donderdag 10 januari 2019

Kun je overal tot je 18e gratis lenen?


In 1975 werd in Nederland de bibliotheekwet aangenomen. Daarin was voor het eerste geregeld dat kinderen tot en met 17 jaar gratis gebruik kunnen maken van de bibliotheek.In 1975 had dat een enorm effect op het bibliotheek werk. De jeugdleden stroomden toe en op vele plekken werden nieuwe bibliotheken gebouwd. Na de decentralisatie van het bibliotheekwerk naar de gemeenten in de jaren '80 kwam de uiteindelijke beslissing voor jeugdcontributie bij gemeenten te liggen.

Ook in de, in 2015 ingevoerde, Wet Stelsel Openbare Bibliotheekvoorzieningen (WSOB) is de contributievrijdom voor de jeugd geregeld in artikel 13, lid 1.
"Voor het uitlenen van gedrukte werken door lokale bibliotheken aan personen beneden de leeftijd van achttien jaren wordt geen contributie of andere geldelijke bijdrage geheven, tenzij het college van burgemeester en wethouders of het bestuurscollege heeft besloten dat een geldelijke bijdrage wordt geheven. De contributie of andere geldelijke bijdrage bedraagt ten hoogste de helft van de contributie of andere geldelijke bijdrage die wordt geheven van personen die achttien jaren of ouder zijn."
De wet wil eigenlijk dat kinderen tot en met 17 jaar gratis lid zijn, tenzij de gemeente anders beslist. Een mooie polderoplossing in een gedecentraliseerd stelsel.



De dataset van de gegevenslevering van de Koninklijke Bibliotheek heeft over 2017 ook uitgevraagd tot en met welke leeftijd jeugdleden gratis lid zijn van de bibliotheek. Daaruit blijkt dat 17 van de 149 bibliotheekstichtingen, dus ruim 10% van alle bibliotheken, jeugdcontributie vragen.

Vaak blijkt het dan te gaan om een soort aanloop-contributie voor 15-, 16- en 17-jarigen. In een enkel geval gaat het om een lagere leeftijd. Het meest bijzondere tarief vinden we in Delft. Daar kun je gratis lid worden tot je eerste verjaardag. Dat is het BoekStartabonnement. Na je eerste verjaardag betaal je € 15,- per jaar (prijs 2018). De bibliotheek Huizen-Laren-Blaricum  kent een grens t/m 5 jaar. Als je naar groep 3 gaat, moet je betalen voor je bibliotheeklidmaatschap. Overigens  meldt de website van deze bibliotheek dat in 2019 jeugdleden in de gemeente Huizen tot en met 12 jaar gratis lid mogen zijn. Ook Bibliorura (Roermond e.o.) heeft per 1-1-2019 het abonnement voor jongeren afgeschaft en kent inmiddels contributievrijdom tot 21 jaar. Die hebben hun beleid. 'En daar is goed over nagedacht...' meldt directeur Jeanine Deckers met een knipoog naar een opmerking die ik later in dit artikel maak.

Veel bibliotheken die een jeugdcontributie kennen sluiten vervolgens overeenkomsten af met - vooral middelbare - scholen om ervoor te zorgen dat toch elk kind tijdens de schoolleeftijd gratis gebruik kan maken van de bibliotheek.

Overigens zijn er ook een aantal bibliotheken die verder gaan dan wat de WSOB voorschrijft. De Drentse bibliotheken, de OBA in Amsterdam en de bibliotheken in Scherpenzeel en Borne kennen een gratis lidmaatschap tot en met 18 jaar.

Een recent initiatief dat je nog niet terug ziet in deze overzichten is dat van bibliotheek Spijkenisse. Daar kunnen jongeren tot 30 jaar gratis lid zijn.

Wat is het effect van contributievrijdom?
Hoewel we in ons hart wellicht allemaal vinden dat kinderen gratis gebruik moeten kunnen maken van de bibliotheek, is het interessant om te bezien of contributievrijdom effect heeft? Worden meer kinderen lid van de bibliotheek en gaan ze meer lezen?

Ik heb het op een hele kleine schaal uitgezocht. Namelijk door cijfers van DOK Delft af te zetten tegen de rest van Nederland.


Deze grafiek was wel even een puzzeltje. Naast het aantal jeugdleden in Delft en de rest van Nederland moet je weten hoeveel jeugd er t/m 17 jaar is in Delft en de rest van Nederland. Maar ik geloof dat ik er met de CBS-cijfers cijfers wel goed uit ben gekomen. Hierin zie je dat in Delft net geen 50% lid is van de Openbare Bibliotheek terwijl dit in de rest van Nederland bijna 70% is. In Delft is een kwart minder kinderen lid van de Openbare Bibliotheek en mijn verwachting is dat de jeugdcontributie daar een rol in speelt.  En wel op twee manieren: 1) het maakt lid worden minder laagdrempelig en 2) jeugdleden krijgen door de contributiebetaling een moment waarop elk jaar weer even nagedacht moet worden of men lid wil blijven. Iemand die nauwelijks gebruik maakt, zal zijn abonnement opzeggen. Terwijl iemand die weinig leest maar wel gratis lid kan zijn, zijn of haar lidmaatschap zal aanhouden.

Betalende jeugdleden lezen meer of zijn alleen veel-lezers lid?



Een omgekeerd effect zien we dan ook bij het gebruik van de bibliotheek. Een gemiddeld jeugdlid in Nederland leent 15,3  boeken of andere media per jaar. In Delft ligt dat aanzienlijk hoger met 24,7 items per jaar. Nu ben ik op dit punt wel voorzichtig, omdat Delft maar één bibliotheek is, maar het zou kunnen dat inderdaad de veel-lezers in Delft lid blijven en dat de niet- of weinig-lezers hun abonnement opzeggen. Bibliotheken met gratis jeugdleden houden overigens deze jeugdleden niet voor altijd in hun bestand. In veel bibliotheken hanteert men de regel dat jeugdleden na twee jaar inactiviteit worden uitgeschreven uit het bestand en niet meer meetellen.

Voor mij waren deze cijfers voldoende reden om eens even te bellen met Margot Nicolaes, de directeur van DOK Delft. Men heeft in Delft wel goed nagedacht over deze keuze van jeugdcontributie. Want ja, het is ook een eigen keus. Men stelt zich echt de vraag of  contributievrijdom voor de jeugd dat effect heeft dat men ervan verwacht. Men geeft aan het actieve gebruik belangrijker te vinden dan het aantal lidmaatschappen. Nog steeds zijn veel kinderen lid en zij die lid zijn, zijn actiever dan bij andere bibliotheken. Kinderen van ouders met een zeer laag inkomen kunnen gratis lid worden middels een stadspas. En last but not least: kinderen betalen geen boete. En Nicolaes betoogt dat die boete wel eens een grotere afhaker kan zijn dan het contributiebedrag. Men heeft in Delft geen contracten met scholen om kinderen massaal lid te maken van DOK. Wel heeft men 'Vindplaatsen' (een bibliotheek op school-plus-variant) waar ook kinderen zonder abonnement gebruik van kunnen maken.

Nicolaes vraagt zich af wat er zou gebeuren als je in openbare bibliotheken met contributievrijdom de jeugdleden eraf zou halen die slecht 0 of 1 keer gebruik maken van de bibliotheek en of je dan niet tot dezelfde aantallen zou komen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik die aantallen niet kan achterhalen maar dat dat zeker een onderzoek waard is.

De opmerkingen geven wel een paar punten om over na te denken. DOK heeft er stevig over nagedacht. Juist omdat het een afwijkend standpunt is.  Misschien heeft men er daardoor wel meer over nagedacht dan bibliotheken die al jaren contributievrijdom hanteren. En misschien is het daardoor voor veel bibliotheken wel een soort automatisme geworden waardoor we het minder bewust inzetten. Maar ik ben heel voorzichtig met conclusies want ik zie ook dat in Delft het bereik onder kinderen een kwart lager ligt dan in de rest van Nederland. Dit ondanks het actieve beleid van DOK.

Conclusie
Contributievrijdom voor de jeugd staat in heel veel gemeenten nog steeds als een paal boven water. Een kleine 10% van de bibliotheken kent een vorm van jeugdcontributie.Vaak lost men dit op met schoolabonnementen, die de bibliotheek overigens wel extra aandacht en moeite kosten. Op basis van de cijfers van Delft, die al langjarig een jeugdabonnement kent vanaf zeer lage leeftijd, kun je zeggen dat contributievrijdom er voor zorgt dat substantieel meer kinderen lid zijn van de bibliotheek dan wanneer die contributievrijdom er niet zou zijn. Contributievrijdom is echter niet het enige waardoor kinderen van een bibliotheek gebruik blijven maken. Zoals we kunnen zien in Delft gaat het ook om aantrekkelijke dienstverlening en een blijvende investering in collectie.

Tegelijkertijd toont het voorbeeld van DOK Delft aan dat er best meer onderzoek mag worden gedaan naar het effect van die contributievrijdom. Ik  blijf een groot voorstander van die contributievrijdom maar zie ook dat het ontbreken van blijvend onderzoek naar het effect de discussie hierover makkelijk tot een ideologische twist kan maken.

Lodewijk Asscher diende bij de midterm review van de WSOB een motie in voor gemeenten waar geen bibliotheekwerk is. Die motie is aangenomen en wordt thans van invulling voorzien. Ik vraag mij af of je gemeenten zonder contributievrijdom eigenlijk ook niet binnen zo'n motie zou moeten bezien. Het zou er naar mijn gevoel niet in misstaan.

Geen opmerkingen: