zondag 24 november 2024

'Zoeken is beter dan vinden'


In één van de grijze dagen van de afgelopen week zocht ik iets in mijn kast. Ik vond niet wat ik zocht. Wel trof ik een vergeeld en verkreukeld krantenartikel. Het lag in een bakje met andere herinneringen. Het artikel heette 'Boek en bak' en was van de inmiddels overleden letterkundige en literatuurcriticus Kees Fens (1929-2008). Het artikel verscheen op 24 oktober 1992, weet ik inmiddels door de mooie site van de Kees Fens-stichting.

1992,  wat deed u toen en bestond je al? En weet u nog hoe de wereld er uit zag? Het was het jaar dat ik als broekie van 21 het HBO af kwam. Ik zat in mijn eerste baan. In mijn werk mocht ik werken met de op dat moment meest geavanceerde databanken en datalijnen. En dat was nog geen internet, kan ik u vertellen. Ik vermoed dat ik internet pas in 1993 zag en dan nog in voorlopers als Veronica, een tekstgeoriënteerde zoekinterface. Je zag dat de zoekmachine zocht doordat er puntjes in het scherm verschenen. Een standaard webbrowser bestond nog niet. Edge, Chrome of Safari waren nog lichtjaren verwijderd.

Bibliotheken waren in die jaren nog bezig met het omzetten van hun kaartenbakken naar geautomatiseerde catalogi. Dat was een monnikenklus. Elk kaartje moest handmatig gecontroleerd of ingevoerd worden in het systeem. In de publieksruimte stonden zowel de kaartenbak als de zoekterminal. 

1992, het was het jaar dat Kees Fens, 'Boek en Bak' schreef. Ik geef u het artikel hieronder. We zijn 32 jaar verder. Laten we eens kijken wat hij toen schreef.

-----------------

Boek en bak

Zoeken is beter dan vinden. En niet vinden is het allerbeste. We gaan een tijd van louter vinden tegemoet. Het zoeken zal verdwijnen en daarmee het geluk van de ongezochte vondst. We zullen alleen nog maar weten wat we moeten weten. En dat is altijd weinig. De ware kennis is de overbodige. En dat is de meeste.

Een der mooiste ervaringen is die van het bladeren. Op pagina 301 staat wat je moet hebben. Dat laat je rusten. Je gaat bladeren, 'browsen' is, geloof ik, de vakterm. Wat een boeiende stukken. Je besluit het hele boek te gaan lezen. En de grote reserve-vaten in het geheugen vullen zich met voorlopig overbodige kennis. 

Een haast even mooie ervaring: het 'bladeren' in een kaartenbak van de bibliotheek. Vaak heb ik niet het boek gevonden dat ik zocht. Maar ik vond een paar andere die veel boeiender bleken. Veertig jaar geleden moest ik veel tijdschriftartikelen lezen. Ik ben ze allemaal vergeten, wat ze bevatten alleen toen nuttige kennis. Ik heb honderden andere stukken uit die gebonden jaargangen gelezen. En ik weet zeker: die zitten ergens in mijn geheugen en ze hebben mij gevormd.  

Studenten lezen nooit meer een boek, alleen een gefotokopieerd fragment ervan. De plicht. Niet die vijf jaar of de schoolsheid, maar het fotokopieerapparaat is de oorzaak van het lage peil van de universitaire studies. Met de syllabus natuurlijk.

Onze kinderen en kleinkinderen zullen nooit meer zoeken, jubelen de profeten. Alles zit in de computer. Een paar trefwoorden en daar verschijnt het gezochte. In al zijn verdoemenswaardige enkelheid, gewoon thuis, in een kamer zonder boeken. Ze zullen niet meer bladeren in boek noch bak. Ik zoek niet, ik vind meteen. De cultuur van de tijdverspilling is ten einde. 

Ik zocht gisteren een citaat. Ik heb het niet gevonden. Ik had twee schitterende uren. 

KEES FENS

-----------------

In één van de grijze dagen van de afgelopen week zocht ik iets in mijn kast. Ik vond niet wat ik zocht. Wel trof ik een vergeeld en verkreukeld krantenartikel. Ik vond Kees Fens. Ik breng hem hier graag nog eens onder de aandacht. 'De ware kennis is de overbodige'. Zijn woorden gaven me 32 jaar later nog stof tot nadenken en een glimlach op mijn gezicht. Ik kan hier van alles aan toevoegen maar ik doe het niet. Creëer uw eigen gedachten.

Zoeken is beter dan vinden. En niet vinden is het allerbeste. Leve het zoeken!

zondag 17 november 2024

Hoe we allemaal onder onze eigen deken lijken te kruipen

Ergens deze week liep ik een vergaderkamer binnen en schoof aan naast mijn gewaardeerde collega. Het gesprek ging over alles wat er de afgelopen weken gebeurde. En zij zei: 'Ik wil het allemaal niet meer horen! Ik wil geen nieuws meer zien en het enige journaal dat ik nog volg is het Sinterklaasjournaal. Ik trek de deken over mijn hoofd en trek me terug in mijn eigen bubbel en gezin.'  Ze was het zat. En ik vermoed dat ze niet de enige is die het denkt. Mensen die ik ken als maatschappelijk betrokken en ideëel gedreven die in deze tijd zeggen: als het zo scherp moet, doe ik niet meer mee. Een tijd van harde woorden, insinuaties en olie op het vuur. Onderlinge afstanden worden groter in plaats van kleiner. Dialoog en luisteren wordt moeilijker, schreeuwen wordt makkelijker. En steeds meer woorden worden op steeds meer schaaltjes gewogen. 

En het trof in beperkte mate ook mijzelf. In de afgelopen weken kreeg ik een anonieme brief en een intimiderende mail omdat ik meedeed aan een dialoog over oorlogsarchieven. Het doet iets met me. Het kruipt onder mijn huid.  

Gelukkig waren er deze week ook lichtpuntjes. Van politici met een vlammend betoog of een minister die graag voorleest. Die lichtpuntjes laat ik, want ik blijf mezelf als optimist beschouwen, dan maar even schijnen. 

Een vlammend pleidooi voor IDO's

Op maandag 11 november vonden er twee belangrijke overleggen plaats in de Tweede Kamer. Beiden vonden tegelijkertijd plaats. De eerste was het Digitaliseringsoverleg met staatssecretaris Szabó. Vorige week meldde ik al dat Barbara Kathmann van Groen Links-PvdA een amendement indiende voor extra investeringen voor de Informatiepunten Digitale Overheid (IDO). In het overleg in de Kamer gaf ze daar nog een toelichting bij. En hoe! In de video zie je haar ronduit vlammende pleidooi dat mede gebaseerd was op haar eigen ervaringen. Ze liep namelijk stage bij het IDO. 

De staatssecretaris zei in het debat dat ook hij de IDO's een warm hart toedraagt en dat hij ook kennis heeft genomen van het rapport van KPMG waarin staat dat de IDO's onvoldoende gefinancierd worden. Hij wil hier in het voorjaar van 2025 op terug komen omdat de veranderde financiering pas in 2026 zou ingaan. Hij wil ook ruimte hebben om te bezien hoeveel IDO's er nu moeten zijn en op welke wijze. De goede wil is er dus maar het punt is dus zeker nog niet van tafel. 

Een voorlezende opa als minister

Een ruimte verderop vond het overleg over Cultuur plaats. Een groot deel van het debat ging vooral over de verdeling van cultuurgelden over de regio's en de gelden voor de BIS-instellingen vanaf 2025. De bibliotheekbrief, die de vrijdag voor het debat naar de Kamer was gestuurd, was officieel geen onderdeel van de vergadering maar werd wel her en der aangestipt. Ik denk dat Van der Wal van de VVD de meest scherpe vragen stelde over de bibliotheek.  In de video zie je haar inbreng op dit punt. Zij haalde het normenkader aan waar de Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) aan werken en vroeg aan de minister waar dat gaat landen. Dat is precies wat ik aanhaalde toen ik vorige week de beleidsbrief besprak

Het normenkader kwam in de beantwoording door de minister niet direct terug. Wel gaf hij aan jaarlijks met partijen de stand van zaken in het stelsel te monitoren. En het lijkt er dus op dat op die wijze dat normenkader ook terug gaat komen. 

Mijn favoriete moment is wel als minister Bruins vertelt over Boekstart en over hoe hij voorleest voor zijn kleinkind. Je ziet gewoon dat hij geniet als hij er over vertelt. Het is bijzonder lief en schattig. Dat moment wil ik u niet onthouden. Een stukje video waar je alleen maar blij van kunt worden.

Wel een BTW-verhoging, geen BTW-verhoging, geen BTW-verhoging, tenzij...

Op donderdag wordt in de Kamer gedebatteerd over het belastingplan. In dat plan zit de maatregel dat de BTW op sport en cultuur verhoogd zou worden naar 21%. Een plan waar al lang tegen geageerd wordt.  En alle coalitiepartijen hadden al gezegd dat ze het een hele nare maatregel vonden. Maar het is lastig oppositie voeren tegen deze maatregel omdat wie hem wil afschaffen ook de dekking moet vinden. En het bedrag waar het om gaat is fors: € 1,2 miljard structureel. Mijn inschatting was dan ook dat dat heel ingewikkeld zou worden. 

Tom Poes vond echter een list. De oppositiepartijen dreigden om de in de Eerste Kamer het belastingplan tegen te houden waardoor  minister Heinen via de coalitie de toezegging mocht doen om te komen tot een alternatieve invulling. Normaal mag je alleen wijzigen als je ook dekking hebt. Die is er nog niet en moet nog wel gewonden worden. € 1,2 miljard is geen gering bedrag. Wie de reacties leest op dit besluit, ziet dat veel cultuurorganisaties toch voorzichtig zijn. Het devies lijkt: 'Eerst zien, dan geloven'. 

En ondertussen

Tot zover het macroniveau van de samenleving. Wie overigens denkt dat mijn leven bestaat uit het volgen van Kamerdebatten, moet ik teleurstellen. Dat doe ik in de avonduren deze week als het werk overdag gedaan is. 

Op mijn eigen microniveau brachten we met onze eigen Raad van Toezicht een bezoek aan het Fundament in Losser. Ze kregen een rondleiding in deze multifunctionele organisatie waar bibliotheek, sociaal werk en muziekonderwijs gecombineerd worden. Ze zagen in de praktijk wat een IDO en een maakplaats doen en hoe je in kleine kernen er voor zorgt dat je op de maat van die kern inwoners verder helpt. Het aanstekelijke enthousiasme van directeur Evelien Fokkink en haar collega's is hartverwarmend. Hun slogan is 'Fundament laat je stralen' en dat voel en zie je letterlijk.  Het bord 'We helpen graag bij iedere vraag' dat boven dit artikel staat is van Fundament en illustreert dat enthousiasme. Hier word ik nu echt blij van. En ik weet dat dit op heel veel plekken in Nederland gebeurt. 

Vanzelfsprekend dat dat kan gebeuren is dat niet. Want deze week hielp ik ook nog een grote bibliotheek om tot een sluitende begroting te komen. En op een andere avond zit ik met een wethouder en de Raad van Toezicht van een kleine bibliotheek om tafel om te kijken naar een fusie. Dit omdat de bibliotheek eigenlijk te klein wordt om nog goed verder te ontwikkelen met het brede takenpakket. Het tekent dat de reparaties aan het bibliotheekwerk die het Rijk nu inzet ook echt nodig zijn. Niets gaat vanzelf en er zijn in het verleden flinke gaten geslagen. Het is hard werken met smalle marges.  

Hadden brutalen nog maar de halve wereld

Hard werken met smalle marges is niet erg. Het is wel fijn als je af en toe wat vooruitgang ziet en lichtpuntjes. Die zijn er zeker. Een Kamerlid dat echt gaat kijken wat er gebeurt met burgers, een minister die geniet van voorlezen en een enthousiaste directeur die blij is op elke plek iets te kunnen betekenen. En op vele plekken bibliotheken waar velen elkaar uit de samenleving nog zien en ontmoeten. Het zijn lichtpuntjes op microniveau in een samenleving en een wereld die op macroniveau op veel punten kil begint aan te voelen. 

Ik denk dat deze samenleving in deze tijd gebaat is bij onderlinge verbinding. En dan denk ik aan mijn goede collega die de deken wel over haar hoofd wil gooien en zich wil afsluiten. Als de stille krachten van de samenleving dat gaan doen, zij die zich altijd inzetten en klaar staan, is dat meer dan zorgelijk. Als de stille krachten stoppen, blijven de schreeuwers over.

Cabaretier Robin Bleeker opende onlangs zijn voorstelling met de woorden: 'Soms kun je terug verlangen naar de tijd dat brutalen nog maar de halve wereld hadden.' 

Het zijn rake woorden. Ik hou me vast aan lichtpuntjes en ga moeite doen om niet onder een deken te kruipen. Houd elkaar vast en help elkaar daarbij, zou ik zeggen. 

zondag 10 november 2024

Weer een weekje bibliotheekwerk: een nieuwe Kamerbrief en een amendement voor de IDO's

Als ik zo op zondagochtend dit stukje typ, laat je automatisch je gedachten nog eens gaan over deze week. Wat was dit voor week? Een week met Amerikaanse verkiezingen waarbij Trump met overmacht won. Dezelfde Trump van beweringen van honden etende Puerto Ricanen, van 'grab them by the pussy' en de kandidaat die zei de oorlog in Oekraïne binnen 24 uur te gaan oplossen. En een week waarbij Amsterdam het strijdtoneel werd van een verschrikkelijke guerrilla op scooters. 

Zo'n week. En na zo'n week ga ik toch weer schrijven over bibliotheken. Die bibliotheken die aan de rand van dat politieke geweld rustig maar onverdroten voortstappen. Het macro- en het micro-niveau van deze wereld vragen wat elastisch denkvermogen. Want ook deze week dook de Haagse politiek opnieuw op het bibliotheekwerk. Dit keer een nieuwe bibliotheekbrief en een amendement voor meer geld voor de Informatiepunten Digitale Overheid (IDO's). Ik zet het weer voor u op een rijtje.

Een amendement voor meer budget voor IDO's

Afgelopen week gaf ik nog een korte analyse van twee rapporten die over de IDO's waren verschenen. De korte samenvatting: de IDO's doen bijzonder goed werk maar eigenlijk komen ze geld tekort om door te kunnen groeien. En dat terwijl er eigenlijk een generieke korting van € 1,7 miljoen aan zit te komen omdat de specifieke uitkeringen (SPUK) aan gemeenten worden afgeschaft en de budgetten - met 10% korting - worden overgeheveld naar het gemeentefonds. 

Ondertussen is er minimaal één kamerlid die dit niet is ontgaan. En dat is Barbara Kathmann van Groen Links|PvdA. Zij diende een amendement in op de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken waar de IDO's onder vallen. Die begroting wordt maandag 11 november 2024 behandeld.

In het amendement stelt ze voor om het budget met € 3 miljoen te verhogen tot € 20,1 miljoen per jaar en het ook jaarlijks te indexeren. Ze loopt daarmee vooruit op de afhandeling van alle SPUK-regelingen. Het is toch wel knap hoe Kathmann de hele situatie in 280 woorden samenvat. 


De uitkomst van dit debat weten we dus volgende week. 

Nieuwe brief bibliotheekwerk

Verder kwam vrijdag 8 november ook de nieuwe Bibliotheekbrief uit. Die brief vindt u hier. Aanstaande maandag vindt de begrotingsbehandeling Cultuur plaats maar ik heb het vermoeden dat die brief daar geen rol meer gaat spelen. Ik zie het in ieder geval niet bij de stukken staan.  

Wie de afgelopen tijd het bibliotheekwerk al gevolgd had, zal in deze bibliotheekbrief niet heel veel nieuws vinden. De brief is een hele adequate samenvatting van de SPUK-regeling voor bibliotheken, de wetswijziging, het bibliotheekconvenant, de update rond Caribisch Nederland en de leenrechtregeling voor scholen. En eigenlijk is overal de boodschap: Wij zijn lekker bezig en boeken overal voortgang! Het is een bijzonder degelijke brief, bijna op het saaie af. Maar degelijk en saai betekenen inderdaad vaak dat het goed gaat. Want het dossier Bibliotheken zal de komende tijd toch één van de weinige dossiers zijn waar minister Bruins een beetje mee kan pronken. 

Is er dan niks bijzonders te melden? Nou, twee kleine dingen dan.

Vervolgfinanciering Bibliotheek op school

Voor de jaren 2024, 2025 en 2026 was in totaal € 74 miljoen uitgetrokken om de Bibliotheek op school en Boekstart te intensiveren. Die regeling loopt eind 2026 af. En wie de ambtelijke molens kent weet dat je dan eigenlijk ruim voor die tijd moet beginnen om ervoor te zorgen dat financiering een vervolg kan krijgen. In november 2023 verscheen hiervoor al het KWINK-rapport 'Duurzame verankering van de Bibliotheek op school'. 

Minister Bruins stelt nu in de beleidsbrief het volgende: 

'Op dit moment bekijk ik samen met de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hoe we na schooljaar 2025/2026 onze inzet op leesbevordering en de samenwerking tussen bibliotheken en het onderwijs zullen continueren. Hierbij vinden we het belangrijk dat we kunnen verduurzamen wat er in de afgelopen jaren is opgebouwd maar ook dat scholen vrijheid houden in hoe zij hun leesonderwijs en leesomgeving invullen. We gebruiken hierbij het onderzoek van de KWINK-groep naar voorwaarden van duurzame verankering van de Bibliotheek op school.   De beleidsreactie hierop volgt in het eerste kwartaal van 2025'

Mensen die ik weer over deze brief spreek wijzen dan op kleine woordjes in zo'n brief. Er staat 'hoe we na schooljaar 2025/2026 ... zullen continueren'. De vraag óf we moeten continueren zijn we dus gepasseerd. Het doel is om door te gaan! Zo subtiel is het dus. Wel stelt de brief dat goed gekeken moet worden wie nu de opdracht geeft voor de Bibliotheek op school. De gelden gaan in deze periode via de Stichting Lezen naar de bibliotheken. Daarmee heeft het onderwijs vooral te volgen. Dat wordt in bovenstaande zin wat in het midden gelaten. En dat daar nog iets moet snap ik ook wel. Het gaat hier om geld dat uit de onderwijsbegroting komt en niet uit de cultuurbegroting. De minister heeft hier ook te maken met de collega-staatssecretaris en die wil ook scholen een bepaalde zeggenschap geven. Ik voorzie hier wel een bestuurlijk overleg ontstaan waar minister, staatssecretaris, bibliotheken en onderwijs samen aan tafel gaan voor een solide invulling.

Voorjaar 2025 komt dit onderwerp dus terug. 

Kamerbehandeling wetswijziging medio 2025, de zorgplicht komt er gegarandeerd in 2026

De kamerbrief herbevestigt de financiële middelen via de decentralisatieuitkering voor 2025 en 2026. En de brief herbevestigt dat de middelen ook na 2026 structureel beschikbaar zijn voor gemeenten. Ook dat soort zinnetjes zijn belangrijk om op te merken: het geld is en blijft structureel geborgd. Ook hier voert het ministerie een solide en betrouwbare koers. 

Ook niet onverwacht maar nu ook hier aan het papier toevertrouwd is de verwachting dat de Tweede Kamer de wetswijziging medio 2025 zal behandelen. Mijn ervaring is dat in dit soort brieven altijd de vroegste mogelijkheid van behandeling wordt genoemd. Het is nooit eerder maar wel vaak iets later. Mijn hoop is vóór de zomervakantie 2025 maar de werkelijkheid zal wel zijn dat het net na de zomervakantie volgend jaar zal zijn. 

Maar wat je hier wel uit kunt afleiden is dat die zorgplicht gegarandeerd in zal gaan in 2026. Of dat 1 januari 2026 is of 1 juli 2026 is dat zal er nog om spannen maar die zorgplicht komt er. 

Lees ook wat er niet in staat...

Nou, dat waren de twee spannende punten. En ik vermoed dat u er niet van van uw stoel bent gevallen. 

Tot slot moet je dit soort beleidsbrieven ook altijd lezen op wat er niét in staat. Wat was wel belangrijk maar wordt niet genoemd?  

En dat is in dit geval het normenkader waar de Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) destijds op aangeven van de toenmalige staatssecretaris mee gestart zijn. Ergens moet dat kader nog gaan landen en het zal een aanvulling moeten vormen op de 'basis'eisen die de zorgplicht zal stellen aan lokaal bibliotheekwerk. Ergens tussen nu en de behandeling van de wetswijziging moet dat wel vastgesteld worden. Men zoekt met elkaar duidelijk nog wat nou precies de positie moet zijn van dat normenkader. 

Bibliotheken op route, de wereld wankelt

Nou, als u dit zo gelezen heeft, weet u dat het bibliotheekwerk nog gewoon keurig op route ligt voor de zorgplicht. De ambtenaren bij het ministerie voeren solide en degelijk uit. En dat is in dit geval gewoon een compliment. Geen gekke dingen meer of verrassingen is het devies in deze fase. Het is nu zorgen dat je naar de eindstreep komt. Mijn routekaart - zie hierboven - hoef ik met deze brief niet te updaten. 

Die bibliotheken lopen dus lekker door. En dat alles dus terwijl de wereld wankelt. De onvoorspelbaarheid van een nieuwe Amerikaanse president, met een oorlog op Europees grondgebied waar Noord-Koreanen nu het strijdtoneel betreden en met een groeiend aantal autoritaire leiders. Niemand weet of wij al zitten te kijken naar een Derde Wereldoorlog. Maar in een oorlog sneuvelt de waarheid als eerste, luidt het gezegde.

Feiten, alternatieve feiten en meningen buitelen al over elkaar. Op dat vlak liggen duidelijke vragen voor het bibliotheekwerk. Dat bibliotheekwerk dat ooit werd opgericht voor gelijke toegang tot kennis en informatie. Omdat we geloofden dat toegang tot kennis en informatie ons verder zou helpen in onze gezamenlijke ontwikkeling. Onze ontwikkeling als individu, als lokale gemeenschap, als land, als wereld. Hoe doe je dat in deze met alternatieve feiten overvoerde omgeving?

Het onlangs getekende nieuwe bibliotheekconvenant geeft alle partijen die zich inzetten voor bibliotheken op dit punt dan ook een opdracht:

'Partijen gaan de rol van bibliotheken op het gebied van het versterken van de democratie en digitaal burgerschap uitbouwen en bestendigen.' 

Op macro-niveau is er dus nog heel veel werk te verzetten voor bibliotheken. Op micro-niveau, het niveau van beleidsbrieven en amendementen, ligt het bibliotheekwerk gewoon mooi op koers.  

Maar voor beide geldt het devies: alle hens aan dek en op volle kracht vooruit!

dinsdag 5 november 2024

Twee rapporten over IDO's die mijn moeder niet gaat lezen maar Kamerleden hoop ik wel

Een paar weken geleden schreef ik een groot opiniestuk voor De Stentor over mijn moeder en de digitale overheid. De strekking was dat mijn moeder van 79 het maar ingewikkeld vindt en dat de overheid de eisen sneller opschroeft dan mijn moeder kan leren. Toen riep ik al op om extra te investeren in de hulp die geboden wordt om om te kunnen gaan met die digitale overheid. Op maandag 11 november overlegt de Tweede Kamer onder andere over digitalisering en kan men besluiten tot extra inzet.

Twee rapporten over Informatiepunten Digitale Overheid

Een week geleden maakte de Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) twee rapporten bekend over de Informatiepunten Digitale Overheid (IDO's). De VOB stelde over deze rapporten: 'Bezoekers zijn zeer positief over de geboden dienstverlening. Tegelijkertijd blijkt dat de bekostiging voor de IDO’s onvoldoende is.' Klopt dat? Ik las de twee rapporten en zet het voor u op een rijtje. 

Kort gezegd: de VOB heeft groot gelijk. En eigenlijk stelt de VOB het nog bescheiden. De twee rapporten waar het om gaat zijn beide opgesteld in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) en zijn uitgevoerd door Mare en KPMG. 

Rapport Mare: over doel en uitvoering van de IDO's

Het rapport van Mare is vooral een kwalitatief onderzoek naar de beleving van bezoekers van het IDO. Dat onderzoek is gedaan op aangeven van de algemene rekenkamer die in 2022 constateerde dat de IDO's met weinig middelen in weinig tijd heel veel hebben bereikt... maar dat er ook wel veel doelen moeten worden bereikt met deze IDO's Een ander punt was het bereik van de IDO's. Dat blijkt inmiddels na corona flink te groeien: van 44.622 vragen in 2022 naar ruim 55.000 alleen al in de eerste helft van 2024.

Om de sociaal-maatschappelijk functie en de doelen van de IDO's te onderzoeken ging Mare op bezoek bij vele IDO's, praatte met vele gebruikers en medewerkers. Het is grappig om te lezen dat de Mare-onderzoekers eigenlijk met enige gereserveerdheid dit onderzoek begonnen maar dat ze gaandeweg steeds enthousiaster worden over de IDO's. De eindconclusies, gebaseerd op gebruikerservaringen, moeten de bibliotheken wel doen glimmen:

'IDO-bezoekers worden overal op zeer empathische en professionele wijze geholpen.'

 'Doorgaans worden ze bij het IDO een stap in de goede richting én op bijzonder empathische wijze geholpen, ongeacht hun vraag en hoe het IDO ook is ingericht of georganiseerd. Zonder IDO’s is er in de beleving van mensen geen of niet altijd een goede andere plek om naartoe te gaan. Het IDO helpt bij een breed palet aan digitale vragen, (meestal) zonder afspraak, zonder tijdsdruk, kosteloos, met geduld en op professionele wijze. De positieve ervaringen moeten vaak ook gezien worden in de context dat mensen eerder bij andere organisaties weinig (goede) hulp hebben ervaren. Hun ervaring is dus dat het IDO wél helpt.' 

'De IDO’s kunnen een belangrijke brug slaan tussen burgers die te maken hebben met (één of meer) risicofactoren en de online (overheids)dienstverlening waar ze moeizaam of niet hun weg in kunnen vinden.'

Ook lardeert Mare het onderzoek met tal van qoutes van gebruikers, die goed aangeven waarom een IDO zo goed aanslaat:

'Zo blij dat IDO er is. Iemand die de tijd voor je heeft en naar je luistert. Ik wil een mens! Ik wil dat iemand naast me gaat zitten.'

'Ik zie het als een verplichting dat IDO er is. Zonder het IDO kan een hele grote groep, waaronder ik, digitaal de zaken niet regelen.'

'Ik ben gewoon heel onzeker en bang dat ik iets verkeerd doe. Bij IDO zitten professionals die weten hoe het moet. Dat geeft mij rust dat het goed zit.'

Burgers zijn dus blij dat er IDO's zijn. En ze hebben er veel vertrouwen in en ze worden in de regel goed en met aandacht geholpen. De dienstverlening met een menselijke maat waar het zo om te doen was, is in korte tijd tot stand gekomen. Mooi nieuws allemaal. De IDO's zijn echter niet het tovermiddel voor het hervinden van vertrouwen in de overheid. Mensen blijven de overheid ingewikkeld vinden. Daar staat tegenover dat ze wel meer vertrouwen in zichzelf krijgen en hoe ze omgaan met die overheid. Tot zover de conclusies van Mare. Helder is dat bibliotheken met de IDO's bezig zijn met een grote operatie waarbij jaar na jaar een groeiende burgers geholpen wordt en wegwijs wordt gemaakt.  

KPMG: Over de exploitatie van het Informatiepunt Digitale Overheid

Het KPMG-rapport gaat in op de exploitatie van de informatiepunten. Tussen 2019 en 2022 werden deze via een subsidieregeling via de Koninklijke Bibliotheek rechtstreeks gefinancierd aan bibliotheken. Vanaf 2023 kennen de IDO's een ministeriële regeling waaraan een een zogeheten Specifieke Uitkering (SPUK) is gekoppeld. Het ministerie wil deze regeling, nu deze een tijdje loopt, eens evalueren en kijkt daarom naar de exploitatiekosten van de IDO's. 

De samenvatting van de huidige financieringslijnen ziet er als volgt uit. 

Het gaat dus om € 17 miljoen per jaar. Ter vergelijking, het UWV heeft een budget van 2,4 miljard . Of neem een kleine speler: Logius, de uitvoerder van Digid heeft een budget van € 350 miljoen per jaar. Met andere woorden, IDO's zijn een kleine korrel op verder hele grote budgetten.

Bibliotheken financieren 31% van de kosten van IDO's zelf

Voor het onderzoek heeft KPMG 32 bibliotheekorganisaties vergeleken die samen goed zijn voor 262 IDO's in 77 gemeenten. Daarbij is ook gekeken naar verschillende uitvoeringsvarianten als spreekuren, brede balies, altijd open of combinaties hiervan. 

Die € 17 miljoen vormt 91% van alle inkomsten van een IDO. De overige 9% komt uit overige kleine regelingen. In totaal heeft een IDO € 28.270 aan inkomsten. Daar staan echter € 40.860 aan kosten tegenover. In de financiering komen bibliotheken dus 31% tekort. Het verschil wordt opgelost doordat er gebruik gemaakt wordt van bestaande huisvesting, automatisering en ondersteuning. De IDO's kunnen dus alleen bestaan bij de gratie dat ze ingebed zijn in een bredere organisatie. 

Ondersteuning in landelijk gebied kost meer moeite en dus geld


Het onderzoek heeft een aantal uitsplitsingen gemaakt. Een opvallende uitsplitsing is dat IDO's in landelijk gebied per 10.000 inwoners ruim 10% duurder te zijn dan in stedelijk gebied. Wie even nadenkt, snapt dat dat ook wel logisch is. Als er in een landelijk gebied 60.000 inwoners wonen, wonen die in vele kernen en heb je op vele plekken een bibliotheek of IDO nodig. Als je in stedelijk gebied 60.000 inwoners hebt, heb je een stadskern met hooguit één of twee nevenwijken. Overigens krijgen bibliotheken in het landelijk gebied vaak veel minder subsidie van hun gemeenten en moeten ze dus vaak al hele creatieve oplossingen vinden. Dat laat het onderzoek ook wel zien dat men in landelijk gebied de IDO's ook veel vaker integreert in bestaande dienstverleningsonderdelen. Als men in landelijk gebied dezelfde oplossingen had gekozen als in stedelijk gebied dan was het financiële verschil nog groter geweest. 

Niet negen miljoen erbij maar bijna twee miljoen eraf!

Ik ga nog even terug naar het tekort van tussen inkomsten en kosten. We zien dus eigenlijke dat de vergoeding van de overheid voor de IDO's niet € 17 miljoen zou moeten zijn maar als je het omrekent er € 9 miljoen bij moet. Eigenlijk dus € 26 miljoen. Een peulenschil voor de overheid zou je zeggen.

En laat dat nou net niet de conclusie zijn.... 

De conclusie is dat die landelijke overheid - die zo graag wil dat burgers goed omgaan met die digitale overheid - voornemens is om alle SPUK-regelingen af te schaffen, algemeen in het gemeentefonds te stoppen en 10% te korten! Dat betekent dat in het gunstigste geval - ervan uitgaande dat de gemeente de bibliotheek voor IDO's blijft financieren - dat er niet negen miljoen bij komt dat er bijna twee miljoen af gaat!

Tja, en daar staan we dan met ons goede gedrag. Vijf jaar knetterhard gewerkt. Op zo'n 700 punten een IDO gestart en een fantastische infrastructuur gebouwd waar burgers ook nog eens heel tevreden mee zijn. En dan dit. Daar kun je wel boos om worden. 

Klaas Gravesteijn, directeur van de VOB en boegbeeld van de bibliotheken reageert op de site van de VOB dan nog heel netjes als hij het volgende stelt:

'In vijf jaar tijd hebben alle bibliotheken een onmisbare dienstverlening ontwikkeld. De uitkomsten van dit onderzoek zijn een groot compliment voor de sector. Tegelijkertijd worden ook onze zorgen bevestigd. Gemeenten en bibliotheken leggen jaarlijks circa € 9 miljoen bij om deze onmisbare hulp en ondersteuning in stand te houden. Het kabinet wil daarbovenop nog eens €1,7 miljoen bezuinigen en het bedrag overhevelen naar het gemeentefonds. Daarmee zet het kabinet de dienstverlening op de tocht. We roepen het kabinet op, mede indachtig de onderzoeken, om deze maatregel terug te draaien.'

Ik zou zeggen: niet alleen terugdraaien maar kom ook te zorgen voor adequate financiering van het restant van € 9 miljoen. Maar Klaas Gravesteijn is vast een betere diplomaat dan ik.

Mijn moeder leest die rapporten niet...

De digitale eisen worden elk jaar hoger, vier miljoen Nederlanders, waaronder mijn moeder, kunnen die eisen niet snel genoeg bij benen. IDO's helpen hier tegen zeer beperkte kosten. Beste overheid, beste Kamerleden: u hebt hier goud in handen! Wees er voorzichtig mee. 

Er verschenen twee rapporten die mijn moeder niet gaat lezen maar die relevant zijn voor ieder die beleid maakt voor mensen als mijn moeder. Maak er gebruik van! Namens mijn moeder: bedankt!

zaterdag 2 november 2024

You'll never walk alone


Sorry jongens en meisjes. Dit weekend geen stuk over bibliotheekwerk. Soms zijn er belangrijker zaken. Beloof ik volgende week weer een blogje te schrijven over bibliotheekwerk.
Want vandaag liep ik mijn 60e halve marathon in wedstrijdverband. In 2.03 uur in Epe. Een halve marathon die ik zeker al tien keer gelopen heb. Het parcours kan ik dromen. Rennen is voor mij veel meer dan alleen bewegen. Rennen is voor mij de manier om de mentale balans te houden. En de Halve Marathon is daarbij de metafoor voor het leven. Alles komt daarin voorbij. Toen ik wist dat ik mijn 60e ging lopen wist ik al dat dat speciaal zou worden. Mijn leeftijd begint langzaam mee te spelen. En dat het speciaal werd, ervoer ik aan den lijve. Na kilometer acht viel mijn loopmaatje weg en liep ik alleen. Ik was nog alleen met mijn gedachten. En de kadans van mijn voeten. En vanaf dat moment spookte het in mijn hoofd. Mijn leven besprong me. Ik zag mezelf als klein kind, als opstandige puber en zo door. Alle afslagen in mijn leven kwamen voorbij. De hoogte- en de dieptepunten. Ergens rond kilometer 12, ik loop dan al een tijdje alleen, hoor ik plotseling ‘You'll never walk alone’ in mijn hoofd. Was nooit mijn type muziek maar nu raakt het me. De tranen zitten me hoog. Ik loop hier alleen, maar ik ben niet alleen. En hoe vermoeider ik word, hoe meer mijn hoofd zijn koppositie opgeeft en mijn lichaam het overneemt. Die uitspraak leen ik van mijn dochter die ook meerent. Ergens ver voor mij.


Na kilometer 16 voel ik dat de man met de hamer achter me loopt. En hij komt dichterbij. Een beetje zoals het leven zelfs. Ooit komt de man met de hamer. En op dat moment komen de namen voorbij van vrienden, familie en collega’s die ik te vroeg verloor. En ja, ik huilde bij die kilometers. Maar ik blijf lopen, de kadans blijft, het ritme stabiel. De man met de hamer haalt mij niet in. Langs het parcours duikt een vriendin op die aanmoedigt. Aan het eind staan mijn kinderen met spandoeken te wachten. Mijn oudste blijkt dan inmiddels derde te zijn geworden bij de dames. De halve marathon als metafoor van het leven. Blijven lopen en zelfs als je in je eentje loopt: You'll never walk alone...