Posts tonen met het label statistiek. Alle posts tonen
Posts tonen met het label statistiek. Alle posts tonen

zondag 19 januari 2025

Bibliotheekstatistieken 1915-2023: van uitleenorganisatie naar community voor leven lang ontwikkelen


De afgelopen week vroeg iemand mij of ik toevallig een staatje met statistieken wist vanaf het begin van het bibliotheekwerk in Nederland? Ik moest even graven maar wist eigenlijk zeker dat ik dat al eens op een rijtje had gezeg. En warempel, in januari 2015, nu precies tien jaar geleden, deed ik dat. Dat artikel uit 2015 vindt u hier. 

Nu 10 jaar later heb ik de grafieken nog eens een update gegeven. Ik moet toegeven dat ik de gegevens nog wel had maar de excelbestanden al verdwenen waren. Het was dus even wat extra werk. Maar interessant is het wel. Mijn artikel uit 2015 kende 2013 als laatste jaar. Nu is dat 2023, precies tien jaar later. Als tussenstap heb ik naast 2015 niet 2020 genomen maar 2019 om het corona-effect er uit te halen. 

De bibliotheek: vier muren en een collectie

De klassieke definitie van een bibliotheek is een gebouw met vier muren met boeken erin. Daarvoor heb je dus een vestiging nodig en een collectie.... Dat was inderdaad lang het adagium. In 1915 waren er 31 bibliotheekvestigingen die samen een collectie van 190.000 boeken hadden. Tot de Tweede Wereldoorlog sukkelde dat langzaam verder. Dat veranderde na de Tweede Wereldoorlog. Er kwam toen een regeling voor bibliotheekwerk op het platteland waar Rijk, provincies en gemeenten gezamenlijk in investeerden. In 1975 waren en 846 vestigingen die samen 20,5 miljoen banden aan collectie hadden. Dat is ook het jaar dat de Bibliotheekwet werd ingevoed die overigens in de loop van de jaren '80 van de vorige eeuw ook weer afgeschaft zou worden. 

Het toppunt in vestigingen en collectie wordt in 1990 bereikt: 1.165 vestigingen met een collectie van ruim 40 miljoen banden. Een aantal jaar later komt internet op. Informatie die tot die tijd zo ongeveer het exclusieve recht was van de bibliotheek zal in de decennia beschikbaar komen op elke computer, laptop of smartphone: uittreksels, informatie over landen, kookrecepten, gezondheidsinformatie en ga zo maar door.

En met al die ontwikkeling zijn we in 2023 met de omvang van de collectie terug op het niveau van rond 1975. 

Het aantal vestigingen is sinds 1990 gedaald 1.165 naar 919. Vroeger werd overigens alleen van vestigingen gesproken, ergens in deze eeuw is het onderscheid tussen vestigingen (meer dan 15 uur open) en servicepunten (5-15 uur open) gekomen. Het oude woord vestigingen omvat nu dus vestigingen en servicepunten. 

Toch zien we bij de vestigingen een andere trend. Die schiet veel minder hard naar beneden dan de collectie. En bij de grafiek van uitleningen en leden zie je die trend ook. In de cijfers kun je zien dat we het bibliotheekpand anders zijn gaan inzetten.  

Een kleine kanttekening tot slot. Tot 2015 was een vestiging elk gebouw dat meer dan 4 uur open was. Vanaf 2015 tellen we servicepunten mee en die zijn minmaal 8 uur per week open. Maar op het gehele beeld gaat dit geen verschil geven. 

Uitleningen en leden


Wie de ledentallen en uitleningen op een rijtje zet, ziet een soortgelijke trend. Tot 1990 gaan leden en uitleningen met elkaar ín één lijn omhoog. Maar daarna gebeurt er iets vreemds: de leden blijven hangen maar de uitleningen dalen door. Tussen 1990 en 2023 - en dat is inmddels 33 jaar - blijven er veel leden terwijl ze veel minder lenen. Overigens stabiliseert de daling in uitleningen en zien we na corona zelfs tekenen die wijzen op een langere stabiliatie.

De aanwezigheid en activiteit in vestigingen en de verbondenheid in het lidmaatschap lijken in de loop van de jaren belangrijker geworden dan de fysieke collectie en de uitlening. Overigens: de digitale bibliotheek vult dit gat geenzins, voordat een wijsneus dat gaat roepen. Dat zette ik eerder aan de hand van tien grafieken al op een rij en die cijfers vindt u hier. 

Helaas heb ik nog geen volledig bestand kunnen vinden met bezoekerscijfers van bibliotheken vanaf 1915 of deelname aan allerlei activiteiten. Want ik zou het interessant vinden het langdurig perspectief van bezoekers versus uitleningen nog eens tegenover elkaar te zetten. Dat deed ik in 2019 ook al eens maar meer dan vijftien jaar kon ik toen nog niet overspannen. Dat artikel vind je hier. Toen bleek ook aan de hand van die cijfers al dat de bibliotheek meer en meer een verblijfplek voor het leren werd in plaats van een distributiehal van boeken. Overigens denk ik  dat die bezoekerscijfers sinds 1915 met met veel speur- en  knutselwerk ook wel te vinden moeten zijn. Maar activiteiten worden eigenlijk pas echt goed bijgehouden sinds 2015. Maar het zou een mooie aanvulling zijn. Tips zijn welkom.

Van uitleenorganisatie naar community voor leven lang ontwikkelen



Nee, er is iets anders aan de hand. We zijn echt andere dingen gaan doen in bibliotheken Het NRC-artikel van afgelopen maand met de titel 'Elke dag naar de bibliotheek, maar niet voor de boeken' spreekt daar - eh - boekdelen van. Zeker, een bibliotheek is nog altijd een bibliotheek doordat er collectie is maar het is veel breder dan dan. 

'De bibliotheek is een essentiële hulpstructuur in een complexe samenleving', is een oneliner die ik graag leen van een wethouder uit het oosten van het land. Dat was ik van harte met hem eens. Daarna ging hij overigens flink bezuingen. Dat snapte ik dan weer niet. 

De menselijke maat in deze complexe samenleving staat flink onder druk  en dat vraagt om een hulpstructuur dichtbij burgers. Vestigingen en servicepunten dus waar mensen andere mensen kunnen ontmoeten om jezelf te kunnen ontwikkelen. Dat kunnen professionals zijn die je ontmoet - zoals de bibliothecaris, een sociaal raadslid of iemand van de gemeente. Maar het kunnen evenzeer andere burgers die je treft in de vorm van maatjes of buddy op een specifiek terrein: taal, geld of gezondheid. 

De bibliotheek is in de gepolariseerde samenleving een plek waar brede groepen elkaar nog treffen, elkaar zien en soms spreken en samen dingen doen. Allemaal activiteiten die groot of klein gericht zijn op een leven lang ontwikkelen. 

Pas ons dat? Ik denk het wel.  In de beginjaren van de Centrale Vereniging van Opebare Leeszalen en Bibliotheken - laten we zeggen zo rond 1910 - circuleerden er al standaard-statuten voor een bibliotheek. In die statuten werd ook het doel genoemd van de bibliotheek. Dat was als volgt benoemd:
'De stichting heeft ten doel het oprichten en in stand houden van een openbare leeszaal en bibliotheek om  daarmede te werken aan de geestelijk ontwikkeling en ontspanning van de bevolking zonder aanzien van  maatschappelijke welstand, godsdienst of staatkundige  overtuiging. De leeszaal en bibliotheek worden zonder commercieel oogmerk ter beschikking van het publiek gesteld.'
 Van 1915 naar 2023: de middelen zijn wellicht veranderd maar het doel staat nog altijd op deze manier overeind. We zijn een community voor een leven lang ontwikkelen.

Verantwoording van de cijfers
Het begin van deze speurtocht naar cijfers begon ooit hier. Daarna wees Frank Huysmans wees mij er vervolgens op dat er ook nog statistieken waren die verder terug gaan. Daarna heb ik de reeksen aangevuld met CBS-cijfers of met cijfers van het dashboard met WSOB-gegevens van de KB Nationale Bibliotheek. Het was dus nodig om verschillende databestanden te koppelen om tot deze gegevens te komen. Het artikel dat ik in 2015 schreef, vind je hier.




zondag 6 oktober 2024

De staat van het bibliotheekbestel 2024: deze sector bereidt zich voor op een groeispurt...

Zoals beloofd loop ik ook dit jaar met u weer de statistieken door van het bibliotheekwerk. En 2023 was in de cijfers een interessant jaar kan ik u vertellen met een flink aantal opmerkelijkhe zaken. n aan het eind trek ik een bijzondere conclusie over de toekomst. Blijf dus even lezen, ook al is het een wat langer artikel met veel grafieken. 

Bijna 1.500 kolommen met data van 130 bibliotheekinstellingen

Op 12 september van dit jaar publiceerde de Koninklijke Bibliotheek de statistieken over het bibliotheekwerk over 2023. Wat later dan vorig jaar maar er was een goede reden voor, die ik helaas ook weer ben vergeten. Daarmee kwamen de statistieken wel net terecht in de week voor Prinsjesdag en de septemberciruclaire. Een snelle analyse van mijn kant kwam daardoor in een bestuurlijke file terecht. 

Ook vorig jaar maakte ik al de staat van het bibliotheekbestel, gewoon omdat het handig is om zelf nog af en toe de cijfers in te duiken. En ook om zelf conclusies te trekken. Nu moet ik wel zeggen dat ik even schrok toen ik de Excel met cijfers van dit jaar opende. Elk groeit namelijk het aantal kenmerken (en dus het aantal kolommen). Dit jaar omvat het bestand 1.495 kenmerken van 133 bibliotheekinstellingen. In 2016 bevatte de gegevenslevering nog maar 213 kenmerken. Dat geeft wel aan dat we veel meer zijn gaan registreren en uitsplitsen. We worden daarmee nauwkeuriger als sector maar je moet als onderzoeker ook steeds betere op letten welke kolom voor jou relevant is.

Volgend jaar weer een record aan bezoekers?

Maar genoeg gekletst. Tijd voor cijfers. 'En houd het een beetje beknopt Deckers', hoor ik u denken. We beginnen met de bezoekersaantallen. Dit bezoekersaantal verklapte ik al in een eerder blog. Daaruit bleek dat bibliotheken veruit de meest bezochte instellingen van Nederland zijn.  

Het gaat dus lekker met die bezoekersaantallen. Maar we zijn nog niet terug op pré-corona. Nu was 2019 ook een recordjaar. En dat record komt gewoon weer in zicht. En ik voorspel daar gaan we binnenkort gewoon weer over heen. Misschien al wel in dit jaar. Nou ja, het zal er een beetje om spannen. Doe uw best!

En een steeds groter aandeel van de bezoekers komt voor activiteiten

In de persberichten werd de stijging van het aantal activiteiten vaak genoemd. Nu weet ik dat die groei niet alleen voortkomt uit echte groei maar ook omdat we steeds nauwkeuriger registreren. 

In de cijfers zit daar sinds 2019 ook het aantal deelnemers aan activiteiten bij. Daarmee is het dus mogelijk om totaal aantal bezoekers van bibliotheken en deelnemers aan activiteiten naast elkaar te zetten. Dat zie je in bovenstaande grafiek. In 2019 hadden 2,1 miljoen deelnemers aan activiteiten. Dat is in 2023 gestegen tot boven de vijf miljoen. In 2019 was het aantal deelnemers aan activiteiten 3,4% van het totale bezoek en in 2023 is dat inmiddels bijna 9%. Deelnemers aan activiteiten vormen dus een steeds substantiëler deel van het bibliotheekbezoek.

Het zou interessant zijn een nog verdere uitsplitsing te kunnen maken. Bijvoorbeeld: hoeveel komen er om te lenen en hoeveel komen er dan nog voor bijvoorbeeld werk- en studieplekken of spreekuren? Ik denk dat het mogelijk moet zijn om daar nog iets meer over te zeggen door een aantal databestanden te combineren. Ik ga proberen daar de komende tijd nog eens achteraan te gaan. Voor nu: deelnemers aan activiteiten zijn een steeds groter bestanddeel van onze resultaten. 

Volwassen leden stijgen en dat is echt een trendbreuk, aantal jeugdleden is hersteld na corona, 

Hoewel we als bibliotheken steeds vaker naar bezoekersaantallen kijken, zijn we toch nog altijd een echte ledenorganisatie. En ook bij die leden gaat het bijzonder goed. Zowel bij de jeugd als bij de volwassenen zien we in het afgelopen jaar een stevige groei. En zeker bij de volwassenen is dat opmerkelijk. Wie de lijn volgt vanaf 2015 ziet dat daar telkens wat vanaf ging. Tot 2023... Wat is daar gebeurd?

Nou, het ligt zeer voor de hand dat dit het eerste effect is van het feit dat steeds meer bibliotheken hun gratis lidmaatschap doortrekken naar 27 jaar. Soms zelfs 30 jaar. In februari 2023 maakte ik hier een eerste overzicht van. Toen bleek dat in 13% van de gemeenten dat al een feit was en dat aantal stijgt snel. Ook hier geef ik me zelf maar een opdracht om daar binnenkort maar eens een update van de maken. Deze ontwikkeling is dus nog lang niet ten einde. Ik voorspel dat we hier de komende jaren nog een paar honderdduizend extra leden gaan zien. U leest het goed. We gaan snel naar vier miljoen leden in totaal. De ledenorganisatie is terug van weggeweest.

Ook de jeugdleden groeiden vorig jaar. Daar was met corona namelijk wel een beetje de klad in gekomen. Met bibliotheken die dicht waren, werden jonge kinderen even geen lid gemaakt. Dat lijkt in 2023 weer voor een groot deel goed gemaakt te zijn. Daar komt bij dat er in 2023 extra gelden beschikbaar kwamen voor de Bibliotheek op school en ook dat is een programma dat vaak bijdraagt aan lidmaatschap van kinderen. 

We zijn hier getuige van een  heuse trendbreuk....

Zien we ook een trendbreuk bij lenen?


Tja, dan door naar de fysieke uitleningen bij bibliotheken. Die kwamen in 2023 uit op 54,4 miljoen. En dat was 100.000 meer dan in het jaar ervoor. Wie de trendlijn sinds 2015 volgt ziet dat het fysiek lenen jaar naar jaar licht terugliep. Met corona klapte het naar beneden en in 2022 veerde het weer terug. Alles bij elkaar zijn we terug op de trendlijn. Het kan zijn dat we ook hier getuige zijn van een trendbreuk. Maar helemaal zeker ben ik daar niet van. Het wordt dus interessant wat er volgend jaar gebeurt. Stijgen de ledentallen door en is dat inderdaad de trigger om ook meer uit te lenen of vallen we terug in de trendlijn? 

Meer resultaten en meer formatie


Een trend die al wat langer langzaam sluimerde is de groei van de formatie. Na jaren van bezuinigen en minder betaald personeel, begon vanaf 2020 het herstel echt in te zetten. In 2023 steeg de totale betaalde formatie naar 5.049 voltijds arbeidsplaatsen, een groei van bijna 10%. En ik voorspel u vast: dat gaat volgend jaar weer gebeuren. De extra rijksmiddelen gaan zorgen voor een forse extra stijging van de formatie zorgen. Met name bij de Bibliotheek op school en Boekstart hoor ik wel bij bibliotheken dat het flink zoeken is naar de juiste kandidaten voor vacatures. En ik voorspel dus ook maar vast dat we hier ook wel krapte gaan krijgen. Werving van nieuw personeel zal de komende jaren dus wel creativiteit gaan vragen. Conventionele oplossingen zullen zeker niet altijd voldoende zijn. We gaan taferelen krijgen dat we vierdejaars PABO al hun studie betalen als ze in het jaar na hun slagen bij ons als onderwijsspecialist gaan werken. Dat soort oplossingen.

Voor het eerst meer dan 50% van personeel onder de 50 jaar


En dan gebeurde er in 2023 nog wat bijzonders. Onze sector stond decennia te boek als een vergrijsde sector. Maar al jaren verjongt onze sector. Was in 2015 nog 65% van het bibliotheekpersoneel boven de 50 jaar, in 2023 daalt dit voor het eerst onder de 50%! En dat terwijl de AOW-leeftijd ondertussen is gestegen.  De sector is hard op weg naar een goede en diverse balans in leeftijdscategorieën. Ik denk dat dit een hele gezonde ontwikkeling is voor de sector, zegt deze man die net de vijftig gepasseerd is en dus nu tot de minderheid behoort. 

Lichte groei in aantal vrijwilligers


De vrijwilligers vormen al jaren een groeiend leger om de maatschappelijke en educatieve taak van de bibliotheek vorm te geven. Als taalmaatje, als voorlezer bij gezinnen of als gastheer/gastvrouw en tal van andere taken. In de coronaperiode kwam de groei van dit leger wel enigszins tot stilstand maar in de afgelopen jaren steeg het weer keurig door. De groei is wel wat kleiner dan voorgaande jaren. Dat durf ik nog niet te duiden. Heeft dit te maken dat we langzaam aan het eind komen van het aantal vrijwilligers of lag hier het afgelopen jaar gewoon wat minder de nadruk op? Maar zorgelijk is dit geenzins, we groeien nog altijd door. 

Wat gebeurt er nu precies bij de subsidie? 

Tja, en dan gaan we toch nog eens naar het geld kijken bij bibliotheken. Als er tien procent meer personeel is, zouden de budgetten dan ook met 10% zijn gestegen? En daar is toch iets opmerkelijks te zien. Kijk maar eens mee.


Ik neem voor deze grafiek altijd het totaal aan gemeentelijke subsidie. Dit om het totaal aan geld van gemeenten in beeld te houden. En dan zie je dat er sinds 2017 - twee jaar na de grote decentralisaties - een dieptepunt was bereikt. Daarna zette herstel in, of laten we zeggen dat het weer een beetje groeide. Herstel is namelijk een te groot woord want de inflatie was ook hoog in die periode. 

Het afgelopen jaar steeg de subsidie met ongeveer € 17,5 miljoen. Maar tegelijkertijd vond er een financiële verschuiving plaats in 2023. De middelen voor de Informatiepunten Digitale Overheid (IDO's) kwamen niet meer via het Rijk naar bibliotheken maar via gemeenten. Je zou dus verwachten dat het gemeentelijk subsidiebedrag niet alleen zou stijgen met indexering, want de inflatie was nog altijd hoog, maar ook met het bedrag van de IDO's. 

En dat zien we niet terug in de cijfers. 

Nu heb ik echt het beeld dat alle gemeenten die middelen hebben doorgegeven aan de bibliotheken. Tja, dan blijf voor mij de conclusie over dat het bedrag voor bibliotheken niet echt gestegen is in het afgelopen jaar. De toelichting van de Koninklijke Bibliotheek bij de cijfers laat ook zien dat er het afgelopen jaar van de 130 bibliotheekstichtingen er nog zo'n tien waren die met bezuinigingen geconfronteerd werden.

In de afgelopen acht jaar steeg de subsidie in totaal met 8%

Wie vervolgens gaat kijken het bedrag per inwoner ziet hoe weinig er eigenlijk maar gecompenseerd is in de afgelopen jaren.


Tussen 2015 en 2023, acht jaar, steeg de subsidie met maar 8% in totaal. En daar zaten jaren tussen waarbij de inflatie 10% bedroeg. Met andere woorden: de afgelopen jaren hebben bibliotheken - opnieuw - flink ingeteerd op hun koopkracht. Als dit met uw loon was gebeurd, had het Malieveld nu vol gestaan met demonstranten. En hoewel er zeker een beeld is van een lichte stijging, steeg het aantal inwoners ook gewoon. En ik hoorde laatst een bibliotheekdirecteur zeggen, dat zijn gemeente vindt dat dat de bibliotheeksubsidie omhoog moet als het inwonertal stijgt. Dit naast prijscompensatie.

Eindconclusie: alle seinen op groen voor een volgende stap...

Tja, alles bij elkaar: het bibliotheekwerk er natuurlijk heel fijn op. 

Het zijn fantastische resultaten en er is zicht op extra financiële investeringen. En het mooie is dat de groei van de resultaten ook de transitie onderstreept die de bibliotheken succesvol doormaken. We zijn op weg naar een recordjaar voor bezoekers, ook het aantal volwassen leden stijgt weer, kinderen worden weer volop lid na corona en het aantal deelnemers aan activiteiten groeit met ruime dubbele cijfers. Ondertussen verruimen we met de rijksmiddelen onze openingstijden en bouwen we nieuwe vestigingen. Ons personeelsbestand groeit en vernieuwt.

We kunnen niet anders constateren dan dat we hier kijken naar een sector die bezig is om zich voor te bereiden op een groeispurt. Een sector die bezig is om een volgende stap te maken in rendement voor de samenleving. Maar ook een sector die gemeenten bij de les moet houden als het gaat om de financiering die bij dat maatschappelijk rendement hoort. De zorgplicht die aanstaande is een mooi bevestiging van het feit dat deze functie in elke gemeente nodig is. 

Alle seinen staan op groen. Stap in, durf te dromen. Ja, het blijft hard werken. We gaan vertrekken naar de toekomst!

zondag 9 juni 2024

Hoe we één miljard boeken niet meer lazen.. en waarom lezen cruciaal blijft

In de afgelopen twintig jaren lazen we in Nederland één miljard boeken niét. Dat is de conclusie die ik trok toen ik eens wat uitleencijfers op een rijtje zette. En dat in een maatschappij waar één op drie jongeren in het voorportaal zit van laaggeletterdheid en waar 2,5 miljoen volwassenen laaggeletterd zijn. En beide cijfers dalen niet maar stijgen...  Dus wat doet het met onze leesvaardigheid als we met elkaar één miljard boeken niet meer lezen? Eén miljard. Dat zijn er gemiddeld 62 per Nederlander. Laat me eens uitleggen hoe ik tot deze schokkende cijfers kom. 

Kun je eens wat cijfers op een rijtje zetten?

Een tijdje geleden werd ik gebeld of ik eens wat cijfers op een rij wilde zetten over collectie. Nu zijn cijfers over collecties altijd tricky. Systemen zijn onderling slecht vergelijkbaar of hanteren verschillende definities. Op micro-niveau praten over collecties vraagt een soort chirurgische precisie. En op dat niveau zit ik gewoon niet. Ik besloot daarom om er een onbetwiste dataset erbij te pakken. En die onbetwiste dataset zijn de cijfers die het CBS al jarenlang beschikbaar stelt over bibliotheken. Die dataset bouwt weer voort op de huidige gegevenslevering.  En het fijne is dat je daardoor heel langjarig kunt kijken. En dat past bij collecties: dat zijn diepte-investeringen. Een boek dat je vandaag koopt, moet een jaar of tien meegaan. Wie vandaag zijn collectie gaat veranderen ziet dus pas over een paar jaar echt resultaat. De collectie is een olietanker die maar langzaam keert. 

En zo begon ik dus aan die dataset van het CBS. 

90 miljoen uitleningen kwijt, nog 54 miljoen uitleningen over

Nu zijn collecties vaak een afspiegeling van de uitleningen. Wordt er méér geleend dan maken we de collectie groter, wordt er minder geleend dan wordt de collectie kleiner.  Dat er in Nederland elk jaar wat minder geleend werd, was wel bekend. We lezen nu eenmaal wat minder. Als redenen worden dan genoemd dat er meer concurrentie is op het gebied van vrije tijd en het feit dat we steeds meer tijd achter een schermpje doorbrengen. Maar wie de ontwikkeling van de afgelopen twintig jaar op een rij zet, schrikt toch wel. We gingen van 146 miljoen uitleningen in 2002 naar 54 miljoen uitleningen in 2022. De jaarcijfers over 2023 moeten nog komen. De vraag is namelijk of we al helemaal uit de coronadip waren in 2022. Het kan zijn dat we nog een paar miljoen uitleningen plussen maar het kan ook zijn dat dit het toch echt is. In elk geval is helder wat de trend is: we lenen minder boeken (en ja ook wat andere media) en we lezen dus ook minder boeken.

Het verschil tussen 2002 en 2022: één miljard minder boeken

In 2022 leenden we dus 90 miljoen minder boeken bij bibliotheken dan in 2002. En lazen we er dus waarschijnlijk ook zo'n 90 miljoen boeken minder. Vooruit, ik kan er een beetje naast zitten, niet elk geleend boek wordt gelezen en niet elke uitlening was een boek, maar dat is met dubbeltjes afdingen op de aanschaf van een huis. Een slimmerik kan nog zeggen dat de Bibliotheek op school niet is meegenomen bij deze uitleningen. Maar zelfs de Bibliotheek op school kwam niet verder dan 6,4 miljoen uitleningen in 2022. En ebooks dan? Ooit aangekondigd als de vervanger van fysieke boeken... Ook die doen maar een kleine vijf miljoen uitleningen. Het dempt het gat allemaal absoluut niet. Blijft staan dat we een miljard boeken met elkaar niet lazen: kinderen, volwassenen, ouderen... dwars door de samenleving.

Het karakter van de bibliotheek verandert


Nu zien we wel een andere trend in bibliotheken. De klassieke bibliotheek transformeert naar een maatschappelijk-educatieve bibliotheek waar leren en ontwikkelen in de brede zin van het woord invulling wordt gegeven. En dat zien we ook terug in de statistieken. Als je uitleningen (in staaf en as rechts) en bezoekersaantallen (in lijn en as links) naast elkaar zet, dan zie je dat ongeveer tot 2015 de daling van bezoekersaantallen gelijke tred houdt met de daling van uitleningen. Rond 2015 kentert dat. De uitleningen blijven dalen terwijl de bezoekersaantallen stap voor stap stijgen. Bibliotheekbezoekers komen naar de bibliotheek voor iets anders dan voor het halen van een boek: er wordt gestudeerd, er worden cursussen gevolgd of men gaat naar een spreekuur. Er zijn taalhuizen en informatiepunten Digitale Overheid. Allemaal prachtige ontwikkelingen waar ik zelf hard en met veel plezier aan meewerkte.

Het effect van één miljard niet gelezen boeken


En toch. Ik vind dat we ons als sector ons te gemakkelijk neerleggen bij het feit dat we minder lezen. Elk jaar werd het een heel klein beetje minder. Maar wie over 20 jaar kijkt, ziet welk gat er geslagen is. Met de PISA-score wordt dat voor kinderen goed bijgehouden. In de afgelopen twintig jaar veranderden Nederlandse kinderen van slimme maar domme lezers. En elke drie jaar - als er weer een nieuw rapport uitkomt - schreeuwen we moord en brand. En ja, we doen er nu alles aan om op scholen de leesmotivatie van kinderen weer te verhogen met leesconsulenten en actuele collecties. De cijfers laten zien dat kinderen absoluut veel minder lezen dan twintig jaar geleden en dat het aantal uitleningen in de Bibliotheek op school het leesravijn absoluut nog niet dempt. Daar is nog heel veel meer voor nodig. Ja, ook meer geld, beste minister. 

Maar de grote afwezige in dit verhaal zijn toch wel de volwassenen. Zeker, we zoeken tegenwoordig informatie op internet en dat scheelt een hoop leeswerk in boeken. Ook voor dit artikel zocht ik weer menig feitje op die manier op. Maar dat neemt niet weg dat meer lezen en blijven lezen ook voor volwassenen veel voordelen kent: je taal- en leesvaardigheid onderhouden. If you don't use it, you lose it, om het maar in goed Nederlands te zeggen. 

Bij de Bibliotheek op school kennen we het credo: een kwartier lezen per dag is 1.000 nieuwe woorden per jaar. Maar we zijn als samenleving niet een kwartier méér gaan lezen, maar juist minder. Onze woordenschat en tekstbegrip zal daardoor achteruit gaan. En de manier waarop we ons kunnen uitdrukken en waarop we onderling begrip kunnen uitdrukken vermindert daardoor. 

Elk jaar lezen we bijna honderd miljoen boeken minder dan in 2002. Als elk boek staat voor ongeveer vier uur leesplezier dan gaat het om 400 miljoen uur gemist leesplezier. Jaar na jaar. En inmiddels staat de teller op meer dan één miljard niet-gelezen boeken sinds 2002. En de oplossing heb ik ook niet maar volgens mij ligt hier een dure plicht voor de samenleving en bibliotheken. 

Het kan haast niet anders of dit soort aantallen doen iets met een land.  

Dit land verdient lezers.  
En lezers die meer lezen.

Lees!
Lees!
Lees!

zondag 30 januari 2022

De poëzie van statistiek en de statistiek van poëzie

Ik wilde eigenlijk weer wat schrijven over de coronacrisis. Over dat het allemaal zo dubbel is: meer besmettingen dan ooit en toch alles open. Over dat dat steeds meer eigen verantwoordelijkheid vraagt maar dat grote groepen de verleiding om toch carnaval te vieren natuurlijk niet gaan weerstaan. Maar ik ga me weghouden bij dat soort gemijmer... 

Want het is namelijk Poëzieweek! 

Van poëzie van statistiek...

En er gaat natuurlijk weinig boven een goed gedicht! Tegelijkertijd ben ik iemand die altijd overal staatjes en cijfers in ziet. Die kwalijke eigenschap gaan we ook dit keer niet wegpoetsen. Vandaar dus het gedicht Wislawa Szymborska met poëzie van  statistiek. 

Naar statistiek van poëzie!

Ook de redactie van BNetwerk, de site van de Koninklijke Bibliotheek voor openbare bibliotheken, besteedt er op een leuke manier aandacht aan: met een dashboard over Poëzie in de collectie.  Naast dat je in het dashboard altijd al ontzettend handig allerlei cijfers over bibliotheken na kon kijken, gaat men ook beginnen met het uitlichten van specifieke collectieonderdelen. En Poëzie pakte men als eerste op. 

Dat levert wel aardige statistieken op. 


 In de ongeveer 1.209 Nederlandse bibliotheekvestigingen staan 141.697 dichtbundels. Dat betekent dat elke vestiging gemiddeld 117 exemplaren met poëzie heeft. Dat is toch niet gek. Op het totaal van het de ruim 24 miljoen materialen die bibliotheken hebben is het ruim een half procent. Eén op de 200 boeken is dus van een dichter. 


Het goede nieuws: poëzie zit in de lift. Het neemt een steeds groter aandeel in van alle uitleningen. Dat aandeel stijgt rap naar een kwart procent (overigens moet je de cijfers voor 2015 wel met een korrel zout nemen, daar klopt nog iets niet). Als je weet dat het een half procent van de collectie is, die een kwart procent van de uitleningen voortbrengt, dan weet je ook dat dichtbundels dus geen kaskrakers zijn. Ze worden minder vaak uitgeleend dan gemiddeld. In totaal werden er vorig jaar ruim 77.000 dichtbundels geleend. Dat betekent dat slechts de helft van de dichtbundels een keer uit de kast ging. Een uitleenfrequentie van 0,5 in vaktaal. 

Overigens is het voor procentuele stijging want in absolute aantallen blijven de uitleningen van dichtbundels nagenoeg gelijk in de afgelopen jaren. Maar omdat er over het geheel minder is geleend, neemt het aandeel van poëzie hierdoor toe. 


Dan nog een ander leuk staatje: mannen zijn vrouwen gepasseerd in het lezen van poëzie. Over het algemeen lenen vrouwen meer bij de bibliotheek dan mannen. In 2020 werden iets meer dan 10 miljoen materialen geleend door mannen en ruim 20 miljoen door vrouwen. Normaal is de verhouding dus echt anders. Een echte verklaring heb ik hier niet echt voor... maar grappig vind ik het wel.

Maar het leukste staatje vind ik deze. De uitleningen van poëzie naar leeftijd. 40% van alle uitgeleende poëzie gebeurt door kinderen van 0 tot 13 jaar. Dat zijn dus de echte liefhebbers van gedichten! En dat is toch mooi. Het is helemaal niet iets van oude mannen, jonge kinderen doen het! Daarbij moet natuurlijk de kanttekening dat jeugd tot 18 jaar wel 60% van het totaal aan uitleningen voor haar rekening neemt. Als percentage van de leden zullen volwassenen dus meer gedichten lezen.

Ik vind het een prachtig initiatief van BNetwerk en ik kijk uit naar de volgende uitsnede uit de collectie!

En vooruit: nog een klein gedichtje over cijfers met cijfers om het af te leren!


Ik wens u nog een fijne poëzieweek!

zondag 23 januari 2022

Ebooks in de bibliotheek bereiken de fase van volwassenheid


Op 14 januari werd op het platform MetdeKB bekend gemaakt (wel achter hekje) dat de cijfers van de online bibliotheek waren bijgewerkt tot en met 31 december 2021.  En daarmee hebben we ook weer de jaarcijfers van het gebruik van ebooks. Ik zette de belangrijkste cijfers nog eens op een rijtje. 

Uitleningen ebooks: licht gestegen

Op de eerste plaats het aantal geleende ebooks, dat steeg van 5,6 miljoen naar 5,8 miljoen. Naar die stijging kun je op twee manieren kijken. De ene zal zeggen dat het de kleinste procentuele stijging uit de geschiedenis van het ebookplatform is. Niks aan gelogen natuurlijk. Maar naarmate de aantallen groter worden, wordt het natuurlijk steeds lastiger om die procentueel sterk te groeien. Aan de andere kant kun je ook constateren dat het gebruik van ebooks gestabiliseerd is op het hogere niveau dat het bereikte door de uitbraak van corona en sluiting van bibliotheken. Ook niks aan gelogen. En daar kun je dan  weer tegenover zetten dat corona nog steeds zorgde voor veel thuisblijven en dat bibliotheken in 2021 meerdere maanden gesloten waren, zelfs langer dan in 2020. Kortom, het is nog lastig om dit cijfer in deze tijd te duiden. Het zit in ieder geval nog steeds in de lift. 

Omdat de cijfers van bibliotheken zelf altijd pas later komen, is het nog lastig te zeggen wat het aandeel van ebooks is ten opzicht van de 'gewone' uitleningen. Vorig jaar schreef ik dat het aandeel van ebooks als percentage van totale uitleningen door corona was gestegen van 6% naar 12%. Ik vermoed dat ebooks dat aandeel vasthoudt over 2021. En daarmee is het toch een substantieel deel van het geheel.


Actieve gebruikers: een cijfer met een verhaal

Het overzicht van actieve gebruikers is een cijfer met een verhaal. Tegen dat verhaal liep ik vorig jaar ook al aan. Om gebruik te kunnen maken van ebooks moet je jezelf registreren. Dat kan door je gewone bibliotheekkaart te registreren bij de online bibliotheek of door rechtstreeks lid te worden van de online bibliotheek. In bovenstaande staatje zie je hoeveel gebruikers er door de jaren heen waren die één of meer ebooks leenden. Dit noemt men de 'actieve accounts'.   

Tot zover niks aan de hand. In 2020 heeft de Koninklijke Bibliotheek een nieuw platform in gebruik genomen voor de online bibliotheek. Dat is in het midden van 2020 gebeurd. Daarbij zijn alle gebruikers opnieuw gestart en zijn hun tellers voor dat jaar op 0 gezet. Over 2020 geldt dus dat gebruikers maar een half jaar de tijd hebben gehad om zich te bewijzen als actieve gebruiker. Het cijfers over 2020 is daardoor onvolledig en lager dan het werkelijk zou moeten zijn. 

Goed, aan dat cijfer van 2020 kun je dus niet alles aflezen. Maar je kunt wel een vergelijking maken tussen 2019 en 2021 en dan zie je, zoals je kunt verwachten, een sterke stijging van actieve gebruikers. Maar liefst 57% in twee jaar tijd. Ook dit heeft natuurlijk alles te maken met de stijging door corona. Ik vermoed overigens dat in het getal van 2021 ook actieve gebruikers van luisterboeken zitten en dat was in 2019 niet zo. Daar kan dus nog een beetje vertekening in zitten. Maar de stijgende lijn is meer dan helder. 

In twee jaar tijd zijn dus zo'n 130.000 bibliotheekgebruikers voor het eerst ebooks gaan gebruiken. Het merendeel, zo wezen eerder cijfers uit, is volwassen. Alle bibliotheken in Nederland hebben naast 2,2 miljoen jeugdleden, zo'n 1,2 miljoen volwassen leden. Als je het zo bekijkt is 10% van onze volwassen leden in de afgelopen twee jaar ook gebruik gaan maken van ebooks en in totaal gaat het al om bijna 25% van alle volwassen leden. Dat wil niet zeggen dat ze niet meer in de fysieke bibliotheek komen maar ook dit is toch een cijfer dat je niet kunt negeren. 

Uitleningen per actieve gebruiker

Als het aantal uitleningen en het aantal actieve gebruikers combineert, kun je een overzicht maken hoe actief de ebooklezers waren en hoeveel ze gemiddeld per jaar leenden. 

Bij die cijfers kun je twee opmerkingen plaatsen. De eerste gaat over de groei. Als je 2020 als vals jaar voor gebruikersgegevens buiten beschouwing laat, dan zie je dat het gebruik sinds 2017 is gestegen van 15 naar 16 ebooks per jaar. Dat is niet spectaculair zou je zeggen. We lijken dus langzamerhand een plateau te bereiken. In 2021 zie je zelfs een lichte daling ten opzichte van 2019. Stijging van gebruik is dus, zonder extra inzet, niet te verwachten. Wie wil stijgen zal extra middelen moeten inzetten om gebruikers te verleiden. Overigens zie je bij de 'gewone uitleningen' in bibliotheken al jaren een daling van uitleningen per lener.  I

De tweede conclusie die je kunt trekken is dat de nieuwe gebruikers die mee zijn gaan doen, net zo actief zijn als de gebruikers die al gebruik maken van ebooks. Dat is wel een verheugend teken. Men blijft dus doorlezen in ebooks en het is dus voor grote groepen een blijvertje. 

En verder?

Op MetdeKB wordt nog gesproken dat er nog een jaaroverzicht in Excel komt. Daar haalde ik ook altijd nog de gebruikscijfers naar leeftijd uit. Als die nog komen dan zal ik die ook nog eens publiceren. Vorig jaar zag je daarin dat naast de algemene trend dat de gebruiker elk jaar wat ouder wordt dat ook jongeren het ebook (wellicht noodgedwongen) wisten te vinden. Ik ben benieuwd of we die trend dit jaar opnieuw zien. Verder zal ik nog eens in de gaten houden hoe de ebookcijfers over 2021 zich verhouden tot 'gewone' uitleningen in bibliotheken en ik zal ook het gebruik van luisterboeken eens op een rij zetten. Dat is een categorie die ik tot nu toe schromelijk verwaarloosd heb.  

Wat is voor nu dan de eindconclusie voor ebooks? Dat is toch wel dat ebooks langzamerhand nu echt de fase van volwassenheid bereiken. De spectaculaire groei lijkt eruit maar het is ondertussen wel een substantieel aantal uitleningen. Een kwart van onze volwassen leners maak actief gebruik van ebooks. En dat aantal groeit mooi door en het zijn gebruikers die actief blijven. 

Bent u weer bij en ik ga, net als veel andere volwassen leners naast mijn 'gewone' bibliotheekboeken, snel weer een ebook lenen.

donderdag 10 december 2020

De bibliotheken in Staphorst, Kampen en Ommen lenen het meeste uit! Deel 4 van 5 van de Best Presterende Bibliotheek van Nederland 2020

Dit is het laatste losse lijstje van de Best Presterende Bibliotheek 2020 en deze gaat over het aantal uitleningen per lid. Na dit overzicht gaan we ons opmaken voor een totaalscore!

Staphorst is de Bohemian Rhapsody van deze lijst

In dit overzicht staan Staphorst, Kampen en Ommen bovenaan. Een 'clean sweep' voor een Overijssels trio! Drie Overijsselse bibliotheken waar de leescultuur hoog in het vaandel staat. Overigens zien we redelijk wat bibliotheken in een gebied met christelijke signatuur in deze lijst: Staphorst, Kampen, Rijssen-Holten en Nijkerk.  Daar staan echter ook bibliotheken tegenover uit het katholieke Brabant en Limburg:  Brunssum, Nuth, De Kempen en Venlo. Hoewel ik vermoed dat de protestantse invloed toch nog groter is dan de katholieke. Maar ik kan het mis hebben.

Staphorst stond ook vorig jaar al op nummer 1 en als ik me niet vergis het jaar daarvoor op nummer 2. Net als Zwolle bij de leden al tijden op nummer 1 staat is ook Staphorst hier de Bohemian Rhapsody van deze lijst. Die laatste blijkt overigens dit jaar voor het eerst geen nummer 1 te zijn in de top-2000. 

Inclusief uitleningen Bibliotheek op school in bibliotheeksysteem

Opvallende stijgingen zijn van Kampen en Tubbergen (net op 4 met een verschil van 2 cijfers achter de komma). Beide zijn volgens mij succesvol de Bibliotheek op school aan het uitrollen en ik denk dat veel van de stijgingen hierdoor te verklaren zijn. In dit overzicht zijn nu namelijk de uitleningen voor de Bibliotheek op school  meegenomen voor zover ze in het bibliotheeksysteem werden gedaan. Die cijfers zitten nu in de optelling van de gegevenslevering. De Koninklijke Bibliotheek past daar controles op toe en dat levert een redelijk nauwkeurig beeld op.

Hoogste nieuwe binnenkomer zijn Noord Fryslân en Brunssum. In Noord Fryslân lijkt de stijging vooral te danken aan een nieuwe vestiging in Harlingen. Voor Brunssum heb ik zelf niet gelijk een verklaring.

Andere nieuwe binnenkomers zijn Twenterand, De Groene Venen, Dalfsen-Nieuwleusen en Venlo. Volgens mij waren dit allemaal bibliotheken die voorheen net buiten de top-15 vielen. 

Landelijk gezien loopt het aantal uitleningen licht terug en daalt het aantal uitleningen per lid van 18,3 naar 17,6. Dit is niet anders dan voorgaande jaren. 

Hiervoor sprak ik al over de uitleningen voor de Bibliotheek op school. In de huidige cijfers zijn de uitleningen meegenomen als ze in het bibliotheeksysteem zijn gedaan. Er zijn echter ook bibliotheken die hiervoor een ander systeem gebruiken of de uitlening over laten aan de school. Die cijfers worden apart opgevraagd en niet apart gecontroleerd. Een aantal bibliotheken gaf vorig jaar aan dat je eigenlijk die cijfers wel mee zou moeten nemen. 

Top-15 uitleningen inclusief Bibliotheek op school uitleningen buiten eigen bibliotheeksysteem


Als je die cijfers meeneemt - alles bij elkaar zo'n 400.000 uitleningen en zo'n 0,5% van het totaal aan uitleningen - dan kom je tot de volgende top-15. Vier bibliotheken komen dan in de top-15 die anders niet in de top-15 zouden komen. Bibliorura, Roermond en omgeving,  zou dan op nummer 7 komen. Voor Bibliorura komt een substantieel aantal uitleningen uit deze uitleensystemen buiten het hoofdsysteem. De andere bibliotheken zijn Zuid Oost Fryslân op 10, Wierden op 13 en De Kempen op 14.  Die 400.000 uitleningen zitten dus verdeeld over een beperkt aantal bibliotheken en hebben voor die bibliotheken dus nog wel een redelijk effect.

Wat mij betreft kiest u de top-15 die u het beste uitkomt. Voor de eerst zes in de lijst heeft het in ieder geval geen enkel effect. Met deze cijfers erbij stijgt overigens wel het landelijk gemiddelde van 17,6 naar 17,7. In de totaalcijfers die het CBS gebruikt worden deze uitleningen echter (nog) niet meegenomen.

Op naar het eindoverzicht!
Voor nu: weer mijn felicitaties aan Staphorst, Kampen en Ommen. En ik maak me op voor het eindoverzicht. Want wie scoort overall nu het best op alle factoren! Naar verwachting publiceer ik donderdagochtend 17 december het eindoverzicht! 

donderdag 3 december 2020

Bibliotheken in Zwolle, Hengelo en Zeeland hebben de meeste bibliotheekleden! Deel 2 van 5 over de Best Presterende Bibliotheek van Nederland 2020

 


De vorige keer stonden we stil bij de bezoekersaantallen. Dit keer bij de bibliotheekleden. Een cijfer dat alle bibliotheken aanleveren. Dit in tegenstelling tot de bezoekcijfers waarbij nog altijd 20 bibliotheekinstellingen deze nog niet (kunnen) aanleveren. En waar we bij de bezoekers nog redelijk wat fluctuaties zien, is de top-3 bij de leden exact hetzelfde als vorig jaar.

Zwolle opnieuw bovenaan

Stadkamer Zwolle staat fier bovenaan met 40,2% van de bevolking die lid is van de bibliotheek. Overigens is Zwolle dit jaar wel flink gestegen. Vorig jaar stond de teller nog op 35,4% van de bevolking die lid was.  Naast het feit dat deze bibliotheek gewoon veel leden heeft, speelt hier zeker de samenwerking met scholen een rol. Niet alleen met basisonderwijs maar ook met Voortgezet Onderwijs en ook ROC. Volgens mij  zijn nog steeds ook alle ROC-studenten lid. Begin dit jaar publiceerde ik nog cijfers van hoeveel kinderen er lid zijn van de bibliotheek en ook hier stond Zwolle bovenaan met - schrik niet - 127%. Hoe dat kan? Dat heeft te maken met die VO-leerlingen en ROC-studenten uit de regio. 

Bibliotheek Hengelo en Zeeuwse Bibliotheek opnieuw op 2 en 3
Bibliotheek Hengelo en de Zeeuwse Bibliotheek (Middelburg, Vlissingen, Veere en Noord-Beveland) die vorig jaar ook op 2 en 3 stonden, staan daar dit jaar ook. Overigens hebben zij allebei hun cijfers iets zien zakken. Het gat met Zwolle is dus een stukje groter geworden. 

Ook de nummers 4 tot en met 7 geven een stabiel beeld. Heiloo en Arnhem doen aan stuivertje wisselen op de posities 4 en 5 en West-Achterhoek en de Nieuwe Bibliotheek Almere schuiven één plaatsje op omdat Flevomeer iets naar beneden zakt. 

Mooie stijgers en nieuwe binnenkomers
Mooie stijgers zijn Brummen-Voorst en Gooi en Meer die allebei vier plekken stijgen. Hoge nieuwe binnenkomers heb je door de stabiliteit van de cijfers niet zo gauw. IJmond Noord, Deventer en Assen slagen daar echter wel in. Zorg dat je erin blijft!

De stijging komt in bijna alle top-15-bibliotheken door jeugdleden. Dat zal dus bijna altijd het gevolg zijn van het programma Bibliotheek op school. Bijna alle top-15-bibliotheken kennen een verval bij volwassen leden. Toch zijn daar een paar uitzonderingen op. De Zeeuwse Bibliotheek, Rozet Arnhem en bibliotheek IJmond-Noord plusten allemaal flink bij de volwassen leden. Dat is in deze tijd een dubbel compliment waard. 

Landelijk beeld
Landelijk is het beeld dat we hier ongeveer net zo hard dalen als we bij de bezoekers stijgen: er gaat 0,2% af waar bij bezoek er 0,2% bij kwam. We gaan van 21,3% van de inwoners die lid zijn naar 21,1%. Tot enkele jaren geleden dempte de stijging bij de jeugd - door uitrol van bibliotheek op school - de daling bij de volwassen leden. Nu de verdere groei van bibliotheek op school minder snel gaat, zien we nu dus weer een lichte daling. Ik hoop dat we binnenkort het effect kunnen gaan zien van bibliotheken als Spijkenisse waar geëxperimenteerd wordt met nieuwe lidmaatschapsmodellen als het freemium. 

Opnieuw mijn felicitaties aan Zwolle, Hengelo en Zeeland! Ik ga beginnen aan de lijst van bibliotheken met de meeste activiteiten. Stay tuned!

woensdag 30 oktober 2019

Wie de jeugd heeft, heeft geen toekomst? Is ontgroening definitief een feit?

Peter Hein van Mulligen, hoofdeconoom van het CBS,  postte op Twitter vandaag bijgaande grafiek over de bevolkingsgroei. Een interessante tabel. Het laat zien waar de groei zit bij de Nederlandse bevolking. Want die bevolking groeit nog steeds maar slechts heel langzaam.

In de tabel zie je dat er steeds mee 65+-ers komen in Nederland. Mensen worden gemiddeld ouder en de babyboom gaat massaal met pensioen. Het aantal personen onder de 20 jaar neemt sinds 2005 alleen maar af. Naast vergrijzing die we al langer kenden, zien we nu dus ook de forse 'ontgroening' van Nederland plaats vinden.

Daling leerlingen PO
Minder jonger kinderen leidt tot minder leerlingen in het basisonderwijs. Het Ministerie van Onderwijs geeft daarover de volgende prognose af.


Dit lijkt een niet zo spannende tabel maar jaar na jaar zijn er tienduizenden minder jongeren. Het CBS geeft in een toelichting aan dat die daling niet overal gelijk is.

Het CBS meldt daarover in een ander bericht:
"De meeste regio’s waar het aantal kinderen de afgelopen vijf jaar is afgenomen, zullen naar verwachting ook de komende jaren te maken krijgen met een verdergaande daling van het aantal 4- tot 12-jarigen. Veel van deze krimpregio’s zijn relatief sterk vergrijsd en ontgroend, waardoor er niet veel kinderen bijkomen. De regio’s waar het aantal kinderen in de basisschoolleeftijd het sterkst zal dalen zijn Limburg, Groningen, Friesland, de Achterhoek en Twente."
De klap in krimpregio's
Zelf ben ik betrokken geweest bij overleggen met scholen in de Achterhoek. In de gemeente Berkelland ziet het plaatje er voor de krimp bijvoorbeeld als volgt uit.


In zeven jaar tijd in neemt in deze Achterhoekse gemeente het aantal leerlingen met bijna 20% af. Veel kernen kennen nu nog een kleine school met minder dan 100 leerlingen. Vaak zelfs scholen met 50 of 60 leerlingen. Deze scholen kunnen alleen bestaan dankzij de speciale financieringsregeling voor kleine scholen. Maar voor hoelang nog?

Wat betekent dit voor bibliotheken?
Voor bibliotheken is deze daling van jongeren wel degelijk relevant. En wel op verschillende manieren.

Effect 1: Herstructurering van basisonderwijs
Op de eerste plaats heeft deze daling van jongeren effect op het basisonderwijs. Scholen in kleine kernen zullen de komende jaren flink onder druk komen te staan. Het aantal scholen zal dus naar verwachting afnemen. Hoewel alle kleine scholen die ik sprak aangaven bestaansrecht voor zichzelf te zien, laten de cijfers toch een andere werkelijkheid zien.  Het CBS schrijft hierover:
"De afgelopen jaren nam dan ook het aantal basisscholen in Nederland af. In het schooljaar 2015/’16 telde Nederland 6584 basisscholen, 382 minder dan in 2011/’12. In Groningen en Zeeland daalde het aantal scholen relatief het sterkst. Hier sloten respectievelijk 37 en 32 scholen."
Zeker voor bibliotheken in krimpgebieden is dit een aandachtspunt. Aandacht van scholen zal vooral gericht zijn op voortbestaan of men zal opgaan in grotere gehelen. Scholen hebben op zo'n moment minder aandacht voor samenwerking met allerlei partijen. Toch denk ik ook dat het wel kansen biedt. Meer grote scholen betekent dat je minder fysieke schoolbibliotheken hoeft te ondersteunen. Ik denk dat dit een concept als Bibliotheek op school nog wel kan vergemakkelijken.

Effect 2: Sociale cohesie in kleine kernen
Een tweede effect is dat kleine kernen zonder jeugd een deel van hun levendigheid verliezen. Het schoolplein was één van de laatste fysieke plekken waar veel mensen elkaar ontmoetten. Met minder jeugd en zonder school krijgt de sociale cohesie in een kern een flinke knauw.

Bibliotheken zouden daarop in kunnen spelen en samen met kleine kernen best kunnen kijken naar programmering waardoor je die sociale cohesie een nieuwe richting geeft. Veel provincies met krimpgebieden kennen hier subsidieregelingen voor. Ik geef toe dat dat niet makkelijk is en dat we daar als bibliotheken dan nog wel wat te ontwikkelen hebben maar ik denk dat het best een interessante lijn is om verder te onderzoeken.

Effect 3: Urgentie tot samenwerking
Een derde effect is dat er door krimp een verdere urgentie tot samenwerking komt. Samenwerking met scholen en samenwerking met kleine kernen. Maar ook kan het hier gaan om samenwerking met andere partners. Want hoe klein een kern ook is, je zal versteld staan hoeveel organisaties er nog actief zijn en hoeveel verenigingen er zijn.

Effect 4: Meer ouderen en aanpassing van aanbod
In de afgelopen jaren kenden we steeds meer jongeren in de bibliotheek. Hoewel we daar nog steeds veel voor kunnen betekenen is het toch ook aardig om ook veel nadrukkelijker naar ouderen te gaan kijken. Ik ken bibliotheken die dementvriendelijk worden, Alzheimercafés organiseren of samenwerken met ouderenbonden voor spreekuren. Ons aanbod op dit punt zal zich nog veel meer moeten ontwikkelen dan thans het geval is. Want als één ding duidelijk is, is het wel dat ouderen de toekomst hebben.

Na 2025 groeit het weer?

Overigens is de prognose dat deze krimp van tijdelijke aard is dat we na 2025 weer meer kinderen zullen krijgen. Het verbaast me wel een beetje maar er zijn vast mensen die er veel meer op gestudeerd hebben dan ik. Overigens wil dat niet zeggen dat die groei dan ook weer overal is.  Een andere trend is namelijk een verdergaande urbanisatie in Nederland en dat weer meer mensen naar de stad trekken.  Bovenstaande effecten zullen dus zeker voor krimpgebieden blijven gelden. Vergelijk bovenstaande tabel maar eens met die van Berkelland. Die stijgt niet na 2025 terwijl de landelijke trend dat wel doet.

De titel 'Wie de jeugd heeft, heeft geen toekomst' is misschien wat sterk uitgedrukt maar het is zeker een ontwikkeling om in de gaten te houden en over in gesprek te zijn met gemeenten en samenwerkingspartners.




woensdag 28 november 2018

De 15 armste bibliotheken, welke bibliotheek krijgt het minste geld?


Vorige week maakt de Koninklijke Bibliotheek de bibliotheekstatistieken over 2017 bekend. Ik wrijf me dan altijd in de handen want parallel aan dat bericht wordt ook altijd de dataset openbaar gemaakt.  In die dataset vind je een schat aan gegevens per bibliotheek: bezoekersaantallen, collectie, uitleningen, leden, activiteiten en kosten. De komende tijd ga ik er weer wat meer naar kijken.

Vandaag: hoeveel subsidie krijgen bibliotheken? En welke basisbibliotheken - die vaak door meerdere gemeenten worden gefinancierd - bungelen onderaan in de financiering? Ik laat u drie verschillende staatjes zien. Alledrie worden ze gebruikt in onze sector.

Totale gemeentelijke subsidie per inwoner
Het eerste staatje vind je hierboven. Dit is de totale gemeentelijke subsidie gedeeld door het aantal inwoners. In dit staatje is niet alleen de reguliere exploitatiesubsidie meegenomen maar ook extra subsidies voor bijvoorbeeld een taalhuis, voor schoolbibliotheken of voor trajecten in het sociaal domein. Stijf bovenaan staat de bibliotheek van Langedijk die het moet doen met slechts € 10,20 per inwoner. Die Langedijk zullen we in elk staatje terugzien.

Exploitatiesubsidie per inwoner



De tweede manier om er  naar te kijken is door alleen naar de reguliere exploitatiesubsidie per inwoner te kijken. Zeg maar de stucturele gemeentelijke subsidie voor de bibliotheek. Het landelijk gemiddelde daalt dan van € 24,17 naar € 22,80. Een bibliotheek heeft dus gemiddeld € 1,37 per inwoner aan projectsubsidies of subsidies uit andere potjes van de gemeente.

Het lijstje verandert in grote lijnen niet maar eer komen er wel een paar andere bij. Zoals de Zeeuwse Bibliotheek bijvoorbeeld. Maar die is qua cijfers wat lastig snel te interpreteren omdat zowel provinciale en gemeentelijke subsidie krijgen en hierdoor kosten op twee plaatsen kunnen laten landen. Dat zal ongetwijfeld allemaal keurig geregeld zijn maar is voor mij als simpele leek er niet goed uit te halen.

Exploitatiesubsidie per inwoner exclusief huisvesting



De laatste methode en naar mijn gevoel de meest gebruikte is die in de vergelijking van exploitatiesubsidie per inwoner minus de huisvestingslasten. Die huisvestingslasten kunnen nogal verschillen per gemeente (denk aan aantal vestigingen) maar ook de financiering daarvan kan sterk verschillen. Soms krijgt men ruimte van een gemeente, heeft een maatschappelijke huur, is het pand eigendom en al afbetaald.  Kortom, die haalt men er dan uit om beter te kunnen vergelijken.

Als je dat doet ziet het lijstje eruit zoals hierboven. Ook nu in top nauwelijks verschillen. Wel nog een hoge nieuwe binnenkomer die we in de andere twee lijstjes niet zagen. Dat is Tynaarlo. Die heeft blijkbaar een hoog bedrag in de huisvesting zitten.

Het landelijk gemiddelde daalt in deze drie lijstjes van € 24,17 naar € 22,80 naar € 15,99. Gemiddeld heeft een bibliotheek dus € 6,81 per inwoner nodig voor huisvesting.

Op naar deugdelijke financiering


Ik wens alle bibliotheken op deze lijstjes een betere financiering toe. Van veel van deze bibliotheken ken ik directeuren of medewerkers. Allemaal mensen die knokken met de beperkte middelen die ze krijgen. Overigens, kunnen er gemeenten zijn die nog veel lager zitten in hun financiering. Hierboven zien we bibliotheken die soms wel door tien gemeenten worden gefinancierd. Daar kunnen nog grote verschillen tussen zitten.

Dus wethouders, raadsleden, ambtenaren: kijk er nog eens  naar.  Ook het ministerie onderkent de kwetsbare positie van bibliotheken in kleine gemeenten. Vorig jaar werd hier al motie over aangenomen. Maar deze motie werd gisteren tijden de stemming over de cultuurbegroting nog bevestigd. Die tekst ziet u hierboven.

Voor het onderwijs komt meer geld. In de thuiszorg is flink geprotesteerd. Het publieke domein, dus ook bibliotheken, verdienen een goede en deugdelijke financiering.

Toelichting:
In dit artikel is gebruik gemaakt van de door bibliotheken zelf aangedragen informatie over 2017. Evidente tikfouten - die voorkomen in de dataset - heb ik buiten de dataset geplaatst. 
Dit artikel is gecorrigeerd op 29 november 2018. De bibliotheek Rivierenland kwam in een vorige versie twee keer voor in de lijstjes. Uit aanvullende informatie bleek dat zij hun huisvesting niet binnen de reguliere subsidie krijgen. Dat gaf een vertekend beeld ten opzichte van andere bibliotheken. Dat heb ik gecorrigeerd in de cijfers. Daardoor vallen zij nu net buiten deze lijstjes. 

vrijdag 29 juni 2018

Elke man onder de 50 is een jonge god in deze sector...


Een jaar geleden schreef ik een artikel over 'Hoe de man verdween uit de bibliotheek'. Ik ga nu nog maar eens een stapje verder: elke man onder de 50 is een jonge god in de bibliotheek! De afgelopen week ging ik nog eens door de statistieken van bibliotheken over 2016 en besloot nog maar eens te kijken naar de statistieken over personeel.

Vijf vrouwen, één man
Dat de bibliotheken een feminiene sector is, was u waarschijnlijk al opgevallen. Bovenstaande plaatje laat dat ook zien. Op elke vijf vrouwen is er één man in de bibliotheek.

Het wordt echter nog erger als we ook gaan kijken naar de leeftijdsopbouw in onze sector.



Ja, u wist natuurlijk al wel dat we allemaal niet meer de jongste waren maar dit soort grafiekjes is wel altijd pijnlijk. Ruim 80% is ouder dan 40 en bijna 65% van alle medewerkers is ouder dan 50.

Reken even mee. Als 16% een man is en 65% is ouder dan 50 dan is slechts 35% jonger dan 50 en ook daar is slechts 16% een man van. Met andere woorden: slecht 5,6% van de sector is een man van onder de vijftig.

Binnenkort staat bij onze advertenties: dat bij gelijke geschiktheid de voorkeur uitgaat naar een jonge man´

Ik ben nog een aantal jaren een jonge god in deze sector.....

dinsdag 11 juli 2017

Welke bibliotheek heeft de meeste digitale bezoekers?


Even een boek opzoeken, even die CD reserveren, lid worden of gewoon een kaartje voor een voorstelling bestellen: we doen steeds meer via internet. Bibliotheken tellen dan ook niet alleen het aantal bezoeker dat in een vestiging komt  maar ook de bezoekers die via de website gebruik maken van de bibliotheek.

En zo keerde ik toch nog even terug naar de statistieken van bibliotheken over 2015. Nog één keer want het gaat niet lang meer duren en dan zijn de cijfers over 2016 bekend. Dit keer zoom ik in op het cijfer 'aantal bezoekers van de website'. Ik geef toe, best een 'tricky' cijfer want bezoekers worden nog wel eens verschillend geteld.  Ook dit keer druk ik het uit in het aantal bezoeken per inwoner. Hiermee worden grote en kleine bibliotheken onderling vergelijkbaar.

Utrecht de meeste bezoekers per inwoner!
Utrecht, Groninger Forum en Rivierenland zijn koplopers. Utrecht zit met 7,61 digitale bezoeken per inwoner per jaar ruim boven het landelijk gemiddelde van 1,93.  Een reden voor de koploperspositie kan ik zelf moeilijk geven.

Wel zie ik in de lijst relatief veel bibliotheken met een gecombineerde functie: Groninger Forum, BplusC en CODA die naast de bibliotheek ook nog andere activiteiten hebben die veel 'traffic' kunnen generen op de website. En daarnaast zitten er een paar bibliotheken bij die relatief veel leden hebben: Arnhem, Hengelo, Deventer en Staphorst. Met een hoger ledenpercentage heb je natuurlijk ook meer verlengingen en reserveringen dan in een stad of dorp waar relatief minder mensen lid zijn.

Een gegeven dat ook nog mee zou kunnen spelen maar wat ik niet heb onderzocht is of al deze bibliotheken bijvoorbeeld gratis reserveren aanbieden. Even iets voor je klaar laten zetten en dan ophalen kan een goede motivator zijn voor websitebezoek.

De grote jongens



Natuurlijk hebben we ook deze keer niet alleen naar het kengetal gekeken maar ook naar de absolute aantallen. Daar zijn de bibliotheken met een groot werkgebied ontegenzeggelijk in het voordeel en dat zijn we dan ook terug in de cijfers. In deze lijst zien de 'grote vier' Utrecht, Den Haag, Amsterdam en Rotterdam gewoon keurig bovenaan staan.  Naar mijn gevoel zitten er in deze lijst niet zo heel veel bijzonderheden.

Ruim 10% weet het niet
Net als bij de activiteiten zijn er ook bij dit cijfer nog wel wat bibliotheken die 'weet niet' invullen bij deze vraag. Maar liefst zeventien bibliotheekstichtingen (toch ruim 10%) laat dit vakje leeg.  Foei bibliotheken, zo'n cijfer hoort tegenwoordig toch niet te ontbreken.

De openbare bibliotheken versus bibliotheek.nl


Naast de lokale bibliotheeksites is er ook een landelijke digitale bibliotheek op www.bibliotheek.nl. Hoewel onlangs verandert naar www.onlinebibliotheek.nl ben ik toch even op zoek gegaan naar de cijfers over bezoekersaantallen over 2015 voor toen nog bibliotheek.nl. Het exacte aantal vond ik niet maar in het jaarverslag van de Koninklijke Bibliotheek wordt gemeld dat alle sites van de KB samen in totaal zo'n 17 miljoen digitale bezoekers hadden. 22% daarvan werd gegenereerd door sites van Bibliotheek.nl. Toch bijna 4 miljoen per jaar.

Vervolgens heb ik alle digitale bezoekers van de lokale website opgeteld. Dat zijn er in totaal ruim 32 miljoen. Het merendeel van de digitale bezoekers komt dus nog steeds binnen via de lokale bibliotheek. Het is interessant om dat cijfer de komende tijd eens te volgen en te kijken of die verhouding - door versterkt gebruik van digitale diensten en ebooks - gaat veranderen.

Wie het zo vergelijkt denkt dan dat Bibliotheek.nl een kleine jongen is in vergelijking met alle openbare bibliotheken. Dat kan zijn maar tegelijkertijd is Bibliotheek.nl wel de grootste bibliotheeksite van dit moment. Zelfs Utrecht met 2,5 miljoen bezoekers kan daar niet aan tippen. Het is dus ook maar een beetje hoe je het wilt zien en 'framet'

Op naar de cijfers over 2016
Zo, ik feliciteer Utrecht, Groningen, Rivierenland, Den Haag en Amsterdam met hun top-3-noteringen. Ik ga zitten wachten op de cijfers over 2016. En u gaat natuurlijk naar uw bibliotheek om nu een boek te halen. En of u dat nu een leuk 'echt' boek reserveert bij uw lokale biblioheek of een e-book bij Bibliotheek.nl, mij om het even. Ik wens u veel fijne leeskilometers deze vakantie. En verlengen kan natuurlijk gewoon vanaf uw vakantieadres. 

dinsdag 28 februari 2017

Welke bibliotheek heeft de jongste bibliothecarissen?


21. Dat was mijn leeftijd toen ik begon te werken voor de bibliotheeksector. Jarenlang was ik in elk overleg dat ik bijwoonde de jongste. En wie bovenstaande grafiek ziet, snapt dat dat niet zo gek was. En met mijn 45 jaar behoor ik zelfs vandaag de dag nog tot de 30% jongste bibliotheekmedewerkers. Ik blijf me dus al jaren lang jong voelen door de bibliotheeksector. 

Wie deze grafiek tien jaar geleden zou hebben gemaakt, zou hebben gezien dat de gemiddelde leeftijd toch een flink eind lager was. Dat heeft twee oorzaken. Door een personeelsstop bij bezuinigingen zijn er nauwelijks banen vrij gekomen na pensionering. En de tweede is dat in de afgelopen tien jaar de datum van pensionering bijna vijf jaar is opgeschoven. Gingen vroeger medewerkers met 40 dienstjaren met vervroegd pensioen (zou in mijn geval 61 zijn geweest), dat werd later vervroegd pensioen met 62. Daarna werd het vervroegd pensioen afgeschaft en de AOW-leeftijd verhoogd naar 67 jaar. Nou, inmiddels houd ik er rekening mee dit ik met pensioen ga op mijn 71e. 

Zijn we overal zo opgeschoven met de leeftijd? Of zijn er ook bibliotheken die het wel lukte om in deze tijd toch een diverse leeftijdsopbouw te hebben? Tijd voor een top-10 van bibliotheken met het jongste personeel!

Top-10 bibliotheken met het jongste personeel


Uit de cijferbestanden van het WOB-verzoek is ook op te maken hoe het personeelsbestand van elke bibliotheek is opgebouwd.  Gemiddeld is 8,6%  van de bibliotheekmedewerkers jonger dan 30 jaar. Bovenstaande bibliotheken wijken daar flink vanaf. Bibliorura (Roermond e.o.) spant daarbij met 37,5 % de kroon. Als tweede de bibliotheek Hoeksche Waard en DOK Delft. Deze top-30 scoren allen boven de 30%.

Wie het rijtje verder kijkt ziet veel bibliotheken in een combinatie met ander culturele voorzieningen (Nieuw Nobelaer, Schunck, Stadkamer, Idea en Coda). Ik heb een vermoeden deze instellingen op een of andere manier meer jonge medewerkers trekken. Hebben zij meer startersfuncties? Zijn het de educatieve afdelingen die jongere medewerkers trekken? Een andere verklaring kan zijn dat sommige bibliotheken werken met opruimers die een vast of tijdelijk dienstverband krijgen aangeboden waar andere bibliotheken dit via een uitzendconstructie doen. Een ploeg opruimers kan daarmee je statistieken flink 'verjongen'. Wie het weet mag het zeggen.

Maar al met al denk ik toch dat in ieder geval een deel van deze instellingen bewust zoekt naar een diverse opbouw in leeftijd en dus ook bewust zoekt naar jonge medewerkers.

JBN: netwerk van Jonge bibliothecarissen
Ik ben dan ook blij dat er een netwerk is van 'jonge bibliothecarissen'. Opgericht door Tamar van Moolenbroek. En ze staan volgende week ook nog eens met dat netwerk op het Nationale Bibliotheek Congres met een heuse deelsessie 'Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst'. En ik roep u op om daar ook te zijn en hun enthousiasme te delen. Overigens ook een plek waar u uiteraard actief kunt 'headhunten' naar jong personeel. 

Top-10 oudste medewerkers?
Om eerlijk te zijn: ik had ook een top-10 oudste medewerkers. Maar het is een nogal saaie lijst. Eigenlijk zou het een top-12 moeten zijn. Want er zijn twaalf basisbibliotheken die een personeelsbestand hebben dat voor de volle 100% bestaat uit medewerkers die ouder zijn 50 jaar. Maar de vraag is: zegt het iets?

Het antwoord is: ja en nee. Ik heb die twaalf bibliotheken snel bekeken op de cijfers van hun resultaten en daaruit blijkt niet dat zij minder scoren dan andere bibliotheken.  Er zitten zelfs bibliotheken tussen die heel hoog in de top-10's scoren. Wel zitten er bibliotheken  tussen die al jarenlang achtervolgd worden door een bezuiniging. En dus vaak met een personeelsstop. En het zijn relatief kleine bibliotheken. Wie zes of zeven medewerkers heeft, heeft minder mogelijkheden om te sturen op een diverse opbouw dan een bibliotheek 150 medewerkers.

Diverse opbouw
Toch denk ik dat een mix van leeftijden voor een bibliotheek wel belangrijk is. Verschillende leeftijden zullen in de regel ook een mix van kwaliteiten en interesses meebrengen. Van generaties die opgroeiden met papier tot de generatie die opgroeide met YouTube. En vooral die generatie die opgroeide met YouTube kunnen we nog goed gebruiken.  Maar goed, tot die tijd blijf ik me eeuwig jong voelen in deze sector. En zeg nou zelf, daar kan geen nacht- of dagcrème tegenop.