woensdag 31 augustus 2016

' Je mag mijn lenerspas wel gebruiken', waarom we alle asielzoekers een gratis bibliotheekpas moeten geven...

"Het Nederlands opende niet de deur naar Nederland, maar wel die naar de bibliotheek in de stad. Daar begon ik 's ochtends heen te gaan om er te lezen. Niet omdat ik van lezen hou, maar omdat ik niet van het AZC hield. De bibliotheek was netjes en mooi en stil. Voor de plek waar boeken waren werd beter gezorgd dan voor die waar asielzoekers waren. En ze hadden gelijk, want als je een boek opent, zie je stille woorden, maar open je een asielzoeker, dan zie je alleen schreeuwende problemen.

Ik begon op de jeugdafdeling met boeken voor kinderen die net leren lezen. Ik ging met een boek aan een tafeltje op een stoeltje zitten, opende een boek en las. Als ik een onbekend woord zag, zocht ik het op in mijn woordenboek en noteerde het woord in een notitieboekje. De bibliothecaressen waren beschaafd en behulpzaam. Ik weet nog dat ik een boek las dat Kikker is kikker heette. Opeens riep een klein stemmetje mij.

'Meneer.' Ik keek op en zag een meisje van zes met een bril die de helft van haar gezicht bedekte. Ze ga me een boek aan.  'Deze is nog leuker' zei ze. Het was Kikker is verliefd.  Het was inderdaad een goed boek. Nadat ik alle kinderboeken had gelezen, zelfs Nijntje, ging ik naar boven. Bij de volwassenenboeken had ik mijn woordenboek weer vaker nodig.

Op een dag zei een van de bibliothecaressen dat ik het boek best mee mocht nemen naar het AZC. Ik durfde haar niet te vragen hoe ze wist dat ik in het AZC woonde en geen lenerspas had.
'Ik ga drie weken op vakantie,' zei ze. 'Je mag mijn lenerspas wel gebruiken.'

Hoe belangrijk was haar vertrouwen in die tijd. Ze vroeg mij de pas ook daarna niet meer terug."

Hoe ik talent voor het leven kreeg
Het is bladzijde 434 uit het boek 'Hoe ik talent voor het leven kreeg' van Rodaan Al Galidi. Ik kreeg het boek van een lieve vriendin en het bleek een schot in de roos. Een menselijk verhaal van een asielzoeker die negen jaar lang in een AZC verblijft. Kafkaëske situaties met formulieren. Trieste en desperate zelfmoorden. Maar ook vermakelijke miscommunicaties tussen Nederlanders en de vluchtelingen. Al Galidi valt uiteindelijk onder het generaal pardon. Het verhaal dat dan in het AZC de ronde doet is dat er een generaal is die Pardon heet en die alle vluchtelingen een verblijfsvergunning geeft. Generaal Pardon.

Maar ook een boek over hoe deze asielzoekers proberen klein geluk na te jagen en hun grote dromen niet proberen kwijt te raken. Een boek over mensen die de vrijheid probeerden te vinden en gevangen worden door de systemen van Nederland: de IND en de Sociale Dienst. 'Asielzoekers die op vlucht waren voor bommen en die nu bang zijn voor de systemen, de regels en de ambtenaren. Nederlanders zijn goed in het temmen van mensen' zegt Al Galidi in een interview.

Geef elke asielzoeker een bibliotheekpas
Al Galidi leerde lezen in de bibliotheek. Hoeveel asielzoekers zouden dat op dit moment óók doen? 10? 100? 1.000? Hoe eenvoudig kan het zijn? Geef elke asielzoeker een gratis bibliotheekpas. Het boek  van Al Galidi laat je zien dat eenvoudige menselijkheid voor deze asielzoekers een bijzonderheid is: een woordenboek, een vraag beantwoorden of even op weg helpen op de pc.

Al Galidi werd uitgedaagd door een vriend om elke maand een brief te schrijven over wat hij meemaakte. Dat vormde uiteindelijk de basis voor het boek. Het bleek zijn ultieme therapie en zijn manier om te overleven.

Literatuurprijs, inburgeringstoets en kijken met de ogen van een asielzoeker
Saillant detail: in 2011 ontving hij de Literatuurprijs van de Europese Unie. Kort daarna zakte hij voor zijn inburgeringstoets. Over hoe vreemd onze regels werken.

Een aanrader voor alle bibliothecarissen maar vooral voor hen die met vluchtelingen werken of willen gaan werken. Bijna 500 pagina's lang kijk je met de ogen van een asielzoeker naar de Nederlandse maatschappij.

zondag 28 augustus 2016

Het 'Tinder' van de 19e eeuw : over de bizarre geschiedenis van de barones en de dominee

Mijn vakantie zit erop. De stapel te lezen boeken is flink geslonken. En daar zaten ook weer een aantal boeken met bizarre geschiedenissen tussen. Waar gebeurd, maar zo bijzonder, dat ze beter zijn dan een roman.

Het meeste genoegen beleefde ik aan het boek 'De barones en de dominee' van Wim Coster. Arie Slob, directeur van het Historisch Centrum Overijssel, noemde dit boek: het Tinder van de 19e eeuw. En daar kan ik wel in meegaan.

Barones Jeanette van Dedem trouwt met de rijke Daniël Pruimers. De Van Dedems kent u overigens van de de Dedemsvaart, een vaart die hun familie liet aanleggen en waarna het dorp ook is genoemd.

De Pruimers zijn niet van adel maar wel van zeer goede komaf in Zwolle. Het kostje voor de barones lijkt daarmee gekocht. Helaas overlijdt Daniël na drie jaar en laat Jeanette met een jong dochtertje achter. Dominee Van Rijn troost haar. Van Rijn is een keurige man met vier kinderen. Het troosten neemt hij echter wel heel serieus: meerdere malen per dag is hij bij haar te vinden, ook 's avonds laat en ook op haar slaapkamer.Wie er echter vragen over stelde, kreeg echter steevast het antwoord dat het om een 'geestelijke' relatie ging.

Inmiddels is de barones gebrouilleerd met haar gefortuneerde schoonvader - hij veroordeelde haar intensieve contact met de dominee - en heeft zij het juridisch het erfdeel opgeëist van haar schoonmoeder die inmiddels is overleden.

De barones gaat lange tijd kuren in Zuid-Frankrijk. Volgens eigen zeggen voor haar eigen gezondheid. Ze blijkt echter zwanger en bevalt van een bastaardzoon. De dominee reist haar na en bemiddelt voor een gezin dat de bastaardzoon zal opvangen. Gezamenlijk reizen ze terug naar Nederland.



Haar schoonvader wendt echter zijn omvangrijke netwerk aan en komt achter de werkelijke gebeurtenissen in Zuid-Frankrijk.

Bij terugkomst ontrolt zich dan ook een heuse mediastorm rond deze twee personen waar zelfs Multatuli nog enkele bijdragen aan leverde. De dominee wordt in het gevang gezet. De barones wordt de zeggenschap over haar dochter ontnomen. Zij kidnapt de dochter en verstopt haar in Zwitserland. En dit alles met een dubieuze dubbelrol van de officier van justitie Machielsen die tevens ouderling is in de kerk van Van Rijn.

Van Rijn komt vrij, laat zijn vrouw en kinderen in de steek, en vertrekt met de barones naar Engeland en Amerika.

Met dit soort werkelijkheden heb je geen fictie meer nodig. En dat alles gereconstrueerd aan de hand van kerkarchieven, rechtbankverslagen en het familiearchief van de familie van Dedem. Coster legt de puzzel stukje-voor-stukje in elkaar. Ook vindt hij via internet de nazaten van de bastaardzoon en bezoekt ze in Zwitserland. Ook deze familie weet van hun kant het verhaal verder in te kleuren.

Over twee geliefden die hun eigen werkelijkheid creëerden. Waar liefde niet mocht bestaan maar toch een weg vond. Eén van de mooiste delen is wel dat ze elkaar liefdesbrieven schreven in een geheimschrift. De brieven zijn uiteindelijk in beslag genomen door justitie en ontcijferd door twee schoolmeesters. En zoals Coster in het interview zegt: dat zullen ze wel met rode oortjes hebben gedaan.

De wereld was overigens toen ook klein. Eerder schreef ik al wel eens over de Zwollenaar Baron Sloet tot Oldhuis, de man die in 1851 al pleitte voor een bibliotheekwet. Het blijkt enkele jaren later de rechter te zijn die dominee van Rijn veroordeeld tot gevangenisstraf.

Wie het boek Menthol las, over de eerste 'zwarte' in Hengelo,  moet ook zeker dit boek gaan lezen.

Bestel het boek via Literatuurplein
Lees ook de recensie van Tonnie Peters

maandag 8 augustus 2016

Een boekenmarkt zónder 130.000 bezoekers



Gisteren was de 27e editie van de Deventer Boekenmarkt. 130.000 bezoekers met 260.000 graaiende handen vergaapten zich aan 878 boekenkramen die in een stoet van vijf kilometer zijn opgesteld. 130.000 bezoekers: het levert steevast beelden op van mensenstromen die als een rivier langs de kramen stroomt.

Het bracht mij op het idee om een 'lege' boekenmarkt te fotograferen. Wel de markt maar zonder mensen. In de nacht van zaterdag op zondag liep ik door de binnenstad en maakte nachtfoto's van de boekenmarkt. De kramen stonden er al maar nog geen boeken en nog geen 130.000 bezoekers. Het levert een wat bijzonder beeld op. Kramen staan al in slagorde gereed. Zelfs de geïmporviseerde terrassen staan al klaar: 'broodje ham/kaas, gevulde koek, verse koffie'. Dat is het menu van de boekenmarktganger.


Het terrein wordt overigens stevig bewaakt. De hele nacht staan beveiligers bij verschillende ingangspunten naar de boekenmarkt. Elke tien minuten kwam ik dezelfde beveiliger weer tegen op de fiets. Af en toe komt er nog een verdwaalde fietser of brommer voorbij. Ze verworden tot lichtstrepen. Een verstilde boekenmarkt, dat is misschien nog wel de beste titel.

Ik heb al vaak op de boekenmarkt foto's gemaakt. Het lever altijd aardige beelden op. In 2011 publiceerde ik daar hier ook al over. Ik kan me herinneren dat ik ook op één van de eerste edities al foto's maakte. Ik zal daar nog eens naar op zoek gaan. Toen nog met een analoog fototoestel met zwart-wit-rolletjes die ik in mijn eigen doka ontwikkelde.

Geniet ervan. Ga ik vast nadenken hoe we een volgende boekenmarkt weer eens in beeld kunnen brengen.

vrijdag 5 augustus 2016

Wie achter een balie zit, is straks verdwenen en aan spelshows mogen we ook al niet meer meedoen...

Laatst vertelde ik dat ik zo vroeg mijn bed uit moest voor een taxiritje naar het vliegveld. Het was een aantal jaren geleden dat ik daar was geweest. Weten hoe zo'n hal eruit ziet op zondagochtend om half 9? Nou, zoals dit plaatje hierboven.

Mensen wachtend in een rij. Ik kende het nog van vorige bezoeken. Toch klopte er iets niet. Er miste iets in het plaatje. Pas toen ik de rijen voorbij liep zag ik wat het was: er was geen enkele baliemedewerker. Al deze mensen stonden in de rij voor de zelfservice check-in.

Toen ik hier een aantal jaren geleden zelf incheckte, was zelfservice nog uitzondering. Alleen mensen met handbagage konden via een paal inchecken. En nu is het dus omgekeerd: iedereen checkt in via de zelfservice en alleen problemen komen nog bij een balie terecht met een echte medewerker. Waar overigens ook weer zo'n rij stond.

De ontwikkeling is vergelijkbaar met die in bibliotheekwerk. Het is logisch dat het gebeurt. Het vliegveld moet concurreren met andere vliegvelden en moet kosten laag houden.

Ik klokte de tijden bij de zelfservice. Een passagier deed er minder dan een minuut over om in te checken. Er waren twaalf rijen. Ik schat dat hier zo'n 1.000 passagiers per uur kunnen inchecken. Ruim voldoende voor het aantal vluchten dat vanaf dit kleine vliegveld. Technisch gezien had ik gelijk. Maar toch stonden er rijen.... Elke rij telde gemiddeld vijftien passagiers. Iedereen stond toch gewoon ruim tien minuten te wachten. Te wachten om geholpen te worden door een machine.

Was dit nou vooruitgang? En voor wie?

Watson bij Jeopardy



Niet zo lang geleden las ik het boek 'De glazen kooi' van Nicolas Carr. Carr is een voorstander van hybride automatisering. Een vorm van automatisering waar vakkundigheid en verdergaande automatisering gekoppeld worden. Geen blinde automatisering maar automatisering waar je de wereld mooier van maakt.  Dat is lang niet bij alle vooruitgang het geval. Automatisering wordt vaak alleen ingezet voor winstmaximalisatie. De burger wordt daarbij gedegenereerd tot het aanhangsel van het systeem.  Zie daar de verklaring waarom je ook nu nog rijen hebt op dit vliegveld.

Waar Carr overigens ook op wees was het filmpje van IBM's supercomputer Watson. Jeapordy is een soort Slimste Mens-kennisquiz, maar wel één die al decennia meegaat in Amerika. De supercomputer Watson speelde tegen de slimste Jeopardy-kandidaten. Raad eens: Watson won. De machine was slimmer dan de mens. Binnenkort zitten er dus alleen nog maar computers die het tegen elkaar gaan opnemen, was mijn gedachte.

Zelfrijdende auto's
In dezelfde categorie: Onlangs kwam in het nieuws dat de zelfrijdende auto een eerste dodelijk ongeluk had veroorzaakt. Ik proefde in de reacties toch dat je die auto's dus niet kunt vertrouwen. Statistisch gezien bleek het echter nogal mee te vallen. De auto had al heel veel kilometers zonder ongelukken gereden. Als iedereen zou rijden zoals die zelfrijdende auto waren er minder dodelijke slachtoffers. Nu moet de zelfrijdende auto nog toestemming krijgen, over vijftig jaar moeten wij toestemming hebben om zelf nog te mogen rijden. De rollen gaan omkeren, let maar op.

Verdere automatisering
Zelfrijdende auto's, Siri op onze telefoon, op feestje worden discussies beslecht door het antwoord te zoeken op Google of Wikipedia. In het filmpje zegt een medewerker van IBM dat ze dachten dat dit het eindstation was: de slimste mens produceren. Maar nee, dit was pas het begin. En dat denk ik ook.

Veel wantrouwen tegenover technologische vooruitgang bleek achteraf grotendeels onterecht. Maar dat betekent niet dat alles zo maar goed komt. Ik verbaas me nog dagelijks over hoe complex sommige zaken op internet zijn en voel me dan inderdaad 'slachtoffer' van het systeem.

De kunst blijft dus om ook hier zelf te blijven nadenken. Gelukkig maar. Ook al mogen we niet meer zelf rijden en kunnen we ook al niet meer meedoen aan TV-spelletjes.

dinsdag 2 augustus 2016

Als je dicht tegen je scherm gaat zitten, kan je die warmte nog voelen...


Ik blog even niet over bibliotheken hoor. Het is vakantie en in die eerste paar dagen rommel ik maar wat aan en val u maar wat lastig met wat mij bezig houdt. Zoals wat foto's maken.

Gisteravond maakte ik nog een rondje door de uiterwaarden van de IJssel bij Deventer. Prachtig strijklicht. Op facebook plaatste ik al een foto die veel los maakt. Nee, de foto's zijn niet helemaal origineel. Er is wel wat aan gepoetst met schaduwen en wat contrast. Daardoor krijgen ze een wat feeëriek karakter.

En als je dicht tegen je scherm gaat zitten, kan je die warmte nog voelen.

 Alle foto's vindt je hieronder. Aangezien niet alle Apple-apparaten goed met flash werken, zet ik die maar niet bovenaan.

 

maandag 1 augustus 2016

Neem iemand met een vouwwagen...


Het is zondagochtend, half zeven op de A50. Een buitenlandse vriend vroeg of ik een nichtje wilde ophalen op het vliegveld. Ik beloofde dat ik dat zou doen. Pas later hoorde ik dat het vliegtuig honds vroeg zou aankomen. En zo beland ik op zondagochtend op de A50.

Het is de dag na zwarte zaterdag. Het is stil op de snelweg. Ik passeer een vouwwagen. En nog één. En nog één. Heel even vraag ik mij af er nog wel gewone auto's rijden. Maar warempel, daar rijdt nog een zwarte zonder.

Vouwwagens doen me altijd denken aan de jaren '70. Zomers die altijd mooi weer leken te hebben. Ik ruik oranje tentdoek en denk aan klasgenootjes die er mee op vakantie gingen.  Met een gammele Opel Kadett met vouwwagen naar Oostenrijk of zelfs Italië.

Tegenwoordig hoor je niemand meer over een vouwwagen. Een vouwwagen is het toppunt van burgerlijkheid. Een vouwwagen zit in hetzelfde rijtje als de Avro-bode, fietsendrager en een pompeus bruin bankstel.

Normaal zie je nooit zoveel vouwwagens. Alsof ze allemaal een soort instinct volgen en allemaal tegelijk op weg gaan. Waarom? Is er een geheime afspraak dat ze nu allemaal de weg op moeten?  Er lijkt een logische verklaring. Vouwwagens mijden de zwarte zaterdag want ze zitten niet vast aan de vaste wisseldag van huisjes en stacaravans. En ze gaan allemaal op tijd weg want ze rijden met een karretje.

Ik passeer de vouwwagen. Achter het stuur een keurige meneer. In de kofferbak zie ik achter het raam de Volkskrant zitten en er ligt een stapel bibliotheekboeken. Keurige mensen en met goede smaak. Niks Avro-bode.

Wie ken ik eigenlijk allemaal met een vouwwagen? Dat blijken er toch nog wel wat: een controller, een manager, een wethouder en zo gaat het nog even door. Keurige mensen allemaal.

Eén ding valt me op bij mijn lijstje namen: ze zijn allemaal punctueel. Afspraak is afspraak. Mensen van de klok.

Daarom rijden ze hier ook deze ochtend. Niet op zwarte zaterdag maar de dag erna. Daar is over nagedacht. Berekenend haast. Keurig de avond ervoor alles ingepakt. Keurig op tijd vertrokken. Keurig op tijd aankomen. Ik neem me voor om voortaan in een sollicitatiegesprek altijd te vragen of iemand een vouwwagen heeft.