maandag 25 februari 2019

Lochal Tilburg: een driedubbele investering in Tilburg


Er is al veel over geschreven over de Lochal in Tilburg. Het NRC noemde het het Centre Pompidou van Tilburg. Het Brabants Dagblad noemde het een bieb die bij een werelstad past. De Volkskrant noemt het met de woorden van Francine Houben 'een kathedraal van deze tijd' en gaf de plek de maximale score van vijf sterren.

Meestal vind ik journalisten wat aan de negatieve kant. Vaak zijn ze uit op wat slecht of mis gaat. Hoe zat dat nu dan? Ze waren zó positief dat ik er haast achterdochtig van werd. Hoog tijd om zelf op onderzoek uit te gaan. En om de de conclusie maar vast weg te geven: de werkelijkheid was nog beter dan de juichende recensies! Er zijn alleen nog geen superlatieven uitgevonden om het te beschrijven. Elke recensie zal daardoor niet het hele beeld raken van datgene wat dit pand te weeg zal gaan brengen in deze stad.


En waar te beginnen met beschrijven? Is dat bij hoe fantastisch dit industrieel erfgoed is omgebouwd: een oude werkplaats van locomotieven dat als constructie grotendeels is blijven staan? Of moeten we beginnen over alle 'labs'  - de kleine ruimtes waarin allerlei programma's gedaan kunnen worden? Of moeten we het hebben over de megaleestafel op een treinonderstel? Of moeten we het hebben over het trappenlandschap dat dit pand vormt? Of over de driehonderd werkplekken die erin zitten? Of wellicht toch gewoon over de collectie die nog steeds in ruime mate voor handen is?

In deze tekst komt u al verschillende foto's tegen maar helemaal onderaan krijgt u een fotogalerie met dertig foto's van het pand. Misschien dat die wel meer kunnen zeggen dan ik zo snel bij elkaar kan verzinnen.


Labs en Stemmingmakerij
Een onderdeel dat wellicht wat meer aandacht verdiend zijn de labs en de stemmingmakerij. Dwars door het pand zitten allerlei kleine ruimtes die met name als 'futurelab', 'digilab', 'foodlab' en 'gamelab'. Het zijn kleine ruimtes waar van alles geprogrammeerd kan worden en waar telkens een medewerker van de bibliotheek voor verantwoordelijk is.  Men is dus eigenaar van een 'eigen winkeltje' en dat lijkt mij een prachtig concept. Ik zou gelijk zin hebben om zo'n lab te mogen doen.

Een iets grotere ruimte is de Stemmingmakerij. Een ruimte in een soort lagerhuis opstelling die heel geschikt is voor allerlei lezingen en dialoogsessies. De echt grote theaterzaal,  met ik schat snel zo'n 125 zitplaatsen, zit binnen de ruimte van Seats2Meet dat naast de bibliotheek ook partner is in het pand. Ik ben wel benieuwd hoe die samenwerking zich tussen deze twee organisaties zich nog verder gaat ontwikkelen.


Horeca
Horeca heeft de bibliotheek in eigen beheer opgezet in een mooie ruimte die door een transparante stoffenafscheiding voldoende bij de bibliotheek blijft horen terwijl ook helder is dat dit de horeca is. Het feit dat het in eigen beheer wordt gedaan is wel bijzonder. Meeste bibliotheken kiezen voor een exploitant maar ik denk dat het op deze locatie eigenlijk wel goed kan: de omvang is groot genoeg en de organisatie is ook ondernemend genoeg om ermee om te gaan.


Pand met potentie
Wat mij verder opviel is dat het pand niet 'af' is en dat bedoel ik niet oneerbiedig.Wat ik ermee bedoel is dat je kunt zien dat het pand voor de komende tien tot vijftien jaar nog allerlei mogelijkheden biedt om verder te ontwikkelen. Het is geen pand waar geen enkele ruimte meer in zit. Zeker niet. Daarmee wordt de Lochal geen kant-en-klaar-concept maar veel meer een prachtig pand met potentie. En daarmee past het pand denk ik ook heel goed bij deze tijd. Deze tijd vraagt niet meer om panden die kant-en-klaar zijn. We zijn een samenleving geworden van allianties en netwerken waarbij we in steeds wisselende samenstellingen acteren. Ik denk dat de Lochal  die beweging prima neerzet.


Bibliotheken als ontwikkelingsmagneet
Twaalf jaar geleden opende de OBA haar deuren op het Oosterdokseiland. Dat  was toen een plek die niemand kende. De bibliotheek vertrok uit de binnenstad en ging naar een ontwikkelingslocatie. De stap die de OBA zette heeft lokale bestuurders de ogen doen openen wat de potentie is van bibliotheken als het gaat om herontwikkeling en revitalisering van binnensteden. Arnhem volgde, Leeuwarden is er een voorbeeld van en nog recenter Deventer. Ook Tilburg heeft dat gezien. De bibliotheek als ontwikkelingsmagneet voor een heel gebied.

Driedubbele investering in de stad
De investering in de Lochal bedroeg een kleine 30 miljoen. Ja, een heel bedrag en nagenoeg binnen budget gebouwd. Kom er nog eens om. Voor die kleine 30 miljoen hebben de Tilburgers er 1) een nationale landmark bij, 2) een ontwikkelingsmagneet voor de Spoorzone én 3) ook nog een nieuwe bibliotheek! Dit is een investering die driedubbel gaat renderen.

Ter vergelijking, de teller voor het Tilburgse stadhuis staat inmiddels op 120 miljoen. En niet zeker is, of het niet verder oploopt.Waar denkt u dat de burgers het meeste profijt van gaan hebben?

Precies, dat denk ik ook.

Complimenten aan iedereen van Bibliotheek Midden-Brabant en felicitaties aan alle Tilburgers met deze driedubbele investering in de stad!

woensdag 20 februari 2019

De generaal van de kleine bibliotheken: Theo Peeters


Vandaag neemt Theo Peeters afscheid van het bibliotheekwerk. Lange tijd directeur geweest van de bibliotheek in Oosterhout en later directeur van het opgeschaalde Theek 5. Maar nog altijd met Oosterhout als centrum.

Het was 1997 denk ik. Ik had net een jonge dochter en Theo vroeg me of ik niet een verhaal wilde komen vertellen in Oosterhout over internet... Ja, beste mensen, daar kon je toen nog lezingen over houden. Dus toog ik op een vrije dag samen met mijn hele jonge dochter van enkele maanden oud naar Oosterhout. Ik hield een lezing met - en nu rolt u onder de bank van het lachen - overheadsheets. Beamers bestonden nog niet. Een zaal met bijna 100 man hing ademloos aan mijn lippen terwijl ik overheadsheets liet zien van de pagina's van het Witte Huis en ik vermoed van AltaVista, hoewel ik niet zeker weet of dat toen al bestond. Google en Facebook waren in de verste verte nog niet te bekennen. Mijn dochter kroop ondertussen tussen de kasten onder toeziend oog van een collega van Theo.

En hoewel we ver uit elkaar woonden, lag je op professioneel gebied heel dicht bij elkaar.  Allebei vooruit willen met bibliotheken en kansen zien. Dat maakte hem ook tot een aimabel bestuurslid voor veel bibliotheekgremia. Samen strijden in de bezuinigingen om vestigingen overeind te houden. Met elkaar onderzoeken wat de betekenis nou was van al die digitale ontwikkelingen Samen onderzoekn of die rotte bibliotheekboetes niet konden verdwijnen (ja, dat kunnen ze beste mensen). En een liefhebber van literatuur, hoewel onze smaken wel verschillen.. En ook wist hij altijd binnen vier zinnen het gesprek altijd op voetbal te brengen of wielrennen. Ik had daar iets minder mee maar ik genoot van zijn verhalen.

Ik zal Theo gaan missen. Onze samenwerking - ook al niet heel intensief - gaat wel een heel eind terug. Ik zal hem begin jaren '90 van de vorige eeuw ergens voor het eerst ontmoet hebben. Ik als broekie van begin twintig bij het bureau van de WSF-bibliotheken, Theo toen actief binnen het netwerk van kleinere bibliotheken: het LDO (Landelijk Directie Overleg),  een overleg voor bibliotheken die niet mee mochten doen aan het DOS (dat was Directie-Overleg Stedelijke bibliotheken). Theo was voor mij de aanstekelijke generaal van de kleine bibliotheken. Volgens mij lag de grens bij 80.000 inwoners om bij de 'groten' te horen. Theo trok zich van alle grenzen niets aan. Groot of klein deerde hem volgens mij niet zoveel. Net zoals het hem niet deerde of je wel of niet een directeur was. Hij was ook gewoon geïnteresseerd in mijn verhalen als jong broekie.

De afgelopen jaren is in Nederland de opleiding 'Community librarian' gestart. Volgens mij had die opleiding ook de Theo-Peeters-opleiding kunnen heten. Want als er iemand was die al jaren als community librarian aan het werk was, precies, dan was dat Theo.

Ik probeer mij voor te stellen dat hij met pensioen gaat. Hoe ziet dat eruit? Het beeld dat opdoemt is dat van een man op een fiets die ondertussen een boek leest en tegelijkertijd met zijn buurman nog over voetbal praat.

Theo bedankt!

dinsdag 19 februari 2019

Hoera: Weer thuisgebruik met je bibliotheekabonnement!


Mijn oudste dochter bracht het afgelopen jaar een paar dagen door in de bibliotheek van Groningen om haar theorie-examen voor het rijbewijs voor te bereiden. Leuke service van de bibliotheek. Dat blijkt nu nog een stukje makkelijker te worden. In een bericht op de website van de Koninklijke Bibliotheek wordt melding gemaakt van het volgende

"Een mijlpaal voor openbare bibliotheken: de ingekochte digitale bronnen zijn sinds medio februari ook voor bibliotheekleden thuis beschikbaar
Al behoorlijk wat jaren worden er, behalve e-books en luisterboeken, ook digitale bronnen ingekocht voor openbare bibliotheken. De inkoop hiervan is centraal geregeld via de KB-inkoopcommissie. De woordenboeken van Van Dale, de Uittrekselbank en LiteRom van NBD Biblion, een theoriecursus voor het rijbewijs, voorleesfilmpjes en nog veel meer: ze zijn allemaal te raadplegen en te doorzoeken in de bibliotheek.
Sinds het begin van de centrale inkoop bestond bij bibliotheken de wens om de bronnen ook beschikbaar te stellen aan bibliotheekleden thuis. Het bleek een complex en - daardoor - lang traject, maar nu is het gelukt: praktisch alle ingekochte bronnen zijn nu ook thuis toegankelijk".
Nou, goede reden om zelf maar gelijk eens te gaan testen. Ik logde in met mijn eigen bibliotheekaccount en kreeg één keer een foutmelding maar toen ik het nog een keer probeerde, bleek ik er toch in te zitten. Helemaal vlekkeloos was het niet maar ik kon er wel mee leven. Dit gaat er vast nog uit gehaald worden.

Ik zocht een tijdje in het Financiële Dagblad, werkte prima. Het bracht mij zelf wel weer even terug naar de tijd dat ik vaak met middelbare scholen om tafel zat en dat ze zo blij waren met het doorleveren van de krantenbank naar scholen. Daar is deze deal met het Financiële Dagblad wel weer een mooi begin van. Misschien wordt Volkskrant, NRC en Trouw ooit ook weer mogelijk. Je moet altijd blijven dromen.


Als ik het goed begrijp, wordt de komende weken nog gefinetuned en de communicatie met bibliotheken verder ingeregeld. Pas daarna volgt communicatie aan het grote publiek. Dat kleine inlogdingetje zal er dan ook wel uit zijn. Bibliotheekmedewerkers die het nu al gelijk willen proberen moeten even de URL's voor thuisgebruik even ophalen bij deze link op MetdeKB.

En uiteraard deed ik ook een rijexamen. En wat denkt u? Ja, geslaagd! Wel met de hakken over sloot trouwens.

Mooie stap vooruit dat thuisgebruik en wat mij betreft iets om straks ook goed reclame voor te maken. Zullen leden blij mee zijn.

zondag 10 februari 2019

Leve Van Ostaijen!

Van Ostaijen, kent u die nog? Nou, hij behoort tot mijn favorieten. Gedichten als  jazzritmes, gedichten als hallucinaties, gedichten als kleine muziekdoosjes.

Soms vraag je je af onder welke steen je zelf geleefd hebt als blijkt dat je nou juist over die dichter iets prachtigs hebt gemist. Ik bleek namelijk een boek in 2014 finaal over het hoofd te hebben gezien. Het gaat om het boek 'Miavoye, op bedevaart naar Paul van Ostaijen'. Een boek van Koen Broucke, Peter Holvoet-Hanssen, Koen Peeters en Pascal Verbeken. Vier mannen op bedevaart naar Miavoye, de plaats Van Ostaijen zijn laatste maanden doorbracht in een sanatorium. Van Ostaijen overleed op 32-jarige leeftijd aan TBC. Hij noemde zichzelf een 'teeringpoëet met  verdronken longen'.

Miavoye is een verslag van vier mannen op leeftijd op zoek naar hun poëtische jeugdheld. Twee schrijvers, een dichter en een schilder. Vier mannen op zoek naar de geschiedenis.  Een vriendenroman. Soms krijg je het gevoel dat je in een levende versie van de Titaantjes van Nescio of Ventoux van Wagendorp bent beland. Het levert een liefdesverklaring op voor Van Ostaijen.

De vier heren voltooien een oude taak. Richard van Minne, dichter in dezelfde periode als Van Ostaijen, schreef op enkele dagen na de dood van Paul van Ostaijen op 30 maart 1928 in zijn dagboek:
We moeten de onrechtvaardigheid van Van Ostaijens  dood weer rechtzetten. We moeten ons in verbinding stellen met zijn naaste vrienden. Deze zomer over herfst, moeten we een beevaart doen naar Miavoye-Antheé. We moeten, met enkelen, een boek over en voor hem schrijven. Dat boek zal Miavoye-Antheé heten. Miavoye-Antheé dat wordt een zinnebeeld van wat een dichter is in de maatschappij. Zingen en kreveren. Ook moet er een keurbundel komen uit Van Ostaijens werk. Bij dit alles, het spreekt vanzelf, mogen de officiëlen en hansworsten niet op het podium verschijnen. Wij zullen het graf omringen. Begin aan dat werk. Schrijf. We stichten een comiteit, en we schrijven en we spreken. Spoed u, of de hansworsten die een middel tot zelfreclame ruiken, zijn ons voor. En dat nooit. Leve Van Ostaijen!

Wat blijkt? De opdracht Van Minne is nooit uitgevoerd. Broucke, Holvoet, Peeters en Verbeken besluiten de bijna 80 jaar gedane oproep in te lossen. En dus stichten de vier heren met elkaar de comiteit, gaan op bedevaart, praten met elkaar over  de kunst en het leven in het algemeen en Van Ostaijen in het bijzonder. Al keuvelend komt de geschiedenis voorbij. Er worden gedichten geschreven en schilderijen gemaakt. En de keurbundel wordt gemaakt. Het levert een zeldzaam en informatief kleinood op over de dichter die wat mij betreft niet voldoende aandacht kan krijgen. De heren - zeg maar jongens op oudere leeftijd - zijn in hun opzet geslaagd. Lezen dus, voordat die hansworsten het inpikken als middel tot zelfreclame!

Leve Van Ostaijen!

Leen het boek hier.

dinsdag 5 februari 2019

Trends in ebooks in openbare bibliotheken: de ebooklezer wordt steeds ouder!


Onlangs verspreidde  Bertil Voogd van de KB weer de jaarcijfers van ebooks in bibliotheken op MetdeKB. Ik heb de excelsheets het afgelopen weekend weer eens doorgevlooid en in een aantal grafieken gezet. Kijkt u even mee? Ik waarschuw vast: het is een lang stuk en het meest opmerkelijke feit meld ik pas aan het eind. Hou dus even vol.

Uitleningen +9%
In de eerste helft van dit jaar constateerde ik al dat de snelle groei van uitleningen begint af te vlakken. Toen voorspelde ik op basis van de halfjaarcijfers een groei van slechts 2%. Daar maakte ik toen wel de opmerking bij dat de tweede helft meestal beter is dan de eerste helft van het jaar. Dat blijkt ook. De groei over 2018 in aantal uitleningen van ebooks kwam toch nog uit op 9%. Alles bij elkaar lenen de KB en de openbare bibliotheken via dit platform zo'n 3.500.000 ebooks uit.

Dat die groei in de tweede helft toch flink gegroeid is, is wel opmerkelijk. Vooral de app voor ebooks heeft wat tegenslagen gekend maar dat heeft het gebruik in de tweede helft niet geremd, zo lijkt het. Sterker nog, het is een opmerkelijk goede tweede helft geweest,  beter dan de eerste helft van 2018.

Wie de lijn van afgelopen jaren doortrekt mag voor 2019 - bij ongewijzigd beleid - een groei verwachten tussen de 5% en 8%. Minder dan voorgaande jaren maar nog altijd een groei waarvoor bibliotheekdirecteuren voor hun 'gewone' uitleningen een moord zouden doen.

Koninklijke Bibliotheek +79%  Bibliotheken +7% 



Ebooks lenen bij bibliotheken kan op twee manieren. De eerste is dat je het gewoon gebruikt met je bestaande bibliotheekpas. Je moet pas dan activeren met een ebook-account en dan kun je aan de slag. De tweede optie is om een 'digital only'-abonnement af te sluiten bij de Koninklijke Bibliotheek. Je bent dan geen lid van een openbare bibliotheek en kunt daar ook geen boeken lenen.

De grote basis voor het ebookgebruik komt nog steeds bij bestaande klanten van openbare bibliotheken vandaan. Bijna 3,3 miljoen ebook-uitleningen worden gedaan door mensen met een pas van de openbare bibliotheek. Een kleine 200.000 ebooks worden geleend door mensen met een digital only abonnement. De groei is echter veel groter bij de KB dan bij de bibliotheken. En dat terwijl er volgens mij niet of nauwelijks reclame wordt gemaakt voor dit abonnement. Er is dus nog een hele natuurlijke groei.

Bij openbare bibliotheken stijgt het met 7%. Bij grote getallen wordt het altijd lastiger om een hele grote groei te realiseren. Hoewel mijn indruk is dat ook bibliotheken minder actief zijn geworden met het promoten van ebooks dan een aantal jaren geleden. Wellicht dat de haperende hier debet aan is maar ik heb zelf de indruk dat bibliotheken momenteel drukker zijn met het promoten van maatschappelijke en educatieve activiteiten. Heel logisch uiteraard.

Ebooks zijn 5% van de totale uitleen


Door de statistieken van het CBS over de traditionele bibliotheek te combineren met de cijfers van ebooks kun je tot het volgende plaatje komen. Ebooks vormen 5% van het totaal aantal uitleningen in openbare bibliotheken. Daarmee loopt het redelijk in de pas met wat we in de boekhandelswereld zien.

11% van de bibliotheekleden heeft een ebook-account, 6% gebruikt het



De uitleningen vormden van ebooks vormden 5% van het geheel. Als je kijkt naar hoeveel leden een ebookaccount hebben aangemaakt bij de bibliotheken dan kom je uit op ruim 400.000. Van de in totaal 3,7 miljoen mensen met een bibliotheekpasjes heeft 11% dus nu een account geactiveerd. Ongeveer daar de helft weer van heeft het ebookaccount ook daadwerkelijk gebruikt. Dat zijn er nog ruim 200.000 van de 3,7 miljoen. Alles bij elkaar zo'n 6% van het geheel.

Waarom is dit interessant om te weten? Nou, wie ebooks wil promoten heeft leden nodig die het ebookaccount op hun pas geactiveerd hebben. 11% heeft dat nog maar gedaan en 6% gebruikt dit account nog maar. De andere helft is dus niet (meer) actief of afgehaakt. Bibliotheken die ebooks willen stimuleren kunnen dat dus het beste doen via leden die al een account hebben. Die zou je een bericht willen sturen. Maar zover ik weet - maar ik weet dat niet zeker - kan dat niet vanwege AVG-redenen. Toch zit er een enorm potentieel tussen die 6% en 11% die makkelijk te heractiveren is. En als de bibliotheek het om privacyredenen niet zou kunnen, dan zou de KB dit wellicht samen met de bibliotheken wel kunnen doen. Lijkt me een interessante om eens met elkaar uit te zoeken.

KB-leden lezen meer



De gemiddelde ebooklezer van met een KB-abonnement leest 24,3 ebooks per jaar. De gemiddelde ebooklezer bij openbare bibliotheken leest er 15,2. Dat daar verschil tussen zit, lijkt logisch. Degene die abonnement neemt via de KB doet dat primair om ebooks te kunnen lenen. Iets anders kun je er ook niet mee. De ebookgebruiker in een openbare bibliotheek kan ook nog fysieke boeken lezen of  naar activiteiten gaan.

Het gebruik van de leden van de openbare bibliotheek is gebaseerd op die 6% gebruikers die minstens één keer per jaar een ebook leent. Als je uit zou gaan van de 11% die ebooks kan lenen omdat ze hun account geactiveerd hebben dan zou het gemiddelde bijna halveren. Dan kom je rond de acht ebooks per account uit.

De ebookgebruiker wordt elk jaar een jaar ouder


Bijgaande staatje levert wellicht wel het meest opmerkelijke feitje op van deze exercitie. En dat gaat over de leeftijd van de ebooklezer. Ik heb namelijk de leeftijduitsplitsing van de afgelopen drie jaren eens op een rijtje gezet. En dan zie je het bovenstaande beeld.  De groep veertigers wordt procenteel gezien elk jaar kleiner, de groep 50-70-jarigen is stabiel en de groep zeventigers neemt elk jaar toe. Wie heel snel redeneert ziet wat er gebeurt: de gemiddelde leeftijd van de ebooklezer stijgt elk jaar ook met een jaar.  Van de abonnementen van kranten wordt hetzelfde gezegd: er komen geen jonge mensen bij maar wie een abonnement heeft, schuift wel elk jaar een jaar op.

Even heb ik gedacht dat ditzelfde beeld ook wel zou gelden voor de gemiddelde bibliotheekgebruiker. Maar dat is niet toch niet het geval. Bij de bibliotheken stijgt juist het aantal jeugdleden en neemt het aantal betalende volwassen leden af. Dit is dus specifiek een ontwikkeling voor ebooks.

Sterker nog: het gebruik van de ebooks zit juist in een categorie waar een bibliotheek relatief weinig leden heeft. In die leeftijdscategorie zitten dus relatief veel ebooklezers. Interessant om dat nog eens nader uit te zoeken. Alleen worden die leeftijdscategorieën wel vastgelegd bij ebooks maar niet bij de CBS/WSOB-gegevens voor zover ik weet.

Samengevat
Samengevat: ebooks stijgen nog steeds, zij het in een steeds trager tempo, 6% van alle bibliotheekleden is een regelmatige ebookgebruiker en elk jaar stijgt de gemiddelde leeftijd van ebooklezer ook met één jaar.  Zo, u bent weer bij.