zondag 19 maart 2023

Van Swelmen: 'die 650 IDO's hadden er natuurlijk allang 13.000 kunnen zijn!'

Ook dit keer laat de  heer Van Swelmen, de immer erudiete directeur van de Bibliotheek Oppendam, zijn licht weer schijnen over zaken waar het bibliotheekwerk voor weg of over heen kijkt. Hoe hij het doet weten we niet maar met zijn aanpak lijken er telkens weer kansen te ontstaan waar nog geen bibliothecaris aan gedacht heeft. Dit keer vertwintigvoudigt hij het aantal IDO's met het geringste gemak. 

U vierde deze week de Nationale IDO-dag. Gefeliciteerd! Trots meldt u op de site dat er al 650 zijn en dat er structurele financiering is geregeld. Nou, laat ik het feestje niet verpesten en eerst maar eens zeggen dat u een mooie klus geklaard hebt met elkaar. Het schijnt namelijk in de wereld waar u verkeert nog best een opgave te zijn. 

Maar het is natuurlijk wel het halve verhaal. Want ik lach om maar 650 IDO's. Het zijn er echt nog veel te weinig, want ziet u al een beetje beweging in de afname van het aantal digitaal vaardigen? Welnee! Het is vechten tegen de bierkaai. Want tegen de tijd dat u weer een paar honderd burgers bereikt hebt, heeft de overheid alweer de, na de tweeweg- en driewegauthenticatie, alweer de vierbaansauthenticatie ingevoerd. En weer valt een groep burgers af die het niet meer snapt. 650 IDO's lijkt misschien veel maar het is voor dit land en deze overheid een lachtertje!

Want denkt u ook maar iemand de moeite genomen hoe ik daar in Oppendam tegen aan kijk? U weet wel die plek waar eigenlijk alle bibliotheekinnovatie begint? Nee, weer niet! Gemiste kans. 

Toch ben ik de beroerdste niet. Ik zou Van Swelmen niet zijn als ik u daar niet een eenvoudige uitweg kan bieden. Zie hier een doodeenvoudig plan om van 650 naar 13.000 IDO's te gaan. U verklaart mij op dit punt voor gek, maar lees door, u vindt mij straks briljant.

Van IDO naar SPEEDO: van schoolslag naar toeslag!

U experimenteert wel met wat plekken buiten de bibliotheek zoals scholen, buurthuizen of McDonalds-vestigingen, maar het blijven natuurlijk kruimels. En dat is raar. Want er zijn veel meer plekken buiten de bibliotheek dan dat er bibliotheken zijn. En wie zo kijkt, zie plotsteling een zee aan mogelijkheden.

Wist u bijvoorbeeld dat er 1.900! zwembaden zijn in Nederland? Elk dorp of gehucht heeft er wel één. En telkens zitten daar weer ouders aan de kant te wachten tot hun kind dat felbegeerde papiertje heeft. En maar wachten, en maar wachten. Een perfecte plek voor een IDO zeg ik. Terwijl uw kind de schoolslag doet, vraagt u om toeslag. Zo kost de zwemles geen handen vol geld maar levert het geld op!

En tja, hoe noem je zo'n IDO in een zwembad? Precies: een SPEEDO! De fabrikant heeft me overigens ook al en flinke sponsorpremie beloofd. Hup, hatseflats. 1.900 IDO's erbij.

En als ik zeg SPEEDO, denkt u natuurlijk ook aan SPIDO... hoeveel rondvaartboten in Rotterdam kunnen niet een SP-IDO zijn? Wel in het schip met de SP-IDO, niet in het schip met uw formulier!

Eerst slaan dan aanvragen!

Of wat te denken van de 3.900 sportscholen en de 300 scholen voor vechtsport? Precies, ook een prima plek voor de IDO. Want dat je agressief wordt van het gebruik van de digitale overheid weet iedereen! Eerst even stoom afblazen dus. Eerst slaan en dan aanvragen, is het motto! 

De scholen voor de vechtsport noemen we de AikIDO's en bij sportscholen noemen deze punten de Anabole SteroIDO's. Je belastingaangifte zit dus voortaan gewoon bij je sportschoolabonnement!

Hup, hatseflats, 4.200 IDO's erbij!

Muziekscholen en GGZ-instellingen

Dan hebben we nog de muziekscholen. Daar zijn er overigens nog maar 100 van maar hetzelfde recept als bij de zwembaden: ouders zitten daar telkens op hun kroost te wachten. Maak er een IDO van! Met de slogan: 'Fluitend je formulier invullen' kunnen we ook daar prima diensten verlenen. De naam van deze IDO's? De DO-RE-M-IDO's!

En in tegenstelling tot het kleine aantal muziekscholen, kennen we dan wel weer een hele hoop GGZ-instellingen, ruim 2.000! Of er een causaal verband zit tussen weinig muziek maken en de geestelijke gezondheid, is niet bekend, maar de verhouding is wel scheef. Dat is iets voor een andere column. 

Maar goed, ook op die GGZ-instelling is prima een IDO te organiseren. Met de slogan: 'Er moet wel een draadje los zitten als je de digitale overheid begrijpt'  moet men toch als vliegen op de stroop af komen.  Dus ja, ook deze paranoIDO's worden een groot succes. 

En hup weer ruim 2.000 IDO's erbij. Begint uw eigen succes met die 650 IDO's al een beetje ongemakkelijk te voelen? Prima, dan ga ik nog even door. Want ik ben nog lang niet klaar.


Van tuxedo naar tuxIDO en door naar FormIDO

Want wat zijn nog meer van die plekken waar je lang moet wachten? Precies, kledingwinkels! 'Ik pas nog even dit, ik pas nog even dat', hoort u telkens van uw partner. En jij maar wachten. Je had ondertussen wel wat anders kunnen doen! Precies: een formulier invullen bijvoorbeeld. Nederland telt bijna 14.000! kledingwinkels. Dus van tuxedo naar tuxIDO zou ik zeggen. 

En ja, als je daar eenmaal aan begint dan ruiken nog meer commerciële partijen een kans. Want een IDO in je winkel is dan plotseling een 'unique selling point'. Dus die Doe-Het-Zelf-zaak met bijna 100 vestigingen meldt zich ook: precies de FormIDO. En de slogan? Pleister met ons uw formulier vol!

CupIDO's en LibIDO's

Tja, leuk en aardig maar net als laaggeletterdheid is digibetisme iets waar je je voor kunt schamen. Voor veel mensen is een zwembad, een doe-het-zelf-zaak of kledingwinkel dus té openbaar. Ook daar hebben we wat op gevonden. Diezelfde schaamte vindt je ook nog steeds bij het bordeelbezoek. En als de privacy ergens goed geregeld is, is het daar wel. Dus ook de 300 privéclubs zijn dus een mooie plek voor een IDO. Die noemen we natuurlijk de CupIDO's. Het is weliswaar betaalde liefde, maar toch. De slogan kunt zelf nu wel verzinnen toch? Precies: u formulier klaar in een wip!

Dan zijn er nog een paar grote postordebedrijven voor Viagra. Want hoewel de bordelen wel een goed privacy bieden, is het voor velen toch niet een laagdrempelige instelling. Die online webshops zijn dan misschien nog een uitkomst. Op die sites kun je ook prima IDO-dienstverlening aanbieden. Die heten dan natuurlijk de LibIDO's. 

Onderwereld en bovenwereld verbinden

En tot slot is het ook zaak om de onderwereld dezelfde rechten te geven als de bovenwereld. Want ook al die criminelen die elke dag voor ons klaar staan verdienen een eigen IDO. Want het is nog niet eenvoudig om veel zwart geld wit te wassen. Ook daar kunnen we natuurlijk bij helpen. Zo zijn er nog zo'n 350 honken van motorclubs in Nederland en ook daar is een IDO op zijn plek.  Hun naam? De malafIDO's. 

Kansen, kansen, kansen

U ziet, ik zit al met gemak op 13.000 IDO's En er zijn nog veel meer kansen. Wie overlijdt krijgt bijvoorbeeld veel met de overheid te maken. Een IDO op een kerkhof is dus geen overbodige luxe: het genecIDO. Een IDO bij de tandarts: het fluorIDO of een IDO bij de kapper tijdens het blonderen: het waterstof peroxIDO. 

Kansen die u allemaal nog niet verzilverd hebt. Dat u dus een feestje viert met een Nationale IDO-dag is dus wel erg voorbarig met die schamele 650 IDO's.  In uw werkelijkheid is het veel, in mijn werkelijkheid nog maar een begin.

Zullen we dus maar afspreken dat we er nu echt werk van gaan maken? En op gaan naar die 13.000 IDO's? Twintig keer meer dan die 650 van u op dit moment. 

U snapt, ik heb het ook allang zo geregeld in Oppendam.... En u begrijpt mijn structurele financiering is dus ook twintig keer zo hoog als die van u. En dan tel ik de provisie van het witwassen in het malafIDO en de sponsorbijdrage van de formIDO natuurlijk nog niet mee. 

Ik snap het, u bent weer jaloers. Hup dus, aan het werk! En mijn streven? Iedere inwoner zijn eigen IDO! Pas dan zijn we klaar. 

De column van Van Swelmen is gebaseerd op het slotwoord van Mark Deckers bij de nationale IDO-dag op 14 maart 2023 in het MediaPlaza in Utrecht. Op veler verzoek publiceren we deze hier in deze vorm.

zondag 12 maart 2023

Koester uw bibliothecarissen en koester uw collecties : een tweeluik over passie en ratio : deel 2, de ratio


Zes feiten, twee anekdotes en vier observaties
De vorige keer preekten we de passie over bibliothecarissen en de collecties. Dit naar aanleiding van het boek: Geheugen, geschiedenis, beschaving van Mira Feticu. Met een lichte mijmering over de liefde voor boeken en over bibliothecarissen als dé personen die die liefde voor boeken kunnen uitdragen. Een liefde die we misschien wel wat zijn kwijt geraakt. En ik betoogde toen ook hoe elk boek een vorm van zelfontwikkeling in zich draagt. Een blog vol passie. Maar na de passie volgt nu de ratio. Is het inderdaad zo, dat we veel zijn kwijt geraakt?  Een wat langer artikel langs zes feiten, twee anekdotes en vier observaties. Maar wees gerust: we eindigen weer met de passie. 

Anekdote 1: Over de bibliotheek van mijn jeugd
Ik groeide op in het kleine dorpje Neede in de Achterhoek. Het dorp had een bibliotheek waar ik op mijn zesde lid van werd. Voor mij was die bibliotheek een schatkamer met in mijn ogen een grote jeugdbibliotheek, een grote volwassenbibliotheek en jawel, een grote platencollectie. Was het ook echt een grote collectie? Het antwoord is ja en nee. Ja, in mijn ogen was het een grote collectie. Ik dwaalde langs de boeken. Pakte daar iets over geschiedenis, nam een boek mee over scheikundeproefjes en las voor het eerst Remco Campert. Ik kende geen grotere bibliotheek dan die van Neede. En het antwoord is tegelijk ook nee. Nee, want Neede was een kleine bibliotheek. Maar elke bibliotheek, hoe klein ook, heeft de potentie in zich om leesplezier te ontwikkelen. Zelfs vanuit mijn privébibliotheek met echt niet zo heel veel boeken, kan ik anderen enthousiast maken voor een boek. 'Does size matter?', nou, dat is dus nog maar de vraag.

Feit 1: de collecties zijn flink kleiner geworden

Genoeg gemijmerd. Hup, naar de feiten. En om maar met de deur in huis te vallen: inderdaad, de collecties zijn flink kleiner geworden., zoals u hierboven al zag. Daar is geen speld tussen te krijgen. In 1999 hadden bibliotheken gezamenlijk nog zo'n 43 miljoen boeken en andere media. In 2021 waren er daar nog zo'n 23 miljoen van over. Een teruggang met 19 miljoen exemplaren, 43% van de hele collectie is. Weg, foetsie, verdwenen. Probeer je een bibliotheek met 19 miljoen boeken voor te stellen. Dat is een heeeele grote bibliotheek. Dus ja, er is veel minder collectie. 

Maar er is meer.

Feit 2: er wordt veel minder geleend (en gelezen)

Collecties  van openbare bibliotheken zijn altijd gekoppeld aan het feit hoeveel gebruik er van wordt gemaakt. Het zijn in principe geen bewaarcollecties, uitzonderingen daargelaten natuurlijk. Als er meer gelezen wordt, heb je meer boeken nodig. Wordt er minder gelezen dan.... vooruit, dan heb je eigenlijk minder boeken nodig. 

Werd er minder geleend en gelezen de afgelopen 20 jaar? Eh ja, nogal. In 1999 nog 158 miljoen uitleningen en in 2019, het laatste jaar voor Corona, nog zo'n 63 miljoen. Een teruggang van zo'n 95 miljoen uitleningen. Ook dat is veel. En meer zelfs dan teruggang in collecties. Want waar de collectie met 43% terugliep, liepen de uitleningen met 60% terug. 

Conclusie is dan ook dat Nederland massaal wat anders is gaan doen dan boeken lezen. Zien we dat terug in bibliotheken? Ja, inderdaad. Ook in bibliotheken komen meer bezoekers en minder leners. De bezoekersaantallen stijgen terwijl de uitleencijfers dalen. Niet alleen de maatschappij is veranderd maar ook de bibliotheek is veranderd. Letterlijk en figuurlijk. 

Feit 3: het rendement van een boek liep terug

Het rendement van een collectie wordt uitgedrukt in de uitleenfrequentie. Dat getal zegt hoe vaak een gemiddeld boek of ander medium is uitgeleend per jaar. In 1999 werd een boek nog gemiddeld 3,7 keer per jaar uitgeleend. Dat betekent dat een boek bij een uitleentermijn van drie weken zo'n 11 weken per jaar bij een lezer thuis is en 41 weken in de kast wacht op een nieuwe lezer.

In 2017 was deze uitleenfrequentie gezakt naar 2,6. Dat betekent dat een boek nog 8 weken per jaar bij een lezer en zo'n 44 weken in de kast staat. Het rendement per aangeschaft boek daalde dus met zo'n 28%.  Met 60% minder uitleningen en 40% minder collectie hebben bibliotheken het dus gepresteerd om hun uitleenrendement maar 28% terug te laten lopen. De managers onder ons kunnen tevreden zijn, de boekenliefhebbers onder ons huilen om het bloedbad. Beiden met dezelfde feiten.

Feit 4: het aantal leden daalde een stuk minder


Als de uitlening met 60% daalt, zou je denken dat je ook wel veel leden kwijt raakt. Want dat lidmaatschap van de bibliotheek geeft toch vooral toegang tot de collectie. Nou, dat valt dan weer alleszins mee. Bibliotheekleden zijn behoorlijk trouw, ook als het lenen wat terugloopt, blijven ze lid en velen zullen ondertussen ook weer andere zaken dan uitlenen hebben ontdekt in de bibliotheek. 

Maar toegegeven, het liep wel degelijk terug. In 1999 nog 4,3 miljoen leden en in 2021 nog 3,3 leden. Een terugloop van een miljoen en per saldo ongeveer 22%. Maar houd er ook rekening mee dat Nederland in die periode nog ongeveer met twee miljoen inwoners steeg. 

Feit 5: Het gezamenlijke netwerk vangt op wat lokaal niet is 

Nu kun je denken: veel minder boeken dus dat zal wel een uitbreiding betekenen van het IBL. Ik moet eerlijk zeggen dat ik die cijfers niet heel makkelijk scherp krijg. Deels komt dat door corona - wat de cijfers wat vertroebelt over de laatste jaren - deels doordat ik de cijfers over de jaren heen niet zo makkelijk te pakken krijg. Ik ben dus wat voorzichtig met de cijfers.

Over 2021 - een jaar met veel sluiting en beperkt gebruikt - zag het er als volgt uit.

In het gezamenlijke collectieplan zijn hiervoor normen afgesproken. Een bibliotheek moet het overgrote deel van de uitleningen uit eigen collectie kunnen afhandelen. In dit plan is dan ook de afspraak dat 95% van de boeken of andere media uit eigen collectie moet komen en dat 99,9% van de klantvraag binnen de provincie moet worden afgehandeld. Het netwerk schuurde in 2021 tegen die norm aan. In de regel haalt men dit dus. Maar het is wel zaak dit cijfer te volgen en met elkaar dan ook te acteren. 

Eindconclusie van dit lijstje kille feiten  over collecties is dus dat er minder lezers zijn en dat die lezers dus ook nog een minder lenen. Vanuit oogpunt van efficiënte inzet van publieke middelen heeft het management van bibliotheken prima en zelfs nog enigszins mild gehandeld. Op basis van de cijfers had je nog harder kunnen ingrijpen. 

Ik zei al, het wordt dit keer rationeel. Want met je hart kun je daar heel iets heel anders bij voelen. 

Anekdote 2: Hoe de CD verdween uit de bibliotheek

In 2013 ging ik aan de slag als kwartiermaker van het team Centraal Collectioneren in Gelderland. Achttien bibliotheekstichtingen, met 91 bibliotheekvestigingen, zouden voortaan gezamenlijk hun aanschaf doen. Het was een leuke tijd met veel pionierswerk. Eén van de zaken was om te weten wie nog welke soorten media wilde hebben. Wie had er bijvoorbeeld nog CD's? Wat bleek: van die 91 bibliotheekvestigingen hadden er nog maar twee een CD-collectie. En dat waren zeker niet de grootste bibliotheken: Ermelo en Wageningen. Daar schrok ik toen van. Ieder had voor zich afzonderlijk de beslissing genomen de CD's maar weg te doen. Met als gevolg dat Wageningen en Ermelo relatief veel aanvragen hiervoor kregen. Waar iedereen verantwoordelijk is voor de collectie, is dus uiteindelijk niemand verantwoordelijk.

Goed, weer genoeg gemijmerd. Gaan we nu nog eens kijken naar wat feiten rond de bibliothecaris. 

Feit 6: Het aantal medewerkers 'op de vloer' daalde flink en werd breder ingezet


Na 2010 begon de bankencrisis door te werken in het gemeentefonds en werd er driftig bezuinigd op bibliotheken. Gevolg was een afname van het aantal medewerkers bij bibliotheek. Tussen 2010 en 2013 is een vijfde van het bibliotheekpersoneel verdwenen. Een op de vijf medewerkers weg! Er werden creatieve oplossingen gevonden om toch ruim open te zijn door inzet van zelfbediening en vrijwillige inzet van gastheren en gastvrouwen. 

Minder gekwalificeerde mensen en meer open. Iemand noemde dat de homeopathische verdunning van expertise op de werkvloer. Was dat fout? Nee, dat was de enige optie op dat moment. Er was geen keus. Het was dát of sluiten. Maar het is eerlijk om te erkennen dat dat iets kan doen met je dienstverlening. 

Maar er is meer. Er is namelijk in diezelfde periode een enorme taakverbreding geweest. Zo kwam er meer aandacht voor programma's als de Bibliotheek op school en programma's voor basisvaardigheden. Allemaal mooie en goede ontwikkelingen maar ook die zijn ingepast in een tijd dat bibliotheken dus ook 25% van hun formatie kwijt raakten. 

Er is geen exact overzicht te maken van de de formatie die hierin is gaan zitten en die dus niet meer direct op de werkvloer beschikbaar was. Maar je kunt wel een benadering maken. Bij BibliotheekInzicht op BNetwerk kun je in de dashboard van de Bibliotheek op school en Basisvaardigheden zien hoe het aantal FTE zich heeft ontwikkeld sinds ongeveer 2016.  Als je die inpast in bovenstaande grafiek dan zie je het volgende. En ik denk dat dit nog maar een hele beperkte weergave is. De formatie die naar programma's is gegaan is breder dan die je hieronder ziet.


Terwijl het werk op de 'vloer' steeds breder werd door verdere samenwerking met andere organisaties en met nieuwe taken rond Belastingdienst en IDO nam de formatie dus niet toe maar eerder af. Overigens kom je het woordje bibliothecaris in bibliotheekfuncties dan ook bijna niet meer tegen. Er zijn bibliothecarissen die tegenwoordig 'specialist uitvoering' heten. Verwonder u zelf en kijk even op de site van Culturele Vacatures bij bibliotheken en zie dat we van alles zoeken maar niet één bibliothecaris. 

En nogmaals: ik ben groot voorstander van samenwerking met andere organisaties en nieuwe rollen voor de bibliotheek. Vooral mee doorgaan dus. Maar kan het zijn dat we door al die drukte, de liefde voor boeken op de vloer een beetje zijn kwijt geraakt? 

En dat laatste is geen feit maar een vraag. En met die vraag stop ik even met de feiten. Wat zien we nu echt en wat moeten we ermee? En kom ik tot vier observaties.  

Observatie 1: Elk boek is een vorm van zelfontwikkeling
Boeken, tijdschriften, kranten, ebooks en luisterboeken zijn stuk voor stuk een vorm van zelfontwikkeling. Het maakt niet uit wat je leest maar dat je leest is al een vorm van ontwikkeling. Het is een oefening in concentratie en een oefening in taal. Elk boek past daarmee in een programma van leesbevordering of basisvaardigheden. En om eerlijk te zijn, we bereiken nog miljoenen met die collectie. Dag in, dag uit. Kortom, collectie en programmering zijn fantastische aanvullingen op elkaar en beide nodig. De klassieke bibliotheek staat niet tegenover de maatschappelijk educatieve bibliotheek maar is daar een dragend onderdeel van.

Observatie 2: Begin bij passie: over hoe rationeel collectioneren en passie samengaan
Of een bibliotheekmedewerker met passie over zijn of haar collectie kan praten heeft maar heel beperkt iets te maken met de omvang van de collectie. Ik kan met passie mijn boekenkast aanbevelen omdat ik hou van de boeken die er in staan. Natuurlijk kun je specifieker adviseren met meer boeken. Maar wie graag grotere collecties wil hebben moet vooral zorgen dat die gebruikt worden. En daar helpen gepassioneerde medewerkers bij. Begin dus bij de passie en niet bij de omvang. Maar geef medewerkers ook de ruimte om die passie te ontwikkelen en in te zetten.

Observatie 3: De 'vloer' verdient meer aandacht
Wie de bezuinigingen van de afgelopen vijftien jaar heeft meegemaakt, ziet dat het er flink geschraapt is in bezettingen. Meer met minder tijd of meer met minder kwaliteit. Extra formatie ging naar programma's en niet naar de vloer. Zakelijk allemaal de juiste keuzes. Het heeft ons gebracht waar we nu staan. Dat had ook heel anders kunnen zijn. Het wordt om meerdere redenen weer tijd om te investeren in die 'vloer'. De verblijfsfunctie en bezoekersaantallen (en wat die mensen dan doen) wordt steeds belangrijker. De functie wordt steeds breder en vraagt daardoor meer tijd en kwaliteit. Investeer in kwantiteit en kwaliteit. Ruimer open met meer personeel en zorg dat medewerkers ook een beetje kunnen doorgroeien op de vloer en niet wegvluchten in banen achter de schermen.

Observatie 4: Iedereen is verantwoordelijk en dus is niemand verantwoordelijk 
Met snel teruglopende collecties kan het niet anders dan dat collectieonderdelen geminimaliseerd worden of verdwijnen. Het voorbeeld van de CD-collectie is tekenend. Enkele jaren geleden speelde precies hetzelfde maar toen landelijk. Toen de sector moest beslissen over de collectie van Muziekweb, keek iedereen even een andere kant op, in de hoop niet op te hoeven draaien voor de kosten van behoud van die collectie. Iets soortgelijks dreigt nu voor bladmuziek, DVD's en dergelijke. Waar de collectie overgaat van een gebruikscollectie naar een bewaarcollectie ontstaat een schimmig grijs gebied, waar niemand graag wil zijn. Want wie zich daar bevindt moet namelijk de kosten dragen. We willen allemaal graag een Collectie Nederland maar niemand wil de rekening van gezamenlijkheid. Systemisch klopt hier iets niet. Tot op provinciaal niveau lukt dat op veel plekken nog wel met 'clearing houses' en achtergrondcollecties maar daarna lossen collecties op in het niets. 

En dan hebben we het nog niet gehad met het feit dat digitale collecties - buiten ebooks en luisterboeken - nog steeds onvoldoende geïntegreerd zijn in bibliotheken en dat zoeksystemen eigenlijk mateloos achter blijven. 

Anne van den Dool, die ik in het eerste deel citeerde, heeft zeker een punt dat hier zowel fysiek als digitaal iets moet gebeuren.

Koester uw bibliothecarissen en koester uw collecties
En daarmee beëindigen we dit tweeluik. Ik vond het een ongemakkelijk onderwerp om eerlijk te zijn. Maar ook ongemakkelijke onderwerpen verdienen aandacht en dialoog. 

Ik eindig met mijn beginzinnen: Koester uw bibliothecarissen en koester uw collecties! En met passie en ratio, voeg ik er aan toe. Met die ratio zit het op veel punten wel goed maar er zijn zeker onderdelen voor verbetering aan te wijzen. De passie mogen we zeker breder opstoken. Er is nog veel te zeggen en er zijn nog veel meer onderwerpen aan te stippen. 

De bezuinigingen van de afgelopen vijftien jaar en het tegelijkertijd innoveren langs programmatische lijnen heeft zijn tol geëist van medewerkers die 'gewoon' in de bibliotheek werkten. Smalle marges, weinig tijd maar wel ruim open. We gaan de komende jaren investeren in de verblijfsfunctie van bibliotheken. Wat mij betreft horen daarbij ook extra investeringen in breed inzetbare bibliothecarissen die met passie en aanstekelijk enthousiasme met bezoekers omgaan.

De Boekenweek is ondertussen begonnen: de hoogmis van het boekenvak. Geen beter moment om de passie te preken voor het boek en de bibliothecaris!

zondag 5 maart 2023

Koester uw bibliothecarissen en koester uw collecties : een tweeluik over passie en ratio : deel 1, de passie

De afgelopen dagen las ik het boek 'Geheugen, geschiedenis, beschaving' van Mira Feticu. De ondertitel luidt: een lofzang op bibliotheken. Een boek dat hier natuurlijk niet kan ontbreken. Het boek bracht me terug naar de tijd dat ik zelf nog als bibliothecaris actief was. 

Ik werkte in een leuk team met collega's in de bibliotheek in Deventer. Elke bibliothecaris met een eigen expertise. Goos die alles wist over romans en ooit in het nieuws kwam omdat hij een zeldzaam dichtbundeltje had afgeschreven die een journalist voor een gulden kocht op de boekenmarkt. Of Roelie, de mater familias van het team, die zo'n brede ontwikkeling had waar ik alleen maar van kon dromen als broekie. Jos, die alles wist over muziek en hoe je eraan kon komen. En Annelies en Hannie die alles wisten over jeugd- en jongerenliteratuur. Leuke tijden waar je elke dag een min of meer publiek figuur was tussen honderden stadsgenoten. Op straat werd je herkend als de meneer of mevrouw van de bieb. 

Over dat alles en meer schrijft Feticu ook in haar boek. Ze neemt je mee van maandag tot vrijdag en ook nog door het weekend en wat ze dan meemaakte in de bibliotheek. Meemaakte inderdaad, in verleden tijd, want ze is weg bij de bibliotheek en wijdt zich volledig aan het schrijverschap. En dat ze weg is geeft haar ook wat ruimte. Want hoewel ze lyrisch is over collecties en bibliothecarissen is ze minder te spreken over het management van de bibliotheek. 

Het deed mij besluiten om een tweeluik te maken over: 'Koester uw bibliothecarissen en koester uw collecties'. Een tweeluik over passie en ratio. En vandaag gaan we het hebben over de passie aan de hand van het boek van Feticu. 

Koester uw bibliothecarissen

Wie het boekje doorleest van Feticu komt veel situaties tegen waarin bibliothecarissen een veel bredere rol spelen in de samenleving dan menigeen denkt. De hele samenleving komt voorbij in een bibliotheek. De succesvolle maar ook de minder succesvolle mensen. Dieter is zo'n voorbeeld waar het leven minder voorspoed kent. 'Dieter zag je al van verre aankomen: groot, dik, rauw en met een enorm hoofd, vastgezet op een enorm lichaam. Eén been korter dan het andere en misvormd.  ... Ik weet niet welk syndroom hij had, maar dat was bijzaak. In de bibliotheek was hij gewoon Dieter. Wat naast zijn enorme lichaam opviel, was zijn kinderlijke nieuwsgierigheid en drang naar aandacht. Als je hem zag aankomen wist je dat je een uur lang met hem bezig zou zijn. Soms, als het heel druk was moesten we tegen hem zeggen: "Dieter , wacht even, ga even opzij tot ik deze mensen heb geholpen en daarna kom ik terug bij jou." Dan ging hij opzij, glimlachend als een vosje. ... We mochten Dieter wegsturen, maar dat deden we niet. ... Ik gaf hem soms een bekertje chocolademelk uit de koffieautomaat. Ik bewonderde zijn kracht om te willen zijn ... Elke bibliotheek heeft Dieters.'

En dat bibliothecarissen een gouden hart hebben, laat ze  zien als ze schrijft over kinderen op de jeugdbibliotheek die 'gedumpt' worden door hun ouders die daarna zelf gaan winkelen. 'Het  is meermalen voorgekomen dat ik zaterdags om zes uur, een uur na het sluiten van de bibliotheek, buiten, hand in hand met een huilend kind, op een moeder stond te wachten. En geen enkele keer zei zo'n moeder iets als: "O, sorry, ik was de tijd vergeten." Andere dingen zeiden ze wel, woorden uit een taalregister dat ik minder goed kende.'

Ook schrijft ze menigmaal over hoe ze lezers aan het juiste boek helpt maar ook hoe vakkennis over boeken terugloopt En ook haar eigen ontwikkeling in Nederland - ze komt uit Roemenië - heeft ze te  danken aan bibliothecarissen. 'Ik had geen betere start in de Nederlandse maatschappij kunnen maken dan in de bibliotheek. ... Elke ochtend ging ik met collega's koffiedrinken en hoewel ik moeite had om alles te verstaan, mocht ik er zijn. De bibliotheken was een kleine wereld, met goede en minder goede dingen. Voor mij was het ook een familie. Er werkten vooral bibliothecaresses die tij voor elkaar en voor de klant hadden. Je wist bij wie beleefdheid echt beleefdheid was, en wie de poortjes naar ware menselijkheid kenden. De bibliotheek was voor mij vaak een warm bad.'

Het beeld dat blijft hangen is hoeveel vooruitgang mensen wordt geboden. Niet alleen omdat elk boek een vorm van zelfontwikkeling kan zijn voor het individu maar ook welke waarde er zit in gedreven en gepassioneerde mensen in een publieke ruimte voor een samenleving als geheel. Bibliothecarissen als pleister en springplank voor iedere inwoner.

Koester uw collecties

Het hoofdthema van het boek is toch wel om de collecties te koesteren en het boek in het bijzonder.  'Misschien worden we van boeken niet gelukkiger, maar wel betere mensen. Als je de schoonheid van de wereld niet ziet wanneer je wakker wordt, krijg je nog een kans via boeken. Een boek is een menselijke poging om de goddelijke schepping te evenaren.'  Kijk met zo'n citaat ben ik gelijk wakker. En ik vind het prachtig om naar bibliotheken te kijken als een boekenkast waaruit miljoenen een boek lenen waarvan we nog niet weten hoe het gaat uitwerken in een leven. En eerlijk gezegd: door alle vernieuwingen zijn we zeker dat gevoel met elkaar wel wat kwijt geraakt. Het is daarom ook goed dat Feticu hier op wijst. Als bibliothecaris probeerde ik me altijd voor te stellen dat één op de honderd boeken een leven zou veranderen. En als ik dan stond te kijken naar de uitlening probeerde ik me voor te stellen, wie van de mensen die ik zag met een stapel boeken nog niet wist dat zijn of haar leven een wending zou nemen door het boek dat hij of zij zou gaan lezen. 

Feticu heeft dan ook - vanuit haar passie -  grote moeite met het feit dat er - soms grootschalig - boeken worden verwijderd uit collecties. En ze hekelt de afschrijfdrift van bibliotheken. Ze werkte lang bij de bibliotheek in Den Haag die om deze reden ook in het nieuws kwam. 'Wij in het Westen hebben er geen moeite mee boeken bij het vuilnis te zetten of erger, we gooien ze direct in de container. In andere landen lopen ezels dagenlang door de bergen om kinderen die op afgelegen plekken wonen te voorzien van boeken. Gepensioneerde mannen die hun motor tot mobiele bibliotheek hebben omgebouwd, rijden het hele land door om boeken naar verlaten dorpen te brengen.' 

En 'Ik droom van betere boekenselecteurs, van meer gespecialiseerde mensen met liefde en respect voor boeken. Van mensen die misschien minder kopen en minder afdanken. Die weten dat je met een weggegooid boek een wereld weggooit die een ander kennis, geluk of rust had kunnen geven.'

Rationeel kan ik hier van alles tegen in brengen maar dat doe ik niet. Dit is daar niet de plek voor. Het is goed om af en toe de woorden wat tot je door te laten dringen en jezelf een vraag te stellen: 'Gaan we inderdaad niet te makkelijk om met de afgeschreven boeken? Moeten we dat toch niet anders doen?  

Ten diepste zegt Feticu dat boeken vrienden zijn. Vrienden die rustig op je wachten  en die je soms meer vertellen dan je echte vrienden. En net als vrienden, kom je boeken soms op de gekste plaatsen tegen. 'Hoeveel mensen hebben (als bijzondere leeservaring) niet ooit in hun leven een verdwaald boek gelezen, gevonden in een kleder of op een station of in een willekeurige hotelkamer of in een of andere stoffige boekhandel in een willekeurige stad? Hoe vind je als alles wordt gedigitaliseerd in de nog zo'n verloren boek dat ergens op jou ligt te wachten. Boeken zijn de puzzelstukjes van een magische hemel, het internet is een laaghangend plafond.' Boeken zijn de puzzelstukjes van een magische hemel. Ik smul ervan.

Een sneer naar het management

Maar hoe lyrisch Feticu is over boeken en bibliothecarissen, zo gedesillusioneerd is ze over het management van bibliotheken. De kloof tussen mensen op de 'vloer' en de managers beschrijft ze vanuit een perspectief dat je niet vaak hoort: 'de vloer' zelf namelijk. Het is goed om je te realiseren dat het haar eigen ervaringen zijn en dat ze het aandurft om flink te generaliseren. Maar ook hier geldt, het is een geluid dat vaak niet gehoord wordt en goed om te lezen en jezelf een spiegel te durven voorhouden. 

'Een bibliotheek kan niet bestaan zonder de bibliothecaris, ook al willen de beleidsmakers van tegenwoordig ons doen geloven dat dat wél zou kunnen. Degenen die dit menen zijn de zombies die zich verschuilen op de hoogste verdiepingen. Ik adviseer u naar hen te kijken alsof het gewone mensen zijn. En zie wat ik zie: een man of vrouw die niet zelden de eigen medewerkers minacht, in een pak rondloopt dat is goedgekeurd door de gemeente, met daarboven een hoofd dat is goedgekeurd door de geldschieter. ... Wat weet zo'n manager van het hart van de bibliotheek?'  En dan moet het boek eigenlijk nog goed en wel beginnen als deze zin voorbij komt. Ik denk en hoop dat wat Feticu beschrijft over management in bibliotheken niet de norm is. En toch is het goed dat ze het opschrijft. Want ook ik ben zo'n beleidsmaker die ze beschrijft en voor mij is het een spiegel of ik wel voldoende verbonden blijf. Maak ik niet te mooie verhalen voor de politiek? Schieten mensen er ook echt wat mee op? 

Nog een hartenkreet

Waar Feticu haar hartenkreet letterlijk vanuit de dagelijkse praktijk - van maandag tot zondag - schreef, las ik deze week nog een hartenkreet maar vanuit een meer beleidsmatige hoek. Het gaat om Anne Louïse van den Dool, die je als schrijver van menig beleidsstuk of interview al wel tegen kunt zijn gekomen. Zij schrijft op LinkedIn:

Sinds ik bijna zes jaar geleden de bibliotheeksector binnenstapte, is er veel veranderd - ook op collectiegebied. Toen zorgde de focus op alle andere kernfuncties ervoor dat de collectie naar de achtergrond verdween. Boekenkasten moesten opzij en budgetten krompen schrikbarend.

Vandaag de dag lijkt iedereen die ik spreek het belang van de collectie eindelijk weer te meer voelen. Toch hebben we nog niet de structuur weten te creëren die nodig is om de collectie te laten meevaren op de koers van de maatschappelijk-educatieve bibliotheek. Er is nog geen partij die zich verantwoordelijk voelt voor de landelijke fysieke én digitale bibliotheek, en die de inhoud van die collectie bewaakt, afspraken maakt over samenwerking tussen organisaties en werkgroepen organiseert waarin belangrijke onderwerpen verder worden uitgediept, zoals de omgang met de longtail, metadatering, roulatie en floating, diversiteit en inclusie en het samenspel tussen collectie en programmering.'

Haar beeld sluit heel erg aan bij mijn beeld: elk gelezen boek - welk boek ook - is een vorm van zelfontwikkeling. En daarom passen boeken en collecties nog heel erg in een maatschappelijk educatieve bibliotheek. Ze zoekt naar meer landelijke eenheid en aandacht voor die collectie. De aandacht voor collectie drijft te veel op lokale passie en te weinig op landelijke inbedding. Nu laat passie zich lastig voorschrijven maar ik denk dat ik wel snap wat ze bedoelt en ze wil zich hiervoor inzetten. Dit soort gepassioneerde mensen moet je koesteren als sector. 

Verliefd op boeken

Het boek van Feticu is wat mij betreft vooral een wake-up call voor liefde voor boeken en liefde voor diegenen die die liefde mogen uitdragen. Die personen die die liefde voor boeken mogen uitdragen heten bibliothecarissen. En ja, die doen veel meer dan die liefde uitdragen. En ja, die hebben de afgelopen tien jaar veel verandering over zich heen gehad. Daarover de volgende keer meer in de ratio.  

In alle belangrijke dingen die we doen, is het belangrijk om die liefde voor boeken niet te verliezen. Ik heb het boek van Feticu met veel plezier gelezen. Een boek om weer verliefd op boeken te worden. En daarom een aanrader dus voor iedereen die in de bibliotheek werkt. Je hoeft het niet altijd met haar eens te zijn om toch die liefde weer te voelen.

Leest u de komende week dit boek - u leest het echt zo uit - dan kom ik de volgende week terug met de ratio en met wat we nou moeten met dit tweeluik.

zondag 26 februari 2023

Waar kunnen volwassenen gratis lid worden van de bibliotheek en de zoektocht naar een nieuw model voor lidmaatschap

Bij een groeiende groep bibliotheken kunnen ook volwassenen gratis lid worden. Wel vaak met beperkingen in gebruik of op leeftijd. Ik besloot eens op een rijtje te zetten hoe groot het fenomeen is en wat we er al over kunnen vertellen. De afgelopen dagen vroeg ik rond op social media bij welke bibliotheken dat al het geval is. Ik heb dus niet de pretentie dat bovenstaande kaart al volledig is. 

Voor de jeugd tot 18 jaar was per 1 juli 2022 al een wettelijke verplichting van kracht geworden om altijd gratis lid te kunnen van de bibliotheek. En voor veel bibliotheken was dat ook al gemeengoed. Maar een aantal bibliotheken gaat een flinke stap verder: door de leeftijd van het gratis lidmaatschap te verhogen om door zelfs voor iedereen het lidmaatschap gratis te maken. 

De start van gratis lidmaatschap

Want leden vasthouden na het gratis lidmaatschap tot 18 jaar is wel een dingetje bij bibliotheken. Hierboven zie je namelijk wat er in ons land gebeurt zodra we met 18 jaar onze inwoners feliciteren met hun verjaardag en zeggen dat ze vanaf nu moeten betalen voor de bibliotheek. Het aantal leden decimeert. 

En ook het aantal betalende leden als geheel loopt al jaren terug in bibliotheken. Laten we ook daar  de cijfers er maar eens bij pakken. Aan het eind van de vorige eeuw kenden de openbare bibliotheken nog 2,3 miljoen volwassen (en betalende) leden. Twee decennia later is dat teruggelopen naar 1,2 miljoen volwassen. Bijna de helft. En dat terwijl de bevolking in die periode nog met een paar miljoen is gegroeid. Dat bibliotheken dus zoeken naar nieuwe wegen is dus niks te vroeg.

De Boekenberg nam  het initiatief

De Boekenberg in Spijkenisse is wellicht het bekendste voorbeeld waar men het gratis lidmaatschap een flink eind oprekte. In 2017 veranderden zij al de abonnementenstructuur waardoor iedereen tot 30 jaar gratis lid was van de bibliotheek. Door het gratis lidmaatschap te verlengen naar 30 jaar verliest een bibliotheek nauwelijks inkomsten maar blijven ze wel lid. 

Het aantal leden nam snel toe bij de Boekenberg. En niet alleen met gratis abonnementen - die je recht geven op 12 uitleningen per jaar - maar ook in duurdere abonnementen van mensen die toch overstapten vanuit het gratis abonnement. 

Kijk maar even wat er bij hen gebeurde terwijl in de rest van Nederland de leden aan het dalen waren. 


Waar in Nederland de aantallen stap voor stap daalden, stegen ze bij de Boekenberg explosief. Sommigen zullen dit window-dressing noemen: het makkelijk oppoetsen van aantallen door abonnementen weg te geven. Ik ben daar heel voorzichtig in om  het zo te noemen. De Boekenberg doet dit namelijk heel doordacht met een visie en monitort de effecten nauwkeurig. Het gaat ze om veel meer dan alleen de aantallen.

In een evaluatie in 2019, waar ik toen ook over schreef, werden verbluffende groeicijfers getoond maar bleek ook wat de uitgangspunten waren voor deze verandering:

  • "Geen financiële drempels voor onze basisdienstverlening, waardoor meer bereik.
  • Een gratis basisdienstverlening sluit aan bij de brede, maatschappelijke bibliotheek die we willen zijn. 
  • Als alle gebruikers van onze (veranderende) dienstverlening lid zijn, kunnen we veel beter monitoren wat ze komen doen. Dat is de basis voor een langdurige relatie met meer klantparticipatie, wat leidt tot meer innovatie van de dienstverlening.
  • Zo kunnen we monitoren en beter zichtbaar en meetbaar maken wat ons maatschappelijk rendement is, waarom we ertoe doen. 
  • Het maakt de weg vrij te gaan werken met verschillende aspecten van het freemium verdienmodel, waardoor op termijn een stevige financiële basis van de bibliotheek."

En hoe doen andere bibliotheken dat?

Hoe doen de andere bibliotheken dan de Boekenberg dit?  Hierboven zie je alle verschillende vormen van gratis lidmaatschap boven 18 jaar. Je ziet dat er twee criteria zijn waarop ze verschillen: 1) tot welke leeftijd is het gratis en 2) met welke condities. 

De Plataan en Bibliorura zijn gestart met het oprekken naar 21 jaar. Bij Bibliorura is dat een volledig bibliotheekabonnement terwijl het bij de Plataan een beperkt abonnement is. Zo'n abonnement met beperkingen is dan vaak ook een soort vangnet voor de bibliotheek om toch in contact te kunnen blijven met deze jong volwassenen. Nu is een paar tientjes voor de bibliotheek wellicht veel geld maar als ze wat ouder zijn, stappen ze wellicht toch weer in. 

Rozet gaat nog een stapje verder dan Bibliorura en kent een volledig abonnement tot 24 jaar. Een paar steden verder, in Zutphen en omgeving bij 'BIJ de bieb' kun je gratis lid zijn tot 30 jaar maar betaal je wel altijd € 3,- leengeld per item. Echt gratis is dat natuurlijk niet meer want elk gebruik zal tot kosten leiden.

Tot slot zijn er drie bibliotheken in Nederland waar je altijd gratis lid kunt zijn. Dat zijn Bibliotheek voor Zaanstreek, BiblioNu (Venray en omgeving) en AanZet (Dordrecht en omgeving). Alleen Zaanstad kent een echt gratis abonnement voor één boek per maand. Bij de andere twee geldt dat bij uitlening leengeld moet worden betaald. De prijzen verschillen weer. 

Een kleine trend?


Het gratis lidmaatschap boven 18 jaar is zeker nog niet zo groot als het aandeel van boetevrije bibliotheken die laatst in het nieuws kwamen. Maar een kleine trend is hier toch zeker wel te zien. In totaal is in bijna 18% van de gemeenten van Nederland nu een vorm van gratis lidmaatschap boven 18 jaar mogelijk. In 82% van de gevallen ligt de grens nog gewoon op 18 jaar. 

Van distributiemodel naar communitymodel

Toch ga ik nog een stapje verder. Het zoeken naar een nieuwe en andere vormen van lidmaatschap kent een diepere grond. In 2020 schreef ik al dat bibliotheken verschoven van een distributiemodel naar een communitymodel. Het klassieke lidmaatschapsmodel dat bibliotheken hebben, kon daarom wel eens zijn langste tijd hebben gehad. Lid zijn om het recht te krijgen om boeken te lenen, is namelijk al enkele decennia een teruglopende zaak. 

En die bibliotheek van vroeger is natuurlijk ook niet meer de bibliotheek van. We zijn veranderd van een  klassieke naar een maatschappelijk, educatieve bibliotheek. Bezoekersaantallen stijgen, het aantal cursussen en activiteiten stijgt, het aantal schoolbibliotheken en leesprogramma's stijgt.... alleen de uitleningen dalen. En weet u: 75% van alle volwassen bibliotheekbezoekers gebruikt de bibliotheek al zonder lid te zijn van de bibliotheek. Dit wees een onderzoek van 37Celsius uit in 2021. 

Het klassieke model - je wordt lid om te kunnen lenen - sluit dus eigenlijk steeds minder aan bij de nieuwe activiteiten van de bibliotheek.  Het is dus niet zo gek dat bibliotheken op zoek gaan naar nieuwe vormen. Zo zijn er ook bibliotheken met een WiFi-abonnement of een registratie om werkplekken te kunnen reserveren.

Maar hét nieuwe model hebben we nog niet gevonden

Wie kijkt naar de modellen van gratis lidmaatschap die ziet dat we ook daarmee de toekomst nog niet hebben bereikt. Het model zorgt er zeker voor dat we beter in contact zijn met groepen die anders bij betaling afhaken. Maar het biedt nog maar heel beperkt aansluiting bij allerlei andere functies zoals het gebruiken van de bibliotheek als studie- of werkplek, het volgen van cursussen of workshops of digitaal gebruik van de bibliotheek. Zo bieden alle gratis varianten van lidmaatschap maar beperkt toegang tot de digitale bronnen (digitale cursussen wel, voor ebooks en luisterboeken alleen twee maanden kennismaking). Die heeft alles te maken met de voorwaarden die hier landelijk aan worden gesteld. Ook hier moet nog eens over nagedacht worden.

Alle vrijwilligers in dorp of stad gratis lid

Na het gratis lidmaatschap tot 30 jaar, heeft de Boekenberg nog één stap extra gezet. Zij bieden het gratis lidmaatschap ook aan, aan alle vrijwilligers in hun gemeente. Dus niet alleen de vrijwilligers van de bibliotheek, nee, álle vrijwilligers. Dat is wel een stap naar een communitymodel. Mensen die zich inzetten voor de gemeenschap krijgen het lidmaatschap van de bibliotheek als tegenprestatie. Hoe je dat in de toekomst nog kunt inzetten, is iets om eens verder over te denken. 

Samen verder zoeken

Maar alles bij elkaar zijn toch vooral samen als bibliotheken op zoek naar de juiste verbinding met onze inwoners. Is dat een bezoekersteller, een digitale registratie, of een (gratis) lidmaatschap? Wie het weet mag het zeggen. We transformeren van een distributiemodel naar een communitymodel. En ik ben blij met de bibliotheken die stappen zetten op dit vlak en wat risico durven te nemen. Dé oplossing is nog niet voorhanden. En nu kun je klagen dat dit weer leidt tot een versplintering van allerlei tarieven en voorwaarden, maar je kunt het ook bekijken als verschillende plekken waar het experiment plaats vindt. Met natuurlijk de oproep om kennis en voorbeelden met elkaar te delen om samen tot iets goeds te komen. 

Ik wens een ieder daar succes bij. Want het succes van de ander wordt het voordeel voor ons allemaal.  En voor mezelf vermoed ik dat het niet de laatste keer is, dat ik er over schrijf.

zondag 19 februari 2023

Ik raak je langzaam kwijt

 

Ik raak je langzaam kwijt

Ik raak je langzaam kwijt
Niet aan een ongeluk of een bom
Niet aan pillen of doctoren
Maar aan iemand in je hoofd
Die langzaam de gordijnen sluit

Ik raak je langzaam kwijt
Niet aan een tumor of een wond
Niet aan complicaties achteraf
Maar aan mist die je opslokt
En waarin je vaag wordt en verdwijnt

Ik raak je langzaam kwijt
Aan een leven dat niet eindigt met een knal 
Maar dat met kleine stukjes wordt gestolen 
Waardoor elke dag een afscheid wordt

Ik raak je langzaam kwijt
Aan je eigen nieuwe waarheid
Die een ander niet begrijpt
Wat jij weer niet begrijpt

Ik raak je langzaam kwijt
Het lichaam oud
De voeten sloffend
Stapje voor stapje
Naar waar ik niet meer kan volgen

Ik raak je langzaam kwijt


zondag 12 februari 2023

Waar een vraag wordt gesteld, eindigt onverschilligheid


In sommige tijden is het beter om een vraag te stellen dan om een antwoord te krijgen. Misschien is het zelfs in alle tijden zo. Vanwaar dat filosofische begin, meneer Deckers? Nou, omdat ik soms de antwoorden ook niet heb. En door alle drukte en ophef wordt het maar niet stil in mijn hoofd. 

Ja, het gaat over de ophef rond Pim Lammers. En ik ben niet dapper en ik ben niet stoer. Dat weet ik van mezelf. Ik ben niet van de grote woorden, ik probeer de nuance altijd zoveel mogelijk te zoeken en toch tegelijk scherp te zijn. En deze week ben ik uit balans. En nu iedereen het er al over heeft gehad en er zelfs al een paginagrote advertentie over is geweest, begin ik ook nog eens. 

Hoe begon het ook al weer?

Op 27 januari verschijnt een artikel op Reactionair.nl over Pim Lammers, de schrijver van het Kinderboekenweekgedicht voor dit jaar. Op 3 februari zendt Hart van Nederland een item uit over Lammers en het feit dat hij is uitgekozen om het kinderboekenweekgedicht te schrijven. De kop: 'Het is een viezerik'.  Daar  is op social media al wat aan vooraf gegaan door Monique Smit en Kim Feenstra. Naar aanleiding van alle ophef krijgt de schrijver doodsbedreigingen en op 4 februari trekt hij zich terug voor dit gedicht. Van Haga stelde op 6 februari Kamervragen aan minister Dijkgraaf over het schrijven van het kinderboekenweekgedicht door Pim Lammers. 

Bert Hogemans, directeur van de Bibliotheek Gelderland-Zuid, spreekt zich op LinkedIn krachtig uit tegen de doodsbedreigingen aan het adres van kinderboekenauteur Pim Lammers. Bert is een directeur die ik hoog heb zitten. Hij schrijft dat hij om dit feit niet stil kan zitten. Dat herkennen we dus bij elkaar. 

Ik citeer een stukje uit zijn tekst op LinkedIn:

'Er is weer heisa, want een aantal zelfbenoemde moraalridders meent schrijvers het zwijgen te moeten opleggen. Zij kunnen er niet tegen dat deze schrijvers onderwerpen aansnijden die hen niet welgevallig zijn. Ze snappen het verschil niet tussen waarheid en fictie, daar hebben ze vaker last van. Maar nu verwarren ze literatuur van de schrijver met waarheid over de schrijver. Wellicht wil je weten wat 'wij' hier van vinden.'

En iets verderop:

'Ontkennen dat dingen bestaan wil niet zeggen dat ze er niet zijn. Als bibliotheek willen we zorgen dat iedereen de beste versie van zichzelf kan en mag zijn. Dit houdt in dat we een zo breed mogelijk beeld schetsen van hoe de samenleving eruit ziet. We laten zien wat er allemaal is en stellen iedereen in staat om daar zelf een oordeel over te vormen. En we waarderen iedereen die op een fatsoenlijke manier anderen waardeert. Pim Lammers heeft een verhaal geschreven waarin iets gebeurt dat we niet willen dat ons of onze kinderen gebeurt. Dat doen schrijvers namelijk: ze schrijven verhalen. Niet per se waarheden. Niet per se onzin. Soms ongemakkelijke verhalen. De duimschroefdraaiers van de culturele inquisitie snappen dat niet.

Hier ligt een taak voor ons. Breng boeken aan de man. Laat zien dat ironie, sarcasme, hyperbolen instrumenten zijn om waarheden te dienen. Maar dat waarheden in een context moeten worden geplaatst. Dat ze niet eeuwig zijn en ook niet altijd waar. Wij, lieve collega's van de Bibliotheek, staan in de frontlinie van een strijd tegen kortzichtige, snelle en lelijke meningen die als feiten worden gepresenteerd. Ik hoop dat we ons dat realiseren en met rechte rug iedereen blijven ondersteunen die zichzelf en de wereld een beetje mooier wil maken.'

Een harde tackle, anti-LHBTI en een verkiezingstruc

Het zijn ferme woorden van Bert Hogemans. In een reactie laat hij weten dat woorden als moraalridders en duimschroefdraaiers niet de meest diplomatieke waren. Maar ik herken zijn woede. Maar wat is nu terecht in deze discussie en wat niet? Dat het verhit is, is duidelijk. Aan beide kanten. Mag je Pim Lammers een 'viezerik' vinden? Ja, dat mag. Mag je wat hij schrijft niet mooi vinden? Ja dat mag. Je mag het zelfs walgelijk vinden. 

Aan de andere kant: Je mag Pim Lammers ook een hele mooie schrijver vinden. Briljant zelfs. Je mag hem een schrijver noemen die schrijft over mogen zijn wie je bent. Hem een schrijver noemen die zaken aan de kaak durft te stellen. Een schrijver die durft te benoemen wat er wel degelijk is. Mag allemaal. 

Mag je iemand dood wensen en daar bruut uiting aan geven? Nee, dan ga je over alle grenzen. Overigens zal de overgrote meerderheid van zowel voor- als tegenstanders dat met me eens zijn. Het is alleen niet de overgrote meerderheid die je hoort, zoals wel vaker. 

En daarmee werd Pim Lammers 'gecanceld'. Een harde tackle op de man en met gestrekt been. En het is de schrijver die het veld verlaat en niet de boosdoener.

Wie de stukken leest over hoe deze hetze is ontstaan vindt de suggestie dat dit is ontstaan vanuit een anti-LHBTI-beweging. Het zijn suggesties, ik kan ze niet staven maar ze worden op verschillende plekken genoemd.

En Van Haga? Die heeft zijn moment gepakt in aanloop naar de Statenverkiezingen. Verkiezingen die precies vallen in.... jawel, de Boekenweek. Onderwerp van de Boekenweek: 'Ik ben alles', over pluriformiteit van onze identiteit. Kortom, dit onderwerp gaat straks dus nog even terug komen en Van Haga pakt dan opnieuw zijn moment. En jawel, Van Haga doet met zijn partij BVNL mee in alle provincies. Tot zover de verkiezingsretoriek en hoe ieder vanuit eigen belang meedeed met het pesten.

Cancelcultuur leidt tot een versmalling op onze blik op de samenleving

Wie de Kamervragen van Van Haga doorleest, kan de conclusie trekken dat het niet de bedoeling is dat de boeken van Lammers in de bibliotheek terecht komen. Het staat er niet letterlijk maar woorden als 'mag geen podium worden geboden', kun je wel zo interpreteren. En overigens als Lammers er dan uit moet, dan kun je nog wel meer auteurs 'cancelen'. Mijn stadsgenoot Öczan Akyol schrijft in zijn column dat thrillerschrijvers dan ook wel kunnen ophouden omdat ze serieverkrachters en moordenaars zouden verheerlijken.


Ik vermoed dat dat niet gelijk de bedoeling is om alle detectives te verwijderen. Maar dat die cancelcultuur wel degelijk opgang maakt, schreef ik in november vorig jaar al. In Florida werd daar de 'Stop Woke Wet' aangenomen waardoor allerlei kinderboeken die gaan over 'ongemakkelijke' zaken als onderdrukking, genderidentificatie of seksuele ontwikkeling verboden zijn geworden voor schoolbibliotheken. Boeken als het dagboek van Anne Frank en werken van Martin Luther King zijn daar verwijderd uit collecties. Het is een actie van gouverneur DeSantis van Florida die ook wel de nieuwe Trump wordt genoemd. Hij heeft het over 'cultureel marxisme van verderfelijke ideologieën die ons tegenwoordig worden opgedrongen'. Daar sta je dan als transgender of zwarte Amerikaan wiens opa nog op een aparte plek in de bus moest zitten. Alle Amerikanen zijn gelijk, maar sommigen toch nog net iets meer dan anderen. Overigens, 'Animal Farm' waar ik uit licht gewijzigd uit citeer valt ook onder bovenstaande wet. Ook dat boek is verwijderd.

En let op: dit is dus niet alleen een politiek geluid of een tegengeluid, dit is overheidsbeleid! De overheid gebiedt om dit uit te voeren. Laat het even tot je doordringen. Want de consequentie van dit beleid is dat de overheid bepaalt wat je mening mag zijn. Onwelgevallige geluiden worden uit de samenleving verwijderd. En linksom of rechtsom, dit soort beleid leidt tot een hele snelle verarming en versmalling van onze blik op de samenleving.

Moeten bibliotheken boeken van Baudet hebben?

Iemand die ook altijd een boek uitbrengt rond de verkiezingen is Thierry Baudet. En warempel, er staat er inderdaad weer één klaar: 'De Gideonsbende'. Een boek dat je nu in de pre-order kunt kopen waardoor het straks, inderdaad in de Boekenweek en vlak voor de verkiezingen, op nummer één in de Bestseller top-60 binnen zal komen. 

Moeten bibliotheken dit boek kopen? Want velen zullen vinden dat een politicus die vindt dat Rusland de oorlog tegen Oekraïne moet winnen en die vindt dat de wereld geregeerd wordt door 'reptielen', toch informatie rondstrooit die op zijn minst discutabel is. Waar Lammers voor de ene groep aanstoot geeft, geeft Baudet dat aan een andere groep. En van Baudet kun je nog zeggen dat het non-fictie is en dat feiten moeten kloppen. Dit in tegenstelling tot de fictie van Lamers waar de verbeelding aan het woord is.

Maar laten we eens kijken of we een gezamenlijk kader hiervoor hebben. En dat hebben bibliotheken inderdaad, namelijk in de bibliotheekwet in artikel 4:

 'Een openbare bibliotheekvoorziening heeft een publieke taak die zij voor het algemene publiek vervult op basis van de waarden onafhankelijkheid, betrouwbaarheid, toegankelijkheid, pluriformiteit en authenticiteit.'

Op dit artikel steunt ook het gezamenlijk collectieplan van de sector. In dat collectieplan staat: 

"Een collectie dient zoals in de oude opleidingsboeken van de bibliotheekopleiding stond ‘representatief voor het culturele veld’ te zijn. De openbare bibliotheek onderscheidt zich daarbij fundamenteel van andere aanbieders van informatie door te functioneren vanuit een aantal publieke waarden: betrouwbaarheid, onafhankelijkheid, authenticiteit, pluriformiteit en toegankelijkheid. Deze publieke waarden zijn zowel op het fysieke als de digitale collectie van toepassing."

Om vervolgens bij de waarde 'onafhankelijkheid' het volgende op te merken:

"Onafhankelijkheid 〉 〉  

Belangenvrij: het samenstellen van de collectie is de taak van de bibliotheek, die zij onafhankelijk van haar opdrachtgever (gemeente, provincie of rijk) uitvoert. Er mag geen sprake zijn van enige vorm van ideologische, politieke of godsdienstige censuur en ook commerciële belangen mogen geen rol spelen.  

Verschillende perspectieven: gerelateerd aan de publieke waarde ‘pluriformiteit’ dient de collectie onderwerpen vanuit verschillende perspectieven te belichten." 

Dat de overheid zich niet mag bemoeien met de samenstelling van de collectie, komt uit het Unescomanifest en wordt ook in de memorie van toelichting bij de bibliotheekwet genoemd. Wie dit vergelijkt met wat nu in Florida gebeurt, weet dat dit overwaait, je dit artikel nog hard nodig gaat hebben. Ik zou zeggen, leer het alvast uit je hoofd.

Maar wie dit leest weet ook: het boek van Thierry Baudet is dus zeker welkom in de bibliotheek. En ook boeken van Pim Lammers. Evenals een boek van iemand die kritisch is op Baudet of op Lammers. Alles uiteraard passend binnen de grootte van de collectie en verwachte vraag.

Ontmoeting én debat

Maar met alleen het plaatsen van boeken ben je er niet als bibliotheek. Bibliotheken zijn niet alleen een collectie maar ook een plek van ontmoeting én debat. Ja, ook debat. En debat betekent dat het ook mag knetteren en dat meningen tegenover elkaar mogen staan. Debat is het schuurpapier waaraan we ons aan elkaar slijpen. De uitkomst van debat is dat je weet of je met elkaar wel of niet een oplossing kunt vinden voor iets. En hoe ingewikkelder het probleem, hoe harder het debat. Hebben we veel harde debatten? Dan hebben we waarschijnlijk veel problemen of is de kloof erg groot. In beide gevallen is er werk aan de winkel. 

Vorige week schreef ik nog dat bibliotheken de meest democratische plek van onze samenleving zijn. Er is geen enkele plek waar zoveel verschillende groepen uit de samenleving binnen komen. De Raad voor Cultuur schreef daarover:

'Cijfers van het Sociaal en Cultureel Planbureau laten zien dat de openbare  bibliotheek van alle culturele instellingen de meest ‘democratische’ is: verschillen in gebruik van deze voorziening tussen bevolkingsgroepen zijn verhoudingsgewijs gering. Van jongeren met een niet-westerse achtergrond is bovendien een groter percentage in de bibliotheek te vinden dan van jongeren met een  Nederlandse of westerse achtergrond.'

Conclusie was dus: als er dus één plek is waar je met elkaar het gesprek over de samenleving kunt voeren is dat wel de openbare bibliotheek! En wie de ontwikkelingen van afgelopen week ziet, weet dus ook dat dat nodig is. 

Maar ook voor debat geldt wat ook voor de collectie geldt: doe het goed en vanuit dezelfde waarden als waarmee je een collectie bouwt: met betrouwbaarheid, onafhankelijkheid, authenticiteit, pluriformiteit en toegankelijkheid. Is dat soft? Nee, dat is eerlijk en rechtvaardig. We helpen iedereen om hun mening te vormen. En wie een mening wil vormen kan niet zonder goede informatie. Informatie uit boeken of informatie van experts. Vind daarna je eigen mening en argumenten voor het debat. Kritisch denken heet dat.

Om het met Bert Hogemans te stellen: hier ligt inderdaad een taak voor ons. We staan inderdaad in de frontlinie in een strijd tegen kortzichtige, snelle en lelijke meningen die als feiten worden gepresenteerd

In al dat geweld houd ik me graag vast aan het gedicht van Remco Campert: 'Iemand stelt de vraag'. Hierboven hoor je hem het hele gedicht voordragen. Hieronder een paar zinnen. En overigens, wie denkt dat dit gedicht over de oorlog gaat, dat gaat het niet. Het gaat over een groep die onderdrukt en buitengesloten wordt.

Iemand stelt de vraag

Verzet begint niet met grote woorden
maar met kleine daden

zoals storm met zacht geritsel in de tuin
of de kat die de kolder in z’n kop krijgt

zoals brede rivieren
met een kleine bron
verscholen in het woud

zoals een vuurzee
met dezelfde lucifer
die de sigaret aansteekt

zoals liefde met een blik
een aanraking iets dat je opvalt in een stem

jezelf een vraag stellen
daarmee begint verzet

en dan die vraag aan een ander stellen.

En nu weet ik ook waarom ik dit moest schrijven. Het begint niet met grote woorden maar met kleine daden. Mijn kleine daad is om dit toch te schrijven. Om toch niet stil te blijven. Hoe makkelijk ook omdat ik de negatieve reacties vrees. Maar de lucifer die nu iets aansteekt, kan een vuurzee veroorzaken, in het positieve of in het negatieve.

Waar een vraag wordt gesteld, eindigt onverschilligheid. Ik stelde mezelf een vraag. En ik stel die vraag dan ook maar aan jou. Soms is het beter om te vragen dan om te antwoorden.

zondag 5 februari 2023

'De meest democratische plek in onze samenleving'


De verkiezingen voor de Provinciale Staten komen eraan en daarmee ook die van de Eerste Kamer. Politieke partijen worden hier en daar nerveus en op andere plekken heeft men voorpret. Een mooi moment om eens even stil te staan bij de rol van bibliotheken in die democratie. 

Want: Bibliotheken zijn de meest democratische plek in onze samenleving! Dat is niet mijn uitspraak, van mij had u die kunnen verwachten want ik preek hier voor eigen parochie. Het is wel een uitspraak van Staatssecretaris Uslu bij Op1 in november vorig jaar nadat bekend werd dat er flink extra geld zou gaan naar bibliotheken. En ze herhaalde deze uitspraak nog eens tijdens de Huizingalezing. Maar ook daar doel ik niet op. Want ook de staatssecretaris van Cultuur preekt natuurlijk voor eigen parochie en baseert zich ook weer ergens op

De uitspraak vindt zijn grond in het rapport van de Raad voor Cultuur: 'Een bibliotheek voor iedereen'. En zij baseren zich dan weer op cijfers van het SCP. Veel onafhankelijker dan dat kun je het niet krijgen. 

De Raad voor Cultuur schrijft:

'Cijfers van het Sociaal en Cultureel Planbureau laten zien dat de openbare  bibliotheek van alle culturele instellingen de meest ‘democratische’ is: verschillen in gebruik van deze voorziening tussen bevolkingsgroepen zijn verhoudingsgewijs gering. Van jongeren met een niet-westerse achtergrond is bovendien een groter percentage in de bibliotheek te vinden dan van jongeren met een  Nederlandse of westerse achtergrond. Het is dus van het grootste belang dat een deskundige, professionele invulling van de bibliotheek als basisvoorziening (ook in scholen) vanzelfsprekend is.'

 Het SCP-rapport waarnaar verwezen wordt is het rapport 'De bibliotheek tien jaar na nu' van Huysmans en Hillebrink uit 2008. De cijfers die zij gebruiken zijn wellicht wat ouder maar worden herbevestigd door het dashboard van bibliotheekleden van de KB waar ik in 2022 over schreef. Toen bleek dat het verschil van gebruik door de bibliotheek tussen inwoners met een (niet)-westerse migratieachtergrond en inwoners met een Nederlandse achtergrond beperkt is. Met andere woorden: van alle maatschappelijke en culturele instellingen is de bibliotheek dus de instelling die het beste de hele samenleving binnen de deur heeft.

Conclusie: als er dus één plek is waar je met elkaar het gesprek over de samenleving kunt voeren is dat wel de openbare bibliotheek. 

Toch krijgt de invulling van die democratische plek nog maar beperkt ruimte in het bibliotheekbeleid. Het is niet één van drie hoofdpijlers van het bibliotheekconvenant bijvoorbeeld. Naast geletterde samenleving, participatie in de informatiesamenleving en een leven lang ontwikkelen zou een betere invulling van die democratische plek er best prominenter in kunnen. Je kunt het nu een beetje vinden onder Partipatie in de Informatiesamenleving met 'fake news' bijvoorbeeld en een beetje bij Leven Lang Ontwikkelen als het over programmeren gaat. Van mij mag het best een apart onderwerp worden.

En daarvoor komt steun uit wellicht wat onverwachte hoek: Europa. Eblida, zeg maar de Europese VOB, pleit namelijk voor Europese wetgeving voor bibliotheken. Terwijl wij in Nederland bezig zijn meer aanpassing van onze landelijke wet naar een zorgplicht wordt in Europees verband een soortgelijk traject gelopen. U had er waarschijnlijk nog nooit van gehoord en het kenmerkt een beetje het 'ver-van-mijn-bed'-karakter van de Europese Unie. 

In mei 2022 verscheen van de hand van Eblida een rapport hierover en eind 2022 werd dit rapport gepresenteerd voor een commissie van de Europese Raad. Het rapport ziet Europa-breed een rol weggelegd voor bibliotheken als het gaat om het stimuleren van Democratische Waarden en het bestrijden van Fakenieuws. Voor wie al wat langer mee loopt, ziet wel parallellen met het Unesco-manifest voor bibliotheken.

Over die democratische waarden stelt het rapport bijvoorbeeld:

  • ‘library services should be considered as necessary force in sustaining and developing democracy; 
  • libraries should promote diversity of information and opinions, in order to enable citizens to make informed decisions based on critical thinking; 
  • they should be active in the organisation of public debates to the benefit of the society at large; 
  • foster credibility of information by providing an indication of its trustworthiness, by improving traceability of information and authentication of influential information providers; 
  • fashion inclusive solutions, requiring awareness-raising, media literacy, broad stakeholder involvement and the cooperation of public authorities.’

Een plek waar de meest brede samenstelling van de samenleving binnen de deur komt, heeft tot taak om daar iets mee te doen. Zeker in een tijd waarin de overheid op televisie reclame moet maken om te vertellen dat je 'een discussie niet moet winnen door een vriend te verliezen'. Ik denk dat u deze SIRE-spotjes al voorbij hebt zien komen. 

Inpiratiegids Programmeren rond democratie


Is het moeilijk om te programmeren voor democratie? Nou, voor velen in onze branche is het toch wel wat onwennig. We willen graag objectief en neutraal zijn en zelfs bij de keuze voor een onderwerp kun je al het gevoel hebben dat je een keuze maakt en objectiviteit kwijt raakt. Voor al die collega's is er gelukkig hulp: in 2020 al maakten de Overijsselse en Gelderse bibliotheken samen met Elisabeth Rullens en Georges Elissen van  Rijnbrink een prachtige gids over programmeren rond democratie. Met tal van voorbeelden waar je aan zou kunnen denken en voorbeeld die in veel gevallen ook al eens zijnn uitgeprobeerd door één van de bibliotheken. 

En ik geef toe, die laatste tip is natuurlijk echt preken voor eigen parochie... Maar bibliotheken als plek waar je elkaar ondanks verschillen, kunt verstaan lijkt me in deze tijd geen overbodige luxe. 

De bibliotheek als meest democratische plek in onze samenleving. De bibliotheek als plek om elkaar niet te verliezen.