maandag 29 mei 2023

Hoe ChatGPT zich met mijn gevoel en idealen ging bemoeien...

Onlangs had ik met een vriend een gesprek over AI en ChatGTP. 'Er zullen toch ook wel zaken zijn die het niét kan?' zei hij. 'Omgaan met gevoelens bijvoorbeeld of iets met idealen, dat kan een robot toch niet?'  Zo overtuigd als mijn vriend  klonk, zo overtuigd was ik zelf niet. Ik liet namelijk al eens een beleidsplan schrijven door ChatGPT. was daar wel van onder de indruk en schreef daar ook een kort artikel over.   Dus hoe ver ging het? 

'Laten we het proberen!' stelde ik voor.  Ik startte ChatGTP en stelde de vraag: 'Wat moet ik doen als ik verdrietig ben?'

Even werd het stil op het scherm. De cursor knipperde. Een stilte zoals die tussen vrienden kan ontstaan als je iets benoemt dat gevoelig kan zijn. Maar het was van korte duur. Want daar ratelde ChatGPT het antwoord:

'Als je verdrietig bent, zijn er verschillende dingen die je kunt doen om jezelf te helpen. Hier zijn enkele suggesties:

  1. Erken je emoties: Het is belangrijk om je verdriet te erkennen en toe te staan dat je je zo voelt. Negeer je gevoelens niet, maar erken ze en accepteer dat het normaal is om verdrietig te zijn.
  2. Praat erover: Zoek steun bij mensen die je vertrouwt, zoals familieleden, vrienden of een therapeut. Praten over je gevoelens kan opluchting bieden en je helpen om je verdriet beter te begrijpen.
  3. Huilen: Huilen kan een natuurlijke en gezonde reactie zijn op verdriet. Het kan je helpen om emoties los te laten en spanning te verminderen. Sta jezelf toe om te huilen als je daar behoefte aan hebt.
  4. Zoek afleiding: Soms kan afleiding helpen om je gedachten even te verzetten en je humeur te verbeteren. Doe activiteiten die je leuk vindt, zoals het kijken van een film, lezen, naar muziek luisteren, sporten of wandelen in de natuur.
  5. Zorg goed voor jezelf: Tijdens verdrietige periodes is zelfzorg extra belangrijk. Probeer gezond te eten, voldoende te slapen en regelmatig lichaamsbeweging te krijgen. Dit kan bijdragen aan een beter gevoel en je energieker maken.
  6. Schrijf je gevoelens op: Het kan helpen om je gevoelens op papier te zetten. Schrijf in een dagboek of maak notities over wat je dwarszit. Dit kan een uitlaatklep bieden voor je emoties en je helpen om duidelijkheid te krijgen.
  7. Zoek steun in creatieve uitingen: Probeer je verdriet om te zetten in creatieve uitingen, zoals schilderen, tekenen, schrijven of muziek maken. Het kan een therapeutische uitlaatklep zijn en je helpen je emoties te uiten.
  8. Geef jezelf tijd: Het kost tijd om te genezen van verdriet. Wees geduldig met jezelf en verwacht niet dat je je meteen beter voelt. Geef jezelf toestemming om te rouwen en te genezen op jouw eigen tempo.'

Ik keek mijn vriend aan. Dit was helemaal geen slecht advies. Dat advies hadden wij elkaar ook kunnen geven. Sterker: we hadden het elkaar gegeven. De cursor knipperde en stopte nog voor een paar seconden. Daarna lichtte het scherm nog één keer op. Voor een slotzinnetje:

'Als je verdriet langdurig aanhoudt en je dagelijkse leven beïnvloedt, is het raadzaam om professionele hulp te zoeken. Een psycholoog of therapeut kan je begeleiden en ondersteunen bij het omgaan met je verdriet.'
 
Hmm, als een gratis chatbot al tot zoiets in staat is, komt een goed gesprek wel in zicht. Even moest ik denken aan het verhaal van Roanne van Voorst, dat ik hoorde op Bibliotheekplaza vorig jaar. Zij was het experiment aangegaan om een relatie aan te gaan met een avatar, zeg maar een chatbot. Ze gaf in dat verhaal aan dat de chatbot in staat was om haar tot het niveau van een gewone vriend te volgen. Een goede vriend werd het nooit want een keer tegengas geven of een spiegel voorhouden, iets wat echte vrienden kenmerkt, was er niet bij. De echte diepte ontstond dus niet. 

Wie het verhaal van Roanne nog eens wil horen kan dit filmpje nog eens nakijken. 


Van verdriet naar idealisme
'Maar hé', zei de vriend, 'idealen.... daar kan hij je toch niet mee helpen? Dat is toch echt persoonlijk en  menselijk?' De overtuiging van mijn vriend was aandoenlijk. Want ik was het geloof in de menselijkheid al wel zo ongeveer kwijt. En dus probeerden we ook dat uit.  En om het niet te klein te maken, typten we in:

Hoe red je de wereld?

Opnieuw bleef het even stil aan de andere kant. Er verscheen een eerste zin:

Het redden van de wereld is een complexe en uitdagende taak die vereist dat individuen, gemeenschappen, bedrijven en overheden samenwerken. 


Stopte het hier? Was dit het antwoord? Nee, ook dit keer het was slechts een pauze. Die pauze maakt de AI overigens menselijk. Alsof de computer er nog over nadenkt.  De cursor knipperde en het antwoord ontrolde:

'Hoewel er geen eenvoudige oplossing is, zijn er verschillende stappen die je kunt nemen om een positieve impact te hebben:
  1. Bewustwording: Informeer jezelf over de belangrijkste milieukwesties waarmee de wereld wordt geconfronteerd, zoals klimaatverandering, ontbossing, verlies van biodiversiteit en vervuiling. Begrijp de oorzaken en gevolgen van deze problemen.
  2. Duurzaamheid bevorderen: Pas duurzame praktijken toe in je dagelijkse leven. Dit kan onder andere betekenen dat je je energie- en waterverbruik vermindert, recycleert, herbruikbare producten gebruikt, duurzame voedselkeuzes maakt en milieuvriendelijk transport gebruikt.
  3. Ondersteun groene initiatieven: Steun organisaties die werken aan het behoud van het milieu en duurzame ontwikkeling. Dit kan door vrijwilligerswerk te doen, geld te doneren of actief deel te nemen aan lokale initiatieven en campagnes.
  4. Politieke betrokkenheid: Maak je stem en zorgen kenbaar bij politieke leiders en beleidsmakers. Vraag om strengere milieubeschermingswetten en steun voor duurzame projecten en initiatieven. Stem op politieke partijen en kandidaten die zich inzetten voor een duurzame toekomst.
  5. Onderwijs en bewustwording vergroten: Educatie speelt een cruciale rol bij het redden van de wereld. Deel je kennis en bewustzijn over milieukwesties met anderen. Ondersteun en neem deel aan initiatieven voor milieueducatie in scholen, gemeenschappen en online platforms.
  6. Duurzaam zakendoen: Als ondernemer kun je duurzame bedrijfspraktijken implementeren. Dit omvat het verminderen van afval, het verminderen van de ecologische voetafdruk, het investeren in groene technologieën en het nemen van verantwoordelijkheid voor de hele toeleveringsketen.
  7. Bevorderen van hernieuwbare energie: Ondersteun de overgang naar hernieuwbare energiebronnen, zoals zonne-energie en windenergie. Dit kan betekenen dat je zelf investeert in zonnepanelen of windenergie, of dat je druk uitoefent op energiebedrijven en overheden om meer te investeren in groene energie.
  8. Bescherming van ecosystemen en biodiversiteit: Ondersteun inspanningen om ecosystemen en bedreigde diersoorten te beschermen. Dit kan door middel van donaties aan natuurbeschermingsorganisaties, het vrijwillig deelnemen aan herbebossingsprojecten of het steunen van initiatieven die zich richten op het behoud van mariene ecosystemen.
  9. Verminderen van consumptie: Overweeg je consumptiegedrag kritisch en probeer onnodige verspilling te verminderen. Koop alleen wat je nodig hebt, hergebruik en repareer items in plaats van ze weg te gooien, en vermijd overmatige verpakkingen.
  10. Samenwerking en betrokkenheid: Wereldwijde uitdagingen vereisen samenwerking op alle niveaus. Werk samen met anderen in je gemeenschap, sluit je aan bij lokale milieuorganisaties en steun internationale inspanningen om de wereld te redden.'
We keken elkaar aan. Dit was wel een heel concreet lijstje dat je langs kon lopen. Dit lijstje had niet misstaan in een krant als de Correspondent onder de titel 'Maak je eigen 10-puntenplan voor je idealen'. 


Tja, zo makkelijk als ChatGTP het opschrijft, zo eenvoudig is het leven natuurlijk niet. Als de wereld bestond uit alleen maar mensen die dit lijstje uitvoerden, was de wereld inderdaad gered. Maar er waren op dit moment vast ook mensen die vroegen aan ChatGTP: hoe word ik zo snel mogelijk rijk, hoe zorg ik dat mijn bedrog niet uit komt, hoe krijg ik zoveel mogelijk macht of hoe ontduik ik de belasting? Want hoe je het ook wendt of keert, elke techniek kan een zegen of een vloek zijn. 

Een illusie armer maar een biertje rijker

Mijn vriend was een illusie armer. Ik zag het in zijn ogen. We lieten het maar zo. Ik vroeg of mijn vriend een biertje lustte. Dat was tenminste nog echt voorbehouden aan vriendschap. Toch? Of toch niet. Mijn laatste vraag aan ChatGPT was dan ook:

Lust je ook een biertje?

En daar kwam de aap uit de mouw...

'Als AI-model kan ik geen fysieke handelingen uitvoeren, dus ik kan geen bier drinken. Ik ben hier om vragen te beantwoorden en te helpen met informatie. Is er iets anders waar ik je mee kan helpen?'

Twee glazen klonken tegen elkaar. Op de vriendschap, zeiden we tegen elkaar. Op de achtergrond knipperde jaloers een cursor. 

De illustraties bij dit artikel zijn ook gemaakt via AI, met Dall-e, op basis van trefwoorden uit dit artikel ChatGPT en Dall-e zijn te gebruiken via OpenAI. 

dinsdag 23 mei 2023

Hoe bibliotheken stilletjes voorsorteren op een vaste plek voor de Bibliotheek op school


Het is druk op het landelijke beleidstoneel. Er speelt veel en het kost mij best moeite om alles bij te houden. Op het ene moment open staatssecretaris Uslu nog het subsidieloket of het volgende onderwerp voor bibliotheken komt voorbij: het masterplan Basisvaardigheden. Een jaar geleden kwam dit onderwerp voor het eerst in de Kamer en toen schreef ik er ook over. Het masterplan Basisvaardigheden is ook een voortvloeisel uit het regeerakkoord en moet het funderend onderwijs (PO en VO) helpen om betere resultaten te leveren rond taal en rekenen in eerste aanleg en in het verlengde ook op digitale geletterdheid en burgerschap. Er wordt een oplopend bedrag van bijna € 1 miljard structureel voor uitgetrokken. 

Het masterplan is opgebouwd rond vijf pijlers waarvan één gaat over school en omgeving met de nadrukkelijke aandacht voor boeken lezen op school. Ook toen werd de Bibliotheek op school al genoemd en gemeld dat er meer moest worden samengewerkt met de bibliotheek.  

In de afgelopen week stuurde minister Wiersma de kamerbrief over de voortgang van het Masterplan naar de kamer gestuurd en op maandag 22 mei vond er het kamerdebat over plaats. Ik neem u mee langs de relevante punten voor openbare bibliotheken. 

De kamerbrief en het plan van aanpak

De minister heeft in de kamerbrief zichzelf een redelijk stevige opdracht gegeven. Het niveau moet omhoog. Eind van het schooljaar 2027/2028 moeten nagenoeg alle leerlingen het voortgezet onderwijs op niveau 2F zitten. Onder dat niveau wordt je in de regel laaggeletterd genoemd. Dat is een stevige ambitie want dan heeft de minister hier maar vijf jaar de tijd voor. Oudgedienden in het bibliotheekvak zullen zich de ambitie van de leescoalitie nog herinneren: in 2025 zou geen enkel kind met een leesachterstand de basisschool verlaten... 

De bibliotheek op school neemt in deze opdracht best een belangrijke plek in. De belangrijkste rol ligt natuurlijk bij het onderwijs. De kernpassage uit deze brief voor openbare bibliotheken is wat mij betreft deze. 

'Lezen en schrijven zijn misschien wel de ‘basis van de basis’. Dat begint al vroeg, als kinderen woordjes leren door voorgelezen te worden door hun (groot)ouders of andere opvoeders. Specifiek op het gebied van leesvaardigheid richt ik mij, naast het klaslokaal, ook op de omgeving van de school.

De staatssecretaris voor Cultuur en Media en ik investeren opnieuw in bewezen effectieve aanpakken voor leesbevordering om de school heen. Het gaat dan onder meer om Boekstart in de kinderopvang en de Bibliotheek op School. Ik wil dat we deze ondersteuning meer gaan richten op scholen die dat het meest nodig hebben en hen daarbij zoveel mogelijk ontzorgen. Ik ben daarvoor een meer gerichte en verbeterende aanpak aan het ontwikkelen die in de loop van volgend schooljaar scholen nog beter zal helpen en die scholen een perspectief biedt voor meerdere jaren. Dit gaat zowel om nieuwe locaties van de Bibliotheek op School als om een verbetering van de hulp op bestaande locaties. In het verlengde van de motie-Mohandis  loopt daarnaast momenteel het onderzoek naar wat er nodig is om de Bibliotheek op School verder te verduurzamen op de lange termijn. Het plan voor duurzame borging op de lange termijn dat gebaseerd is op dit onderzoek presenteer ik dit najaar.

Kennis voor professionals wordt gedeeld via de website van de Bibliotheek op School. Daarnaast wordt kennis over succesvolle voorbeelden gedeeld via de leesmonitor van Stichting Lezen, op conferenties zoals lezen Centraal, via de kernteams van Stichting Samenwerkende PIO’s Nederland (SPN), in publicaties vanuit Kunst van Lezen en magazines zoals Lees Lezer Leest!'

Zo, daar wordt in een paar zinnen veel gezegd. Op de eerste plaats dat de Bibliotheek op school  moet worden ingezet om scholen zoveel mogelijk te ontzorgen. Dat betekent in mijn ogen dat hier dan ook mogelijkheden en middelen voor komen. Daarnaast zegt de minister dat hij dat wil doen op scholen die dat het meeste nodig hebben. Dus niet alle scholen maar via een rangschikking. Je kunt denken aan de score van scholen, type scholen waar het harder nodig is etc. 

Op de derde plaats meldt de minister dat het niet alleen gaat om nieuwe locaties - waar de huidige eenmalige subsidieregeling over ging - maar ook over verbetering van bestaande locaties. Daarbij wijst hij op de motie van Mohandis die gaat over de structurele financiering van de Bibliotheek op school

Tot slot wordt in de brief ook er nog even op gewezen dat er al een landelijk team is dat de uitvoering doet. Ergo: je hoeft niks op te bouwen maar je kan gelijk aan de slag...

Wie dus goed deze regeltjes leest, kan toch eigenlijk niet anders dan concluderen dan dat hier een opmaat naar een vorm van structurele financiering lonkt voor de Bibliotheek op school. Het staat er niet direct maar in het najaar gaat de minister met iets komen. Hoe? Dat weten we nog niet. Hoewel, daar kom ik zo op terug.

In het plan van aanpak, als bijlage bij de beleidsbrief, staat nog onderstaande doelenboom. Die gaat overigens nog uit van de plannen zoals ze vorig jaar gepresenteerd werden. De beleidsbrief is dus al een slagje verder. 

Onderzoek Kwink

Afgelopen week maakt KWINK bekend dat zij het onderzoek gaan doen naar de duurzame verankering van de Bibliotheek op school. KWINK is een bekende voor bibliotheken. Zij deden ook de evaluatie van de bibliotheekwet. Een evaluatie die bijdroeg aan de besluitvorming om extra te investeren in het bibliotheekwerk. KWINK schrijft zelf op hun website dat ze het volgende gaan doen.  

Het ministerie van OCW heeft KWINK groep gevraagd om onderzoek te doen naar de voorwaarden voor de duurzame verankering van dBos. Daarvoor dient allereerst inzichtelijk te zijn op welke wijze de huidige samenwerking tussen bibliotheken en scholen is vormgegeven. Ten tweede is het van belang dat in beeld wordt gebracht welke wensen vanuit scholen en bibliotheken hebben. Deze uitkomsten dienen vertaald te worden naar voorkeursscenario’s. 

Reactie VOB

De VOB heeft de Kamer een brief gestuurd als inbreng bij deze beleidsbrief. Die is in lijn met wat Wiersma zegt. Op één punt na. Probeer die maar eens te vinden. 

'De investering van 12,9 miljoen uit het masterplan basisvaardigheden is incidenteel. Structurele borging is noodzakelijk, zodat scholen en bibliotheken gericht aan de slag kunnen om samenwerking te starten, versterken en/of te verdiepen. Hiermee borgen we de continuïteit en kwaliteit van deze succesvolle aanpak in het hele land. Het is daarom zeer positief dat minister Wiersma en staatssecretaris Uslu werken aan een meerjarige toekomstvisie voor de bibliotheek op school. Een concreet tijdspad ontbreekt echter. Onze oproep is om daarom voor de zomer perspectief te bieden. Hierbij vragen we ook nadrukkelijk aandacht voor de ontluikende geletterdheid van jonge kinderen van 0-4 jaar. Door de samenwerking tussen de kinderopvang en bibliotheken te intensiveren middels het programma BoekStart kunnen we voorkomen dat kinderen uit kwetsbare taalarme gezinnen met een taalachterstand aan de basisschool beginnen.'  

De minister zegt dat hij in het najaar met een invulling komt. De VOB vraagt om al voor de zomer perspectief te bieden? Waarom? Ik denk omdat je, als je voor de zomer al perspectief kunt bieden, je na de zomer al aan de slag kunt.  Wie na de zomervakantie pas duidelijkheid biedt, verliest een schooljaar... 

Het Kamerdebat

Tja, dan het Kamerdebat maandag. Ik moet zeggen dat ik het niet helemaal heb gevolg. Het was een debat van zeven uur. Ik moest me dus behelpen met slim scrollen door het debat.  Wat mij steeds meer stoort bij de debatten is hoe weinig partijen eigenlijk deelnemen. Bij dit debat namen VVD, CDA, D66, SP, Groen Links, Christen Unie en PVV deel. Dat niet alle partijen deelnemen snap ik, maar in dit rijtje miste ik wel een paar cruciale. Maar hulde voor de partijen die erbij waren. Het was overigens een debat op maandag. Dat is overigens ook redelijk ongebruikelijk. 

Wat je zag in het debat dat de rol van de minister naar het onderwijs een ingewikkelde is. De minster gaat over de doelen en het wát. De scholen gaan over het onderwijs en het hoé. De minister kan een curriculum vaststellen aan de voorkant en kan de inspecteren aan de achterkant. Maar dat proces daartussen is van de scholen. Met stevige en ambitieuze doelstellingen maar geen zeggenschap over het onderwijsproces zegt de minister zelf dan ook al wel dat hij een flink aantal disclaimers heeft. In dat licht is samenwerken met de bibliotheken wellicht toch een interessante. Door daar op te investeren, schuif je eigenlijk een methode de school in (die ook nog effectief bewezen is) zonder ingewikkelde discussies over de autonomie van de scholen. Maar goed, misschien is het ook wensdenken van mij. 

Met name Westerveld van Groen Links staat nog even stil bij het leesplezier van kinderen. En ze stelt vragen over de financiering van de Bibliotheek op school in relatie tot de voorjaarnota. Dat lijkt nog te gaan over aanvullende middelen op de € 12,9 miljoen die eerder is toegezegd. Een echt helder antwoord heb ik gemist. Maar dat kan ook aan mij liggen. 

Bij de moties wordt door CDA en SP nog geprobeerd om digitale geletterdheid een wat lagere positie te geven dan taal en rekenen en Van Meenen van D66 vindt dat het wel alleen over taal en lezen mag gaan. Een beetje handige minister weet dat wel te pareren door de rangschikking van de onderwerpen nog eens te benoemen. En dat doet Wiersma ook. Volgende week wordt gestemd over de moties maar die hebben geen directe invloed voor bibliotheken. En daarmee doe ik een heleboel andere onderwerpen die wel aan de orde kwamen direct tekort. 

Bibliotheken sorteren stilletje voor

Afdronk? Ik ben blij dat ik geen minister van onderwijs ben. Wat een ingewikkelde positie. Maar ik kan me toch niet aan de indruk onttrekken dat bibliotheken zich stilletjes staan voor te sorteren op een volgende stap in het bieden van leesplezier. Een volgende stap waar geen vragen over werden gesteld en die niet ter discussie staat. De VOB wil die stap voor de zomervakantie, de minister stelt voor in het najaar terug te komen. Hoe dan ook een goede uitgangspositie. 

U bent weer bij en weet dat u met uw bibliotheek een beetje mee mag voorsorteren op een mogelijk vervolg. Maar geduld is een schone zaak.  

zondag 21 mei 2023

Hoe een regeling 'van stenen' een regeling 'van kansen' werd : over de achterkant van een regeling

Afgelopen maandag werd in Eindhoven door staatssecretaris Uslu het subsidieloket geopend voor - hou u vast  de - '  Eenmalige specifieke uitkeringen lokale bibliotheekvoorzieningen 2023-2024' En daarmee start het Rijk met investeringen in lokaal bibliotheekwerk. Het gaat om een eerste ronde die tot 15 juni loopt. Van 15 november tot 15 december volgt een tweede ronde. In totaal komt er ruim € 50 miljoen eenmalig beschikbaar. Dit met de bedoeling om vanaf 2025 met een gewijzigde bibliotheekwet met een zorgplicht voor gemeenten en provincies ook nog eens structureel jaarlijks ruim € 50 miljoen beschikbaar te stellen. De eenmalige regeling is dus nog maar een opmaat naar een structurele. 

Nu mocht ik in het afgelopen jaar met regelmaat meedenken bij het ministerie over deze regeling. Het gaf mij een bijzonder inkijkje hoe beleid in Nederland tot stand komt en ik zag hoe deze regeling kantelde van een regeling 'van stenen' naar een regeling 'in kansen'. Ik neem u mee in de wereld achter de schermen.

Hoe ambtenaren van OCW in stilte alles voorbereidden met af en toe een knokpartij

Want hoe maak je eigenlijk zo'n regeling? Nou, daar zat een veel langere aanloop aan dan ik zelf dacht. Die aanloop blijkt namelijk te liggen bij de evaluatie van de bibliotheekwet in  2019. In 2015 is de wet ingevoerd. De wet is een stelselwet die drie overheidslagen aanmoedigt om zich in te zetten voor bibliotheekwerk. Een bevorderingstaak, geen zorgplicht. Bij de evaluatie in 2019 wordt geconstateerd dat in de afgelopen jaren het aantal vestigingen terugloopt en dat het aantal gemeenten dat geen volwaardige bibliotheekvoorziening heeft niet is verminderd. Dat heeft vooral te maken met snel teruglopende middelen voor bibliotheekwerk doordat de gemeenten krap bij kas zitten.  De stelselwet zelf werkt over het algemeen goed, maar niet op dit punt. Die conclusie wordt in 2020 bevestigd door het rapport van de Raad voor Cultuur, 'Een bibliotheek voor iedereen'.  Ook de Raad hekelt dat de bibliotheekwet niet heeft geleid tot een bibliotheek in elke gemeente en zij adviseert om de wet op dit punt aan te passen. 

Zeg Deckers, we leven in 2023, hoor ik u denken. Moeten we zo ver terug in geschiedenis? Eh ja, dat moet. En dat heeft te maken met de verkiezingen die daarna volgen. Die vinden plaats in maart 2021. 

In het verlengde van de evaluatie van de bibliotheekwet en in voorbereiding om de komende formatie na de verkiezingen werken de ambtenaren van OCW in de zomer en het najaar van 2020 in relatieve stilte de aan een zogenaamd 'fiche' dat gebruikt kan worden bij de formatie. Ambtenaren sorteren dus voor met hun beleid op de komende formatie. In dat najaar gaat er een paar keer een beleidsstuk heen en weer tussen het ministerie van OCW en het ministerie van Financiën. Daarbij stelt het ministerie van Financiën nog wel wat vragen bij de investeringen. Lekt het geld niet lokaal weg? Geen strooigeld! Kan de investering niet concreter? Hoeveel vestigingen worden het precies? Het ministerie van Financiën stelt behoorlijk wat voorwaarden. Maar de ambtenaren die dit dossier doen, weten behendig en geduldig langs alle opmerkingen te manoeuvreren. En, het 'fiche' haalt de eindstreep en mag mee richting de formatietafel. Voor de goede orde: de meeste plannen halen deze fase niet. Het tij zit mee en de ambtenaren zijn scherp.

Van formatie naar bibliotheekbrief, weer een knokpartij

De verkiezingen volgen en de formatie vraagt ongelofelijk veel tijd. Zoveel tijd dat de formatie pas in december 2021 wordt afgerond met het regeerakkoord. En jawel, daarin wordt een zinnetje opgenomen over bibliotheken bij de paragraaf voor een investering van € 170 miljoen voor cultuur. Die zin luidt dat gestreefd wordt naar een toekomstgerichte bibliotheekvoorziening in elke gemeente. Meer dan dat zinnetje is het niet. Maar op de achtergrond heeft het ministerie dan dus al een plan klaar liggen. Nou ja, klaar... Dat is een groot woord. Er moet namelijk opnieuw een robbertje gevochten worden. Dit keer niet met het ministerie van Financiën maar binnen het ministerie van OCW zelf. Die € 170 miljoen moet adequaat verdeeld worden over de verschillende posten.

Omdat de formatie van 2021 zo lang duurde, is de begroting van 2022 allang vastgesteld en is de eerstvolgende ronde dus eigenlijk de begroting van 2023. Met Prinsjesdag, en we zitten dan al in september 2022,  wordt dan ook helder hoeveel geld er de komende jaren echt naar bibliotheken gaat. Het wordt een oplopend bedrag van ongeveer € 60 miljoen. Wie kijkt naar de verdeling van de extra cultuurgelden, ziet dat bibliotheken eigenlijk wel de hoofdprijs in de wacht hebben gesleept. Hoewel het bedrag wat lager begint, eindigt het hoog, en structureel. Reken maar dat er met jaloerse ogen naar gekeken is door anderen. Ook nu weer geldt: het tij zit mee en de ambtenaren zijn scherp. 

Kort daarop, begin november 2022 volgt dan de Bibliotheekbrief waarin de plannen definitief ontvouwd worden: een tijdelijke regeling voor de korte termijn en een zorgplicht voor de lange termijn. En een oplopend en structureel bedrag van ruim € 50 miljoen naar een zorgplicht op lokaal niveau. 

Van bibliotheekbrief naar een regeling, en weer een knokpartij

Nu helder is wat er moet gebeuren op hoofdlijnen, moet de regeling ingevuld gaan worden. Het is inmiddels ver in het najaar 2022. Vooraf is al advies ingewonnen hoe die regeling juridisch het beste kan: het zou een specifieke uitkering moeten worden (SPUK). Het eerste geld moet in 2023 uitgegeven worden. De tijd gaat dringen. De ambtenaren starten een overleg met zo ongeveer alle betrokken partijen over hoe de tijdelijke regeling eruit moet zien.  De gemeenten zijn ervoor om het geld gewoon naar inwonertal over te maken. Maar dat kan niet want het 'fiche' dat is goedgekeurd door het ministerie van Financiën laat daar geen ruimte voor, het moet specifieker. De focus in de lobby de afgelopen jaren zat op het verdwijnen van vestigingen. De regeling moet dus koersen op dat probleem. Met andere woorden: nieuwe vestigingen of versterking van beperkte voorzieningen. Om die reden spreken partijen al snel over een regeling 'die over stenen' gaat. Een geluid dat hardnekkig zal blijken maar onterecht zal zijn. 

Het proces dat ik meemaakte was dat het ministerie van OCW probeert om met alle partijen de juiste beleidsruimte te vinden ten opzichte van de eerdere afspraak met het ministerie van Financiën. Dat vergt edel duw- en trekwerk. Anderen zouden zeggen een knokpartij... maar dat is het toch ook niet.  Het is meer met druk zoeken naar een gezamenlijke invulling. En dat duw- en trekwerk gaat zowel via de formele partijen als partijen die zich toch ook onuitgenodigd opdringen. Maar voor iedereen is, op zijn of haar niveau, aandacht. 

En door dat proces  verandert er nog wel wat. Zo is de regeling eerst nog bestemd voor een beperkt aantal gemeenten maar dat is op te rekken naar alle gemeenten als een bepaalde prioriteitsvolgorde wordt aangehouden op afstand en maatschappelijke opgaven. Naast nieuwe vestigingen komt er ook de mogelijkheid om een servicepunt te upgraden of om openingstijden te verruimen met betaald personeel. Zowel bij de verbetering van een beperkte voorziening als verruiming van openingstijden, gaat het niet om investeringen in gebouwen maar vooral om een investering in personeel. Een daar kantelt de regeling: de regeling wordt voor iedere gemeente en de regeling zal vooral investeringen vragen in personeel. En zo wordt de regeling 'van stenen' een regeling 'van mensen'.

Van een regeling op hoofdlijnen naar een regeling in detail 

Toch zijn we er dan nog niet. De laatste details volgen. Die gaan over  hoe ruim je mag omgaan met de middelen en dat het ook nodig is om niet alleen in vestigingen of openingsuren te investeren maar ook in programmering of verblijfsruimte. Er komt dus nog meer beleidsruimte. En de opzet wordt om de regeling eenvoudig te houden. Dus-i, die de regeling zal uitvoeren, maakt een model voor de aanvraag. In een paar bespreekrondes wordt dat voorstel teruggebracht tot de essentie. De kern: een voorstel van 500 woorden en een begroting. Ik heb gemeentemensen van hun stoel zien vallen, toen ze zagen hoe eenvoudig het was gemaakt. 'Was elke regeling maar zo', verzuchtte een lokale ambtenaar. 

De regeling is dan klaar. Wat er dan staat is dan een brede regeling die veel ruimte biedt maar die nog steeds focus geeft op een brede versterking van het bibliotheekstelsel.

Schetsontwerp nieuwe bibliotheek Rotterdam

Van een regeling naar kansen

De regeling wordt gepubliceerd en Provinciale OndersteuningsInstellingen (POI's) lijnen hun bibliotheken en gemeenten op met informatierondes en ondersteuning. Het bibliotheekstelsel is goed in dit soort processen. Het wordt samen een klus klaren. Dat hebben bibliotheken vaker gedaan. 

Ondertussen ontmoet ik de staatssecretaris zelf ook tijdens de netwerkdag van de Koninklijke Bibliotheek. De collega's van OCW zijn zo aardig me even voor te stelen. In het gesprekje dat daar volgt, gaat het onder andere over mijn ervaringen bij OCW en mijn weblog. En ze zegt: 'Dáár moet je eens over schrijven, dat weten niet veel mensen.' Waarvan akte.

Ondertussen heb ik ook zelf de regeling dan al een aantal keren mogen uitleggen En ik heb gezien hoe, als je de regeling goed uitgelegd krijgt, er plotseling bij  bibliotheekdirecteuren, ambtenaren en wethouders radertjes gaan draaien. Zelf zat ik bij een club van wethouders, die vooraf nog redelijk voorzichtig was, en wilde zien of ze wellicht in een tweede ronde mee wilde doen. Na afloop van het gesprek was de opinie om toch even vaart te maken en mee te doen in de eerste ronde.

Maar naast het feit dat er wellicht geïnvesteerd wordt, is er nog een ander soort winst. Eén directeur appte mij met de opmerking ‘hoewel ik eerste sceptisch was over de regeling, levert het me op korte termijn al zoveel gesprekken op met de gemeente en alleen dat al is winst.’ Door de regeling wordt in heel veel hoofden nagedacht over de bibliotheek. We zijn 'top of mind'. 

Het mooie geluid in Eindhoven

En met die geluiden kom ik dan uit bij de start in Eindhoven, afgelopen maandag. De opening van de eerste aanvraagronde, perfect verzorgd door het team van Albert Kivits met een leuke openingshandeling. Er moest gesoldeerd worden, draden doorgeknipt en pijltje op elkaar geschoten worden. Er volgde een rondleiding waarbij de breedte van de functie van de bibliotheek werd getoond. En passant trof ik Annie Maessen, die alleen nog virtueel had ontmoet. Alsof je elkaar al jaren kent. Gek is dat.

Ook inhoudelijk was er een glimlach. De wethouder maakte bekend te willen opteren voor nieuwe wijkvestigingen naast verruiming van openingstijden voor de centrale vestiging. U hoort het goed: nieuwe vestigingen. We gaan weer uitbreiden! Dit geluid is een kentering van wat we jaren gehoord hebben. En het geluid klinkt op meer plekken. Utrecht trekt bezuinigingen op wijkvestigingen vooralsnog in. Den Haag gaat investeren in nieuwe wijkvestigingen. In Rotterdam komt de schets van een nieuwe centrale op tafel. Nee, het heeft niet allemaal met deze regeling te maken maar wat wel helder is, is dat de beweging die het ministerie van OCW maakt, andere bestuurslagen uitdaagt om ook te investeren. Op heel veel bureaus wordt op dit moment gewerkt aan plannen. Zodanig dat ik begin te vermoeden dat die eerste ronde wel eens flink overtekend zou kunnen worden. Is dat erg? Nee, want er is nog een tweede ronde met meer middelen en het tekent het enthousiasme van gemeenten om in deze richting te investeren. En we investeren niet om over twee jaar weer te sluiten, hoorde ik volgens mij Albert Kivits zeggen.

Gebeurt dat overal? Nee, er zijn altijd een Gallisch dorpjes. Deze keer is dat Noordwijkerhout, zij overwegen de bibliotheek te sluiten ten gunste van de exploitatie van het zwembad. Een 88-jarige inwoner schreef daarom dit briefje aan het college. 

In Noordwijkerhout moet dus nog een robbertje gevochten worden maar op veel plekken ziet men de kansen wel. Gelukkig. 

Voor mij was deze samenwerking met het ministerie een mooi inkijkje in hoe je in Nederland van beleid tot uitvoering komt en hoe ingewikkeld dat soms is. Het was mooi om daar een bescheiden bijdrage aan te leveren. Er is niemand die in zijn eentje kan beslissen en er is veel om rekening mee te houden. Maar het was ook mooi om te ontdekken dat belangen heel vaak op elkaar lijken en dat je elkaar best goed tegemoet kan komen. Ik had al veel waardering voor de ambtenaren en die is door dit proces nog wel een stukje gegroeid. Maar het meest in het oog springende is misschien wel: dit begon dus al jaren geleden. Het vergt lange adem van veel partijen en het kan op vele momenten sneuvelen. Zo broos is het. 

En zo werd een regeling 'van stenen' een regeling 'van kansen'. Er gaat een wereld achter schuil die inderdaad bijna niemand ziet. De staatssecretaris had gelijk. Hulde aan mijn collega's bij OCW en natuurlijk allen die er om heen aan meewerkten. 

zondag 14 mei 2023

De mooie voorbeelden van Hengelo, Venray en Mar en Fean om sociaal juridische hulp om de hoek te bieden

Ondertussen zijn er ongeveer 700 informatiepunten Digitale Overheid actief in Nederlandse bibliotheken. Een ontwikkeling die razendsnel is gegaan en waarbij lokale bibliotheken samen met hun lokale partners mooie netwerken hebben geactiveerd om inwoners verder te helpen met vragen op dit gebied. Is er dus veel werk verzet? Jazeker! Zijn we klaar? Nou, ik denk dat er nog meer kansen liggen om burgers te helpen... 

Eentje daarvan gaat over sociaal-juridische hulp voor inwoners. Wat als de vraag iets ingewikkelder is dan een snel antwoord?  Of wat als je echt geholpen moet worden met schulden? Of wat als je een verschil van mening met een overheidsinstelling of een bedrijf? Een drietal bibliotheken, Hengelo, Venray (BiblioNu) en Mar en Fean hebben hier, samen met lokale partners,  de afgelopen paar jaar mee geëxperimenteerd. Hun ervaringen zijn inmiddels beschikbaar gesteld in het rapport 'Sociaal Juridische Hulp om de hoek'.  En de resultaten zijn naar mijn gevoel zodanig dat het hele bibliotheekstelsel er iets mee kan. 

Samenwerking Sociaal Werk Nederland en Koninklijke Bibliotheek

Het project is een samenwerking tussen Sociaal Werk Nederland en de Koninklijke Bibliotheek en het vormt één van de de elf initiatieven die binnen de ‘Stelselherziening rechtsbijstand’ is opgezet door de minister voor Rechtsbescherming. Het doel van het project ‘Sociaal-juridische dienstverlening om de hoek’ was om, ik citeer, 'op een vernieuwende manier bij te dragen aan oplossingen van juridische problemen. Oplossingen die passend, duurzaam en van hoge kwaliteit zijn.' 

Het probleem is namelijk dat niet elke inwoner van Nederland dezelfde sociaal-juridische hulp krijgt. Het is namelijk een taak van de gemeente om hierin te voorzien en die gemeenten vullen dat verschillend in. Daar komt bij dat gemeenten onderling verschillen en dat de organisaties die dit ondersteun verschillen. Veel is opgehangen aan de wijkteams maar dit zijn generieke teams die specifieke financiële en juridische kennis ontberen. Daar heb je sociaal raadsmannen en -vrouwen voor nodig. En ook die invulling verschilt weer sterk per gemeente (lees: dat was op sommige plekken al wegbezuinigd). 

Opzet van de pilots

De drie deelnemende bibliotheken werkten voor deze pilot samen met kleinere of grotere welzijnsorganisaties. De één werkte samen met een kleine ondersteuner, de ander met een grotere welzijnsorganisatie en de derde met een vrijwilligersorganisatie. 

Veel van de vragen gingen over het regelen van zaken met de overheid. Want wie goed sociale zekerheid of zorg wil regelen, moet soms van behoorlijk goede huize komen om alle procedures te begrijpen. Met andere woorden: iets regelen met de overheid is nog lang niet altijd eenvoudig en soms zelf heel complex. Maar goed, dat wist u al. En als de problematiek dan ook nog stapelt is de overheid lang niet altijd onderdeel van de oplossing maar soms mede de oorzaak van het probleem. En probeer dan maar eens ergens makkelijk en onafhankelijke hulp te krijgen. 

En levert het wat op?

Er is een mooi filmpje verschenen van de drie pilots. Je ziet daarin hoe waardevol deze samenwerking is en hoe je echt twee stappen verder kunt gaan voor inwoners. Ook zie je hoe natuurlijk deze dienstverlening past bij  het IDO en het Ontwikkelplein. Beide ontwikkelingen waar veel, zo niet alle, bibliotheken mee bezig zijn. 

Van Hengelo is ook een mooie infographic beschikbaar. En als oosterse chauvinist zet ik die ook graag boven dit artikel.  Het geeft aan hoeveel mensen deze nieuwe dienst wisten te vinden, waar ze voor kwamen en wat er ongeveer gebeurde. De pilot heeft wel wat te lijden gehad onder corona want deze opzet zal al wat langer in de pijplijn maar vraagt toch echt om goed menselijk contact. 

Vooraf had de bibliotheek Hengelo samen met partners een goede opzet gemaakt welke impact men wilde bereiken met de pilot. Men deed dit via de voor sommige wel bekende Theory of Change (TOC). Dat leverde de volgende plaat op.

 Ik geef toe, je moet even op het plaatje klikken om uit te vergroten maar het zal toch een plaat zijn waar je zo het gesprek kunt voeren in je eigen gemeente of met je sociale partners.

Waarom niet in elke gemeente?
Tja, als je dit zo snel ziet, dan denk je toch: zullen we dit niet gewoon in elke gemeente doen? Nou, dat ligt iets ingewikkelder dan bijvoorbeeld bij de IDO's. Hoewel... Ook hier speelt dat enerzijds gemeenten aan zet zijn in het verlengde van wijkteams en anderzijds dat het ministerie verantwoordelijk is voor gesubsidieerde rechtsbijstand. Dezelfde zwaluwstaart tussen lokale en landelijke overheid die we ook bij de digitale overheid kennen. En de vernieuwing van de rechtsbijstand is wel onderdeel van het coalitieakoord.

De pilots met de bibliotheken was één van de elf initiatieven van het programma Stelselherziening Rechtsbijstand van de Raad voor de Rechtsbijstand. En deze instelling regelt namens het ministerie van Justitie en Veiligheid de gesubsidieerde rechtsbijstand en gesubsidieerde mediation in Nederland. Die rechtsbijstand ligt al een tijdje onder vuur en minister Weerwind is met vernieuwing bezig.  Minister Weerwind informeerde de Kamer hier begin dit jaar nog over.  Het is een netelig dossier dat over meer gaat dan alleen goede dienstverlening maar ook over de positie en vergoeding van verschillende partijen. Dat maakt het wat lastig om bibliotheken te positioneren bij dit ministerie omdat andere partijen het gevoel kunnen krijgen dat bibliotheken iets willen 'afsnoepen'. Maar goed, ik denk dat er wel een opening kan liggen. 

Waar bibliotheken hun IDO's doorontwikkelen en verbreden naar ontwikkelpleinen is ook een aanbod rond sociaal-juridische dienstverlening helemaal niet zo gek. In het dasboard basisvaardigheden gaf 32% van de bibliotheken aan dat zij als juridische spreekuren faciliteren en 16% gaf aan actief te verwijzen naar juridische dienstverlening van partners. Dat lijkt wel een beetje op de situatie die we kenden voordat bibliotheken gingen samenwerken met de Belastingdienst en later opschaalden naar het IDO. Ik zou het best een mooie stap vinden. 

De bibliotheek is geen loket  maar een abonnement op de wereld

Dat ik enthousiast ben, behoeft denk ik geen betoog. En toch wil ik één hele kleine kanttekening maken. Bibliotheken zijn door de stappen die ze op het maatschappelijk-educatieve vlak gezet hebben als essentieel bestempeld. Een gebied waar de overheid ziet dat bibliotheken problemen oplossen die in het verlengde liggen van het directe belang van de overheid zelf. Maar de bibliotheek is breder dan dat en is niet de overheid. Aad Nuis noemde de bibliotheek 'de stationhal van de verbeelding'. En staatssecretaris Uslu noemde de bibliotheek 'een abonnement op de wereld'.  En ze voegt daar aan toe: 'Het is een plek waar mensen cultureel en maatschappelijk ontwaken en groeien. Waar als kind werelden voor je opengaan. Waar je als ouder met een gerust hart je kind heen stuurt. Een plek waar kennis, verhalen en andere perspectieven voor iedereen binnen handbereik zijn.'  Daar past dit idee zeker in maar vooral vanuit het perspectief van de burger die zichzelf verder helpt en niet alleen vanuit de overheid die een vinkje zet dat aan een voorwaarde is voldaan. Dat is voor bibliotheken dan ook het perspectief om vanuit te blijven handelen. Dat deden ze ook in deze drie pilots maar ik wil het hier toch graag noemen.

Webinar

Is je interesse gewekt? Dan kun je de hele pilot nog eens nalezen in dit evaluatierapport.  In het rapport zit bijvoorbeeld nog een mooie maatschappelijk kosten-baten-analyse  waar ik in dit artikel niet op in gegaan ben.  

Verder wordt er op op 22 mei om 15.00 uur  door Sociaal Werk Nederland en de Koninklijke Bibliotheek een webinar over 'Sociaal Juridische Hulp om de hoek' georagniseerd.  In de link vind je  meer informatie en dat is denk ik een aanrader.

Ik hoop dat we met bibliotheken samen met partners en met steun van landelijke overheid hier in de komende jaren nog een paar mooie stappen kunnen zetten. Complimenten voor onze collega's in Hengelo, Venray en Mar en Fean en natuurlijk alle partners die er aan meewerkten. 

Nog meer info op deze pagina van BNetwerk

zondag 7 mei 2023

Wat wij nog kunnen leren van een bibliotheekplan van begin jaren '60

Bibliotheek Den Ham, midden jaren '60

Op dit moment investeert het Rijk een kleine € 50 miljoen in een tijdelijke regeling voor versterking van bibliotheekvoorzieningen. Vanaf half mei kunnen bibliotheken hun eerste aanvragen indienen voor nieuwe vestigingen, het verbeteren van een beperkte voorziening of het verruimen van openingstijden. Er wordt dus op veel plekken nu door gemeenten en bibliotheken nagedacht over hoe deze gelden moeten worden ingezet. 

De man die 80 bibliotheken bouwde

Met dat in mijn achterhoofd vertel ik graag nog eens over de persoon die misschien wel de 'vastgoedmagnaat' van het bibliotheekwerk mag worden genoemd. Het gaat om Abraham van Uxem, die vanaf 1948 bezoldigd penningmeester-secretaris  was van de Centrale Plattelandsbibliotheek Overijssel, de oudste rechtsvoorganger van Rijnbrink.  Hij bouwde in de periode tussen 1948 en 1975 maar liefst 80! bibliotheekvestigingen. De topjaren lagen begin jaren '60 waarbij hij met zijn team zes tot acht bibliotheken per jaar bouwde.  

En het kenmerkende, al die bibliotheken lijken ook nog op elkaar. Het zijn de zogeheten Van Uxembibliotheken die oneerbiedig ook wel de 'schoenendozen' worden genoemd. Tot op de dag van vandaag zijn er een aantal in gebruik. Daarover later meer.

Van Uxem, geboren in 1911, was een Zeeuw die zich voor de Tweede Wereldoorlog had gewerkt als secretaris van de Zeeuwse Landbouwmaatschappij en als leider van de Zeeuwse Landbouwjongeren. Na de oorlog zet hij zich in voor de Volkshogeschool in Zeeland en wordt in 1946 de leider van de Volkshogeschool Diependal in het Twentse Markelo. Het is iemand die zich met hart en ziel inzet voor de ontwikkeling van het  platteland. In 1947 neemt hij samen met een collega het initiatief om een  enquête te houden naar de 'lectuurvoorziening' op het platteland in Overijssel. Zijn rapport gaf een onthutsend beeld te zien van versnippering en chaos. Van Uxem pleit dan ook voor een provinciale organisatie die zich inzet om in elk dorp een eigen bibliotheek te laten hebben. Hoe logisch dat nu ook lijkt, dat was het in die tijd niet. De steden hadden vaak al een eigen leeszaal maar in de dorpen kwam met niet verder dan kleine initiatieven die geen echte structuur kenden. 

Bibliotheek Blokzijl, begin jaren '60

Met die gedachte wordt in Overijssel de eerste rechtsvoorganger van een POI in 1948 gestart. Maar veel geld was er niet. De RijkssubsidieVerordering (RSV) was eigenlijk vooral ingericht op steden met meer dan 20.000 inwoners. Dan kwam er een behoorlijke rijksbijdrage vrij. Vanaf 10.000 inwoners was er ook al een bijdrage mogelijk maar die was slechts 60% van de bijdrage voor steden boven de 20.000 inwoners. Onder de 10.000 inwoners was er alleen een hele beperkte bijdrage die was gericht op kleine wisselcollecties die men correspondentschappen noemde. 

De eerste truc in 1953: één grote basisbibliotheek

Kortom, de middelen van Van Uxem in 1948 waren maar heel beperkt. Toch vond Van Uxem er iets op. De regels van de RSV boden namelijk wel wat ruimte voor interpretatie. Veel van de eisen die gesteld werden, hadden betrekking op gediplomeerde directie en personeel, een goede collectie en een acceptabel gebouw. Als je begon met het beperkte bedrag dat beschikbaar was voor plaatsen van 10.000 inwoners dan was het geld al op aan personeel en collectie en bleef er niks over voor een gebouw. Van Uxem voerde Claar Goudzwaard, haar evenknie als directeur van de Plattelandsbibliotheek, op als directeur van alle lokale bibliotheken. Het gediplomeerde personeel werd in dienst genomen bij de plattelandsbibliotheek en hun dienstverband werd verdeeld over meerdere bibliotheken. Dit drukte de personeelslasten enorm. De collectie was de collectie van de Centrale Plattelandsbibliotheek en werd deels op krediet gekocht bij de boekhandel. En zo bleef er geld over om te investeren in gebouwen.

In 1953 paste hij deze truc toe samen met de gemeente Avereest. Een lokale bibliotheek die aangestuurd werd door de centrale plattelandsbibliotheek. In 1954 deed hij dat met de gemeenten Vroomshoop, Nijverdal, Ommen en Wierden en in 1955 met de Rijssen, Den Ham, Bergentheim, Hellendoorn en Enter. 

Bibliotheek Nieuwleusen, midden jaren '60

Truc 2: voeg gemeenten samen voor de subsidieaanvraag

De tweede truc die hij toepaste was nog lucratiever. Onder de 10.000 inwoners waren er nog steeds geen goede financieringsmogelijkheden. Van Uxem vond een maas in de subsidieverordening.

Artikel 24 lid 3 van deze verordening luidde namelijk: 'Het bestuur van de Centrale Vereniging (de voorloper van de VOB, red.) kan, waar de plaatselijke toestand zulks wenselijk maakt, het inwonertal van de aangrenzende gemeenten geheel of gedeeltelijk toevoegen aan het inwonertal van de gemeente waar de Openbare Leeszaal of Bibliotheek of Openbare Uitleenbibliotheek gevestigd is.' 

En dus voegde Van Uxem Gramsbergen met 5.000 inwoners toe aan Hardenberg dat 20.000 inwoners had. En zo kreeg hij voor Gramsbergen het hoge subsidiebedrag dat voor gemeenten boven 20.000 inwoners bedoeld was. In 1958 had hij zo al 35 door het Rijk gesubsidieerde openbare bibliotheken of filialen opgezet.

Het ministerie keurde de aanvragen goed en nadien volgden alle provincies dit voorbeeld.

Bibliotheek Ommen, midden jaren '60

 Vanaf 1958: explosieve bouwwoede en een bibliotheekplan

Mooi al die organisaties maar ze waren allemaal belabberd gehuisvest. Een zaaltje hier, een ruimte daar. De groei van de middelen én de groei van het aantal lezers zorgde ervoor dat er nieuwe gebouwen moesten komen. En op dit punt was Van Uxem een visionair. In 1958 startte hij in Nijverdal met een bibliotheek, gevolgd door Hardenberg en Vroomshoop. Het bijzondere was: de panden leken veel op elkaar. Van Uxem voorzag namelijk dat hij de komende jaren veel bibliotheken zou gaan bouwen. En dus maakte hij een paar standaard bibliotheken, telkens met dezelfde uitgangspunten: een grote open ruimte, een hal met garderobe, een keukentje en een toilet. En als u zich afvraaagt, waar zijn de losse boekenkasten? Dat heeft een reden. Als iets aard- en nagelvast was aan het gebouw, was het onderdeel van de rijkssubsidie... En dus timmerde Van Uxem alle boekenkast vast aan de muur. Of aan de grond als dat nodig was. 

In de beginperiode kennen deze 'Van-Uxembibliotheken' nog een plat dak. Later worden dat toch lichte puntdaken. Esthetisch waren het geen hoogstandjes, de landschappelijke inpassing vaak belabberd maar uiterst functioneel en, niet onbelangrijk, betaalbaar.

En met de bouwplannen onder de arm gaat Van Uxem zo, gemeente na gemeente af. En hij overtuigd ze van de investering. De overlevering vertelt dat hij altijd twee plannen bij zich had: een kleine en een grote bibliotheek. Het gesprek gemeente eindigde hij dan altijd met 'Uw buurgemeente kiest overigens voor die grote versie'. 

Het bouwen neemt vanaf 1960 dan ook een hoge vlucht. Zes tot acht gebouwen per jaar worden opgeleverd. In 1963 werden in een tijd van zes maanden niet minder dan twaalf houten noodgebouwen geplaatst. Vaak was een ontheffing van het bestemmingsplan nodig. Daar werd niet op geweacht. De bouwvergunning kwam bij enkele gebouwen dan ook binnen op de dagen voor de officiële opening.

Dit bouwtempo werd gedicteerd door een heus 'bibliotheekplan Noord-West Overijssel' waarin aangegeven stond hoe men tot een dekkend netwerk van bibliotheken zou komen in de komende jaren. 

Vanaf 1961 werden de subsidieregels overigens aangepast. Dit mede door de 'sluipwegen' die Overijssel had gevonden en werd financiering van het bibliotheekwerk op het platteland beter voorzien.

Tot op de dag van vandaag zijn er nog Van Uxembibliotheken in gebruik. Onder andere in Wijhe en Haarle. En er zijn er vast nog meer. Hoewel er veel ook al zijn herbestemd of afgebroken.

Abraham van Uxem, in het midden, bij de opening van de vestiging in Vroomshoop in 1959, rechts van hem de voorzitter van de bibliotheek en burgemeester Bramer. Links van hem als eerste Claar Goudzwaard, directeur van de CPO en uiterst links, mejuffrouw Sevellen, de 1e hoofdassistent.

Bibliotheekplan?

Van Uxem ging in 1975 met pensioen. In de bijna dertig jaar dat hij zich inzette voor bibliotheken in Overijssel heeft hij, samen met Claar Goudzwaard die de organisatie deed, een fijnmazig bibliotheeknetwerk opgezet. Hij had een plan hoe dat netwerk eruit moest zien, overtuigde lokale, provinciale en zelfs landelijke overheden van de kwaliteiten van dat plan en voerde het uit. 

Ook nu is er een overheid die extra wil investeren in de nabijheid van bibliotheken. De plannen van Van Uxem zijn natuurlijk niet meer direct van toepassing op deze tijd maar het idee dat je samen een stelsel kunt neerzetten dat voor meerdere overheidslagen interessant kan zijn, is nog altijd actueel. Een bibliotheekplan voor een regio, provincie of zelfs het hele land, kon best eens een verbindend thema zijn voor meerdere overheidslagen. Denk er eens over na, zou ik zeggen. Want met een aankomende wetswijziging door de zorgplicht en een nieuw bibliotheekconvenant, liggen hier best kansen, denk ik.

De foto's komen uit het archief van de Overijsselse BibliotheekDienst zoals dit beschikbaar is bij de Collectie Overijssel. Veel van de informatie over Van Uxem komt uit het boekje 'Het vermogen tot...' onder redactie van Peter Witteveen.