De kerstvakantie begint voor velen. Wie volgende nog werkt treft lege kantoren. Slechts de noeste bibliothecarissen zijn gewoon aan het werk want de tent is open.
Ik kijk nog één keer achterom en selecteerde zeven berichten van het afgelopen jaar. Ik schreef er dit jaar 101 om precies te zijn.
Ik neem u mee langs de top-5 van 2015, met een kleine uitsmijter aan het eind. Lees maar mee.
1. De nieuwe bibliotheek is dichterbij dan we denken
Een blog dat ik schreef toen ik mijn werkzaamheden afrondde als interim-directeur in Deventer. De nieuwe maatschappelijke en educatieve bibliotheek is er al veel meer dan wij denken. Op vele plekken zitten wel echt al in de haarvaten van de samenleving. Een vrolijk verhaal in financieel barre tijden. Doet het goed met Kerst.
2. Ideeën voor dienstverlening aan vluchtelingen
2015 was het jaar dat vluchtelingen opnieuw op de agenda kwamen. Er komen uit de samenleving warme reacties om te helpen en angstige reacties over waar ze gehuisvest moeten worden. Bibliotheken kunnen een belangrijk spelen bij beide vragen. In het najaar organiseerde ik samen met de KB twee bijeenkomsten voor bibliotheken. Ondertussen is er een kleine organisatie bij de KB aan het werk om bibliotheken hier structureel verder mee te helpen. Mooi, hoe een blog daar het begin van kon zijn.
3. De vijf lessen van het VNG-congres
In juni stond ik namens de PSO's en samen met KB, en de VOB twee dagen op het VNG-jaarcongres. Ik sprak tientallen burgemeesters en wethouders en ik kreeg een schat aan informatie waar bibliotheken hun voordeel mee konden doen. Helder voor mij was dat de bibliotheek met maatschappelijke en educatieve taken prima kan samenwerken met de gemeente.
4. De infographic over Karmac
Zelden zoveel bedankjes gehad voor een blog als het blog met de infographic over Karmac. Er zat een compleet doe-het-zelf-pakket bij om zelf zo'n infographic te maken. Aan de downloadcijfers van de bestandjes kan ik zien dat het tientallen keren gebruikt is. Dus als u nog niks te doen hebt tijden de Kerst, dan is het een mooi alternatief voor die kerstpuzzel.
5. De zeven lessen voor instituten die geen instituten meer willen zijn
Dit jaar verscheen het boek: 'De uitvinding van de Leeszaal' over Leezaal West in Rotterdam. Ik had een aantal maal contact met Maurice Specht en schreef naar aanleiding van zijn boek zeven lessen voor bibliotheken. Voor wie nog goede voornemens zoekt, is dit blog een prima uitgangspunt.
Bonus: Van Swelmen over Vaders voor Lezen
Geen kerstboom zonder piek, geen jaar voor mij zonder Van Swelmen. Hoewel hij zich dit jaar redelijk koest hield op mijn blog. Wel verscheen hij in het afscheidsboek van Henk Das en sprak hij waarschuwende woorden bij het vertrek van Jacqueline Roelofs naar Biblionet Groningen. Maar op mijn blog vergreep hij zich alleen aan Vaders voor Lezen: 'Ook 90 minuten spreekkoren per week is ook 1.000 woorden per jaar!', fulmineerde hij. En durf hem maar eens tegen te spreken.
Op naar een volgend jaar. Ik wens u goede dagen en ik ga eens flink nadenken hoe ik mijn 1.000e blog ga vieren (jawel dit is bericht nummer 979!) We hebben dus een feestje in het verschiet! Dank alle volgers!
vrijdag 18 december 2015
dinsdag 15 december 2015
Vier observaties bij het zware verlies van Spotify en de transitie van de muziekindustrie
Een tijdje geleden schreef ik over de teloorgang van CD's en welke vragen dat oproept voor het behoud van deze materialen. Mijn goede oud-collega Bas Pool wees me vervolgens op een aantal cijfers. En daarbij heb ik weer vier observaties die ik graag met jullie deel.
Observatie 1: Bibliotheken volgen vraag in de markt
Bovenstaande grafiek is van Bas. Hij was zo aardig om uit te zoeken hoe de omvang van de uitleen van de CD-collectie zich verhield ten opzichte van de verkochte CD's. Dat levert sinds 1999 bovenstaande beeld op. Wat je ziet is dat het aantal uitleningen van CD's in bibliotheken een nagenoeg gelijke tred heeft gehouden met de teruglopende CD-verkoop. Met andere woorden: bibliotheken hebben de vraag uit de markt gevolgd.
Observatie 2: Hoe de vraag verandert
De cijfers die hij gebruikt rond de omzetten van CD's komen van de branchevereniging van de entertainment: de NVPI. Elk jaar zetten ze net zoals bibliotheken de belangrijkste zaken nog eens op een rijtje. Want laten we wel wezen: in de muziekindustrie is veel veranderd.
Geen klassieke statistiekdonut maar eentje waarbij een ombuiging zit. Om nog maar eens aan te tonen dat de muziekindustrie echt aan het kantelen is. De totale industrie uit de cijfers van 2014 omvat 130 miljoen. Wie weet dat bibliotheken samen voor ongeveer 60 miljoen aan mediakosten hebben, ziet dat dat helemaal niet zo'n hele grote branche is.
De verkoop van CD's is nog altijd meer dan de helft van die omzet. Maar streaming en downloads zitten de fysieke verkoop met 45% wel flink op de hielen. Ga er overigens maar vanuit dat die streaminginkomsten nagenoeg volledig bij Spotify vandaan komen.
Observatie 3: Alleen streaming groeit nog
Hoe snel het gaat met nieuwe media laat onderstaande afbeelding zien. Het laat zien wat de ontwikkeling van de verschillende onderdelen is tussen 2013 en 2014.
Hierin zie je - wat we al verwachtten - dat de CD-verkoop verder daalt. Deze zal volgend jaar minder dan 50% van de omzet van de industrie zijn.
Maar ook de de verkoop van downloads neemt nu al af. Die markt bestaat minder dan 10 jaar en is nu al op z'n retour. Een ontwikkeling die dus nooit echt heeft doorgezet.
Streaming is de enige ontwikkeling die echt potentieel groeit.
Observatie 4: Streaming wordt gefinancierd met oplopende schulden
Zoals ik als zei het is vooral Spotify in Nederland die voor de muziekindustrie de inkomsten genereert voor streaming. Hoe doen die het eigenlijk financieel? In 2014 had Spotify een omzet wereldwijd van 1 miljard dollar met een verlies van 162 miljoen dollar. De muziekwereld heeft dus wel de bakens verzet maar het bedrijf dat thans voor de inkomsten zorgt, draait nog immer met een (stijgend) verlies.
Onderstaande tabel komt van MusicbusinessWorldwide, die dit soort trends bij houdt.
Met andere woorden: Spotify is nog lang geen winstgevende handel en alles bij elkaar heeft Spotify tot nu toe een klein 350 miljoen euro verlies geleden. Ook dat verlies zullen investeerders nog terug willen zien.
In hetzelfde artikel van MusicbusinessWorldwide wordt uitgelegd hoe Spotify nog rendabel kan worden. Daar liggen zeker opties maar hoe Spotify het ook doet er is altijd een groep die daarvoor zal moeten betalen: muzikanten (minder royalties), Spotify-medewerkers (minder kosten) of gebruikers (afbouwen freemium-model). Of een combinatie daarvan natuurlijk.
Conclusie: durf te investeren in succes, ook als je nog niet weet hoe je je succes kunt financieren
Spotify heeft dus echt nog een weg te gaan en het streamingmodel wordt voorlopig gefinancierd met oplopende schulden. Naarmate het succes groeit, groeien de schulden van de muziekindustrie. Maar zonder die schulden was de omvang van die industrie al veel kleiner geweest.
Het geeft aan hoe lastig het is om die transitie te maken. En het toont aan hoeveel lef er nodig is om te investeren in digitale media. Het is onbekend wat de termijn is waarop wordt terugverdiend.
In soortgelijk dilemma zit natuurlijk ook de inkoopcommissie van bibliotheken in Nederland. De vakantiebieb met gratis toegang is een enorm succes. Het is ons eigen freemium-model van Spotify. Maar durven we ook door te investeren? Stel dat de vakantiebieb nog vier keer zo groot wordt, zonder direct ledenmodel? Leggen we dan extra geld in? Durven we ons bereik uit te bouwen zonder direct te weten waar het eindigt?
Ik zeg volmondig ja. Wie kijkt naar de mogelijkheden die Spotify nu heeft om verder te groeien ziet, dat die groei juist de opties biedt om ook een gezond businessmodel te vinden. Het begint allemaal met mensen bereiken.
Als we de mensen niet meer bereiken, dan kunnen we pas echt ophouden.
Met dank aan Bas Pool voor de attendering.
vrijdag 11 december 2015
Wie goed keek zag een klein jongetje dat zich even Boudewijn Büch voelde... op zoek naar de geschiedenis van Overijsselse bibliotheken
Enige tijd geleden had ik het met een collega over de geschiedenis van de Overijsselse bibliotheken. En dan vooral over de hoe de samenwerking tussen bibliotheken gegroeid was. Nu loop al wat jaartjes mee in Overijssel en toch weet ik ook niet alles. Het bleek een speurtocht te worden die naast het goede antwoord me ook nog iets anders bracht. Benieuwd naar wat? Lees dan verder.
Waar is het archief?
Om na te zoeken waar ik het over had, wist ik dat ik het archief van de Overijsselse bibliotheken nodig had van midden jaren '90 van de vorige eeuw. Maar waar was dat archief? Door digitalisering en een recente fusie was dat even zoeken. Ik begon bij onze secretaresse. Zij werkt nog niet zo lang bij ons en verwees naar een secretaresse die al veel langer bij ons werkt. Zij wist mij te vertellen dat dat archief waarschijnlijk niet meer in Nijverdal zou staan maar in Arnhem. Een bezoek aan ons magazijn in Nijverdal bevestigde wat ze zei: 'Kijk, hier stonden ze'. Bij de fusie zijn ze dan naar onze vestiging in Arnhem gegaan.
Van Nijverdal naar Arnhem
Aan het eind van een vrijdagmiddag als ik toevallig in de buurt van Arnhem ben, ga ik daar naar ons archief. Ik vind inderdaad de archieven vanaf 2007. Alles van daarvoor ontbreekt. Waar kan het toch zijn?
Ik keer terug naar onze secretaresse en zij weet zich te herinneren dat er een document is met beschrijvingen van archiefdelen. En dan komt het goed antwoord boven water: het archief is over gegaan naar het Historisch Centrum Overijssel.
Van Arnhem naar Zwolle
Op een donderdagavond ga ik met de inventarisnummers naar het historisch centrum. Een zeer behulpzame archiefmedewerker helpt me verder. Ik leer dat archieven beschreven worden in inventarissen en dat je die nummers weer nodig hebt om iets op te vragen uit het archief.
Dan leer je leuke dingen overigens: dat er het eerste directieoverleg was tussen bibliotheken in 1918. Want zover gaat het bibliotheekarchief op provinciaal niveau terug.
Maar wat blijkt: ons archief tussen 1988 en 2007 blijkt nog niet beschreven. Er staan nog 60 dozen waarvan we weten dat het over bibliotheken gaat, maar niet wat er in zit. Ik maak een paar dozen open en zie dat het voor die avond onbegonnen werk wordt. Het wordt zoeken naar een speld in een hooiberg. De medewerker beloofd een archivaris in te seinen dat ik op zoek ben.
De stukken in handen
Enige tijd later heb ik contact met de archivaris die me blij meldt dat de inventarisbeschrijving er is en dat ze heeft wat ik zoek: de archieven van de Overijsselse bibliotheken tussen 1993 en 1995. En dan begint een speurtocht die bijzonder boeiend is. Ik worstel me door een halve meter papier. Ik kom oude notulen tegen met collega's die allang met pensioen zijn. En heel soms iemand die nog gewoon op zijn stek zit al die tijd.
Ik zie hoe communicatie in die tijd ging; 'Wat werden er veel brieven geschreven in die tijd'. Het was de tijd dat de matrixprinter overging in de laserprinter. Soms kom ik nog een handgeschreven briefje tegen.
Wat verder opvalt is dat thema's die nu actueel zijn, toen ook actueel waren. In de jaren negentig was er bijvoorbeeld al een commissie voor de huisstijl. Of er was een materialenbank voor Volwasseneducatie en een leesgroep voor Turkse vrouwen. Het lijkt wel of de geschiedenis zich herhaalt.
Ik zie een brief van een directeur van een stadsbibliotheek die zich druk maakt over het beleid van de Overijsselse Bibliotheek Dienst. De brief wordt in afschrift ook naar de provincie gestuurd. Bonje dus. Niet veel later zit er in het archief een woordelijk uitgetypt verslag. Het is het verslag van het gesprek tussen de Overijsselse Bibliotheek Dienst en de stedelijke bibliotheken. Het was helder dat er een stevig meningsverschil was en tegelijkertijd zie je de directeuren in dat verslag gezamenlijk een oplossing verzinnen.
En tot slot zie je heel langzaam de digitalisering binnensluipen. In 1993 bepleit Jos Debeij (toen directeur in Deventer) hoe de catalogi aan elkaar gekoppeld moeten worden: de klant moet kunnen zien wat er overal is. Overigens waren er toen 7 bibliotheeksystemen bij openbare bibliotheken in Overijssel. Nu nog maar één.
Uiteindelijk vond ik wat ik zocht. Wat dat was, laat ik nog even in het midden. Dat is aardig voor een volgend verhaal.
Boudewijn Büch
Ik heb genoten van deze speurtocht. Op zoek zijn naar iets en tegelijkertijd veel meer vinden dan je dacht. Een ontdekkingsreis langs kilometer papier. Door informatie waar al tijden niemand meer geweest is. Volgens mij snapt u al wat er met mij gebeurde.
Ik begon ooit aan de bibliotheekacademie door mijn verwondering over wat er allemaal opgeslagen lag in bibliotheken en archieven. De TV-programma's van Boudewijn Büch maakten destijds op mij veel indruk. Het ging over de avonturen die nog verstopt lagen in al die documenten.
Wie goed keek bij het Historisch Centrum Overijssel, zag dat er jongetje zat die zich even Boudewijn Büch voelde en klein avontuur beleefde met de stukken van toen.
Waar is het archief?
Om na te zoeken waar ik het over had, wist ik dat ik het archief van de Overijsselse bibliotheken nodig had van midden jaren '90 van de vorige eeuw. Maar waar was dat archief? Door digitalisering en een recente fusie was dat even zoeken. Ik begon bij onze secretaresse. Zij werkt nog niet zo lang bij ons en verwees naar een secretaresse die al veel langer bij ons werkt. Zij wist mij te vertellen dat dat archief waarschijnlijk niet meer in Nijverdal zou staan maar in Arnhem. Een bezoek aan ons magazijn in Nijverdal bevestigde wat ze zei: 'Kijk, hier stonden ze'. Bij de fusie zijn ze dan naar onze vestiging in Arnhem gegaan.
Van Nijverdal naar Arnhem
Aan het eind van een vrijdagmiddag als ik toevallig in de buurt van Arnhem ben, ga ik daar naar ons archief. Ik vind inderdaad de archieven vanaf 2007. Alles van daarvoor ontbreekt. Waar kan het toch zijn?
Ik keer terug naar onze secretaresse en zij weet zich te herinneren dat er een document is met beschrijvingen van archiefdelen. En dan komt het goed antwoord boven water: het archief is over gegaan naar het Historisch Centrum Overijssel.
Van Arnhem naar Zwolle
Op een donderdagavond ga ik met de inventarisnummers naar het historisch centrum. Een zeer behulpzame archiefmedewerker helpt me verder. Ik leer dat archieven beschreven worden in inventarissen en dat je die nummers weer nodig hebt om iets op te vragen uit het archief.
Dan leer je leuke dingen overigens: dat er het eerste directieoverleg was tussen bibliotheken in 1918. Want zover gaat het bibliotheekarchief op provinciaal niveau terug.
Maar wat blijkt: ons archief tussen 1988 en 2007 blijkt nog niet beschreven. Er staan nog 60 dozen waarvan we weten dat het over bibliotheken gaat, maar niet wat er in zit. Ik maak een paar dozen open en zie dat het voor die avond onbegonnen werk wordt. Het wordt zoeken naar een speld in een hooiberg. De medewerker beloofd een archivaris in te seinen dat ik op zoek ben.
De stukken in handen
Enige tijd later heb ik contact met de archivaris die me blij meldt dat de inventarisbeschrijving er is en dat ze heeft wat ik zoek: de archieven van de Overijsselse bibliotheken tussen 1993 en 1995. En dan begint een speurtocht die bijzonder boeiend is. Ik worstel me door een halve meter papier. Ik kom oude notulen tegen met collega's die allang met pensioen zijn. En heel soms iemand die nog gewoon op zijn stek zit al die tijd.
Ik zie hoe communicatie in die tijd ging; 'Wat werden er veel brieven geschreven in die tijd'. Het was de tijd dat de matrixprinter overging in de laserprinter. Soms kom ik nog een handgeschreven briefje tegen.
Wat verder opvalt is dat thema's die nu actueel zijn, toen ook actueel waren. In de jaren negentig was er bijvoorbeeld al een commissie voor de huisstijl. Of er was een materialenbank voor Volwasseneducatie en een leesgroep voor Turkse vrouwen. Het lijkt wel of de geschiedenis zich herhaalt.
Ik zie een brief van een directeur van een stadsbibliotheek die zich druk maakt over het beleid van de Overijsselse Bibliotheek Dienst. De brief wordt in afschrift ook naar de provincie gestuurd. Bonje dus. Niet veel later zit er in het archief een woordelijk uitgetypt verslag. Het is het verslag van het gesprek tussen de Overijsselse Bibliotheek Dienst en de stedelijke bibliotheken. Het was helder dat er een stevig meningsverschil was en tegelijkertijd zie je de directeuren in dat verslag gezamenlijk een oplossing verzinnen.
En tot slot zie je heel langzaam de digitalisering binnensluipen. In 1993 bepleit Jos Debeij (toen directeur in Deventer) hoe de catalogi aan elkaar gekoppeld moeten worden: de klant moet kunnen zien wat er overal is. Overigens waren er toen 7 bibliotheeksystemen bij openbare bibliotheken in Overijssel. Nu nog maar één.
Uiteindelijk vond ik wat ik zocht. Wat dat was, laat ik nog even in het midden. Dat is aardig voor een volgend verhaal.
Boudewijn Büch
Ik heb genoten van deze speurtocht. Op zoek zijn naar iets en tegelijkertijd veel meer vinden dan je dacht. Een ontdekkingsreis langs kilometer papier. Door informatie waar al tijden niemand meer geweest is. Volgens mij snapt u al wat er met mij gebeurde.
Ik begon ooit aan de bibliotheekacademie door mijn verwondering over wat er allemaal opgeslagen lag in bibliotheken en archieven. De TV-programma's van Boudewijn Büch maakten destijds op mij veel indruk. Het ging over de avonturen die nog verstopt lagen in al die documenten.
Wie goed keek bij het Historisch Centrum Overijssel, zag dat er jongetje zat die zich even Boudewijn Büch voelde en klein avontuur beleefde met de stukken van toen.
maandag 7 december 2015
Wat we op internet gaan leren van drugsdealers en wapenhandelaren...
Dit afgelopen weekend las ik in de Volkskrant een vrij groot interview met Jamie Bartlett. Schrijver van het boek The Dark Net. Een boek dat onlangs is vertaald naar het Nederlands. Bartlett deed vier jaar onderzoek naar de wereld van drugsdealers, neonazi's, wapenhandelaren en pornografen op het internet. Een wereld die het daglicht slecht verdraagt en die op internet om extra maatregelen vraagt om je eigen identiteit te verhullen. Die wereld noemen we het 'Dark Net'.
Ondanks alle rottigheid die hij tegenkwam blijft hij vrij optimistisch en laat hij vooral zien hoe de wereld van met name de drugshandel veiliger is geworden door internet. Vrolijk vertelt hij over de recensies die gebruikers schrijven over de verschillende dealers en dat ondanks de anonimiteit er toch een vorm van regulering van kwaliteit en prijs komt.
Het zijn de schimmige randen van internet waar mensen uit de marge functioneren en die buitengewoon creatief moeten zijn in de manier waarop ze opereren. Het is dus niet gek dat er een berg innovatie aan te pas komt. Want laten we eerlijk zijn: 'Ben je het ook niet zat dat wanneer je een badkamersite hebt bezocht, je nog maanden achtervolgd wordt door advertenties door geplaatste cookies?' Wil iedereen niet deze vorm van privacy op het net? En dus vertelt hij dat de waarde van deze onverlaten van het net is dat privacytools zich razendsnel ontwikkelen. Tools waar u en ik morgen gebruik van gaan maken.
Ik geef Bartlett een grote kans dat hij gelijk heeft. Bekijk zijn Tedx-verhaal maar eens.
Binnenkort zitten we als bibliotheken gewoon tussen de drugsdealers en wapenhandelaren. Ach, we waren er altijd al voor de achterbuurten.
vrijdag 4 december 2015
15 manieren voor positieve communicatie
Het lijkt me een mooie presentatie om eens door te kijken met je team en de vraag te stellen: kunnen wij niet positiever communiceren? Volgens mij levert het veel leuke energie op in uw team.
donderdag 3 december 2015
Dag CD's, dag bladmuziek, dag DVD's? Drie observaties en drie afspraken
Ik duik nog een keertje de CBS-cijfers in. Niet zo zeer om iets te zien wat we allemaal al weten maar wel om de conclusie erachter nog een keer te benoemen. Ik loop met u vandaag eens langs de cijfers van CD's, bladmuziek en DVD's.
Observatie 1: Waar zijn de CD's?
Hierboven ziet u de uitleencijfers voor CD's. Het zal u niet verbazen: al jaren een neergaande lijn. Op het hoogtepunt bijna 4 miljoen uitleningen en nu nog goed voor een kleine 600.000. Toen ik twee jaar geleden in Gelderland voor centraal collectioneren aan het werk was kwam ik er tot mijn schrik achter dat er nog slechts vier bibliotheken waren in deze hele provincie met een CD-collectie. Zonder overleg met elkaar stoten we deze onderdelen af. Rationeel volledig juist maar met de kans dat het plotseling weg is in het netwerk en dat er ook geen achtergrondcollectie meer is op provinciaal niveau.
Nu hoor ik u denken: maar we hebben de Centrale Discotheek Rotterdam toch? Jazeker. En hoewel ze wel degelijk een kleine landelijke subsidie ontvangen, hebben ze geen verplichte landelijke depotfunctie. Het heet niet voor niks Centrale Discotheek 'Rotterdam' en niet Centrale Discotheek Nederland. Overigens zou men van mij best zo mogen heten want men vult die depottaak naar eer en geweten in. Maar realiseer je wel dat we als stelsel geen bindende afspraak hebben op dit punt.
Observatie 2: Waar is de bladmuziek?
Bladmuziek is een kleinere doelgroep en kent al jaren een wat problematisch bestaan in openbare bibliotheken. Wie wat verder wil gaan dan meespeelmaterialen is gelijk een specialistische bibliotheek. Ik chargeer misschien wat maar bladmuziek is een hele grote wereld en een heel klein budget.
Er zijn een paar grotere collecties binnen openbare bibliotheken en ik zal u vertellen dat bij elk van die instellingen de vraag kan rijzen: 'waarom zouden wij dit nog doen?'. Wie een grotere bladmuziekcollectie heeft, is gelijk een netwerk- en achtergrondcollectie. Hebben we daar bindende provinciale of landelijke afspraken over? Nee, we vullen het naar eer en geweten in.
Observatie 3: DVD's
Ik hoor u denken: 'hier hoeven we ons gelukkig nog niet druk om te maken. Inderdaad, de uitleen van DVD's steeg de afgelopen jaren nog flink. Maar het hoogtepunt is bereikt met 1,1 miljoen uitleningen. En ik geef u op een briefje dat het vervolg ongeveer zo zal zijn als dat van de CD's. En voor de goede orde: het was in 2010 dat de CD's op het niveau stonden waar nu de DVD's staan.
Met andere woorden: over vijf jaar heeft het merendeel van de bibliotheken de DVD's weggedaan en vragen we ons af bij wie we nog terecht kunnen als we er één willen hebben. Hebben we met iemand de afspraak gemaakt dat die ze bewaart in het provinciale of landelijke netwerk? Inderdaad, het antwoord zal bijna altijd 'nee' zijn.
Drie afspraken: provinciaal, landelijk en lokaal
Hoe belangrijk we collecties ook vinden, een bindende afspraak maken op provinciaal op landelijk niveau schijnt bijster lastig te zijn. Twee afspraken daarover lijken me dan ook wel op zijn plaats maar dan wel met tegelijkertijd ook een lokale plicht daarachter om het te laten zien. Drie afspraken in totaal dus: provinciaal, landelijk en lokaal.
Eén afspraak op provinciaal niveau
Volgens mij is het niet zo ingewikkeld. Ik zou zeggen: bespreek met elkaar in het provinciale netwerk nou eens, waar als laatste de CD's ondergebracht gaan worden en breng alle afgeschreven collecties die vanaf nu weg gaan daar naar toe. Doe dat de komende vijf tot tien jaar. Daarmee hebt u voldoende buffer op provinciaal niveau. Dat kan een Plus-bibliotheek zijn, dat kan een PSO zijn maar ook gewoon een betrokken bibliotheek. Dat hoeft niet veel te kosten. Het gaat om maken van goede afspraken over het bijeen brengen en bewaren van de laatste collecties. Van Overijssel weet ik bijvoorbeeld dat er zo'n gezamenlijke afspraak voor CD's. Dat geeft elke bibliotheek de ruimte om nieuwe dingen te doen, terwijl men weet dat het leverbaar blijft in het netwerk.
Nou ja, en voor bladmuziek en DVD's geldt natuurlijk hetzelfde. Zorg voor een buffer op provinciaal niveau en breng die er nu zijn bij elkaar onder.
Eén afspraak op landelijk niveau
Voor Nederlandse boeken kennen we een depotfunctie en zijn er vele bewaarcollecties waar ook goed uit geleend kan worden. Voor CD's is er een halve afspraak met de CDR. Voor bladmuziek tekenen gezamenlijk een aantal Plusbibliotheken (maar ook alleen gezamenlijk) en voor DVD's is zeker geen afspraak.
Iedereen doet stapjes achteruit op de collectie. En dat is gezien de teruglopende uitleenaantallen volstrekt logisch. Sterker nog: onlangs liet ik zien dat bibliotheken nog steeds fors investeren in collecties. Als we het zo belangrijk vinden, snap ik niet dat we niet deze twee simpele afspraken maken.
Eén afspraak op lokaal niveau
Tot slot; als we dit doen, ligt er ook op lokaal niveau nog wel een plicht. Want leuk als dit geregeld wordt op de bovenlokale niveaus maar betekent dit dat u achterover kunt lenen in uw lokale bibliotheek? Nee, dat denk ik niet. Want doordat CD's, bladmuziek en straks ook DVD's verdwijnen uit bibliotheken, verdwijnt ook de automatische zichtbaarheid van muziek en films. Bibliotheken die in hun catalogus niet het hele provinciale netwerk laten zien of niet de CDR hebben toegevoegd aan hun catalogus, bieden gewoon geen film of muziek meer aan. Met andere woorden: de Beatles en de Stones zijn dan niet meer vindbaar.... Dat is toch raar of niet? Dus zorg voor zichtbaarheid in de catalogus, ga aan de slag met 'MuziekWeb in de bibliotheek' en organiseer een pubquiz en een lezing op dit gebied. Vul die taak opnieuw in binnen die brede rol van de bibliotheek.
Kortom, drie afspraken: provinciaal een buffer, landelijk een depot en lokaal de plicht om het zichtbaar te houden. En ik snap dat er nog veel meer over valt te zeggen. Bijvoorbeeld over zichtbaarheid en aanvraagbaarheid in de Nationale Bibliotheek Catalogus of over tarieven. Maar eerst dit maar eens regelen.
Voordat het niet meer hoeft.
dinsdag 1 december 2015
Van brutaalboete en groetgratis: Hoe Louisa Benning wereldnieuws werd
Deze tweet van Sonja Heijkamp zorgde er afgelopen dagen voor dat de Bibliotheek Zwolle 'viral' ging. De foto werd overgenomen op Facebook en andere social media.
Gisteren besteedde RTV Oost al een item aan dit opmerkelijke bordje dat al anderhalf jaar in de bibliotheek Zwolle hangt. En deze ochtend opende de regionale krant De Stentor met deze voorpagina.
Brutaalboete of Groetgratis
Nu ken ik Louisa nog uit mijn tijd dat ik in Zwolle werkte en ik ken haar als iemand die altijd constructief meedenkt en die zoekt naar wegen hoe je het 'ook' kan doen. Zijn kinderen onbeleefd dan is dat niet een gegeven maar hoe zou je dat op een andere manier kunnen aanpakken zonder dat je tot uitsluiting komt of een negatieve prikkel.
Omdenken dus en zoeken naar de betere oplossing dan alleen rotjongetjes eruit zetten. Hoe kun je van een irritatie toch weer een glimlach maken.
De term brutaalboete is dan wel weer een typische voor bibliotheken en ik vermoed dat het een kop van de krant is.
Misschien is 'Groetgratis' een beter woord in de kop. Louisa krijgt nu al van mij het applaus van de maand! Want ik vermoed dat er nog meer media komen die dit nieuws gaan oppikken.
Gisteren besteedde RTV Oost al een item aan dit opmerkelijke bordje dat al anderhalf jaar in de bibliotheek Zwolle hangt. En deze ochtend opende de regionale krant De Stentor met deze voorpagina.
Brutaalboete of Groetgratis
Nu ken ik Louisa nog uit mijn tijd dat ik in Zwolle werkte en ik ken haar als iemand die altijd constructief meedenkt en die zoekt naar wegen hoe je het 'ook' kan doen. Zijn kinderen onbeleefd dan is dat niet een gegeven maar hoe zou je dat op een andere manier kunnen aanpakken zonder dat je tot uitsluiting komt of een negatieve prikkel.
Omdenken dus en zoeken naar de betere oplossing dan alleen rotjongetjes eruit zetten. Hoe kun je van een irritatie toch weer een glimlach maken.
De term brutaalboete is dan wel weer een typische voor bibliotheken en ik vermoed dat het een kop van de krant is.
Misschien is 'Groetgratis' een beter woord in de kop. Louisa krijgt nu al van mij het applaus van de maand! Want ik vermoed dat er nog meer media komen die dit nieuws gaan oppikken.
Abonneren op:
Posts (Atom)