zondag 18 juli 2021

Wat leest u deze zomer? Acht tips van uw bibliothecaris


De vakantie is voor velen een tijd om - eindelijk - eens te lezen. Maar wat gaat u lezen? Ik geef u acht tips uit mijn eigen boekenkast. Niet allemaal even nieuw maar allemaal boeken waar geen wachtlijst meer op zit bij de bibliotheek.... Mijn smaak: historische en waargebeurde verhalen. Het liefst een geschiedenis die wat onbekender is en  het verdient om aan het licht te komen. Verhalen die vaak beter zijn dan het script van de beste Netflixserie. En aangezien u zelf voorzicht moet zijn met reizen naar het buitenland, bieden onderstaande boeken meer dan u zelf mee kunt maken. 

Veel leesplezier!

Tip 1: Stasiland van Anna Funder

Anna Funder tekende verhalen op van mensen uit de voormalige DDR. Ze sprak zowel dissidenten als oud-medewerkers van de Stasi, de toenmalige geheime dienst. Je wordt meegenomen in de geraffineerde volksterreur en hoe 'gewone' burgers hiermee omgingen. Je mond valt open bij gesprekken met de de oud-Stasi-medewerker die nog heilig gelooft in het reeds lang verdwenen systeem en die gelooft in een wederopstanding van de onderdrukte heilstaat.

Als je dit boekt interessant vond moet je als opvolger 'Veertig herfsten' van Nina Wilner lezen, een geschiedenis van vijf generaties vrouwen uit de DDR. Van het begin van de DDR tot na de val.

Klik hier om Stasiland te lenen

Klik hier om Veertig herfsten te lenen

Tip 2: Batavia van Peter Fitzsimons

In 1629 voer het VOC-schip de Batavia naar Nederlands-Indië. Het kwam nooit meer terug. Het schip verging voor de kust van Australië en alle opvarenden strandden op een rif. Veel van het schip wordt gered waardoor. Er is veel eten maar er zijn ook veel mondden te voeden. De ruwe scheepsbemanning grijpt zijn kans en muit. Kapitein Pelsaert gebruikt de laatste sloep om met een aantal mannen van Australië naar Nederlands-Indië te roeien in een bizarre poging om hulp te halen. De roversbende die bij de Batavia achterblijft, verbrast de lading en terroriseert eenieder die probeert deze roversbende tegen te houden. De geschiedenis kent een zinderend slot en het had weinig gescheeld of deze geschiedenis was nooit bewaard gebleven. 

Als dit boek nou is uitgeleend kun je ook 'De ondergang van de Batavia' van Mike Dash lezen. Mike Dash heeft meer archiefonderzoek gedaan en kleurt meer feiten in van de mensen aan boord. Maar is daardoor soms ook een beetje taaier en zeker dikker. En dat terwijl het boek van Fitzsimons als 454 pagina's telt vol spanning en sensatie.

Klik hier om Batavia te lenen

Tip 3: Joséphine van Kate Williams

Terwijl de mannen hun macht vaak ontlenen aan spierballen en wapens, zo ontlenen de vrouwen uit de geschiedenis hun macht vaak aan zachtheid. Dat is de overtuiging van Kate Williams,  zij schreef een fenomenaal boek over Joséphine de Beauhairnais, de grote liefde en lange tijd de vrouw van Napeleon Bonaparte. Het hoofd van haar eerste man, de markies Beauhairnas, rolde tijdens de Franse revolutie. Via de gevangenis komt ze terug als minnares van bevelhebber Barras. Bij een etentje ontmoet ze Napoleon die ondersteboven van haar is. Hij kaapt de minnares van zijn bevelhebber. 

De boerse Napoleon  heeft opeens een societyster aan zijn zij. Later kantelt dit natuurlijk als Napoleon zelf grootheidswaanzin kan worden verweten. Hij veroverde vrouwen alsof het landen waren, tot groot verdriet van Joséphine. Hoewel ze ontegenzeggelijk van elkaar blijven houden, is het feit dat ze geen kinderen krijgen een probleem in de erfenis. Joséphine wordt om die reden en om geopolitiek gewin aan de kant gezet voor de Oostenrijkse Marie-Louise. 

Wie het verhaal van Joséphine leest, kan bijna niet anders dan een parallel trekken met Lady Diana. Geliefd bij het volk, verstoten door de kroon. Ik was verliefd op Joséphine na het lezen van het boek.

Klik hier om Joséphine te lenen.

Tip 4: De hel van 1812 van Bart Funnekotter

Nu we toch bij Napoleon zijn, dan ook maar door naar de hel van 1812. De veldtocht van Napoleon naar Rusland in 1812 is namelijk de grootste ramp uit de Nederlandse militaire geschiedenis. Wat velen niet weten, is dat het leger van Napoleon 15.000 Nederlandse soldaten meevocht. Napoleon trok in totaal met 680.000 soldaten richting Rusland. Hij keerde met 40.000 soldaten terug. De meeste soldaten overlijden niet in gevechten maar aan de ontberingen. Alle beroemde veldslagen komen voorbij maar telkens vanuit het perspectief van de Hollandse soldaten. Funnekotter deed fantastisch archiefonderzoek en legde alle puzzelstukjes bij elkaar. Het resultaat is een onthutsend relaas waarbij hele groepen soldaten doodvriezen of via sluwe tactieken genadeloos in de pan worden gehakt. Hitler zou een kleine eeuw later exact dezelfde fout maken als Napoleon. En opnieuw trokken de Russen zich terug en deed de ijzige Russische winter de rest. Soms herhaalt de geschiedenis zich op een zeer morbide manier.

Klik hierom De hel van 1812 te lenen.

Tip 5: Lutine van Martin Hendriksma

Minder bloedig en veel dichter bij huis: Lutine, een boek over de jacht naar gezonken goud. De Lutine is een Engels fregat dat in 1799 tussen Terschelling en Vlieland verging. Leuk om te lezen als je toch naar de Waddeneilanden gaat. Het fregat zat stampvol goud en zilver om de Duitse economie te redden. De avond voor vertrek heeft de bemanning in Engeland nog flink gefeest.  In de storm de nacht daarna vergaat het schip en zinkt de schat naar de bodem. Nadat het schip vergaan is, ontstaat een steekspel om de lading. Schippers uit Urk hangen tijdenlang boven het wrak en roven een deel van het goud.  De drost, zeg maar de burgemeester, van het eiland is bezeten van de schat en wint een rechtszaak waardoor hij als enige naar de schat mag zoeken. Wie het boek uit heeft, weet dat het raadsel van de Lutine nog altijd niet helemaal is opgelost en wil zelf acuut naar de bodem duiken. Er moeten nog goudstaven liggen.

Klik hier om Lutine te lenen.

Tip 6: De barones en de dominee van Wim Coster

Wim Coster schreef een prachtig boek over barones Jeanette van Dedem, dat zich afspeelt in het Zwolle van de 19e eeuw. De Van Dedems zijn dan wel van adel maar in hele goede doen zijn ze zijn. Jeanette trouwt dan ook met een koopman en niet met adel. De goed overlijdt en ze laat Jeanette als weduwe met een klein kind achter. Het is de dominee Johannes Gerrit van Rijn die zich dan over deze weduw ontfermt. Hij bezoekt haar wel erg vaak, en ook op bijzondere tijden. U snapt het al, de dominee en de barones hebben een affaire. Een dominee met vrouw en vier kinderen in het Zwolle van de 19e eeuw die er een relatie nahoudt met een andere vrouw, is natuurlijk voer voor roddel, achterklap en veroordeling.  De dominee en de barones gaan er vandoor,  de schepen achter hen worden verbrand en het hart en de liefde wordt gevolgd. Wim Coster geeft een prachtig kijkje in deze geschiedenis en en passant ontdekt hij in de 20e eeuw een niet vermoede nazaat. Downtown Abbey in Nederland.

Klik hier om De barones en de dominee te lenen.

Tip 7 Erebus van Michael Palin

Michael Palin kennen de meeste  van mijn generatie nog van Monty Python. Dat doet hij allang niet meer. De inmiddels bijna 80-jarige Palin schrijft nog wel boeken en maakt zo nu en dan een documentaire. De Erebus is een boek over het schip de Erebus dat in het midden van de 19e eeuw op ontdekkingstocht ging naar de zuidpool en de noordpool. Die waren nog lang niet volledig in kaart gebracht. Het boek laat je meereizen op die ontdekkingstochten en je ontdekt dat die tochten veel voorzichtiger en minder roekeloos gaan dan je dacht. Op ontdekkingsreis gaan betekent vooral dat je zelf in leven moet blijven, anders kun je het nooit navertellen. Je wordt meegenomen in de maandenlange kou rond de zuidpool. Een expeditie met maar een gedeeltelijk succes. Dan volgt een expeditie naar de noordpool met een andere expeditieleider. Een leider die eens zal laten zien wat ontdekken is. Dat heeft fatale gevolgen. Het schip komt vast te zitten en de bemanning moet zien te ontsnappen rond de poolcirkel. Hoe dat afloopt verklap ik niet. 

Klik hier om Erebus te lenen.

Tip 8 De rechtvaardigen van Jan Brokken

Tja, behoeft Jan Brokken nog toelichting? Hij heeft ondertussen een zeer indrukwekkend oeuvre opgebouwd van geschiedenisverhalen. Ik pik er deze uit maar het had ook een andere kunnen zijn. De rechtvaardigen van Jan Brokken verhaalt over Jan Zwartendijk, de Nederlandse consul van Litouwen. Consul is overigens meer een erebaantje dan een echte baan. Zwartendijk werkt bij de Litouwse afdeling van Philips. Als de oorlog uitbreekt vluchten veel Joden naar Litouwen. De consul weet een manier te vinden waarop hij Joden kan laten vluchten. Met een visum naar Curaçao via Japan. Samen met de Japans consul zet hij een heel stempelbedrijf van visa op waarmee duizenden Joden zo weg kunnen komen. Het is het omgekeerde van de toeslagenaffaire: de consul rekt zijn bevoegdheid maximaal op om te doen wat juist is. Dag en nacht stempelt hij door want de klok tikt. Maar hij moet zelf ook weg. Hoe lang kan hij blijven stempelen en kan hij zichzelf dan nog redden?  Lees zelf hoe het afloopt met Zwartendijk.

Klik hier om De rechtvaardigen te lenen.

donderdag 15 juli 2021

René Siteur: Over het S-woord en de lange termijn laten regeren


Vandaag neemt René Siteur officieel afscheid als directeur van de bibliotheek Hof van Twente en Hengelo. In kleine kring door de maatregelen. Een jaar eerder nam hij al afscheid van de bibliotheek Oldenzaal waar hij ook directeur van was. Sinds 1985 was hij werkzaam in het Overijssels bibliotheekwerk. Ruim 35 jaar en nu met pensioen. Zelf maakte ik hem  van die periode bijna 25 jaar mee. Niet altijd van even dichtbij maar ook nooit ver weg. Op internet gelden geen corona-beperkingen, dus hier kunnen we René met zijn allen het beste wensen. 

Op bovenstaande foto, uit 2018, zie je hem zitten (rechts). Samen met Ans Dijkhuijs (Losser) en Gerard Kocx (Enschede). Alle drie opgeleid als bibliothecaris. Alle drie directeur. En alle drie inmiddels met pensioen. We nemen langzaam afscheid van de generatie directeuren die nog echt bibliothecaris is geweest. 

Directie-overleg met 45 hoofdbibliothecarissen

René Siteur begon zijn loopbaan bij de provinciale bibliotheekcentrale van Oost-Overijssel in 1985. Ja, u leest het goed, Overijssel had toen nog meerdere provinciale bibliotheekcentrales (PBC): west en oost. René volgde de bibliotheekopleiding en werkte ondertussen ook al bij de PBC. Vanaf eind jaren '80 komt hij te werken in Goor. Eerst nog onder Jan Steffens (thans bij Flevomeerbibliotheek) en later werd hij zelf de hoofbibliothecaris. De twee PBC's waren ondertussen gefuseerd. Dat is ongeveer het moment vanaf waar ik er ook bij kwam kijken. Het was de tijd van een provinciaal directie-overleg met 45! hoofdbibliothecarissen. Overigens dat was dan weer zonder de steden want die wilden niet met al die 'kleintjes' overleggen. Daar was weer een apart overleg voor waarbij de directeur van de PBC de kleinere bibliotheken vertegenwoordigde. En geloof het of niet: de kleine en de grote bibliotheken maakten het elkaar niet makkelijk. 

Pas na het midden van de jaren '90 neemt die onderlinge rivaliteit af en begon het echte samenwerken. Ondertussen vond er ook een gemeentelijke herindeling plaats en aan het begin van het nieuwe millennium worden de gemeenten Goor, Markelo, Diepenheim, Ambt Delden en Stad Delden samengevoegd tot de gemeente Hof van Twente. René wordt directeur van deze bibliotheek. 

Eerst de pers bellen en dan de loodgieter

Ik weet nog dat hij in die tijd knokte voor een nieuwe bibliotheek in Goor. Die is er uiteindelijk ook gekomen maar er moest veel water door de Regge. De oude bibliotheek was aftands en niet meer van deze tijd en ook het onderhoud liet veel te wensen over. Na een zware regenbui stond de kelder van de bibliotheek onder water. Elke normale bibliotheekdirecteur belt dan gelijk de loodgieter om de kelder leeg te pompen. Maar niet René, hij belde eerst de krant. Dan konden ze nog mooi even een foto maken van hoe beroerd het er aan toe was. Pas nadat de foto gemaakt was, belde hij de loodgieter. 

Fietroutes naar Delden

Later vochten we samen nog tegen de bezuinigingen in Hof van Twente. Als die allemaal geëffectueerd zouden moeten worden, zou er  van de vier vestigingen alleen nog een bibliotheek in Delden kunnen overblijven hadden we berekend. Delden was volstrekt onlogisch want het lag in een hoek van de gemeente Hof van Twente. Maar ja, daar was een 40-jarig huurcontract afgesloten bij de nieuwbouw van die bibliotheek. Dus die kon je niet sluiten. Als communicatie rond die bezuiniging werden door de bibliotheek flyers gedrukt met landkaartjes met fietsroutes voor kinderen hoe ze - soms 18 kilometer - naar Delden moesten fietsen als dit werkelijkheid werd. De bezuiniging ging niet van tafel maar werden wel verzacht en René slaagde erin om toch alle vestigingen overeind te houden. 

Eén van de trucs die hij daarvoor uithaalde was door zijn eigen personeelskosten te halveren. Hij werd namelijk toen ook directeur in Hengelo, gedeeld management dus. Ik sloot in Hengelo toen net mijn functie als interim-directeur af. Die stap heeft er dus eigenlijk voor gezorgd dat de kleine vestigingen bij de bibliotheek Hof van Twente open konden blijven. Voor die stap heb ik veel bewondering gehad, hij sprong met die samenwerking over zijn eigen schaduw heen want ik denk dat hij dat wel een spannende sprong heeft gevonden. 

En samenwerking is iets wat ons allebei verbonden heeft. Want ook op provinciaal vlak was René een stabiele en verbindende factor. René is geen schreeuwer, weet goed te luistern, relativeert en kan met enigszins onderkoelde humor de scherpe randjes verzachten. Hij zette zich voor het Overijsselse bibliotheeksysteem en de digitale commissie, was lid van het dagelijks bestuur en... last but not least lid van de reiscommissie die zorgde voor de studiereizen. Zoals de foto hierboven bewijst, want dit was een onder andere door hem georganiseerde studiereis naar bibliotheken in Engeland.

Ondertussen vernieuwde hij na de vestigingen in Goor en Delden ook de vestigingen in Markelo en Diepenheim. Na zijn aantreden in Hengelo werd filiaal Hasseler Es vernieuwd en later ook de centrale vestiging in Hengelo. Ondertussen was hij ook directeur geworden van de bibliotheek in Oldenzaal. Ook die zou vernieuwd worden. Die laatste opdracht liet hij aan zich voorbij gaan en hij trad daar al een jaar eerder terug. Het kenmerkt hem zoals ik hem ken: hij weet donders goed wat hij zelf moet doen en hij weet wanneer hij hulp moet vragen of het een ander moet laten doen. Die opdracht kon een ander beter uitvoeren en Anke Bruggeman nam deze klus aan en bracht het tot een mooie  vernieuwing in Oldenzaal. 

Stevig netwerk van bibliotheekvestigingen

Hoewel René zich veel inzette voor het digitale bibliotheekwerk, zie je in zijn prestaties dat hij juist oog heeft gehad voor het behoud van de spreiding en de kwaliteit van de bibliotheekvestingen. Onder zijn leiding hebben al die vestigingen een sprong gemaakt van uitleenbibliotheek naar maatschappelijk-educatieve bibliotheek. 

René was geen schreeuwer, geen poeha en geen megalomane plannen. Maar ook geen ruzies, positiespel en confrontaties. Wie zo werkt houdt energie over om in stilte en stap voor stap toch hele grote prestaties leveren. Want wie door de tijd kijkt, ziet welke enorme afstand is afgelegd. 

Lang op dezelfde plek directeur zijn, is tegenwoordig misschien minder in de mode. Maar wie naar René kijkt ziet ook dat zo iemand niet de korte maar de lange termijn kan laten regeren.  Frederique Westera mag René opvolgen bij alle drie de stichtingen. Frederique succes! 

En voor René: bedankt. Het was een eer om met elkaar invulling te geven aan wat we allebei het S-woord noemden: samenwerking!

zondag 11 juli 2021

Wees lief!


Kent u dit beeld nog? Het is een beer achter een raam. In de eerste lockdown plaatsten mensen beren achter ramen om kinderen te vermaken en ze zoveel mogelijk beren te laten vinden. Je kon immers niet veel anders dan ommetjes maken. Ik vond het een lief beeld en het gaf aan hoe we ons samen door die crisis sloegen. De wereld kwam tot stilstand. Het aantal inbraken en andere criminaliteit nam spectaculair af. We zetten ons in voor mensen die boodschappen nodig hadden en in quarantaine zaten en we klapten voor de zorg.  Na het thuisonderwijs hadden we een mateloos respect voor het onderwijs en vonden we dat ze meer salaris verdienden. Nederland was een lief land geworden. Er mocht alleen niet meer geknuffeld worden.  Inmiddels zijn we bijna anderhalf jaar verder. Er is ondertussen veel veranderd.

Het vaccin kwam en daarmee de hoop dat op korte termijn alles weer gewoon zou zijn. Dat blijkt nu weer tegen te vallen met nieuwe varianten.  Het geduld wordt eindeloos op de proef gesteld. Burgers eisen zo ongeveer hun vakantie naar het buitenland, jongeren willen weer uit, ondernemers willen weer maximaal ondernemen en de zorg wil gewoon de achterstallige operaties inhalen.

Nu het eind van de crisis gloort, staat iedereen te dringen om als eerste bij de uitgang te zijn. Het ‘wij’ uit de crisis is weer definitief het ‘ik’ geworden. Waar we aan het begin van de crisis nog bereid waren ons eigen belang even opzij te schuiven, lijkt nu het recht van de sterkste weer te gelden. Of het recht van de grootste schreeuwer. Cynisch gezegd: Je elleboog is er niet meer om in te niezen maar om de ander opzij te duwen.

Dit soort borden zag u aan het begin van de crisis door heel Nederland. Ik vond het prachtig. Een overheid die communiceert dat u  ‘lief’ moet zijn.  Die zachte woorden van de overheid zijn allang weer weg maar van mij hadden ze mogen blijven. Met borden als: ‘Wees lief en betaal belasting’ en ‘Wees lief en houd je een beetje aan de snelheid’.  Maar sinds deze borden geplaatst werden is het kabinet gevallen over de Toeslagenaffaire en lieten bijna alle leiders na, hun eigen positie daaraan te verbinden. Er werd gelogen over een ‘functie elders’ en partijvriendjes bleken miljoenen verdiend te hebben aan mondkapjes. En ondertussen bleek de zorgbonus niet meer dan een zorgfooi. Laat ik het netjes zeggen door te stellen dat de voorbeeldfunctie van onze leiders op de meest minimale manier is ingevuld. Dit ondanks al het respect dat ik heb voor al het werk dat verzet is.

Morgen krijg ik mijn tweede prik. En ik weet niet of het mijn laatste is.  Maar ik merk dat ik wat verdrietig ben dat iedereen alweer zo voor zijn eigen belang op komt. Het lieve Nederland is weer verdwenen en het ellebogenwerk is weer begonnen. Nu het einde van de crisis lonkt, lijkt iedereen vooral geïnteresseerd in een zo goed mogelijke startpositie voor zichzelf ná de crisis. 

Noem het naïef, maar ik zet vandaag een beer voor mijn raam. En ik geef u allen een virtuele knuffel. En als de overheid het niet meer zegt, zeg ik het maar: Wees lief!

zondag 4 juli 2021

Het bloedbad bij de bezoekersaantallen en waar kengetallen nu falen : Bibliotheken in crisistijd : deel 24


In de afgelopen maand publiceerden veel bibliotheken hun jaarverslag. Ik heb er een flink aantal bekeken om eens te zien, hoe bibliotheken de coronacrisis verwerken en wat de resultaten zijn. Al eerder berekende ik wat de 'coronaschade' zou zijn op onze uitleningen. Ik becijferde dat toen dat dat we bijna een derde van onze uitleningen kwijt zouden zijn. Dus dit keer pakte ik een handvol jaarverslagen van bibliotheken door het hele land. Ik zetten 2019 op 100 en bekeek wat er in 2020 nog over was van de resultaten.  En wie kijkt naar de aantallen, ziet een bloedbad. 

De keus van bibliotheken is enigszins willekeurig. Ik heb geprobeerd wat kleinere en en grotere bibliotheken proberen te selecteren en dan ook nog een beetje verdeeld door het land. En o ja, dan liefst ook nog jaarverslagen waar de cijfers in zaten en waar ze vergeleken werden met vorig jaar. Beide zijn lang niet altijd het geval. Samen vormen deze bibliotheken ongeveer 10% van de totale resultaten van bibliotheken en daarmee denk ik dat het redelijk representatief gaat zijn.

Bezoekers: -44%, 28 miljoen niet afgelegde bezoeken aan de bibliotheek
Het zijn echter niet de al eerder door mij genoemde uitleenaantallen die het hardst hebben geleden onder de coronacrisis. Dat zijn de bezoekersaantallen. Als je 2019 als 100% neemt dan komen de bibliotheken die ik gezamenlijk heb bekeken uit op ongeveer 56% van het aantal bezoekers in 2020. Bijna de helft eraf.  Landelijk hadden we in 2019 ongeveer 63 miljoen bezoekers bij de bibliotheken. Als dit aantal ongeveer klopt dan zijn 28 miljoen bezoekers kwijt geraakt.

Dat we zoveel minder bezoeker hebben, heeft niet alleen te maken met minder uitleningen maar ook met het uitvallen van heel veel activiteiten. In één van de jaarverslagen las ik dat 90% van de fysieke activiteiten waren uitgevallen. En laten we wel wezen: na maart 2020 hebben we eigenlijk nog niet één groot evenement kunnen organiseren. 

Dat zie je overigens ook wel terug in de variatie in de bezoekersaantallen. De bibliotheek Oost-Achterhoek behield nog 65% van hun bezoekersaantallen in 2020, terwijl de bibliotheken in Eemland en Zuid-Kennemerland en Enschede tussen de 49% en 58% aan bezoekers overhielden. Het lijkt erop dat bibliotheken met grote vestigingen harder zijn teruggevallen. En dat is logisch: daar zitten meer studerenden en is een grotere verblijfsfunctie. En als je meer mensen in een pand hebt, moest je vaak ook meer maatregelen nemen en kon je pas langzamer terug naar grotere aantallen.

Iedereen snapt deze cijfers maar als je ze ziet, schrik je toch opnieuw.  

Uitleningen: -30%, 20 miljoen boeken minder gelezen


Bij de uitleningen lijkt de schade beperkter. Maar nog ligt er een gat van bijna 30%. Dat klopt dus wel redelijk met mijn eerdere berekeningen. De index zakt van 100 in 2019 naar 71,1 in 2020. Als dit landelijk ongeveer klopt, zijn we van de 70 miljoen uitleningen er zo'n  20 miljoen kwijt geraakt. 

Hier zien we overigens een grotere variatie in de uitkomsten dan die we zagen bij de bezoekers. Bibliotheek De Kempen daalt 'maar' naar 83,5%, terwijl Enschede niet verder komt dan 58,8%. Een deel van de verklaring zal zitten in hoe snel en op welke wijze bibliotheken zijn gestart met een afhaalbieb of hoe snel een bibliotheek weer kon opstarten na de lockdown. 

Leden:  diffuus beeld


Als je een greep doet in jaarverslagen, kan het zijn dat je er net een paar treft met bijzonderheden. De afgelopen jaren waren ledentallen stabiel tot licht dalend. De stijging bij de Bibliotheek op school compenseerde vaak een lichte daling in betalende abonnementen. Waar Enschede daalde bij uitleningen en bezoekers, stegen ze juist bij de leden. Ik denk dat dat een effect is van de Bibliotheek op school waar men in Enschede nu hard mee aan het werk is. Ook De Kempen wist te stijgen en als ik het snel lees, komt dat vooral door de afschaffing van de jeugdcontributie die nog voor enkele leeftijden gold.

Ik heb zelf een beetje het gevoel dat die 98,7 misschien nog aan de hoge kant is en dat het landelijk misschien nog wat lager ligt. Maar je praat dan over procentpunten. Dus meer richting 96 of 95  En wie dat vergelijkt met de cijfers op uitleningen en bezoekers, kan niet anders constateren dat onze leden ons erg trouw zijn gebleven in deze crisis. Dat biedt overigens ook wel enige hoop voor 2021, want in 2021 zijn we langer dicht geweest dan in 2020. 

Toch zit daar één kanttekening bij. Als de jeugd inderdaad stijgt betekent dit dat de volwassen en dus betalende leden extra hard dalen. Dat gaat op lange termijn natuurlijk wringen. Zeker als betalende leden lange tijd niet meer voor een regulier bezoek naar de bibliotheek kunnen.

Waar kengetallen falen en waar verhalen moeten spreken
Een eerste beeld van rampjaar 2020. De cijfers zijn een bloedbad. De miljoenen vliegen je om de oren. Maar wat zegt het? In deze tijd eigenlijk niet zo heel veel. Je kunt een kleine conclusie trekken dat kleine bibliotheekvestigingen het iets makkelijker hadden dan grote. Maar dat is het eigenlijk ook wel.  

Want wat zegt het verder dat een bibliotheek wellicht iets minder heeft uitgeleend dan een andere bibliotheek in deze tijd? Was je wat later met een afhaalbieb? Dan had je daar vast goede redenen voor. Wie vroeger was ook trouwens. Dus ja. Het enige wat we eigenlijk kunnen constateren is dat we naar een gigantisch en gapend gat in onze resultaten kijken. 

Elk jaar maak ik het lijst voor de Best Presterende Bibliotheek maar als je deze lijstjes ziet, zie je dat dat dit over 2020 en 2021 geen enkele zin heeft. ZinIn in Hellendoorn, die vorig jaar dit predicaat kreeg, kan dus nog twee jaar volhouden dat zij de laatste waren die deze prijs kregen.

Elk van die jaarverslagen vertelt ook verhalen over wat er wél kon en waar door de crisis extra creativiteit werd aangeboord. Als getallen falen, moeten verhalen maar spreken. Verhalen over hoe blij mensen waren dat ze door konden blijven lezen omdat medewerkers op de fiets stapten om de boeken te brengen. Verhalen over spreekuren die met schermen of via online bezoeken toch konden plaats vinden. 

En ja, natuurlijk kunnen wij ook onze zegeningen tellen. Want de echte ellende zat natuurlijk in de ziekenhuizen, waar mensen vochten voor hun leven. Daarbij vallen de cijfers van bibliotheken in het niet. Als bibliotheekcollega's zijn we in de regel toch genadig door deze crisis gekomen. Op menige plek waren we in beeld rond digitale inclusie of achterstanden.  Bibliotheekmedewerkers kregen keurig hun salaris en werkgevers waren zeer zorgvuldig omtrent de regels. Onze kleine bonus is alles wat we geleerd hebben en de nieuwe wegen die we hebben bewandeld. 

Achterom kijken heeft geen zin
Allemaal leuk en aardig. Maar al dat achterom kijken heeft geen zin. Het gaat erom wat we hierna gaan doen. Want ik ben bang dat die miljoenen bezoekers en miljoenen uitleningen zeker niet zomaar terug komen. En nu gaat het me niet om die aantallen maar wel om wat er achter zit: mensen die komen studeren, mensen die iets leren, mensen die iets lenen. Allemaal mensen die zich meer of minder bewust persoonlijk ontwikkelen.  

Het gapende gat in de resultaten is is een reflectie van het gedrag van burgers. En dat gedrag vertoont al lange tijd een andere weg dan een gang naar de bibliotheek. Mijn gevoel zegt dat we dat niet zomaar terug hebben. Er is nu begrip voor deze situatie maar ik zie een stevige opgave om opnieuw in het gedragspatroon van onze inwoners te komen. Het convenant en de netwerkagenda kunnen ons daar wel goed bij helpen. Niet de aantallen maar de maatschappelijke opgaven centraal en daar samen met overheid, partners en inwoners samen aan bouwen. 

We gaan ons een route uit deze crisis bouwen! Hup, aan het werk!