggen. En de meest toffe wil ik hier toch eens in het zonnetje zetten.  De-geluk-bij-een-ongeluk-top-6.

1. Biebboys van OBGZ



De BiebBoys van de Bibliotheek Gelderland-Zuid zijn misschien wel de grootste ontdekking van deze Coronacrisis. Drie keer per week maken Kees en Joran een uitzending over een thema dat kinderen aanspreekt en vaak komt er ook nog een boek in voor. Kees en Joran zijn bijzonder grappig  en kennen een hoog ADHD-niveau. Het zit echt professioneel in elkaar en het deed mij denken aan de vroegere VPRO-serie Rembo en Rembo.  In hun afleveringen geven ze kinderen een challenge mee voor die dag die leuk is om uit te voeren. Ook leuk voor ouders om mee te doen. En passant laten ze heel Nijmegen zien en betrekken ze veel andere instellingen hierbij.  In korte tijd hebben ze al meer dan 20 afleveringen gemaakt. Grote klasse!

Alle afleveringen kun je hier terugvinden.

2. Bieblab van Biblionet Groningen



Biblionet Groningen was volgens mij de eerste die met een bijna dagelijkse video-uitzending van Bieblab startte na de sluiting van bibliotheken. De teller van het aantal afleveringen is dan ook ver over de 40. Verschillende medewerkers van de Groningse bibliotheken doen mee aan de uitzending. Veel van de uitzendingen kun je goed thuis meedoen. Iets minder ADHD dan de BiebBoys maar wel elke dag en gewoon met heel veel medewerkers uit Groningen.

3. De directeur leest zelf voor: Conny Reingoudt



Conny Reingoudt, directeur van de bibliotheek Aan den IJssel, huurt geen acteurs in en stuurt ook niet haar medwerkers op pad. Die gaat gewoon zelf aan de slag. Dat vind ik stoer van een directeur! Conny leest voor uit het heerlijke boek Ot Jan Dikkie van Burny Bos. En Burny heeft zelf toestemming gegeven legt Conny in het eerste filmpje uit voordat iemand daar weer over begint te kniezen...

En dan die heerlijke voorleesstem van haar, smullen! Ze mag best directeur zijn als ze ook maar blijft voorlezen.

4. The time is now


Een initiatief dat nog net gestart is, is dat van de Noordoost Brabantse Bibliotheken. Ik mag wel zeggen dat dat de meest weldenkende bibliotheekorganisatie van Nederland is. Ze brachten namelijk de afgelopen jaren de serie Over bibliotheken en betrokkenheid over de ontwikkelingen in het bibliotheekwerk. Eigenlijk verplichte kost voor elke bibliotheekmedewerker.

Dit keer maakt men een Tegenlicht-achtige boekenrubriek onder de titel 'The time is now'. Hans van Duijnhoven - een naar mijn mening nog te bescheiden trendwatcher - neemt daar boek voor boek door. De lengte is voor mij precies goed. Voor sommigen zal het al wel te lang zijn en het zou mooi zijn om een directe koppeling te maken met de online bibliotheek waar een deel van de boeken te krijgen is. Het idee heeft de potentie om verder uitgebouwd te worden. En eerlijk gezegd: in uitgebouwde vorm zou de VPRO eigenlijk interesse moeten hebben om het uit te zenden.

5. De kleinste privacyshow van Nederland


Jeroen en Sander van Fers uit Friesland toerden al een tijdje met de 'Kleinste privacyshow' door Friesland en soms ook wel daarbuiten. Nu fysiek toeren natuurlijk niet kan, is de Kleinste privacyshow verplaats naar YouTube. Daar staan de eerste afleveringen online. Jeroen en Sander doen dat op een bijzonder eh, smakelijke, natuurlijke en uitzonderlijke manier. Met elke keer een quiz waarbij weer een verse rollade te winnen is. Smullen dus!

6. Woesj!



Geen YouTube als laatste maar een Podcast. En van mijn eigen collega's Emma Bijl en Elin Groot Rouwen. Zij zijn bezig met een serie voor kinderen over Creatief Schrijven: Woesj! Woesj! is een project dat eerder werd uitgevoerd in de gemeente Dinkelland met verschillende scholen. Er was een prachtig boek van beschikbaar en werd vooral ingezet in de scholen. Die serie wordt nu deels omgezet naar Podcasts. Het zal niet elk kind aanspreken maar ik vind het een mooie verrijking.

En verder?
Met zo'n lijstje doe ik natuurlijk altijd mensen tekort. Want om eerlijk te zijn: het stikt van de initiatieven zowel digitaal als fysiek. Dus wees niet boos als je eigen initiatief er net niet bij zat.

De digitale initiatieven die ik gezien heb varieerden zeer professioneel tot lief maar met minder middelen.  Maar ik vermoed dat geen van deze initiatieven zou in deze vorm zijn ontstaan als de Coronacrisis niet had toegeslagen. En van de meeste weet ik dat eigenlijk wel zeker.

Wat moet opgetild?
Wie kijkt naar de gebruikscijfers van elk van bovenstaande onderdelen, ziet dat het nog geen kaskrakers zijn met duizenden kijkers. En dat heeft er natuurlijk ten dele mee te maken dat de initiatieven beperkt blijven tot de eigen werkgebieden. En dat vind ik wel jammer?

Zo'n BiebBoys verhaal dat zou je toch gewoon landelijk willen hebben?  Of zo'n serie van Groningen? Is het niet mogelijk om een landelijke programmering te maken? En zou dat niet een mooie taak zijn voor KB, VOB en SPN?

Ik denk het wel. Het zou een mooie verbreding zijn van de Online Bibliotheek en een mooie erkenning van al die lokale en provinciale innovatie. Dat treft: laat de KB nou net een oproep doen voor welke initiatieven wel mogen worden opgeschaald. Mijn lijstje hebben ze hierbij alvast. Vul het lijstje vooral aan. Wat hebben we nog meer nodig?

Hulde voor al die mooie initiatieven (ook als u er niet bij stond)! En ik zeg: het verdient een groter podium!