“Van Swelmen”
“Dag, met Wieldraaijer van Bibliotheekblad. Bel ik gelegen?”
“Dag meneer Wieldraaijer. Ja hoor, ik kan wel even tijd maken. Als directeur van onze vooruitstrevende bibliotheek in Oppendam ben ik natuurlijk altijd druk. Maar voor Bibliotheekblad máák ik tijd. “
“Ah, fijn. Wat ik wilde vragen meneer Van Swelmen….”
“Laat me raden, het gaat over geld…..
“Inderdaad meneer van Swelmen. We hebben u een brief gestuurd…
“Nee, niks zeggen Wieldraaijer. En het gaat over boetes?
“Eh… zo zou je het kunnen zeggen meneer Van Swelmen….”
“Tja, u wilt natuurlijk weten wat ik vind van die belachelijke stelling dat de boetes wel afgeschaft kunnen worden! Nou, daar help ik u graag verder mee. Want wat die knul uit Overijssel beweert klopt natuurlijk voor geen meter!”
“Nou eigenlijk, wilde ik… Inderdaad, ik heb zijn site markdeckers.net gevolgd en ik kon zijn redenering wel begrijpen.”
“Ach, meneer Wieldraaijer, u bent geen bibliotheekdirecteur, ik merk het al. Want wij kunnen die inkomsten van boetes natuurlijk nooit missen. Op onze begroting van 5 miljoen euro, prijkt maar liefst 100.000 euri aan boetes. Wie gaat dat betalen als onze klanten dat niet meer doen?”
“Nou ja, kijk, meneer Van Swelmen, Mark Deckers beweert dat klanten liever een paar euro meer contributie betalen dan elke keer aan de balie een boete.”
“Die Deckers heeft makkelijk praten vanaf zijn innovatiestoeltje, Wieldraaijer.”
“Nou, ik geloof dat hij in Zwolle en Deventer ook de abonnementsvoorwaarden heeft bedacht….”
“Wieldraaijer, trap er niet: Deventer en Zwolle zijn niet te vergelijken met andere plaatsen. Daar wonen gewoon andere mensen.”
“Maar, meneer Van Swelmen, zo’n geniale directeur als u, een ton ombuigen voor boetes en u bent de gevierde man.”
“We mogen blij zijn dat we volgend jaar niet meer dan een ton aan bezuinigingen hebben. Ik heb mijn handen echt meer dan vol… En trouwens, die Deckers zegt dat klanten wel netjes de boeken terugbrengen. Nogmaals Wieldraaijer, geloof die losgeslagen toekomstkijker niet! Weet u hoeveel boetekaartjes wij elke week versturen! Allemaal mensen die het niet zo nauw nemen en die we er telkens aan moeten herinneren dat die spullen terug moeten. Het zijn ónze spullen en we moeten ook nog smeken om ze terug te krijgen. Dat is de omgekeerde wereld!”
“Ja, maar meneer Van Swelmen, op het totaal van al uw uitleningen is het natuurlijk maar een kleine minderheid…”
“Minderheid? Minderheid? Hebt u ooit een boete gehad in de bibliotheek meneer Wieldraaijer?”
“Eh, ja, regelmatig, ik ben soms net een dag te laat. Wel aan gedacht om te gaan maar dan net niet gelukt. Het is geen onwil maar soms….”
“Precies, meneer Wieldraaijer, u dus ook! Het is geen minderheid. Bijna al onze klanten hebben wel eens boete. En allemaal zeggen ze dat het “zonde geld” is en dat ze het vervelend vinden en dat het geen onwil is. Maar wij moeten onze klanten gewoon opvoeden. Strak aan de lijn want anders gaan ze aan de haal met ons. Weet u wat het is met klanten? We kunnen niet met ze en we kunnen niet zonder ze. Een soort haat-liefdeverhouding.”
“Nou, nou, meneer Van Swelmen…”
“Niks, Wieldraaijer, aanpakken die gasten. Wat dat betreft zou het van mij veel harder mogen. Klanten die te laat zijn, minachten bibliotheken. Eigenlijk minachten ze met hun te-laat-terugbrengen het cultuurgoed in het algemeen en bibliotheken in het bijzonder. Om heel eerlijk te zijn. Met dat soort mensen heb ik het heel gauw gehad.”
“Maar, meneer Van Swelmen, wat vindt u dan van zijn opmerking dat er kinderen zijn in dit land die van hun ouders niet meer naar de bibliotheek mogen na een aantal keer een hoge boete?”
“Dat is volstrekt terecht. En eigenlijk is het jammer dat de ouders die kinderen de toegang ontzeggen. Eigenlijk zouden bibliotheken dat zelf moeten doen. Kinderen tarten het culturele gezag door keer op keer te laat de boeken terug te brengen. Drie keer te laat? Dan de bibliotheek uit en nooit meer terugkomen. Op de zwarte lijst! Moet je opletten hoe snel ze op tijd zijn. Geen softe aanpak met belonen als je op tijd bent, handhaven die handel!”
“Nou, nou, nou, meneer Van Swelmen…”
“Ik ben er echt helemaal klaar mee, met die snotneus van het platteland…. Verder nog iets Wieldraaijer?”
“Eh, ja eigenlijk wel, waar ik namelijk voor belde…die brief. Maar het ligt wat gevoelig….”
“Kom op, voor de draad ermee, Wieldraaijer.”
“U hebt uw rekening van Bibliotheekblad niet betaald, we hebben u herinnerd en tja mijn boekhouder wilde de incasso gaan inschakelen….”
“Dag, met Wieldraaijer van Bibliotheekblad. Bel ik gelegen?”
“Dag meneer Wieldraaijer. Ja hoor, ik kan wel even tijd maken. Als directeur van onze vooruitstrevende bibliotheek in Oppendam ben ik natuurlijk altijd druk. Maar voor Bibliotheekblad máák ik tijd. “
“Ah, fijn. Wat ik wilde vragen meneer Van Swelmen….”
“Laat me raden, het gaat over geld…..
“Inderdaad meneer van Swelmen. We hebben u een brief gestuurd…
“Nee, niks zeggen Wieldraaijer. En het gaat over boetes?
“Eh… zo zou je het kunnen zeggen meneer Van Swelmen….”
“Tja, u wilt natuurlijk weten wat ik vind van die belachelijke stelling dat de boetes wel afgeschaft kunnen worden! Nou, daar help ik u graag verder mee. Want wat die knul uit Overijssel beweert klopt natuurlijk voor geen meter!”
“Nou eigenlijk, wilde ik… Inderdaad, ik heb zijn site markdeckers.net gevolgd en ik kon zijn redenering wel begrijpen.”
“Ach, meneer Wieldraaijer, u bent geen bibliotheekdirecteur, ik merk het al. Want wij kunnen die inkomsten van boetes natuurlijk nooit missen. Op onze begroting van 5 miljoen euro, prijkt maar liefst 100.000 euri aan boetes. Wie gaat dat betalen als onze klanten dat niet meer doen?”
“Nou ja, kijk, meneer Van Swelmen, Mark Deckers beweert dat klanten liever een paar euro meer contributie betalen dan elke keer aan de balie een boete.”
“Die Deckers heeft makkelijk praten vanaf zijn innovatiestoeltje, Wieldraaijer.”
“Nou, ik geloof dat hij in Zwolle en Deventer ook de abonnementsvoorwaarden heeft bedacht….”
“Wieldraaijer, trap er niet: Deventer en Zwolle zijn niet te vergelijken met andere plaatsen. Daar wonen gewoon andere mensen.”
“Maar, meneer Van Swelmen, zo’n geniale directeur als u, een ton ombuigen voor boetes en u bent de gevierde man.”
“We mogen blij zijn dat we volgend jaar niet meer dan een ton aan bezuinigingen hebben. Ik heb mijn handen echt meer dan vol… En trouwens, die Deckers zegt dat klanten wel netjes de boeken terugbrengen. Nogmaals Wieldraaijer, geloof die losgeslagen toekomstkijker niet! Weet u hoeveel boetekaartjes wij elke week versturen! Allemaal mensen die het niet zo nauw nemen en die we er telkens aan moeten herinneren dat die spullen terug moeten. Het zijn ónze spullen en we moeten ook nog smeken om ze terug te krijgen. Dat is de omgekeerde wereld!”
“Ja, maar meneer Van Swelmen, op het totaal van al uw uitleningen is het natuurlijk maar een kleine minderheid…”
“Minderheid? Minderheid? Hebt u ooit een boete gehad in de bibliotheek meneer Wieldraaijer?”
“Eh, ja, regelmatig, ik ben soms net een dag te laat. Wel aan gedacht om te gaan maar dan net niet gelukt. Het is geen onwil maar soms….”
“Precies, meneer Wieldraaijer, u dus ook! Het is geen minderheid. Bijna al onze klanten hebben wel eens boete. En allemaal zeggen ze dat het “zonde geld” is en dat ze het vervelend vinden en dat het geen onwil is. Maar wij moeten onze klanten gewoon opvoeden. Strak aan de lijn want anders gaan ze aan de haal met ons. Weet u wat het is met klanten? We kunnen niet met ze en we kunnen niet zonder ze. Een soort haat-liefdeverhouding.”
“Nou, nou, meneer Van Swelmen…”
“Niks, Wieldraaijer, aanpakken die gasten. Wat dat betreft zou het van mij veel harder mogen. Klanten die te laat zijn, minachten bibliotheken. Eigenlijk minachten ze met hun te-laat-terugbrengen het cultuurgoed in het algemeen en bibliotheken in het bijzonder. Om heel eerlijk te zijn. Met dat soort mensen heb ik het heel gauw gehad.”
“Maar, meneer Van Swelmen, wat vindt u dan van zijn opmerking dat er kinderen zijn in dit land die van hun ouders niet meer naar de bibliotheek mogen na een aantal keer een hoge boete?”
“Dat is volstrekt terecht. En eigenlijk is het jammer dat de ouders die kinderen de toegang ontzeggen. Eigenlijk zouden bibliotheken dat zelf moeten doen. Kinderen tarten het culturele gezag door keer op keer te laat de boeken terug te brengen. Drie keer te laat? Dan de bibliotheek uit en nooit meer terugkomen. Op de zwarte lijst! Moet je opletten hoe snel ze op tijd zijn. Geen softe aanpak met belonen als je op tijd bent, handhaven die handel!”
“Nou, nou, nou, meneer Van Swelmen…”
“Ik ben er echt helemaal klaar mee, met die snotneus van het platteland…. Verder nog iets Wieldraaijer?”
“Eh, ja eigenlijk wel, waar ik namelijk voor belde…die brief. Maar het ligt wat gevoelig….”
“Kom op, voor de draad ermee, Wieldraaijer.”
“U hebt uw rekening van Bibliotheekblad niet betaald, we hebben u herinnerd en tja mijn boekhouder wilde de incasso gaan inschakelen….”
4 opmerkingen:
@Mark: Hilarisch, maar herkenbaar. Geeft argumenten uit vorige posts goed weer.
@jan: bedankt!
http://www.nu.nl/boek/2545844/bibliotheek-krijgt-boek-122-jaar-terug.html
@CR: hilarisch inderdaad...
Een reactie posten