zondag 1 oktober 2023

Een zevenpuntenplan voor bibliotheken, AI en ChatGPT


Deze week wil ik een lans breken voor een zevenpuntenplan voor AI en ChatGPT en bibliotheken. We zitten, naar mijn mening, als sector niet kort genoeg op deze ontwikkeling. Uitzonderingen daargelaten natuurlijk. De AI-parade is een leuke start maar is slechts een begin. Ik weet dat AI gevoelig ligt maar dat is geen reden om er niet beter naar te kijken. 

Ik stam nog uit een generatie die het internet heeft zien ontstaan. Voor mij is er een tijd vóór en na internet. Ik heb nog geleefd zonder zoekmachines. Ik kwam in aanraking met vroege versies van het internet begin jaren '90 van de vorige eeuw. Met de zoekmachine Veronica op het Gopher-protocol. Pas jaren later kwam Google. Maar ik kan me nog herinneren dat ik zo voor het eerst zocht door de hele wereld en informatie vond van de hele wereld. Er lag plotseling een wereld aan mijn voeten. Een wereld die sindsdien alleen maar makkelijker toegankelijk is geworden. 

De opkomst van internet werd door bibliotheken op twee verschillende manieren bekeken. De eerste was een positieve: we konden plotseling veel meer antwoorden geven op vragen en informatie was steeds eenvoudiger te vinden. Maar er was ook een keerzijde: wethouders die plotseling gingen zeggen dat de bibliotheek niet meer nodig was want alles was wel op internet te vinden. Wie de kranten de afgelopen weken heeft gelezen, heeft gezien dat die angst volstrekt onterecht was. De bibliotheek is, juist door al die digitale ontwikkelingen, relevanter dan ooit.

Van internet naar AI

En nu zo'n 30 jaar later staan we opnieuw voor een grote stap. We gaan van internet naar 'Artificial intelligence'. En het gaat net zo'n stap betekenen als de invoering van internet. Het Veronica van toen heet nu ChatGTP van OpenAI. Ik schreef er hier en hier al eens over. Zo had ik ChatGPT al eens een beleidsplan laten schrijven en had ik samen met een vriend een vriendenadvies gekregen van ChatGPT.  In beide gevallen stond ik versteld van de kwaliteit. 

De afgelopen week zat ik met een collega om tafel voor een traject rond een samenvoeging van een aantal bibliotheekorganisaties. Mijn collega vroeg ChatGPT om een intentieverklaring op te stellen voor deze organisaties waarin ze uitspreken over te gaan tot een samenvoeging. Wat denkt u? Inderdaad, daar kwam een adequate intentieverklaring uit die in de basis heel goed te gebruiken was. Het documenten moest op sommige punten wat lokaal gekleurd worden maar de basis was gewoon goed. Ook in het onderwijs kantelt de gedachte dat AI een gevaar is. Steeds vaker wordt gekeken hoe je het zinvol kunt inzetten in het leerproces.

Kortom de tijd is rijp voor deze vraag: hoe gaan bibliotheken AI en ChatGPT inzetten om burgers verder te helpen? De ontwikkelingen gaan snel en als het vandaag al van deze kwaliteit is, waar staat dit dan over enkele jaren? En als dat zo is, wat moeten we dan vandaag gaan voorbereiden?

Ik dacht er een paar uurtjes over na en maakt een zevenpuntenplan voor bibliotheken en AI en ChatGPT. Dat deed ik deels met ChatGPT zelf. Een schot voor de boeg. Maar ik sta open voor elke aanvulling, verbetering en zienswijze. Zie het dus zeker niet als een blauwdruk.

Hup, naar die zeven punten!

Punt 1. Landelijk projectteam AI

We kennen bij bibliotheken het programma Digitaal Burgerschap  Een mooi programma waar AI zeker aandacht krijgt. Dit programma heeft potentie om uit te groeien tot een landelijk projectteam AI. Na de ontwikkeling van landelijke programma's als Bibliotheek op School of Informatiepunten Digitale Overheid, denk ik dat het interessant is om ook voor AI voor te sorteren op zo'n landelijk team. Vanuit het programma Digitaal Burgerschap is het nu al mogelijk om kleine experimenten uit te voeren op het gebied van AI. Maar het zal niet bij kleine experimenten blijven. Ik denk dat AI onze ICT-infrastructuur op termijn gaat veranderen. Het raakt dan de inkoop van digitale content, de opzet van bibliotheeksystemen en de inzet van mensen. Wie zo kijkt, ziet dat het dan al om veel meer gaat dan een aantal experimenten, die overigens natuurlijk ook hard nodig zijn. Tegelijkertijd staan bibliotheken niet alleen. Ze maken onderdeel uit van die snel ontwikkelende maatschappij. Een nog actievere deelname aan de Nederlandse AI Coalitie ligt dan ook voor de hand om ook met andere sectoren sneller en beter uit te wisselen.

Veel begint natuurlijk met dit soort teams. En die moeten natuurlijk hun eigen agenda maken. Maar hieronder heb ik, naar eer en geweten maar eens een eerste aanzet gemaakt voor zo'n agenda.

Punt 2. Vergroot de experimenteerkracht

Het programma Digitaal Burgerschap is eigenlijk het enige programma waar AI aandacht krijgt in onze sector en waar ook middelen beschikbaar zijn voor experimenten. Die experimenten komen echter maar mondjesmaat. Veel aanvragen blijven steken bij makersplaatsen en conventionele digitale trainingen. Dat is begrijpelijk en ook goed maar levert nog onvoldoende snelheid op rond de nieuwste ontwikkelingen. Van onderop komen dus nog maar beperkt ideeën. Misschien moet je die ideeën dus meer vanaf de zijkant van of buiten de sector halen. Wat zeggen specialisten als ze onze sector zien en waar zouden zij op inzetten? En waar zou je kunnen starten met experimenten?

Punt 3. Breed scholingsprogramma

Tja, de volgende stap  is denk ik toch bewustwording en training. Niet iedereen gaat zelf een avondje oefenen met OpenAI en de tools ChatGPT en Dall-E. Maar er zijn er nog veel meer. Bij de introductie van internet, ging iedereen op cursus. Bij de introductie van sociale media hadden we de cursus 23Dingen van Rob Coers. En nu is het dus tijd voor weer een breed scholingsprogramma. 

Overigens niet alleen de tools maar ook de keerzijden van AI moeten aan bod komen. Het is niet voor niks dat grote techbedrijven zelf om regels vragen omdat ze het gevoel hebben een technologie te hebben die men nog niet volledig onder controle heeft. 

Punt 4. AI als hulp van de bibliothecaris

Toen ik als bibliothecaris werkte, had ik altijd avonddienst op de dinsdag. Dan was er een bezetting met twee bibliothecarissen. Dat was niet de drukste avond. Als mijn collega uitviel vroeg het hoofd of ik het ook alleen af kon. Dat kon. Als het druk werd en er ontstond een rij met vragen dan belde ik wel eens de Bibliofoon. De Bibliofoon was een telefonische hulpdienst van een aantal POI's die ook 's avonds bereikbaar was. Zo liet ik de Bibliofoon de ene klant helpen, terwijl ik zelf een tweede klant hielp. 

Zo kun je ChatGPT natuurlijk ook inzetten: als extra bibliothecaris. Probeer het zelf maar eens. Bij tal van vragen kan ChatGPT prima helpen: geef vijf Nederlandse organisaties die zich inzetten tegen dierenleed. Of een praktische vraag van mijn dochter: geef een recept voor het ontwikkelen van fotopapier.  

En ik hoor u denken: kan ik ChatGPT dit toevertrouwen? Tja, om eerlijk te zijn, als bibliothecaris wist ik ook niet alles. Sterker, ik had gebieden waar ik veel van wist en waar ik weinig van wist. 

Punt 5. Geef cursussen ChatGPT en annex

We geven cursussen internet, we geven cursussen Klik & Tik en Digisterker en zo nog een handje meer. Waarom ook geen cursussen rond AI-programma's? Op internet worden ondertussen als cursussen ChatGTP aangeboden die vergoed worden met het STAP-budget. Als AI net zo gewoon gaat worden als de zoekmachine of social media dan gaat de samenleving langzaam verwachten dat iedereen het kan gebruiken. Op een bepaald moment gaat het gebruiken van AI dus tot de basisvaardigheden behoren.


Punt 6. AI als boekenadviseur

ChatGPT stelde zelf voor om AI in te zetten als boekenadviseur. Ik had er zo mijn bedenkingen bij. Maar ik dacht ook: laat ik het proberen en vroeg ChatGPT om een leesadvies. Ik vind Rumeiland van Vestdijk een mooi boek en wat zou ik dan nog meer kunnen lezen? Ook daar kwam een adequaat antwoord uit. De beste boeken van Vestdijk werden aangeraden. Er werd gekeken naar klassiekers uit de Nederlandse literatuur en hij noemde een paar goede titels. Er werd gekeken naar andere boeken over magisch realisme en er werd geadviseerd om te kijken naar andere boeken die meeslepend schreven over andere landen. Anders dan leesadvies dat we tot nu toe kennen - wie dit las, las ook - viel mij op hoe meervoudig ChatGPT eigenlijk keek. Hij ontleedde de roman in facetten en vanuit die facetten gaf hij weer opnieuw advies. Dat is een breder advies dan alleen op basis van uitleencijfers. En om eerlijk te zijn: als bibliothecaris had ik het niet beter gedaan. En dan was Vestdijk nog een schrijver die ik goed kende.

Punt 7. Bouw AI in, in de infrastructuur

We helpen mensen met het leren van een taal, we helpen mensen met het invullen van formulieren en we helpen mensen bij het vinden van informatie. Het zijn allemaal processen waar AI nu of op termijn echt heel goed moet kunnen helpen. Ja, dat is een spannende stap want je hebt het gevoel dat je iets overdraagt aan een machine. Maar op veel plekken in onze samenleving vinden we dat al heel gewoon. We moeten met elkaar kijken of AI bijvoorbeeld iets kan betekenen in het terugdringen van laaggeletterdheid, het leren van tal van vaardigheden of het met meer plezier lezen van boeken. Bij elke opgave waar je eigenlijk heel veel mensen nodig hebt, is het eigenlijk interessant om na te denken of AI niet iets kan betekenen. Ik ben dus niet zo bang dat AI leidt tot ontslagen medewerkers maar wel opnieuw een verandering van het werk. Een ontwikkeling die we al eeuwenlang zien vanaf de industriële revolutie. 

ChatGPT zelf stelt het in een antwoord aan mij als volgt: 

'Door ChatGPT op deze manieren te gebruiken, kunnen openbare bibliotheken hun bereik vergroten, gebruikersondersteuning verbeteren en een waardevolle aanvulling bieden op hun traditionele diensten. Het stelt bibliotheken ook in staat om 24/7 toegankelijk te zijn voor gebruikers en hun diensten te moderniseren in overeenstemming met de digitale behoeften van de gemeenschap.'

Een kanttekening en waarom bibliotheken niet verdwijnen

Ondanks al dit optimisme is een kanttekening zeker op zijn plaats. Sommigen vergelijken AI met de ontwikkeling van kernenergie. Er zijn ongekende mogelijkheden maar ook zeker nog donkere plekken in de technologie: doordravende algoritmes die bubbels creëren die niet bepaald divers of inclusief zijn en technologie die zo dicht op de privacy komt, dat de vraag is hoe je daar nog grip op houdt. Maar ook overheden die nog meer digitale controle kunnen uitoefenen waardoor nog minder sprake is van wederzijds vertrouwen. 

Punt 8 moet misschien dan ook wel zijn dat we een veel bredere dialoog starten over gebruik van AI. Maar de Nederlandse AI Coalitie heeft dat ook als doel. Laten we elkaar de hand reiken en samen optrekken.

Ik denk dat deze nieuwe generatie technologie bibliotheken kan helpen bij het vinden van nieuwe oplossingen voor schier onoplosbare maatschappelijke problemen. In de schaarse arbeidsmarkt zijn we op zoek naar oplossingen waar we toch iedereen kunnen helpen met de beperkte formatie die we hebben. Zelfs als we die formatie fors uit zouden kunnen breiden, is het de vraag of we die maatschappelijke problemen kunnen oplossen. Technologie zou dus wel eens een handig hulpmiddel kunnen zijn.  

Er gaat straks vast weer iemand die gaat zeggen dat AI het einde van bibliotheken gaat betekenen. Wie de geschiedenis goed heeft bekeken rond digitale ontwikkelingen, weet dat dat niet zo is. Met elke digitale ontwikkeling werd de bibliotheek steeds relevanter.

De bibliotheek is namelijk een plek om je als mens op een menselijke manier te ontwikkelen in een steeds verder digitaliserende samenleving. Geloof me, die worden in de toekomst nog belangrijker. Dus wacht niet af, aan de slag met elkaar! 

De hier getoonde illustraties zijn gecreëerd met kunstmatige intelligentie van Dall-e met op basis van verschillende aan het onderwerp gelieerde trefwoorden. 

zondag 24 september 2023

Een troonrede, een jubileumrede en een grafrede

Dit was een bizarre week. Een week waarin ik getuige was van een troonrede, een jubelrede en een grafrede. En telkens bleek één onderwerp terug te komen: bereikbaarheid van bibliotheken en toegang tot  kennis en informatie. En telkens op eigen wijze. Lees mee naar wat er deze week op mijn weg kwam.

Troonrede

Het was dinsdag, begin van de middag. Ik was druk met de laatste voorbereidingen van het Rijnbrinkjubileum dat de volgende dag zal plaatsvinden. Ik ontvang rond half twee een appje van mijn broer in het buitenland: 'je baan is de komende jaren weer veilig, hoor ik'.  Ik vraag terug wat hij bedoelt, ah, de Troonrede. Snel schakel ik over naar de Koning en spoel iets terug. En verrek.... 

De Koning zegt:  

'Als verschillen van opvatting verharden tot onoverbrugbare tegenstellingen, tast dat onvermijdelijk het vertrouwen in onze democratische instituties aan, en daarmee het maatschappelijk weefsel dat ons als samenleving bij elkaar houdt.'

En twee zinnen verder:

'Cultuur confronteert, inspireert en overbrugt tegenstellingen. Van festivalterrein tot concertgebouw, en van museum tot muziekschool. Daarom blijft het kabinet bevorderen dat mensen kunnen genieten van cultuur, bijvoorbeeld met de Cultuurkaart voor jongeren. Ook wil het kabinet de openbare bibliotheek op zoveel mogelijk plaatsen terugbrengen, als plek waar mensen kunnen lezen, leren en elkaar ontmoeten.'

Onze topambtenaar bij OCW met het grote bibliotheekhart, Aad van Tongeren, twittert over deze tekst: 'Vanaf vandaag hebben we er een canonieke tekst over het belang van cultuur en van de openbare bibliotheken bij!'  Uiteraard heeft Aad gelijk. Zelf had ik dit zinnetje vorig jaar al verwacht toen het investeringsbeleid in bibliotheken begon, maar ik klaag niet hoor. 


In een samenleving vol tegenstellingen en aangetast vertrouwen, zijn bibliotheken een onmisbare voorziening waarbij groepen elkaar blijven ontmoeten en zien. En met gerichte programmering zelfs in dialoog met elkaar komen. Dat kan natuurlijk alleen als die bibliotheek een beetje in de buurt zit. En dat heeft het afgelopen decennium flink onder druk gestaan. Daar publiceerde het CBS een week geleden nog de laatste gegevens over

Verschillende media pikten het nieuws op. Krantenkoppen met 'Wat zei de koning? Bieb terug!' En het het NOS-journaal maakte een mooie reportage in het Fundament in Losser waar de vrolijke directeur Evelien Fokkink de bibliotheek met aanstekelijke enthousiasme nog eens even flink op de kaart zette. 

Een jubileumrede


Tja, een echte jubileumrede was het niet want op woensdag was het vooral feest. Met Rijnbrink organiseerden we een feestsymposium om stil te staan bij het 75-jarig bestaan. En omdat rechtsvoorgangers van Rijnbrink in 1948 ook de allereerste actieve provinciale bibliotheekorganisatie was, is het ook het jubileum van de Provinciale OndersteuningsInstelling (POI) als instituut. Met 400 bibliotheekcollega's, netwerkpartners, ambtenaren en politici in de zaal vierden we dat feit. Naast een openbaar gesprek over de zorgplicht voor bibliotheken met overheden en stelselpartners werd ook stilgestaan bij actuele ontwikkelingen en vooruit gesprongen naar de toekomst. Een toekomst die nóg digitaler maar ook nóg menselijker zal zijn. Dat alles werd ruim gelardeerd met optredens van louter Oost-Nederlandse artiesten.

Ook presenteerden we een fantastisch jubileumboek dat onze bestuurder Bernard Fransen overhandigde aan Directeur-generaal van OCW Barbera Wolfensberger. Maar over dat jubileumboek ben ik natuurlijk bevooroordeeld want ik mocht het zelf samen met Eimer Wieldraaijer maken. Dat jubileumboek laat aan de hand van heel veel foto's zien hoe na de oorlog op het platteland het bibliotheekwerk gewoon nog helemaal opgebouwd moest worden. Dat dekkende netwerk dat we nu zo gewoon vinden, is er nog helemaal niet zo lang. Pas in de jaren '80 van de vorige eeuw was dat er ongeveer. Zo gewoon is die infrastructuur dus niet. Daar is bitterhard voor gewerkt. 

Het werk van de POI's is in de afgelopen decennia wel veranderd. Waren het eerst vooral pioniers op het platteland tegenwoordig zijn het toch eigenlijk allemaal netwerkpartners in het brede culturele en sociale domein. En dat reflecteert ook de verbrede rol van bibliotheken die samenwerken met een breed scala aan partners of die veranderen in multifunctionele organisaties (MFO's) of gecombineerde instellingen. 

Zijn we klaar? Geenzins. Ook na 75 jaar is het nodig om te blijven werken aan een goed, toegankelijk en breed stelsel aan voorzieningen. Zonder blijvende inspanning dondert in elkaar wat in al die jaren is opgebouwd.

Een grafrede


Al op maandag krijg ik een heel ander en triest telefoontje. Karel Elderink is die nacht overleden. Hij was begin jaren '70 van de vorige eeuw één van de founding fathers van de zogeheten Regionale SteunFunctie (RSF). Later zou dit de Wetenschappelijke SteunFunctie (WSF) heten en weer later de PLUSbibliotheken. Dit werd destijds als tijdelijke voorziening in het leven gesteld om het groeiende aantal niet-universitair studerenden te voorzien van studie- en onderzoeksmateriaal. De HBO's kwamen op en de universiteitsbibliotheken waren voor dit type studenten niet toegankelijk. 

Karel gaf me mijn eerste baan: stafmedewerker bij het bureau van de WSF-bibliotheken. Een mooie tijd waar ik in korte tijd het hele netwerk van bibliotheken leerde kennen.  Ik heb een paar jaar intensief met hem samengewerkt en hij is één van de mensen die mij heeft leren schrijven. Het laatste wat ik voor hem mocht doen was een grafrede schrijven en die uitspreken bij zijn uitvaart op zaterdag. 

Karel was een groot voorstander van vrije toegang tot kennis en informatie en was uitermate vooruitstrevend. Hij volgde elke nieuwe technologie. Hij bouwde in de jaren '80 een pc die toegang creëerde tot allerlei digitale databanken, ver voordat internet was uitgevonden. Als Karel nu nog gewerkt had, had hij al geweten hoe de sector om moest gaan met ChatGPT en had hij daar al een tienpuntenplan voor gehad. Om tegelijk een programma op te zetten om te wijzen op de gevaren van AI. 

De PLUS werd vorig jaar officieel opgeheven. Ik mocht Karel, die erbij was, ook toen nog toespreken. Want hoewel de PLUS zelf niet meer bestaat is heel veel informatie gewoon nog steeds niet of zelfs niet meer bereikbaar. Zelfs in tijden van internet.

Ik zal u een paar voorbeelden geven. Probeer als niet-universitair maar eens aan wetenschappelijke bronnen te komen. Niet te doen: allemaal achter een hekje! Probeer als gewone burger maar eens bij recente digitale krantenarchieven te komen. Niet te doen: allemaal achter een hekje! En nog wat pijnlijker voor bibliotheken: probeer eens een tijdschriftartikel te bestellen uit de jaren '80 van de vorige eeuw... Nou? Wie kan dat in uw bibliotheek? Kortom, onze blik op informatie is zo beperkt als wat internet semi-openbaar levert. En dat is lang niet alles en zeker niet de beste informatie.

Het waren zaken die Karel allemaal eigenlijk al eens geregeld had. Op dit punt is de sector echt achteruit gegaan. En daar komt bij: al had je de toegang, wie kan er goed in zoeken? Goed zoeken vraagt nog steeds veel vaardigheden. En in een land waar de laaggeletterdheid groeit is er gedeeltelijk dus een vorm van 'schijntoegankelijkheid' van informatie. Als het er al is, moet je over te veel vaardigheden beschikken om erbij te komen.

We namen met verdriet afscheid van een erudiete vakgenoot, een originele denker en mijn eerste leermeester.

Drie redes, één thema: brede toegankelijkheid

Zo eindigde mijn week. Drie keer een eerbetoon: in de troonrede aan bibliotheken in het algemeen, bij het Rijnbrinkjubileum voor de provinciale inzet op het platteland in het bijzonder en tot slot een eerbetoon aan mijn leermeester. 

Maar ook drie keer een bijeenkomst die inging op verschillende vormen van toegankelijkheid. In de troonrede worden de bibliotheken genoemd als instellingen waar burgers toegang tot elkaar krijgen waardoor onderling begrip en waardevol samenleven kan groeien. Bij het jubileum werd vooral stilgestaan bij de zorgplicht. En dan gaat het toch vooral om fysieke beschikbaarheid van gebouwen, collecties en personeel. En tot slot het heengaan van Karel. Karel die zo'n groot voorstander was van toegang tot informatie en kennis op álle plaatsen in Nederland. In Saasveld moest je over dezelfde kennis kunnen  beschikken als in Amsterdam. En technologie en vakkennis waren daar belangrijke middelen bij. 

Wat mij betreft zijn alle drie de vormen onlosmakelijk met elkaar verbonden. En alle drie zijn belangrijk. Laten we zorgen dat we fysieke bibliotheken in ieders nabijheid houden of krijgen met goede en vakkundige medewerkers en adequate collecties en programmering. Daar ligt nu veel focus op prima. 

Maar Karel leerde dat toegankelijkheid veel breder was dan dat. Dus verrijk het beeld van toegankelijkheid. Omarm ook de digitale nabijheid. Zorg dat iedereen digitaal bij alle tijdschrift- en krantenartikelen kan, alle overheidsinformatie en alle wetenschappelijke informatie. En leer mensen ermee omgaan. Echte toegang tot informatie is brandstof voor een goed functionerende democratie. 

En kom op met dat tienpuntenplan voor ChatGTP en verantwoorde inzet van AI voor alle burgers! 

Op Karel!

zondag 17 september 2023

Over voetballende bibliothecarissen, landelijke sportdagen en de derde helft

Het is 31 oktober 1970. Het is een druilerige zaterdag. Waterkoud en van tijd tot tijd een bui. Vanuit Velp vertrekt een bus met de personeelsvereniging van de Centrale Plattelandsbibliotheek Gelderland (CPG).  Ze zijn onderweg naar Friesland. Aan boord voornamelijk dames maar ook minstens elf heren. 

31 oktober 1970 is namelijk een bijzondere dag. Op die dag voetballen de mannen van de CPG (met gestreept shirt) tegen de mannen van de Centrale BibliotheekDienst (CBD, en Bols-shirt) Friesland. De wedstrijd eindigt in gelijkspel: 2-2. Maar er zit een randje aan deze wedstrijd. Het is namelijk het begin van een traditie. Een half jaar later treffen Friesland en Gelderland elkaar weer. En dan niet alleen met voetbal maar ook met volleybal. En langzamerhand groeit die eerste wedstrijd uit tot een jaarlijks terugkerende sportdag waar alle PBC's (de provinciale bibliotheekcentrales, voorloper van de POI's) aan meededen.

Overigens is de Centrale Plattelandsbibliotheek Gelderland één van de rechtsvoorgangers van Rijnbrink,  de Provinciale OndersteuningsInstelling (POI) waar ik ook aan verbonden ben. En er zijn dus foto's bewaard gebleven in het bedrijfsarchief. Zoals bovenstaande. En als ik mij niet vergis loopt in het Bols-shirt een jonge Leo Popma, die later nog directeur van het NBLC (de voorloper van de VOB) zou worden. 

Hoewel er alleen heren op het veld stonden, mocht een vrouw de wedstrijd aftrappen. Die eer viel te beurt, volgens oudgedienden, aan de Gelders blonde Sonja Snellenburg. De prachtige foto van die aftrap zet ik dan ook graag boven dit artikel. Een beetje een aftrap zoals filmdiva Jane Mansfield ooit bij Sparta deed in 1957. 

Het feit dat we de exacte datum en uitslag weten van de wedstrijd hebben we te danken aan de dagboekjes van Lucy Mesdag, die van begin jaren '60 tot ver in de jaren '80 in de directie van de Gelderse bibliotheekorganisatie zat. Een tijdje terug schreef ik al meer over deze door oud-collega Henk ten Zijthoff teruggevonden dagboekjes. 

In dat dagboekje schreef ze het volgende.


Tussen een vergadering met burgemeester en wethouders in Epe op 24 oktober en een bespreking met architect Morsink op 2 november staat de wedstrijd met de Friezen. De uitslag, 2-2, heeft ze later gecorrigeerd. Blijkbaar een afgekeurd doelpunt of iets dergelijks. Hoewel het ook kan zijn dat in de 'derde helft', met cafébezoek en bowling, de uitslag verneveld is geraakt in alcohol. 


De wedstrijd werd nog lang gememoreerd. In de kantine in Velp, waar de CPG gehuisvest was, heeft lange tijd deze foto gehangen met de dappere redding van de keeper. Dat alles ter herinnering aan het moedig standhouden tegen de Friezen. 

Van een voetbalwedstrijd naar landelijke sportdagen
Bibliothecarissen en sport is iets dat velen in onze samenleving niet gelijk met elkaar zullen verbinden. En toch groeit deze voetbalwedstrijd in de jaren daarna uit tot legendarische sportdagen waarin verschillende provincies het tegen elkaar opnamen. Honderden vakgenoten deden  mee aan die sportdagen waarbij tal van sporten werden beoefend. Van touwtrekken tot schaken. Er werd overnacht en avond ervoor werd er met elkaar gefeest. De derde helft vond dus plaats voor de eerste en tweede helft zullen we maar zeggen. Dat leidde uiteraard niet tot betere prestaties. Menig sporter verscheen dus brak bij de wedstrijd.


Toch was men bloedfanatiek en er werd gestreden om de eer. En het ging er soms hard aan toe. Bij menig sportdag stond de ambulance al langs het veld omdat er altijd wel iemand was die een been of arm brak. Mindere sportieve kwaliteiten werden soms met lomp gedrag gecompenseerd. Van de PBC Gelderland is bekend dat ze af en toe spelers van Vitesse lieten meedoen bij het voetbal om de beker te winnen. De PBC Gelderland had namelijk een aantal spelers van deze voetbalclub in parttime dienst als chauffeur of expeditiemedewerker. En inderdaad wonnen ze op die manier een aantal keer de beker.
 
Ook de PBC Oost-Overijssel, een andere rechtsvoorganger van Rijnbrink, behoorde tot de partijen die flink meededen. Zij speelden in de rode shirtjes met het Twentse ros. Van deze organisatie is bekend dat ze bij sollicitatiegesprekken standaard vroegen aan welke sport je deed. Een goede voetballer, volleyballer of hardloper had een streepje voor en werd sneller aangenomen.


Elke POI moet in het archief nog van deze foto's hebben want de sportdagen werden goed gefotografeerd.  Waarna collega's waarschijnlijk de foto's nog na konden bestellen. Bovenstaande foto is uit 1986 en een aantal mensen op deze foto is nog aan het werk in bibliotheekwerk. Vindt u maar uit wie!

In het archief van de rechtsvoorgangers van Rijnbrink vond ik foto's tot 1990 van de sportdagen. Daarna bloedde het blijkbaar dood. Ik kan mij herinneren toen ik begon bij de Overijsselse BibliotheekDienst in 1998 er nog wel provinciale sportdagen werden gehouden maar een landelijke sportdag heb ik niet meer meegemaakt. 

Hoe komen we aan deze geschiedenis?

Tja, waarom zoek je dit op? Nou, dat heeft alles te maken met het 75-jarig jubileum van Rijnbrink. De Overijsselse tak van Rijnbrink begon in 1948 en was de eerste POI die in Nederland startte. Het jubileum van Rijnbrink is dus ook het jubileum van het hele provinciale bibliotheekwerk. 

Op woensdag 20 september vindt het grote jubileumsymposium van Rijnbrink plaats. Voor dat jubileum was ik al eerder - samen met oud-hoofdredacteur van Bibliotheekblad Eimer Wieldraaijer - in de geschiedenis van Rijnbrink gedoken. En veel van die geschiedenis zal woensdag dan ook feestelijk het licht zien. Ik til hier vast een tipje van die sluier op. Want uiteraard horen ook deze sportdagen en de mooie anekdotes bij die geschiedenis. 

En zie ik je woensdag 20 september?

zondag 10 september 2023

Over indexering, SPUK-middelen en gratis lidmaatschappen

De zomervakantie is nu definitief voorbij. En dat merken we aan het bibliotheeknieuws. Het is veel en het is divers. In dit blogje deel ik drie ontwikkelingen die in de afgelopen twee weken voorbij kwamen. Over hoe bibliotheken meer geld krijgen maar toch minder kunnen, over of de tweede SPUK-ronde nog wel zin heeft en over een politieke partij die pleit voor een gratis bibliotheeklidmaatschap voor alle Nederlanders. 

Benieuwd? Mooi. Lees dan verder.

Bibliotheken krijgen meer geld maar de kosten stijgen nog harder

Net voor mijn zomervakantie maakte ik al de Staat van het bibliotheekbestel op. In dat overzicht liet ik in acht grafieken zien hoe de sector ervoor staat. Eén van de staatjes ging ook over het feit dat sinds lange tijd de gemeentelijke subsidie aan de sector als geheel weer redelijk stijgt. Toen meldde ik ook al dat ook de kosten verder stegen.  De VOB, in de persoon van Klaas Gommers, rekende nog even verder na die opmerking en meldde in de nieuwsbrief van de VOB dat de kosten veel harder gestegen waren dan de subsidie. Ik vroeg bij Klaas Gommers zijn rekenmodel op en rekende daar nog even mee verder. 

Dan kom je tot bovenstaande grafiek. De gemeenten gaven in 2022 2,8% meer gemeentelijke subsidie dan in 2021. Dat is mooi zou je denken. Maar de kosten stegen veel harder dan die 2,8%. De totale kosten stegen met 9,0% waarbij de personeels- en huisvestingscomponent nog gunstig afsteekt met 8,0% en 7,7%. De landelijke inflatie lag in 2022 volgens het CBS op 10,0%. In die zin hebben bibliotheken het nog netjes gedaan. Gemeenten blijven met hun subsidie dus nog flink achter op de kostenstijging. Zo kan het dus dat je meer geld krijgt en toch moet bezuinigen. 

Hebben gemeenten dat geld dan niet? Dat is het stomme. Dat geld is er wel. De VOB meldt dat gemeenten met de Voorjaarsnota structureel € 271 miljoen hebben gekregen voor de compensatie van de gestegen kosten van maatschappelijke organisaties. Let even op: dat bedrag is structureel. Dat gaat dus niet om een tijdelijke compensatie, hiermee kan op dit moment gewoon structureel verhoogd worden. Niet alleen dit jaar. Ook volgende jaren.

Gaan bibliotheken nu failliet? Nee, dat niet. De extra kosten worden alleen niet gedekt met structurele subsidie. Wie in het dashboard van de bibliotheekstatistiek kijkt, ziet dat bibliotheken in 2022 samen zo'n € 30 miljoen aan 'overige inkomsten binnenhaalde'. Dan moet je denken aan extra tijdelijke projectsubsidies of coronasteun. Ook waren er in 2022 ten opzichte van 2021 zo'n € 11 miljoen extra 'eigen inkomsten'. Dan moet je denken aan gestegen contributies verhuur van ruimten of boetegelden.

Overigens complimenten op deze plek voor Klaas Gommers en de VOB-nieuwsbrief. Want Klaas had handig rekening gehouden met de verschillen die er in gegevenslevering zitten tussen 2021 en 2022. En het is knap hoe dat kleine VOB-bureau zo goed op alle ontwikkelingen zit. Chapeau. 

Heeft aanvragen in de tweede SPUK-ronde nog zin? Spoiler: jazeker!

Dan door naar het tweede onderwerp. En dat gaat niet over minder geld maar juist over meer. Het gaat over de afhandeling van het extra rijksgeld voor bibliotheken in 2023 en 2024. Dat gaat via een zogeheten Specifieke Uitkering, ook wel de SPUK genaamd. In een eerder blog noemde ik die SPUK al 'een regeling van kansen' was. 

Dat velen dat ook zo zagen, bleek wel uit de eerste van twee rondes. Die eerste ronde werd namelijk meer dan dubbel overtekend. In totaal was voor er € 39 miljoen aangevraagd terwijl er € 17,6 miljoen beschikbaar was. Dus-i, de uitvoeringsorganisatie voor deze subsidie, heeft op 5 september bekend gemaakt dat de toekenning in de eerste ronde zijn gedaan. Velen hebben in deze ronde dus geen toekenning gekregen. In totaal zal dit voor een bedrag zijn van zo’n € 21,4 miljoen. Wie wil zien welke gemeenten allemaal gehonoreerd zijn, kan dat vinden in deze link. 

Als er zoveel overtekend is, heeft het dan nog zin om in te dienen in de tweede ronde vragen velen zich af?

Het antwoord is: ja, dat heeft zeker zin. 

Kijk maar even maar naar bijgaande grafiek. Het budget in de eerste ronde was € 17,6 miljoen (voor 2023) maar in de tweede ronde (voor 2024) is € 38,4 miljoen beschikbaar. 

De verwachting is dat de aanvragen die nu niet gehonoreerd zijn doorgaan naar de tweede ronde. Ik begrijp van de ambtenaren dat er wordt gekeken of dat automatisch kan maar in het ergste geval moet een bibliotheek opnieuw indienen. Dat is overigens niet heel veel werk. Ik ga er dus voor het gemak maar vanuit dat die € 21,4 miljoen overtekende aanvragen doorschuiven naar ronde twee. Als dat gebeurt is er nog altijd € 17 miljoen beschikbaar voor extra aanvragen. Dat is net zoveel als er in de hele eerste ronde kon worden toegekend. Daarbij komt dat de ‘concurrentie’ om dit budget danig is geslonken omdat veel bibliotheken die bovenaan de lijst stonden, nu al gehonoreerd zijn en niet meer kunnen aanvragen. Aanvragen heeft dus zeker nog zin. Statistisch gezien heb je zelfs meer kans in de tweede ronde. De tweede ronde gaat open op 15 november. De Provinciale Ondersteuningsinstellingen zijn beschikbaar voor bibliotheken en hun gemeenten om de aanvragen te ondersteunen of mee vorm te geven.  

Samenvattiend: de regeling is succesvol en biedt in ronde twee nog volop kansen. Pak die kans, zou ik zeggen.

PvdA/GroenLinks: Gratis basisabonnement voor alle Nederlanders


En dan door naar het laatste onderwerp van deze week: de verkiezingen. 

We gaan opnieuw naar de stembus op 22 november van dit jaar. En dat betekent dat alle partijen - opnieuw - verkiezingsprogramma's maken. Ook in de conceptverkiezingsprogramma's staan bibliotheken prima genoemd. Ook daar wordt gewoon doorgebouwd op de zorgplicht. De VOB liet in hun nieuwbrief al een mooi overzicht zich dat ik hieronder zo graag nog herhaal.

Twee partijen vallen echt op. Meest opvallen: PvdA/GroenLinks pleiten voor een een gratis basisabonnement. Zij schrijven in hun programma het volgende: 

‘We maken het basisabonnement van de bibliotheek gratis voor iedereen. Bibliotheken gaan samenwerken met scholen om daar een wisselende en hoogwaardige collectie boeken te garanderen. We houden vast aan de plannen om een zorgplicht voor gemeenten in te voeren die voorschrijft dat in iedere kleine gemeente of grootstedelijke buurt met kansengelijkheidsproblematiek een bibliotheek moet zijn.’

Ook VOLT valt op. Zij pleiten voor een verhoging van de leeftijd van het gratis lidmaatschap. Tot welke leeftijd meldt het verkiezingsprogramma niet. Verder noemt bijna elke partij die nu al een concept-verkiezingsprogramma heeft, de bibliotheek. 

Van alle overige partijen is de VVD wellicht nog het meest uitgesproken die heel direct wijst op een bibliotheek in élke gemeente.   

Hieronder het overzicht dat de VOB eerder verspreidde in haar nieuwsbrief: 
  • De VVD pleit voor een bibliotheekvoorziening in elke gemeente en zet in op de online bibliotheek.
  • De SP wil dat gemeenten meer geld krijgen om te investeren in voorzieningen, waaronder de bibliotheek. 
  • PvdA/GroenLinks willen een gratis basisabonnement van de bibliotheek voor iedereen, doorwerken aan de zorgplicht en samenwerking met scholen stimuleren. 
  • De Partij voor de Dieren wil investeren in voldoende bibliotheken en benadrukt de belangrijke sociaal-maatschappelijke functie van bibliotheken. 
  • Het CDA wil dat gemeenten voldoende geld hebben om te investeren in bibliotheken en wil in samenwerking met bibliotheken dat er een onderwijsbreed leesoffensief komt. 
  • VOLT wil betere toegang tot cultuureducatie en bibliotheken door betere gemeentelijke financiering en door de leeftijdsgrens van gratis lidmaatschap van de openbare bibliotheek te verhogen. 
  • JA21 wil basisvoorzieningen die dorpen en steden vitaal houden garanderen, waaronder de bibliotheek. 
Afgelopen week kwam daar nog - ná verspreiding van de nieuwsbrief van de VOB - nog het programma van de BBB bij. Zij noemen de bibliotheek een belangrijke ontmoetingsplaats en willen in het onderwijs extra inzetten op lezen. 

Voor mij was dit weer de eerste week na mijn vakantie. U ziet, de vakantie is echt om en er is genoeg te doen: zorgen voor een goede compensatie van kostenstijgingen, een kans pakken bij de SPUK en zien dat de landelijke partijen ook in hun verkiezingsprogramma's opnieuw voor de bibliotheek kiezen. 

Ik zeg: volle kracht vooruit!

zondag 3 september 2023

De bizarre geschiedenis van koningin Christina

Gisteren was in Leiden enige tijd een noodverordening van kracht omdat in de bibliotheek een dragqueen zou voorlezen en hiertegen een demonstratie zou plaatsvinden. Het voorlezen zou plaatsvinden in het kader van Pride Leiden en het protest liep gelukkig met een sisser af. En het belangrijkste: de kinderen hadden plezier bij het voorlezen.

Jezelf kunnen zijn en mogen uiten, is in dit land dus nog best een opgave. En of je nu tot de LHBTI behoort of tot de demonstranten, dan heb ik als bibliothecaris in mijn vakantie toch een aardig boek voor jullie gelezen. Het is het boek 'Passage naar Rome' van Frans Godfroy. En u weet: ik heb een fascinatie voor bizarre geschiedenissen en deze past absoluut in dat rijtje.

De biseksuele koningin van Zweden

Het boek handelt namelijk over de biseksuele Zweedse koningin Christina (1626-1689, afbeelding hierboven) die afstand deed van haar troon om vervolgens van de Lutherse kerk over te gaan naar de Katholieke. Dat laatste is een transfer die vergelijkbaar is van Ajax naar Feyenoord. Voordat ze op die troon kwam had ze overigens al geweigerd om te trouwen en voor nageslacht te zorgen en wees ze een neef aan als troonopvolger. En na een relatie met haar hofdame zal ze later langdurig een relatie hebben met een Italiaanse kardinaal.

Verder was een groot cultuurliefhebber, omringde zich met veel kunst, hield van boeken en theater en sprak vele kunstenaars en wetenschappers. Ze wilde van Stockholm het Athene van het Noorden maken.

Koningin Christina was overigens ook één van de personen die zich heeft ingezet inzette om  zorg te dragen voor godsdienstvrijheid in het vredesverdrag van Münster en Westfalen in 1648. Wie dus dacht, dat dit wel een modern verhaal zou zijn: nee, dit speelt zich allemaal af rond 1650. 

Het hoofd van de Lutherse Kerk vindt religie een politiek uitvinding

Maar goed, ik overval u in een paar regels met heel veel informatie. Laten we even bij het begin beginnen. Koningin Christina van Zweden is de dochter van Gustaaf II Adolf. Deze koning  komt om op het slagveld bij Lützen. Christina is dan net zes jaar oud. Een Rijksraad neemt het regentschap waar zolang zij nog niet op de troon zit. Als ze opgroeit ontwikkelt ze de grote liefde voor cultuur en wetenschap. Hugo de Groot is haar bibliothecaris en Descartes haar huisfilosoof met wie ze diepzinnige gesprekken over de liefde voert. 

In Zweden is de Lutherse kerk, zoals nog steeds volgens mij, de staatsgodsdienst. Dat betekent dat het staatshoofd ook het hoofd van de kerk is. Vergelijkbaar met de Engelse koning en de Anglicaanse kerk. Christina wordt bij haar troonsbestijging in 1649 dus ook het hoofd van de kerk. Hoewel in 1648 die godsdienstvrijheid in de vredesonderhandelingen was benoemd, betekende dat toch vooral dat elk land vrij was in zijn keuze. In Zweden moest je Luthers zijn.  Katholieken waren niet echt welkom en een mis houden was ronduit verboden en kon je gevangenisstraf opleveren of je leven kosten.

In die setting besluit koningin Christina twee zaken: ze wil eigenlijk helemaal niet op de troon en ze wil weg bij de Lutherse kerk. Overigens heeft ze op dat moment een redelijk openlijke relatie met haar hofdame Ebba Sparre (zie afbeelding). Maar even de troon neerleggen en je wellicht bekeren tot een ander geloof, zijn zaken die zich voor een koningin niet zomaar laten regelen. De troonsafstand kost haar een aantal gevechten met de senaat en zal in 1654 een feit worden. Ze heeft dan maar een paar jaar op de troon gezeten. 

Ondertussen heeft ze filosofielessen gevolgd van tal van knappe koppen uit Europa waarvan Descartes dus een belangrijke was. Ze was een zoektocht begonnen naar het universum. Godfroy schrijft hierover: 

'Al op jonge leeftijd had ze twijfels over het lutherse geloof. Ze was zich erin gaan verdiepen en stelde vast dat de religie waarin zij was grootgebracht ver afstond van de waarheid en vol tegenstrijdigheden zat. Ze had gedurende meerdere jaren informatie verzameld over verschillende religies en alle informatie gewikt en gewogen. Ze had zich het hoofd gepijnigd zoekend naar duidelijke aanknopingspunten voor een serieuze overtuiging, maar die niet gevonden. Als ze met gezond verstand nadacht over godsdienstige leerstellingen moest ze vaststellen dat het meestal politieke uitvindingen waren om het gewone volk in het gareel te houden. De argumenten van de ene opvatting tegenover de andere leken zich tegen zichzelf te keren. Ze had ook de joodse werken van Mozes vergeleken met de islamitische geschriften van Mohammed. Uiteindelijk leek geen enkel geloof het ware.'

En iets verder:

'Uiteindelijk was ze gestopt met piekeren en had ze een eenvoudige methode ontwikkeld. Iedere geloofskwestie bekeek ze voortaan met gezond menselijk verstand. Het deed er niet meer toe of de ene of de andere godsdienstige stroming moest volgen. Het volstond als ze zich hield aan wat de redelijkheid ingaf en niets deed waarover ze zich zou moeten schamen.'

Een paar eeuwen voordat Marx godsdienst het opium van het volk zou noemen, geeft Christina aan dat geloof vooral door heersers werd gebruikt om het volk in toom te houden. Ze ontwikkelt eigenlijk een humanistisch mensbeeld waarin de redelijkheid van de mens de norm is.

In de tijd dat ze op de troon zit onderhoudt ze ook contacten met katholieke priesters en gaandeweg ontwikkeld ze toch een voorliefde voor dat Katholieke geloof. En in het diepste geheim besluit ze dat ze zich wil bekeren.  En dat terwijl ze zelf op dat moment het hoofd is van de Lutherse kerk. Hier ligt een intern dilemma van jewelste.

Op reis naar Rome

Na haar troonsafstand - ze mag zich echter wel koningin blijven noemen - reist ze af naar het zuiden van Zweden. Velen denken dat ze zich daar zal terugtrekken. Maar zij heeft dan al in het diepste geheim een plan gemaakt om in stappen naar Rome te reizen, naar de paus! Haar oversteek naar Denemarken doet ze undercover. Ze knipt haar haren af, trekt mannenkleren aan en neemt de identiteit aan van een naast familielid. Dat ze een zware stem had, was in haar voordeel.

Godfroy beschrijft hoe ze doorreist naar het katholieke Antwerpen. Een reis waarbij ze mijn eigen Deventer heeft aangedaan en waarbij ze een nacht doorpraat met de geleerde Gronovius in de bibliotheek van het Athenaeum Illustre. Het tekent haar honger naar kennis.

Ze bekeert zich in Brussel en doet een openbare geloofsbelijdenis in Innsbruck om vervolgens door te reizen naar Rome. De Katholieke kerk behandelt de Zweedse Koningin natuurlijk als een trofee van bekering en vinden haar een fantastische publiciteitsstunt. Ze wordt dan ook met alle egards behandeld. De vrouw die tot dan toe zo autonoom leek, acteert volstrekt onderdanig aan de Paus en waar ze eerst religie nog iets noemde om het volk in toom te houden, geeft ze zich nu over aan heiligenverering.

Interessant om te lezen is ook het diplomatieke spel dat ze moet spelen. Ze bruskeert Zweden natuurlijk totaal met haar overstap maar ze is wel afhankelijk van de inkomsten die ze uit Zweden krijgt. Eerst legt ze het nog aan met de Spaans Koning Filips IV van Spanje om daarna weer vriendjes te worden met Lodewijk XIV die op dat moment nog in oorlog is met Spanje. Het leidt er toe dat ze het idee krijgt dat ze wel Koningin van Napels kan worden en bereid is met een leger die staat aan te vallen. De koningin die we aan het begin van hoog verheven gedachten kennen, blijkt zich langzaam te ontwikkelen tot een machtswellusteling. Hoewel, nog steeds verpakt in hoog verheven idealen. 

Oud worden met kardinaal Azolino

Met al deze stappen heeft ze ondertussen al het krediet wel ongeveer verspeeld op het toneel van Europa. Frankrijk probeert haar richting Rome te schuiven, terwijl Rome haar in Frankrijk probeert te houden. Maar Christina volgt, zoals heel haar leven, haar eigen weg en keert terug naar Rome, in een paleis in het volle zicht van de Paus. Daar worden kardinaal Azalino (zie afbeelding), die de rechterhand van de volgende paus zou worden, en Christina verliefd op elkaar. De huidige paus probeert de verliefdheid van de kardinaal nog in te perken. Kansloos natuurlijk. Liefde laat zich niet gebieden. Het zou een vriendschap worden die tot haar dood in 1689 zou standhouden.

Een boek lezen is altijd een goed idee

In het epiloog geeft Godfroy nog een aardige beschouwing op de stappen die Christina zette en hoe rede en geloof hebben gestreden in haar. Overigens gaf de Paus haar ooit een rozenkrans cadeau zodat ze zich wat devoter zou gedragen tijdens de kerkdienst... Devotie en opstandigheid, volgzaamheid en autonomie zijn thema's die telkens terugkomen.  

Christina was een bijzonder dame.  Hoewel, dame... Ze schijnt veel mannelijke trekken te hebben gehad, had een lage stem en kleedde zich lang niet altijd naar de vrouwelijke norm. Christina werd daarmee in beperkte mate een symbool voor interseksualiteit, transseksualiteit, homoseksualiteit en crossdressing. 

Ik heb tijdens het lezen zitten genieten van deze eigenzinnige en wat mysterieuze vrouw. Heel af en toe dacht ik: hoe zou Nederland reageren als een koning, koningin, prins of prinses bekend zou maken niet te vallen op het andere maar het zelfde geslacht. Of op beide. Ik zou er geloof ik blij van worden als dat eens openlijk zou gebeuren. Hoewel onze koning Willem II, die om zijn homoseksualiteit nog gechanteerd werd en moest aftreden, natuurlijk toekomstige koninklijke generaties al voorging.

Het boek van Godfroy , 'Passage naar Rome',  over de levensreis die Christina aflegt, is een prachtige en bizarre geschiedenis. Maar ook een geschiedenis die je nog eens kunt spiegelen met je eigen leven. Hoe kijk ik tegen zaken aan, en waarom?  En welke afslagen nam ik in mijn leven (of juist niet) en waarom? 

Bijna vierhonderd jaar na Christina leidt het voorlezen door een dragqueen nog tot de nodige commotie. Misschien is het lezen van dit boek dan toch nog een idee. En overigens, of je nu tot de LHBTI behoort, tot de demonstranten of ergens daar tussenin: een boek lezen is altijd een goed idee.

Beeldverantwoording
Koningin Christina: David Beck, Nationaalmuseum
Ebba Sparre: Sébastien Bourdon
Kardinaal Azolina: Jacob Ferdinand Voet

zondag 13 augustus 2023

Alleen in mijn woorden kan ik wonen

Alleen in mijn woorden kan ik wonen. Het is een zin die ik de afgelopen weken wel een paar keer gepreveld heb. Een zin die een beetje vrij is naar het gedicht van Slauerhoff.

Sinds mijn puberteit schrijf ik. Mijn eerste schrijfsels - waar ik er nog een paar van  heb - waren vooral voor mezelf bedoeld. Het waren gedachten en notities om alles wat er in mijn puberteit gebeurde te snappen. Later schreef ik kleine light verse gedichtjes voor het academieblad. Gedichtjes zoals de ode aan de lantaarnpaal als houvast voor dronken studenten. Helaas voor u, dat gedichtje heb ik niet meer. Mocht iemand het vinden, ik houd me aanbevolen. Van een klein boekje in 1997 (waar ik ook nog eens over zal schrijven) naar mijn eigen boeken later en een blog vanaf 2008. Ik ben altijd blijven schrijven. Eigenlijk zonder het zelf door te hebben.  

Ik leef in woorden.

Omringd door woorden

De afgelopen week was ik omringd door woorden. Heel veel woorden. Het was mijn eerste vakantieweek en ik had met mezelf afgesproken die te besteden aan mijn derde boek. U weet wel, dat boek over die moedige bibliothecaresse die stand houdt tegen chantage en vriendjespolitiek van de bezetter

Eerder had ik er al een week onderzoek in archieven en interviews erop zitten. Daarna was ik een week bezig geweest om honderd pagina's handgeschreven notulen te ontcijferen. Van die notulen ziet u hierboven een belangrijk stukje. Het is het stukje het besluit neemt op te stappen. Tja, en in deze week moest dus alles bij elkaar komen. Alle stukjes die ik had moesten in elkaar gelegd. Ik had het verhaal al een paar keer op verschillende manieren aangevlogen door de verschillende bronnen die ik gebruikte.  Dat waren brieven van in en na de oorlog, notulen, dossiers die nog onder embargo zaten en zelfs kasboeken.

Leven als een monnik 

Maar ik weet inmiddels hoe dat bij mij werkt. Zodra ik begonnen ben met schrijven, sluit er iets in mij en leidt zelfs mijn telefoon me niet meer af. Ik moet mezelf dwingen om tijdig te pauzeren zodat ik voldoende energie houd om een dag door te kunnen. Ik sport en beweeg in de vroege ochtend of in de middag. Maar mijn beste tijd, zo tussen half negen in de ochtend en drie uur in de middag leef ik als een monnik. In stilte en met aandacht  voor niets anders dan letters.  En zo volgt woord na woord,  zin na zin, hoofdstuk na hoofdstuk. 

Het bouwen van de zinnen heeft iets geruststellends. Alsof woordjes zich als magneten gedragen en zich als vanzelf aaneen rijgen.  Woorden worden gewogen. Zegt deze zin wat het is? Is dit het juiste woord? Werd iemand 'voorgeleid' of 'berecht'?  En wat weet ik echt en wat vul ik in? Feiten worden gecheckt en bronnen met elkaar vergeleken. Klopt de volgorde? Kan ik deze tekst niet beter voor die tekst zetten, is dat niet logischer? Wat is het goede woord voor de broer van iemands opa?

En dat alles in rust. Ik leef met de woorden. Ze omringen me. Ze worden deel van mij, ik word deel van hen. Niets anders dan concentratie op die woorden. Een leven dat slechts wordt onderbroken door koffie en lunch. Om vervolgens na die toewijding juist wat te ontspannen door af te spreken met vrienden of kennissen of even heel wat anders te gaan doen. En de volgende ochtend herhaalt het proces zich.

De geboorte van een verhaal

Aan het eind van de week kijk ik achterom. En ik zie de weg die ik heb afgelegd. Er liggen duizenden woorden achter me. Duizenden woorden die zeggen wat ik zeggen wil. Er is een verhaal geboren. Ik blijf me in dat wonder verbazen. 

Niemand geeft me opdracht om dit te doen. En toch doe ik het. De drijfveer moet ergens diep in mij zitten. Ik sprak deze week een eveneens schrijvende kennis en dan is het leuk om bij iemand datzelfde plezier te ontdekken. En ik las het boekje de Creatiespiraal dat ik van een vriendin kreeg en eigenlijk feilloos het proces beschrijft dat ik doorloop.

Dat scheppingsproces is iets waar ik ongelofelijk blij van wordt. Ik ken het ook van fotograferen en van muziek maken maar het meest ontwikkeld ben ik toch wel met woorden. Een weg die ik aflegde zonder hem zelf echt op te merken.

Het zijn woorden waardoor ik ontdek  

Het zijn woorden waardoor ik uitdrukking kan geven. 

Het zijn woorden waardoor ik ben. 

En om Slauerhoff in mijn eigen stijl te parafraseren: alleen in mijn woorden kan ik wonen. 

Voor het overige hoeft u zich niet ongerust te maken. Er is ook echt nog wel wat tijd voor wat gewone mensen 'vakantie' noemen. Tot over enige tijd!

zondag 30 juli 2023

De staat van het bibliotheekbestel 2023 in acht grafieken


Net als iedereen net op vakantie is, publiceert de KB, samen met CBS, VOB en SPN het overzicht met alle statistieken van bibliotheken. En en net als vorig jaar maak ik op basis daarvan de 'Staat van het Bibliotheekbestel' op. Opnieuw in acht grafieken.  Vorig jaar waren de cijfers een bloedbad als gevolg van corona met lockdowns en andere beperkende maatregelen. In 2022 waren bibliotheken weer nagenoeg zonder enige beperking open en zou dit dus het jaar van herstel moeten zijn. Waar staan we, een jaar na corona?

BNetwerk begint het persbericht dan ook als volgt: 

'Bibliotheken organiseerden in 2022 meer activiteiten dan ooit tevoren: 247 duizend. Daarnaast zijn er meer mensen lid geworden van een openbare bibliotheek dan in 2021 en nam ook het aantal bezoeken weer toe. Dat en meer blijkt uit de Gegevenslevering Wsob 2022 die nu is gepubliceerd.'

Ook de VOB opent met een soortgelijk statement. De hoofdboodschap: er is herstel na corona. En ze hebben gelijk zullen we  zien in de grafieken. Maar, er is meer te zeggen dan dat. Want klaar zijn we nog zeker niet. Ik neem u mee naar de staat van het bibliotheekbestel. 

Aantal activiteitenweer aan bij groei en maar liefst 3,4 miljoen deelnemers

Het beste nieuws is inderdaad te vinden bij activiteiten. Daar zien we de volgende cijfers. 

Het aantal activiteiten is inderdaad naar een recordhoogte gestegen. Ruim 247.000 maar liefst. Je ziet de dip van corona maar ook dat het herstel zelfs zit in lijn van de groei die er voor corona al in zat. Het is een groei van zo'n 12% ten opzichte van 2019, het pre-coronajaar. 

Mooi, is ook dat de VOB meldt dat het aantal deelnemers aan activiteiten zo'n 3,4 miljoen was in 2022. In 2019 was dit nog 2,2 miljoen. Ook daar een hele forse stijging dus. Het werken met die deelnemersaantallen is overigens een mooie verbetering die de KB heeft doorgevoerd in de statistieken. Daar gaan we nog profijt van hebben als sector (lees: daar ga ik nog eens extra induiken). Want zo'n cijfer van 3,4 miljoen deelnemers is indrukwekkend. 

Bezoekersaantallen bijna verdubbeld en toch niet terug op oude niveau

Dat die activiteiten zo prominent in de persberichten zitten, snap ik wel. Het is inderdaad het beste cijfer van 2022. De bezoekersaantallen over 2022 zitten in onderstaande grafiek. 

Ook het herstel in bezoekersaantallen is sterk in 2022. Van 31,3 miljoen in het coronajaar 2021 gaan we naar 50,3 miljoen. Een beetje ruim gerekend is dat bijna een verdubbeling. Nu was 2021 ook wel een rampjaar voor bibliotheken waarbij er een sluiting was van ruim vier maanden. 

Toch zijn we niet terug op het niveau van topjaar 2019. We missen nog steeds zo'n 10 miljoen bezoekers en bevinden zich nog op een niveau van voor 2015. Toch heb ik het gevoel dat het beeld op die bezoekersaantallen wisselvallig is. Ik hoor sommige bibliotheken die zeggen dat ze weer helemaal op het oude niveau zitten en dat betekent dat er andere bibliotheken zijn die daar nog ver onder zitten en waar het dus nog echt een stuk rustiger is dan voor corona. Misschien dat ik dat uit de statistieken nog kan filteren maar dat vraagt wat meer onderzoek.

Meer uitleningen en weer terug in lijn met neerwaartse trend


Dan door naar de uitleningen van bibliotheken. Ook die herstellen zich sterk. Van 40,6 miljoen in 2021 naar 54,3 miljoen in 2022. Een sterk herstel maar nog altijd een daling van 15% ten opzichte van 2019.  Wie echter kijkt naar de dalende trend die er daarvoor al in zat, die ziet dat 2022 eigenlijk zit op het niveau dat je had kunnen verwachten als er geen corona was geweest. Volg de trendlijn maar eens die door de grafiek loopt. Eigenlijk dus een volledig herstel naar verwacht niveau. Hoewel je telkens toch weer hoopt dat mensen weer meer gaan lezen.

Bovenstaande drie grafieken leveren dus toch nog wel wat vragen op. Want we hebben meer activiteiten en de uitleningen zijn weer redelijk op niveau maar de bezoekersaantallen blijven nog echt achter. Dus welke bezoekers missen we nou precies? Zijn dat studenten en scholieren die vooral studeren en geen boeken lenen of activiteiten bezoeken? En natuurlijk: minder uitleningen dan voor 2019 is natuurlijk ook minder bezoekers maar ondanks die dalende trend hadden we voor 2019 toch nog groeiende bezoekersaantallen. Wie het weet mag het zeggen. 

Ledentallen: een inhaalrace bij volwassenen, nog altijd minder jeugdleden


Bij de ledentallen is het beeld wat gemixt. Het mooie nieuws is dat het aantal volwassen leden met een inhaalrace bezig is. In de coronaperiode zijn door gesloten gebouwen er tijdelijk minder mensen als nieuw lid ingeschreven terwijl er wel opzeggingen waren. Dat trekt dus echt goed bij. En wie de trendlijn volgt ziet dat die inhaalrace zelfs boven de trendlijn uitkomt. Een mooi teken! Het gaat nog niet om hele grote aantallen. Zelf wijt ik deze groei ten dele ook aan de bibliotheken die gratis lidmaatschappen tot 27 of 30 jaar beschikbaar stellen. In die groep blijkt het percentage lid dan flink te stijgen waar het eerder decimeerde als men met 18 jaar moest gaan betalen. En dat is een groeiende groep bibliotheken, liet ik begin dit jaar zien.  Ook hier is een nadere analyse interessant.

Bij de jeugd vind ik de ontwikkeling zorgelijker. We veren daar nog nauwelijks terug. Ik mis daar ten opzicht van de trend nog steeds zo'n 130.000 jeugdleden. Deels zal dat te wijten zijn aan het feit dat we door corona even minder makkelijk konden schakelen met het onderwijs maar eigenlijk hadden we in 2022 dan toch een sterker herstel mogen zien. Misschien volgt het volgend jaar maar ik zou er als bibliotheek of als sector toch aandacht aan besteden. 

De maatschappelijke waarde groeit, het aantal formatieplaatsen groeit


Sinds 2021 zien we een stapsgewijze groei van formatie. Na jarenlange stabilisatie rond de 4.200 formatieplaatsen zie je in de afgelopen twee jaar dat er 10% personeel bij is gekomen. Dat extra personeel reflecteert het optimisme van de branche dat de wind mee kreeg door een grote maatschappelijke zichtbaarheid. Het kwam in het regeerakkoord met extra middelen en eerder werden al stappen gezet met extra miljoenen voor IDO's. Ook op lokaal niveau werd minder bezuinigd en weer geïndexeerd. De jaren van stilstand lijken dus voorbij op dit punt. 

Zelf verwacht ik dat die groei de komende jaren nog zal toenemen. De zorgplicht moet leiden tot extra lokale middelen en een groot deel daarvan zal geïnvesteerd worden in personeel, zoals dit altijd een hoofdbestanddeel van onze begroting is. Ik houd er dus rekening mee dat er in de komende jaren in onze sector nog zeker zo'n  400-600 formatieplaatsen bij komen, een groei dus van 10% tot 15%.

De sector vergrijst niet maar verjongt


Een trend die ik vorig ook al signaleerde maar die onverminderd doorzet is de verjonging van onze sector. Was in 2015 het aandeel 50+ers nog 65%, in 2022 is dat nog maar 51%. En dat terwijl de pensioenleeftijd telkens stapsgewijs verhoogd is in die periode. Het aandeel 50+ en 50- is daarmee ongeveer in balans gekomen. Een aangezien we de komende jaren nog gaan groeien in formatie, vermoed ik dat de gemiddelde leeftijd nog verder omlaag zal gaan. Ik denk dat dat een goede ontwikkeling is voor een diverse samenstelling naar leeftijd. 

Groei aantal vrijwilligers in gelijke tred met betaalde formatie


De vrijwilligers vormen een groeiend leger om de maatschappelijke en educatieve taak van de bibliotheek vorm te geven. Als taalmaatje, als voorlezer bij gezinnen of als gastheer/gastvrouw en tal van andere taken. In de coronaperiode kwam de groei van dit leger wel enigszins tot stilstand maar in 2022 steeg het van 23.000 naar 25.000 personen. Ook hier verwacht ik dat we absoluut nog niet aan het eind van de groei zitten. Wie ziet op hoeveel vlakken we onze impact nog kunnen en moeten vergroten, ziet dat deze goede krachten een onontbeerlijke schakel zijn. 

Het is fijn om te zien dat de groei van zowel betaalde formatie als vrijwillige formatie gelijke tred houden. Dat betekent enerzijds dat er geen verdringing plaats vindt maar anderzijds dat er ook betaalde formatie is om vrijwillige formatie te ondersteunen. 

Gemeentelijke bijdrage stijgt (maar de kosten ook)

Uiteindelijk gaat het natuurlijk ook altijd over geld... Hoewel we het soms wat moeilijk vinden om erover te praten. Maar ook die cijfers zitten er dit jaar ook gewoon weer in. Ook daar zien we in 2022 een groei in de gemeentelijke subsidie. 


We zien een aardige stijging van de gemeentelijke subsidie. Ik hanteer die gemeentelijke subsidie de definitie die het CBS altijd hanteert. Dat is het totaal aan gemeentelijke subsidie, de reguliere exploitatiesubsidie inclusief de projectsubsidies. In de onderlinge vergelijking halen we daar dan vaak weer de huisvestingskosten af om dat die door broekzak-vestzakconstructies van gemeenten soms versluierend kunnen werken. Maar beide bedragen zijn gestegen en dat verklaart dus bijvoorbeeld ook de groei in formatieplaatsen. Daar was dus ook ruimte voor. 

In 2023, volgend jaar dus, zal de gemeentelijke subsidie in de statistieken nog een sprongetje maken. Want naast mogelijke indexering gaat dan ook de IDO-subsidie (€ 0,83 per inwoner plus een beetje) dan in de statistiek via de gemeentelijke subsidie lopen. Dat was in 2022 nog een subsidie via de KB. 

De sector is veerkrachtig maar er is nog wel wat te doen!
Het bericht dat de sector veerkracht toont en maatschappelijke relevantie toont, zoals de KB en de VOB dat verwoorden, is meer dan terecht. Er zijn bergen verzet om weer met deze resultaten voor de dag te komen. Chapeau dus.

We groeien als sector, zowel in financiële als in personele zin. De sector is ook qua leeftijd steeds meer in balans. Allemaal signalen dat we ook in de toekomst nog meer waarde kunnen bieden. 

Maar wie daar stopt, mist toch nog wat. Er liggen nog wel een paar opgaven. Er ligt nog potentie bij de bezoekersaantallen en het is goed om dat nog eens te analyseren en wellicht stappen in te zetten. Ook het aantal jeugdleden blijft nog teveel achter. Verder gaf ik op sommige punten aan dat nadere analyse fijn zou zijn. Wat is bijvoorbeeld van de gratis lidmaatschappen tot 27 of 30 jaar en moet je daar als sector niet breder wat mee? De eerste brede cijfers zijn er nu. 

Tot slot opnieuw een compliment aan het team van de KB die elk jaar deze cijfers weer verzamelt. Zij hebben sinds 2015 - het eerste jaar dat zij deze taak kregen - een geweldige ontwikkeling doorgemaakt. En elk jaar ontdek ik weer een mooie nieuwe verbetering. Dit jaar is bijvoorbeeld een eerste stap gezet rond uitsplitsing voor multifunctionele organisaties. Dit team zorgt er voor dat de sector professionele overzichten oplevert waar menige andere sector jaloers op is. Hulde dus aan Mirjam Klaren, Annemiek van de Burgt en Mirjam van den Bremen die er dit keer voor zorgden. 

En zij zorgen er dan dus weer voor dat een zondagmorgenblogger zoals ik met een uurtje die statistieken dan weer klaar kan hebben. Doe er uw voordeel mee!