zondag 29 mei 2022

De hoofdlijnenbrief Cultuur: drie observaties en één wenkend perspectief voor bibliotheken


Ook deze week las ik weer een beleidsbrief voor u. Zoals ik al zei: het regent op dit moment beleid. Dit keer de hoofdlijnenbrief voor cultuur van staatssecretaris Uslu. Ook hier gaat het, net als bij het masterplan Basisvaardigheden van minister Wiersma, om de eerste uitwerking van paragrafen uit het regeerakkoord. Ik loop de brief weer eens even met u door, ik geef u drie observaties en één wenkend perspectief. En de conclusie is dat het haast niet anders kan dan dat er in 2023 extra geld komt voor bibliotheken. Lees maar mee.

Regeerakkoord

Om te beginnen, deze beleidsbrief is de uitwerking van het regeerakkoord. Wat stond daar ook al weer in over cultuur? Wel dat was het volgende:  


Voor 2022 zou er € 135 miljoen beschikbaar komen dit zou in de komende jaren oplopen naar € 170 miljoen. Te verdelen over bovenstaande punten. 

Korte termijn: herstel langs vijf lijnen

Toen het regeerakkoord uitkwam schreef ik al dat dit een mix was van incidentele en structurele bedragen. Dat incidentele zat hem vooral in herstelmaatregelen na corona. Die lijn trekt Uslu inderdaad door in de hoofdlijnenbrief. En ook met een volgorde: eerst herstellen en daarna de structurele zaken. De € 135 miljoen gaat dit jaar dus ook vooral naar herstel en een stukje innovatie.

Bij dat herstel kijkt ze vooral naar 1) maatregelen om publiek weer uit te dagen om naar culturele instellingen te komen, 2) herstel van de arbeidsmarktpositie in het algemeen en 3) die van makers in het bijzonder en tot slot wil ze 4) extra aandacht voor jongeren en 5) voor innovatie. Hoewel er voor bibliotheken zeker op onderdelen wel haakjes te vinden zijn in deze herstelmaatregelen is deze toch vooral bedoeld voor de podia, de musea en de producenten. Als je haakjes voor bibliotheken wil vinden, zitten ze bij jongeren (extra cultuur op het MBO, pilot met mentale gezondheid van jongeren via cultuur) en bij innovatie (hybride burgerdialogen en kennisdeling met andere sectoren). Ik denk dat veel bibliotheekdirecteuren deze paragraaf aan zich voorbij laten gaan. Het echte bibliotheeknieuws staat namelijk in het tweede deel van de brief. 

Bibliotheken en leesbevordering

Waar in het eerste deel al concrete bedragen werden genoemd voor herstel staat er onder de structurele lijn nog geen enkel bedrag genoemd. Voor nog geen enkele partij en geen enkele lijn. Het tweede deel bestaat uit investeringen voor 1) een Nationaal Slavernijmuseum en een Nationaal Historisch Museum, 2) de gevolgen van ruimtelijke transities voor het cultureel erfgoed, 3) het potentieel van de creatieve industrie, 4) een bibliotheekvoorziening in elke gemeente, 5) leesbevordering en 5) een cultureel audiovisueel aanbod.

Voor bibliotheken is natuurlijk die lijn over bibliotheken en de leesbevordering van belang. Maar kijk ook even wat er verder nog op de rol staat want die € 170 miljoen moet dus verdeeld gaan worden over deze partijen. En om eerlijk te zijn, dat lijkt toch wel aardige ruimte op te leveren. Bibliotheken gaan niet met lege handen naar huis kunt u alvast noteren.

De staatssecretaris zegt over bibliotheken: 

'De bibliotheek is de meest laagdrempelige, algemene publieke cultuurvoorziening die door alle bevolkingsgroepen wordt bezocht, ongeacht leeftijd, inkomen, opleiding of sociale klasse. Door het brede aanbod van diensten en activiteiten draagt de bibliotheek bij aan persoonlijke ontwikkeling, aan verbetering van maatschappelijke kansen en aan sociale cohesie. De evaluatie van de Bibliotheekwet uit 2020 laat over de afgelopen circa tien jaar een afname van het aantal bibliotheekvestigingen zien. De behoefte blijft echter groot. Daarom streeft het kabinet de komende periode naar een toekomstbestendige bibliotheekvoorziening in elke gemeente. Ik wil samen met de gemeenten en provincies inzetten op deze ambitie uit het coalitieakkoord, waarbij aanpassing van de Wet Stelsel Openbare Bibliotheekvoorzieningen tot de mogelijkheden behoort.'

Naast deze paragraaf gaat ze met bijna evenveel woorden ook in op het bibliotheekwerk in Caribisch gebied.  Die zijn ruim bedeeld in deze brief. Hun lobby voor meer geld werpt vruchten af. Daar ga ik in dit kader even aan voorbij maar het gejuich aan de overkant van de plas kun je als je goed luistert nog horen.

Over leesbevordering zegt ze:  

'Het maatschappelijke belang van goed kunnen lezen is groot. Goed kunnen lezen geeft toegang tot de basisvoorzieningen in onze samenleving. We zien echter dat jongeren moeite hebben met diep en kritisch lezen.25 Door de coronacrisis hebben leerlingen extra vertraging opgelopen in begrijpend lezen.26 Het is ook slecht gesteld met de leesmotivatie; bijna de helft van de 15-jarigen vindt lezen tijdverspilling, terwijl juist leesmotivatie leesniveaus verhoogt. Onderzoek heeft aangetoond dat lezen leidt tot meer begrip en genuanceerde opvattingen. Het lezen van verhalen brengt ons dichter bij elkaar. Leesbevordering vormt dan ook een grote uitdaging, zowel voor ouders, leerkrachten als de professionals in de bibliotheken en de letterensector. Dit onderwerp raakt de portefeuilles van alle OCW-bewindslieden. Wij zullen ons gezamenlijk inzetten om de samenwerking tussen scholen (inclusief het MBO), bibliotheken en de omgeving rond jongeren te versterken.'

Nou, dat is het. Wat kun je hier bij opmerken en wat kun je tussen de regels lezen? Ik deel graag drie observaties met u. 

Observatie 1: Hoe stilletjes leesbevordering van afdeling verandert

Ik begin bij de laatste paragraaf over leesbevordering. Daar zijn we namelijk snel mee klaar maar hier gebeurt wel iets groots zonder dat je het doorhebt. Bij de behandeling van de beleidsbrief van minister Wiersma merkte ik het al op: het leesoffensief wordt een masterplan basisvaardigheden en daar komt leesbevordering in terug. Uslu geeft, door op te merken dat de bewindslieden zich gezamenlijk gaan inzetten, Wiersma de leiding over leesbevordering met zijn masterplan. Ik vind dat heel slim want die leesbevordering viel tot nog toe vooral onder de C van Cultuur en niet onder de O van onderwijs. Uslu laat hier bijzonder handig een onderwerp verspringen van afdeling. Leesbevordering gaat van de C van Cultuur naar de O van Onderwijs. Ja, natuurlijk in afstemming enzovoort enzovoort maar dat is wat hier tussen de regels gebeurt. En geloof me, dat is goed en groot nieuws.

Observatie 2: Kom met een plan met meer vestigingen, voorzieningen en toekomstbestendigheid

Terug naar de paragraaf over bibliotheken. Wat valt daar op? Op de eerste plaats blijft de politiek vooral aanslaan op het gedaalde aantal vestigingen. De veranderde rol: van klassieke bibliotheek naar maatschappelijk-educatieve bibliotheek vraagt inderdaad om vestigingen die dichtbij blijven maar ook om vestigingen die anders ingericht zijn. Als de sector dus dicht bij het kabinetsbeleid wil blijven en aansluiten op de gelden in het regeerakkoord dan moeten er beloftes komen over extra vestigingen en nabijheid. Niet alleen in gemeenten waar nu nog geen bibliotheek is maar ook op plekken waar we nog niet nabij genoeg zijn. Een soort nationaal deltaplan voor spreiding van bibliotheken dus. Denk daarbij overigens niet alleen aan eigen vestigingen maar vooral ook aan gedeelde voorzieningen: kulturhusen, multifunctionele organisaties of multifunctionele accommodaties. 

En voordat u nou denkt: mogen we dan alleen nog maar vestigingen openen en verder niets? Dat is niet het geval. Welk haakje zit er dan nog in de tekst. Nou, dat is het woordje 'toekomstbestendig', onder die titel kan inhoudelijk nog een hoop ingevuld worden. Zowel inhoudelijk als financieel.  Inhoudelijk kun je dit ook invullen met extra investeringen voor maatschappelijke en educatieve programma's.  En over het financiële gaat de derde observatie.

Observatie 3: Extra geld in 2023 en een afspraak van het Rijk met gemeenten en provincies

De staatssecretaris schrijft dat ze samen met gemeenten en provincies deze ambities wil inzetten. Het wordt dus niet alleen een feestje van het land maar ook provincies en gemeenten moeten dus een financiële stap zetten. Tenminste, dat betekent dit meestal in beleidstaal. En die zin die erachter staat, namelijk dat ze bereid is de bibliotheekwet hiervoor aan te passen, lijkt ook daar op te slaan. Al langer wordt gesproken over een mogelijke zorgplicht voor gemeenten waardoor er in elke gemeente een bibliotheek zou moeten zijn. Maar het is ook mogelijk dat de staatssecretaris hint op een ministeriële matchingsregeling waarbij eisen worden gesteld aan een landelijke bijdrage. 

Wat het ook wordt: er komt geld. Als ik dit zo bekijk voorspel ik dat er in 2023 extra middelen komen voor bibliotheken. Het kan haast niet anders. Eerder kan niet, want dat geld is net verdeeld en later wordt ongeloofwaardig als passage uit het regeerakkoord. Het bedrag dat vrijkomt zal wel een groeiend bedrag zijn met ook groeiende afspraken (met de overige beleidslagen).  En nee, dit staat niet zo in de tekst maar met deze brief durf ik er wel een fles wijn op in te zetten.  



Toekomstkracht Overijssel als wenkend perspectief ?

Als de staatssecretaris nog een voorbeeld zoekt van die matching is het misschien toch aardig om nog te kijken naar de provincie Overijssel. Deze provincie zette onlangs zelf al stappen in deze richting. Begin dit jaar is een subsidieregeling Toekomstkracht Overijsselse bibliotheken opengesteld door gedeputeerde Roy de Witte. Daarbij biedt hij de Overijsselse bibliotheken de mogelijkheid om € 95.000,- per bibliotheekstichting aan te vragen voor toekomstbestendig bibliotheekwerk. Er zijn twee voorwaarden: op lokaal niveau moet een vergelijkbaar bedrag op tafel gelegd worden en de gemeente moet aangeven de komende jaren niét te bezuinigen op bibliotheekwerk. Die cofinanciering komt vaker voor maar de afspraak dat er niet bezuinigd mag worden is redelijk uniek. De provincie vindt dat er niet aan de ene kant geïnvesteerd kan worden en aan de andere kant tegelijk bezuinigd. Als de provincie overigens tegen de gemeenten zegt dat ze niet mogen bezuinigen, kunnen ze zelf natuurlijk ook niet bezuinigen op bibliotheekwerk. Ook mooi meegenomen. 

Deze constructie levert rust op om te bouwen aan die toekomstbestendige bibliotheek. Wellicht nog een wenkend perspectief. Op veel kleinere schaal natuurlijk, maar toch.

Bouwen!

Wat is de afdronk van deze brief? Nou, die is zeer positief wat mij betreft. Veel daadkracht op korte termijn voor herstel en wat tijd om nog eens goed naar die structurele uitgaven te kijken. De afgelopen jaren hebben de bibliotheekambtenaren van het ministerie stap voor stap extra investeringen voor bibliotheekwerk op de kaart gehouden. Via de motie Asscher, via de evaluatie van de bibliotheekwet en nu de hoofdlijnenbrief. Dat kostte geduld, altijd blijven opletten en geen misstap maken. Knap werk daar, een huzarenstukje! Want geloof dat het weinig moeite kost een onderwerp van de agenda te laten verdwijnen en dat het veel aandacht vraagt om het erop te houden.  En als ik het zo inschat kort er in 2023 toch echt extra geld voor bibliotheken.  Goed nieuws dus. En en passant laat de de staatssecretaris het onderwerp leesbevordering ook nog eens verspringen naar het budget van onderwijs.  

Alles bij elkaar: zicht op kansen om te bouwen aan bibliotheekwerk. Niet krimpen, niet afbreken maar bouwen! De sector moet zich na jaren bezuinigen gaan voorbereiden op investeringen. En dat zal wel even wennen zijn. Aan de slag!

Geen opmerkingen: