zondag 23 februari 2025

Papa, komt er oorlog? En moeten bibliotheken zich voorbereiden?

'Papa, denk jij dat er hier ook oorlog komt?' vroeg mijn jongste. Mijn jongste heeft net de grens van volwassenheid aangetikt dus ik hoefde geen kinderlijk antwoord te geven. 'Om eerlijk te zijn, ik hoop het niet maar ik weet het niet', was het antwoord dat ik gaf. De optie dat het militaire conflict in de Oekraïne zou kunnen escaleren tot iets verschrikkelijks is voor mij in de afgelopen jaren voorstelbaar geworden. Veel hielden we de afgelopen decennia niet voor mogelijk en veel daarvan is inmiddels toch gebeurd. Het aantal (semi-)autoritaire leiders neemt snel toe,  defensieuitgaven worden opgekrikt en de onderlinge solidariteit op macro- en micro-niveau verdwijnt als sneeuw voor de zon. 

Het zijn hele gekke tijden. Ik schrijf dus ook enigszins in vertwijfeling. Ik weet het ook allemaal niet. Zie het dus ook maar als poging om samen richting te zoeken op terrein dat inmiddels lang niet meer betreden is.

Zelf deed ik veel onderzoek naar de Tweede Wereldoorlog. En wat mij telkens opnieuw opviel was hoe iedereen in die oorlogssituatie probeerde maar gewoon door te blijven leven. Zoveel mogelijk het gewone leven vasthouden. Wat 'gewoon' kan blijven moet gewoon blijven. 

Als een crisissituatie wat langer duurt, reageren we inderdaad op die manier. Maar ik herinnerde me ook hoe er aan het begin van de coronacrisis een run kwam op toiletpapier (en andere dagelijkse producten) en dat daardoor de aanvoer voor weken ontregeld was. Wat ik maar wil zeggen: ons laagje beschaving is dun. Zodra het spannend is, duwen we elkaar weg bij de schappen met eten... of erger.

Handboek voor de soldaat

In het appartementencomplex waar ik woon is een tafeltje waar we boeken met elkaar uitwisselen. Een paar weken geleden lag daar 'Het handboek voor de soldaat' op. Voor wat oudere mannen is dat een bekend boek want elke dienstplichtige kreeg het. Ik niet, ik werd namelijk afgekeurd omdat ik, eh, te licht was. Een paar jaar later werd de dienstplicht opgeschort (maar niet afgeschaft). 

Het boek laat zien hoe een soldaat moet overleven. Het beschrijft het oorlogsrecht, de Persoonlijke Standaard Uitrusting (de PSU), hoe je moet schuilen, hoe je noodzakelijke medische zorg kunt verlenen en hoe je mijnen moet leggen, met een geweer moet schieten of handgranaten moet gooien. 

In vredestijd is het een vermakelijk boek dat zelfs uitlegt hoe je je voet dient op te tillen (zie foto). 

Denkvooruit.nl en de Zweedse variant

De angst voor oorlog heeft ook de Nederlandse regering doen beslissen om de eigen inwoners te gaan informeren hoe ze zich moeten voorbereiden. Daarvoor is in Nederland de site Denkvooruit.nl in het leven geroepen. Overigens wordt bij de risico's die Nederland loopt oorlog niet direct genoemd. Het heet op deze site eufemistisch 'internationale spanningen'. De site geeft aan dat je voorbereiden op stroomuitval, het wegvallen van het elektronisch betalingsverkeer of langdurige hitte zaken zijn waar je rekening mee moet houden. 

De site heeft hier een stappenplan voor beschikbaar... typische oplossing voor beleidsmakers. Dat ziet er zo uit:

Daar kunnen we natuurlijk wel wat grappig over doen maar er met elkaar over praten is natuurlijk helemaal geen gek idee? Maak je bijvoorbeeld afspraken met familie voor wat te doen als stroom, internet of mobiel verkeer stilvalt? 

Ook voor het noodpakket heeft de site een overzicht van hoe dat er uit moet zien. 

Als u nog niets te doen had dit weekend, heeft u nu een taakje dat goed is om uit te voeren. En ik doe er onterecht wat lacherig over. Maar dat komt omdat de aanpak van de Nederlandse overheid in vergelijking met die van de Zweedse regering iets ongelofelijk knulligs heeft. 


De Zweedse overheid stuurde in 2018 - dus nog voordat Zweden lid werd van de NAVO - naar alle vijf miljoen huishoudens een boekje 'Wat te doen bij oorlog?'. Geen omzichtige woorden maar het beestje bij de naam genoemd. In 2024 kwam er een nieuwe editie die opnieuw bij alle huishoudens kwam. Ja, gewoon in een gedrukte versie. Het is wel bijzonder want één van de grootste risico's die onze overheid ziet is dat het internet of de stroom uitvalt... Maar onze overheid kiest er ook voor om vooral alle crisisinformatie op internet te zetten. Gewoon een boekje sturen lijkt mij ook zo gek nog niet. Je kan het Zweedse boekje hier overigens in meerdere talen downloaden. 

De folder van de Zweedse overheid geeft bijvoorbeeld aan welke alarmsignalen er zijn of hoe je het beste kunt schuilen bij gevaar, bijvoorbeeld een bombardement. De folder gebruikt weinig tekst en veel beeld zoals je hieronder kunt zien. 

De ruim dertig pagina's tellende instructie heeft veel weg van het handboek van de soldaat maar dan zonder de gevechtsinstructies. 

Bibliotheken tijdens crises:  de Tweede Wereldoorlog, de vluchtelingencrisis en de Coronacrisis

Moeten bibliotheken hier iets mee? Hebben ze een taak voor of tijdens een crisis? Wie kijkt naar grote of iets minder grote crises in het verleden - de Tweede Wereldoorlog, de vluchtelingencrisis van 2015 of de Coronacrisis - ziet dat bibliotheken inderdaad altijd in actie komen. De tent sluiten is in ieder geval wel de laatste optie en alleen aan de orde als de overheid het gebiedt. 

In de Coronacrisis ontpopten de bibliotheken zich tot een essentiële hulpstructuur om burgers te ondersteunen. Dit naast het feit dat door verminderde sociale contacten we ook vonden dat lezen een heel goed tijdverdrijf kon zijn. 

Tijdens de vluchtelingencrisis van 2015 kwamen bibliotheken in actie om tal van activiteiten te ondernemen om vluchtelingen te helpen, om de dialoog over vluchtelingen te faciliteren of men organiseerde een benefietoptreden. Ook toen in 2022 de oorlog in de Oekraïne een nieuw hoofdstuk in ging ondernamen bibliotheken tal van activiteiten van het Eblida-statement tot informatieavonden over de Oekraïne. 

In de Tweede Wereldoorlog kenden openbare bibliotheken - ondanks alle zwarte bladzijden van censuur en uitsluiting - een ware bloei. Elk oorlogsjaar werden hogere uitleencijfers genoteerd. De bibliotheek voor verstrooiing in tijden waar niet veel mogelijk was. De bibliotheek die je het gevoel kan geven dat iets in je leven wel gewoon door kan gaan. En voordat de oorlog uitbrak waren er veel bibliotheken die een bibliotheekje opzetten voor gemobiliseerde Nederlandse soldaten. 

Conclusie: bibliotheken komen altijd in actie ten tijden van crisis.

Wat moeten bibliotheken er nu mee?

Tja, wat moet je er nu mee is de vraag? Ik vind dat een ingewikkelde vraag. Dus alles wat u hieronder ziet, moet u toch vooral zien als voer voor een verder gesprek. Want wat ik moeilijk vind, is de vraag hoeveel ruimte er is in een gepolariseerd landschap? 

Maar genoeg voorbehouden gemaakt, ik doe een voorzet waarin - op basis van het verleden vier lijnen kan onderscheiden.

Lijn 1: In de aanloop: We helpen bij het verstrekken van informatie en dialoog of we bieden hoopvolle handvaten

In de aanloop naar een crisis en aan het begin van een crisis ontstaat er een enorme honger naar informatie. De bibliotheken kunnen met hun structuur en programmering van waarde zijn in het verstrekken van informatie. Ik vind het helemaal niet gek om op veel plekken informatieavonden te gaan organiseren over hoe je je kunt voorbereiden op bijvoorbeeld een oorlog. Nee, dat is geen avondje uit maar misschien wel ooit nodig. Hetzelfde geldt over een dialoog over welke hulpstructuren je met elkaar kunt faciliteren of een avond over hoe ons brein werkt tijdens een crisis. 

De andere kant is de meer hoopvolle. Je kunt er ook voor kiezen om activiteiten te organiseren waardoor er juist meer solidariteit ontstaat. Denk aan hulpacties, acties waarmee je de polarisatie juist dempt in plaats van aanwakkert, aandacht vragen voor groepen die het nodig hebben en je daar samen voor inzetten. 

Lijn 2: Als het crisis wordt: We gaan alleen dicht als het moet

Bibliotheken sluiten met moeite hun deuren. Dienstverlenen zit diep in het DNA. De overheid moet ons dus gebieden om dicht te gaan anders doen we dat niet. In een crisis wil je dat zoveel mogelijk onderdelen van het gewone leven kunnen blijven doorgaan. Bibliotheken kunnen daar een rol in spelen. Crises uit het verleden hebben laten zien dat dat zo is. 

Lijn 3: Als het crisis wordt: We verbreden ons waar nodig

Bibliotheken (maar ook bijvoorbeeld buurthuizen) werden genoemd in het in het najaar van 2024 verschenen rapport ' De vijf functies van de sociale infrastructuur tijdens een pandemie'.  De in dit rapport benoemde nodige functies tijdens een pandemie zijn:  

  1. Communiceren: betrouwbare, toegankelijke informatie verspreiden, vooral voor kwetsbare groepen;
  2. Observeren: problemen en noden vroegtijdig opmerken en aanpakken;
  3. Verbinden: sociale cohesie bevorderen en eenzaamheid verminderen;
  4. Initiëren: gemeenschapsinitiatieven aanmoedigen en ondersteunen; en 
  5. Dienstverlenen: continuïteit van essentiële (hulp)diensten waarborgen voor het welzijn en de gezondheid van burgers en het mogelijk maken van een snel herstel na afloop van de pandemie.

Deze functies voert een bibliotheek zeker niet allemaal zelf uit. Maar wat wel duidelijk wordt is dat de bibliotheek een belangrijk platform kan zijn van waaruit veel partijen kunnen acteren. 

Bij dit punt wil ik vooral wijzen op de vraag welke informatiestructuur de Nederlandse overheid denkt te gebruiken als er geen stroom of internet is? Dan zouden bibliotheken toch heel snel een rol kunnen vervullen als de fysieke omroeper van informatie want de bibliotheek is altijd dichtbij te vinden.

Lijn 4: Wat we altijd doen: Landelijk organiseren, provinciaal faciliteren, lokaal manifesteren

Een unieke constructie van bibliotheken is dat elke bestuurslaag zich ermee bemoeit en dat het derhalve ook op elk niveau georganiseerd is. Wie in de ochtend met de VOB of de KB belt in een crisissituatie kan de volgende dag alle bibliotheken opgelijnd hebben. Ook dat bewijst het verleden. Als het nodig is, kan dat heel snel. Er zijn naast de landelijke hulpdiensten als politie, ambulance en brandweer echt niet veel partijen die dat kunnen. 

Bibliotheken als bouwsteen(tje) in de landelijke en lokale crisisorganisatie

Nou, een lang verhaal waarvan je hoopt dat we hier iets schrijven dat nooit nodig is. Tegelijkertijd zien we  dat de landelijke overheid op dit moment begint met het optuigen van faciliteiten voor een crisis in Nederland. Crises die we vroeger niet voor mogelijk hielden, staan nu toch op de radar. Op lokaal niveau heeft men in Leiden al gepleit voor herinvoering van de 'Bescherming Bevolking'.  Het zou er hier dan om gaan om een organisatie op te zetten bestaande uit burgers en lokale overheid - een beetje analoog aan het Rode Kruis - om in te zetten bij een crisissituatie. 

Ik kan me eerlijk gezegd wel voorstellen dat bibliotheken een rol spelen in zo'n crisisorganisatie. Hé, we zijn natuurlijk geen ziekenhuis en we verkopen ook geen toiletpapier maar tijdens een crisis draait veel om informatie en verbinding. En daar kunnen bibliotheken best een rolletje in spelen. 

Welke vorm dat zou moeten hebben, weet ik ook niet. Maar ook hier kan ik me voorstellen dat KB of VOB zoiets op landelijk niveau eens bezien waar ingangen zijn en dat er op het lokale niveau (bijvoorbeeld Leiden) er ook voorbeelden zijn waar dit al speelt. Die zou je dan eens bij elkaar moeten brengen en eens kijken wat wijs en zinvol is. 

Blijft over dat we ons samen - waar dat kan - inzetten om een crisis te voorkomen. Dat is natuurlijk het allerbeste. 

Of zoals een grote landelijke advertentiecampagne van Cordaid dit weekend aangaf:

Kijk niet weg, kijk om.

Want de wereld dat zijn wij.



zondag 16 februari 2025

Geen meter zonder Peter, of het geheim van het bibliotheekwerk

Deze week nam Peter van Eijk afscheid van het bibiotheekwerk. Een man die de afgelopen jaren vele rollen vervulde.  De receptie vond plaats in de Utrechtse bibliotheek op het Neude. Een bijzondere plek, want deze bibliotheek vecht samen met Dordrecht nog altijd om de titel van oudste openbare bibliotheek van Nederland. Als er één plek is waar je kunt zien dat bibliotheken al lang bestaan, zichzelf aanpassen en opnieuw uitvinden dan is het wel in Utrecht. 

Die plek past dus bij Peter van Eijk. Want in de ruim 15 jaar dat hij zich inzette voor bibliotheekwerk ging het altijd over innovatie en transformatie. Dat gebeurde als directeur a.i. van Bibliotheek.nl, als bestuurder van Bisc en later mede-bestuurder van Cubiss. En dat waren nog maar zijn hoofdfuncties want Peter zat ik tal van commissies, besturen en overleggroepen. Die nevenfuncties waren voor de verbindingen in het netwerk minstens zo belangrijk als zijn hoofdfunctie. En dus kwam ik Peter op vele momenten tegen en werkte veel met hem samen. Bij zijn afscheid kreeg ik de eer hem toe te mogen spreken. En de ruimte die ik hier elke week vul over bibliotheekwerk besteed ik deze week dan ook met plezier aan hem.

Paarse boekje

Peter van Eijk komt ergens in 2008 op het landelijke bibliotheekpodium. Hij schreef mee aan de 'Agenda voor de toekomst, 2009-2012' van de VOB, in de wandelgangen ook wel het 'paarse boekje' genoemd. 

Het was een bijzonder rommelige tijd in bibliotheekland in die jaren. De Vereniging van Openbare Bibliotheken werd ontvlochten in een ledenorganisatie, een sectorinstituut en de stichting Bibliotheek.nl. Bibliotheekdirecteuren, het ministerie en de VOB waren flink zoekend over hoe de sector zich goed moest organiseren. Er werden vier kwartiermakers aangesteld om onderdeln van de sector vlot te trekken. Peter mocht dat doen als bouwheer van Bibliotheek.nl en werd aansluitend directeur a.i. van de stichting Bibliotheek.nl die in 2010 ontstond. 

Dat paarse boekje - de agenda voor de toekomst - waar hij aan meeschreef was overigens een fenomeen. Want bij elk overleg waar Peter in die tijd bij was, wist je dat er een moment kwam dat hij naar zijn binnenzak zou grijpen en dat daar dan dat 'paarse boekje' te voorschijn kwam. Hij wees op dat boekje en zei: 'weet u nog, wij voeren een gezamenlijke koers en daarin hebben we voor dit punt dit en dat met elkaar afgesproken'. En daarmee wist hij altijd de grote lijn weer te verbinden met het praktische geneuzel van details waar wij natuurlijk weer in terecht waren gekomen. En door het weer op te tillen naar het hogere niveau werd het vaak makkelijker om het juiste besluit te nemen of onze inspanningen meer in perspectief te zien. 

Ruimte om te experimenteren

In de tijd van dat 'paarse boekje' werkte ik als programmamanager in Overijssel. Voor de projecten die ik samen met veel collega's uitvoerde kreeg ik extra innovatiesubsidie via de innovatieraad waar Peter ook aan verbonden was. Zo kregen we extra geld voor de ontwikkeling van de Bibliotheek op school (dat heette toen nog Biebsearch jr.) en voor Biebsearch. Dat laatste was een programma voor middelbare scholen en MBO's  waar we in die tijd al elektronische leeromgevingen koppelden aan de zoekomgeving - de beruchte Aquabrowser - van de bibliotheek. Het was digitaal burgerschap avant la lettre. Ook voor de ontwikkeling van de ideale website in Overijssel kwamen middelen en dat werd de opmaat voor de ontwikkeling van de Website-As-A-Service (WAAS) die de openbare bibliotheken nu hebben. 

Door landelijk geld zo in te zetten wist hij lokale en provinciale initiatieven te verbinden en op te tillen naar een landelijk niveau. Het waren dus stuk voor stuk experimenten die bouwstenen opleverden voor landelijke infrastructuur die lokaal ingezet kon worden.

Vervolgens aarzelde hij ook niet om dat weer landelijk uit te dragen. Hij zorgde er al in de vroege jaren voor dat bibliotheken bijvoorbeeld gezamenlijk op de grootste onderwijsbeurs, de NOT, gingen staan om daar het landelijke verhaal te vertellen. Dit alles met het doel om het lokaal zo goed mogelijk te kunnen laten landen.  

Een welsprekende heer met bril en snor en gevleugelde uitspraken

Ik ken weinig mensen die zo keurig en charmant spreken als Peter. Zijn zinnen zijn zorgvuldig opgebouwd en bevatten nooit een onvertogen woord. Hij is altijd complimenteus over ontwikkelingen die de goede kant op gaan. En als het minder goed gaat gebruikt hij graag het understatement. Als anderen zouden zeggen dat 'iets totaal mislukt is of ruk is', zegt Peter 'dat verbetering absoluut tot de mogelijkheden behoort, om het voorzichtig uit te drukken'. Het kenmerkt zijn diplomatieke kwaliteiten. 

En hij is een man van gevleugelde uitspraken: 'geen prestatie zonder relatie', 'het gaat altijd om de kwaliteit van de interactie', 'we moeten voorop gaan in volgen','ik stop nu met zenden' en 'ik ben een nomade in maatpak met snor' zijn zinnetjes die ik talloze malen hoorde. Of als hij wilde laten merken dat onze opdracht breder was dan we zelf dachten: 'En u vraagt zich af, bent u daar ook van meneer Van Eijk? Ja inderdaad, dat doen we ook nog.' Wie zijn jargon nog eens wil teruglezen, verwijs ik naar een column uit 2011 waarin hij een telefoongesprek voert met Van Swelmen, de immer erudiete directeur uit Oppendam. 

Het geheim van bibliotheekwerk

Bij zijn afscheid vroeg Peter mij of ik stil wilde staan bij het geheim van het bibliotheekwerk. Of ik wilde aangeven wat mijn beeld was waarom de bibliotheken - na heel veel moeilijke jaren - er toch zo goed op staan op dit moment. En wie dat geheim ontrafeld valt op waarom de inzet van Peter van Eijk zo goed paste bij het bibliotheekwerk van de afgelopen vijftien jaar. 

In mijn verhaal onderscheidde ik vier geheimen. De eerste was de wil om te veranderen als sector. En hoewel we onszelf als sector en stelsel misschien wel wat grijs, soft of complex vinden, valt op dat iedereen snapt dat we moeten blijven veranderen. Ik haalde daar het verhaal van mijn opa aan die zijn hele leven boer was maar altijd bezig was om te investeren om boer te blijven. Hij wist dat wie boer wil zijn, geen boer kan blijven. En net zo hard weten wij als bibliotheek: wie bibliotheek wil blijven, kan geen bibliotheek blijven. Peter was in die zin een missionaris als het ging om het uitdragen van de benodigde innovatie. 

Het tweede deel van het succes is dat we onszelf landelijk kunnen organiseren maar lokaal manifesteren. We zijn zowel een gesprekspartner voor grote landelijke partijen én we kunnen die afspraken met lokaal maatwerk en met lokale samenwerkingspartner uitvoeren. En daar tussendoor zorgen provincies voor het goede faciliteren naar die lokale uitvoering. In de afgelopen vijftien jaar - de tijd dat Peter actief was - zijn zo landelijke 'merken' ontstaan als Bibliotheek op school, de online bibliotheek, Boekstart en als laatste de coöperatie Samen Digitaal Innoveren die een landelijk bibliotheeksysteem gaat onderhouden. Peter was bij de ontwikkeling van veel van die landelijke 'merken' betrokken of was zelf trekker van de ontwikkeling. 

Het derde deel van het succes gaat over goede inhoudelijke verhalen en aanstekelijke landelijke doelstellingen. Peter legde zelf mede de basis voor de 'Agenda voor de toekomst', één van die goede inhoudelijke verhalen met doelstellingen. Je kon altijd een beroep op hem doen om mee te denken en mee te praten over documenten die opgesteld moesten worden. Of hij nam zelf de pen ter hand en deed voorstellen. En voor goede inhoudelijke verhalen en aanstekelijke doelstellingen is altijd ruimte in onze branche. Want wie met een goed inhoudelijk verhaal komt, treft altijd enthousiaste collega's die graag aan de slag gaan met dienstverlening die echt iets kan betekenen voor burgers. 

Geen meter zonder Peter

Maar het laatste en vierde punt is wellicht wel het belangrijkste. Ik noemde dat 'geen meter zonder Peter'. Peter is een sportman en liep - net als ik - menig halve marathon. Wie begint aan een lange hardloopwedstrijd kijkt altijd met enige angst naar de afstand die voor hem ligt. Maar een halve marathon bestaat niet uit 21 kilometer maar uit 21.000 losse meters. De afstand kan namelijk alleen in stappen worden afgelegd. 

Of om een bekend citaat aan te halen:

"Many of the great achievements of the world were accomplished by tired and discouraged men who kept on working." — Oscar Wilde

Wie kijkt naar de innovatie en transformatie van bibliotheken in de afgelopen vijftien jaar kan niet anders dan constateren dat dat stap voor stap is gegaan. Maar wel op alle plekken en door iedereen tegelijk. Dat lukt alleen als velen samen constructief vooruit willen. Soms moet je dan over je eigen schaduw heen stappen om samen meer te bereiken dan alleen. Elke dag weer. Meter voor meter. Daarmee ontwikkelden bibliotheken een enorme kracht.

Met de vele rollen die Peter speelde wist hij zo op vele plekken velen te inspireren om al die stappen mee te zetten. 

Is het genoeg? 

Dat weet niemand. 

Zijn we er? 

Nee, nog lang niet. Er gaan nog veel stappen volgen. Meter voor meter gaan we verder.

Kunnen we het? 

Daar zou ik niet over twijfelen. Deze sector heeft dat meer dan aangetoond. 

En Peter?

Peter had er een stevig en positief aandeel in. Elke dag maakte hij meters voor de innovatie van de sector. Altijd gericht op gezamenlijk belang. Meter voor meter zorgde hij voor kilometers. Zijn hoofdfunctie legt hij misschien neer maar ik weet zeker dat hij in tal van nevenfuncties verder gaat. En dat past hem: een onvermoeibare netwerker. 

Maar voor nu: Peter, namens de sector, bedankt!

zondag 9 februari 2025

Presenteren onder politiebegeleiding

Ik werk nu ruim dertig jaar voor openbare bibliotheken. En al vele malen mocht ik presenteren voor raadsleden, wethouders, burgemeesters en geïnteresseerde burgers. Maar nog nooit gebeurde dat onder politiebegeleiding. Maar afgelopen week gebeurde het. Woedende demonstranten en een gemeentehuis dat als een fort bewaakt werd. Ik neem u mee naar hoe ik verzeild raakt in het Droste-effect van mijn eigen presentatie over bibliotheekwerk.

Maatschappelijke waarde van robuust bibliotheekwerk

De afgelopen maanden deed ik namens Rijnbrink samen met mijn collega's Laudy Konings en Luuk van der Geest van Public Value onderzoek naar een toekomstbestendige bibliotheekvoorziening in de gemeente Montferland. Een lieflijke en heuvelachtige gemeente op de grens van de Liemers en de Achterhoek. Door het trieste overlijden van de vorige bibliotheekdirecteur was een logisch moment ontstaan voor de raad van toezicht van deze bibliotheek om samen met de gemeente te zoeken naar hoe de bibliotheek er in de toekomst uit moest zien en met welke partners dat het beste kon gebeuren. 

Het onderzoek was klaar en zeer zorgvuldig door gemeente en raad van toezicht ingevuld. De resultaten zouden nu ook voor de raadsleden gepresenteerd worden. In mijn presentatie sta ik altijd stil bij de maatschappelijke waarde van robuust bibliotheekwerk en waarom dat nodig is. Eén van de onderwerpen die dan voorbij komt is de polarisatie in de samenleving en dat er nog maar weinig plekken zijn waar heel veel mensen uit alle lagen van de samenleving elkaar zien, treffen en echt met elkaar in gesprek kunnen. En ook vertel ik dan dat vertrouwen in de overheid niet meer vanzelfsprekend is en dat deze samenleving een opgave heeft om weer met elkaar tot oplossingen te komen. 

In die presentatie zit dan dit plaatje....

Het plaatje is overigens al uit 2016 en is van een beruchte inspraakavond voor een AZC in Steenbergen. 

Onrust

Al op de avond voordat we presenteren ontving ik een berichtje via de directeur van de gemeente. De wethouder laat weten dat ze onrust verwachten omdat ook het AZC die avond op de agenda staat. In december 2024 werden hier nog raadsleden met vuurwerk bekogeld toen hetzelfde onderwerp aan de orde was. Dat men alert is, is dus volstrekt logisch. We krijgen instructie hoe we veilig naar binnen kunnen als de voorzijde van het gemeentehuis al geblokkeerd zou zijn. 

Als ik die avond aankom, tref ik een gemeentehuis in opperste staat van paraatheid. Er staan politieagenten en BOA's opgesteld. Ik kom alleen het gemeentehuis in nadat ik geïdentificeerd ben als iemand die naar binnen mag. Maar de presentatie over bibliotheekwerk verloopt rustig. De raadsleden stellen hele goede vragen en laten duidelijk hun betrokkenheid zien. Want inderdaad: wie houdt er nu niet van bibliotheken? 

Maar zodra de presentatie, die stipt op tijd moet eindigen, voorbij is, kom ik in een andere wereld terecht. De rust van het zaaltje verdwijnt. Ik krijg instructie hoe ik met mijn auto - die al veilig achter een hek moest staan - en onder toeziend oog van politie het toneel kan verlaten. 

Droste-effect en bibliotheekconvenant

Wat ik liet zien in mijn presentatie - een onrustige en gepolariseerde samenleving - bleek mijn eigen werkelijkheid te worden. Ik was in mijn eigen Droste-effect terecht gekomen. Er zijn grote groepen in onze samenleving die zich onvoldoende gehoord voelen en die het gevoel hebben regie kwijt te raken over de eigen omgeving. En grote maatschappelijke problemen worden mede daardoor niet altijd meer als gezamenlijke problemen gevoeld.  

Bibliotheken kunnen daar inderdaad een rol in spelen. Met nadruk op 'een rol' want bibliotheken kunnen onderdeel zijn van een oplossing maar zeker niet de hele oplossing. 

Om die reden is in het nieuwe bibliotheekconvenant hier ook aandacht aan besteed. In de periode 2024-2027 hebben het Rijk, provincies, gemeenten en alle bibliotheekpartners daarin uitgesproken dat: '

Partijen gaan de rol van bibliotheken op het gebied van het versterken van de democratie en digitaal burgerschap uitbouwen en bestendigen.'

Hoe dat versterken van de democratie eruit moet zien is nog wel iets dat invulling vraagt. Eén van de wettelijke functies van de bibliotheek is die van ontmoeting én debat. Ik vind dat een mooie formulering: ontmoeting én debat. Dus geen debat zonder ontmoeting. Want een goed gesprek begint met ontmoeting. En dat is duidelijk nog geen automatisme.

Tot zover de mooie theorie. In werkelijkheid verdween deze bibliothecaris met de staart tussen de benen en zag hij de groep actievoerders in zijn achteruitkijkspiegel langzaam kleiner worden.

zondag 2 februari 2025

De online bibliotheek nadert 15% van alle uitleningen en wordt een niet te missen bibliotheekvoorziening

Elk jaar geef ik u - al tien jaar lang - een update van de cijfers rond de ebooks en later ook de luisterboeken. Het zijn altijd de eerste jaarcijfers die de branche heeft. Op 23 januari werden de eerste cijfers al op BNetwerk openbaar gedeeld. En op MetdeKB zijn voor bibliotheekmedewerkers al meer gedetailleerde cijfers te vinden.  

En is het na tien jaar nog spannend om deze cijfers weer uit te vlooien? Nou, ook dit jaar is er wel weer wat te melden. Die conclusie volgt iets verderop. Maar voordat we zover zijn moet ik even meenemen langs wat andere cijfers. 

Uitleningen ebooks: +5%


Het aantal uitleningen van het aantal ebooks steeg ook in 2024 vrolijk verder. De dubbele groeicijfers uit de beginperiode - en de coronacrisis - zijn verdwenen maar het aantal uitleningen handhaaft zich op het hogere niveau van ná de coronacrisis en groeit opnieuw met een aantal procenten naar 5,7 miljoen uitleningen. De roman De Camino van Anya Niewierra is zowel het meest geleende e-book als het meest geleende luisterboek van 2024. Bij jeugdboeken is Brief voor de koning van Tonke Dragt het meest geleende ebook. 

Luisterboeken: +14%


De groeicijfers bij de luisterboeken vertonen nog wel dubbele cijfers. Daar is met 14% zelfs een sterkere groei te zien dat in de afgelopen twee jaren. Toen bleef de groei steken op 10%. Wie wat dieper in de details kijkt ziet dat luisterboeken een groot gebruik kennen onder jonge kinderen. Zo'n 10% van alle gebruik komt van kinderen onder de 10 jaar. Bij ebooks is dat maar 2%. En  ook onder de zes jaar worden luisterboeken al veel gebruikt. Vanaf 13 jaar gebruiken jongeren weer mee ebooks dan luisterboeken. 

Als deze groei zich doorzet kan de uitleningen van luisterboeken op enig moment het aantal uitleningen van de ebooks inhalen. 

Aantal actieve gebruikers: +10%


In het persbericht op BNetwerk laat men weten dat het aantal gebruikers met 19% is gestegen. Dat klopt als je kijkt naar het totaal van alle ooit aangemelde gebruikers. Het cijfer dat ik al jaren gebruik is dat van de actieve gebruikers. Een actieve gebruiker is iemand die in het afgelopen jaar minimaal één keer een ebook of luisterboek heeft gebruik. De rest is slapend lid. Het aantal actieve gebruikers is niet met 19% gestegen maar met 10%. Nog steeds een vorstelijke prestatie zou ik zeggen. Menig bibliotheekdirecteur zou er een moord voor doen als het ledental elk jaar zo zou stijgen. In het afgelopen jaar waren er 431.138 Nederlanders die gebruik maakten van de online bibliotheek. Het totaal aantal leden van bibliotheken in Nederland is ongeveer 3,6 miljoen. Zo'n 12% van alle leden gebruikt dus ebooks en/of luisterboeken.

2020 is overigens in deze grafiek gespikkeld met een reden. In 2020 werd een nieuw systeem in gebruik genomen in het jaar zelf. Daardoor werd een zuivere telling van actieve gebruikers niet mogelijk. Het getal over 2020 moet dus eigenlijk hoger zijn en zal dus eerder - door de coronocrisis - liggen bij het aantal van 2021 dan het aantal van 2019.

De generatiekloof


Een staatje dat ik ook al een aantal jaren update is die van de generatiekloof tussen luisterboeken en ebooks. Ik zei er net al iets over bij de luisterboeken. De kloof is op enkele tienden van procenten onveranderd. Je zou denken dat de gemiddelde leeftijd dus wel ongeveer gelijk blijft. Nou, dat ligt net anders. Bij de ebooks rekende ik het uit met de verschillende jaarschijven die in de statistieken zitten. 

Dan kom je voor ebooks uit op het volgende beeld. 


Ook in het afgelopen jaar werd de gemiddelde ebooklezer weer een half jaar ouder. En dat terwijl de verhouding onder de 50 jaar en boven de 50 jaar ongeveer is gelijk gebleven ten opzichte van 2023. Dat betekent dat de lezers als geheel opschuiven en dat er relatief weinig instroomt net boven de 50. Het moment waarop mensen dus beginnen met ebooks wordt dus op steeds hogere leeftijd. 

Online bibliotheek: steeds meer een essentieel onderdeel van dienstverlening

Maar hoe verhoudt het digitale lezen en luisteren zich nu tot het lezen van gedrukte materialen of het nog lenen van audiovisuele materialen in de bibliotheek? Fysiek versus digitaal dus. Ook dat zette ik voor u op een rijtje. En dat ziet er zo uit.


Hier zien we dat sinds het jaar van ingebruikname van het landelijk ebooksysteem het aandeel digitaal lezen en luisteren jaarlijks met één procent groeit. Er zat een versnelling in tijdens de coronacrisis maar bijna 15% van alle uitleningen is nu een digitale uitlening. Daarmee is de online bibliotheek een niet meer te missen dienstverlening geworden. In de marketingtermen van de BCG-matrix zou je ebooks een 'cashcow' kunnen noemen en luisterboeken nog een 'star'. En ja, natuurlijk kun je nog van alles vinden van hoe het werkt, maar de omvang die het nu bereikt, dwingt toch respect af. 

Complimenten dus voor die online bibliotheek en voor allen - ook al die lokale bibliothecarissen - die daaraan werken.

En toch is dat maar het halve verhaal.

Opdracht blijft: iedereen laten lezen.

Want in de eerste tabel lieten we vooral de verhouding zien tussen digitaal versus fysiek lezen. Een relatieve weergave dus. Als we naar de absolute aantallen kijken zien we nog iets anders. Dan ziet het er namelijk zo uit. 


Het grotere verhaal is natuurlijk dat het aantal boeken dat gelezen (of beluisterd wordt) als geheel nog wel wat aandacht vraagt. Twee weken geleden schreef ik nog over de historische statistieken van 1915 tot 2023. Toen meldde ik dat er in 1990 - net voordat internet opkwam - er nog 185 miljoen items werden uitgeleend in Nederland. 185 miljoen! In 2014 waren dat er nog maar 80 miljoen en in 2024 een kleine 60 miljoen. En overigens: in 1990 had Nederland 14,9 miljoen inwoners en toen ik net op de bevolkingsteller keek, stond die net boven de 18,0 miljoen. Veel meer mensen dus die veel minder lezen. En toch schrikken we elk jaar weer als er cijfers naar buiten komen over gedaalde taal- en leesvaardigheid. 

Nu kan ik wel melden dat in 2023 de fysieke uitleningen een lichte stijging zien en de vraag is dus even of dat doorzet. Want een kleine opmerking is hier nog op zijn plek. Voor 2024 zijn er nog geen definitieve uitleencijfers zijn van de fysieke uitleningen bij alle bibliotheken. Waar we landelijke wel één systeem hebben voor ebooks, hebben we dat (nog) niet voor fysieke uitleningen. Toch is er al wel een prognose. En die wordt altijd gemaakt door de stichting Leenrecht die al wel gelden uitkeert aan auteurs en andere makers over uitleningen in 2024. Zij schatten het aantal fysieke uitleningen op 52 miljoen over 2024. Dat getal zou dus nog licht bijgesteld kunnen worden. 

Maar ondanks dit geneuzel over het laatste miljoen uitleningen, mag de grote lijn helder zijn: 

Nederland kan nog wel wat leesplezier gebruiken! 

En dat is een opgave voor iedereen. En fijn dus dat er een online bibliotheek is die steeds beter gevonden wordt. 

Sluit ik af met een gedichtje van Gerrit Komrij om dat leesplezier nog maar eens te promoten. 
Fietstocht

Het verre postkantoor was de magneet.
Niet om de luchtpostzegels of de taal
Van overzeese stempels - nee, het deed
Op tweehoog 's middags dienst als jeugdleeszaal.

Tweemaal, op dinsdag en op donderdag,
Verdween ik in het ruime trapportaal
En kwam weer buiten met een brede lach.
Ik had mijn voorraad boeken andermaal.

Met in mijn hoofd een eerste regel die
Ik vluchtig had gezien bij een verhaal
Werd, fietsend, al naar het vervolg gegist.

Toch geselde ik vervaarlijk het pedaal
Om sneller thuis te zijn, omdat ik wist:
Het boek is beter dan de fantasie.

Gerrit Komrij
Uit "Luchtspiegelingen" 

 U bent weer bij. Kunt u hierna weer een boek lezen (of luisteren natuurlijk).