Posts tonen met het label internet. Alle posts tonen
Posts tonen met het label internet. Alle posts tonen

zondag 24 november 2024

'Zoeken is beter dan vinden'


In één van de grijze dagen van de afgelopen week zocht ik iets in mijn kast. Ik vond niet wat ik zocht. Wel trof ik een vergeeld en verkreukeld krantenartikel. Het lag in een bakje met andere herinneringen. Het artikel heette 'Boek en bak' en was van de inmiddels overleden letterkundige en literatuurcriticus Kees Fens (1929-2008). Het artikel verscheen op 24 oktober 1992, weet ik inmiddels door de mooie site van de Kees Fens-stichting.

1992,  wat deed u toen en bestond je al? En weet u nog hoe de wereld er uit zag? Het was het jaar dat ik als broekie van 21 het HBO af kwam. Ik zat in mijn eerste baan. In mijn werk mocht ik werken met de op dat moment meest geavanceerde databanken en datalijnen. En dat was nog geen internet, kan ik u vertellen. Ik vermoed dat ik internet pas in 1993 zag en dan nog in voorlopers als Veronica, een tekstgeoriënteerde zoekinterface. Je zag dat de zoekmachine zocht doordat er puntjes in het scherm verschenen. Een standaard webbrowser bestond nog niet. Edge, Chrome of Safari waren nog lichtjaren verwijderd.

Bibliotheken waren in die jaren nog bezig met het omzetten van hun kaartenbakken naar geautomatiseerde catalogi. Dat was een monnikenklus. Elk kaartje moest handmatig gecontroleerd of ingevoerd worden in het systeem. In de publieksruimte stonden zowel de kaartenbak als de zoekterminal. 

1992, het was het jaar dat Kees Fens, 'Boek en Bak' schreef. Ik geef u het artikel hieronder. We zijn 32 jaar verder. Laten we eens kijken wat hij toen schreef.

-----------------

Boek en bak

Zoeken is beter dan vinden. En niet vinden is het allerbeste. We gaan een tijd van louter vinden tegemoet. Het zoeken zal verdwijnen en daarmee het geluk van de ongezochte vondst. We zullen alleen nog maar weten wat we moeten weten. En dat is altijd weinig. De ware kennis is de overbodige. En dat is de meeste.

Een der mooiste ervaringen is die van het bladeren. Op pagina 301 staat wat je moet hebben. Dat laat je rusten. Je gaat bladeren, 'browsen' is, geloof ik, de vakterm. Wat een boeiende stukken. Je besluit het hele boek te gaan lezen. En de grote reserve-vaten in het geheugen vullen zich met voorlopig overbodige kennis. 

Een haast even mooie ervaring: het 'bladeren' in een kaartenbak van de bibliotheek. Vaak heb ik niet het boek gevonden dat ik zocht. Maar ik vond een paar andere die veel boeiender bleken. Veertig jaar geleden moest ik veel tijdschriftartikelen lezen. Ik ben ze allemaal vergeten, wat ze bevatten alleen toen nuttige kennis. Ik heb honderden andere stukken uit die gebonden jaargangen gelezen. En ik weet zeker: die zitten ergens in mijn geheugen en ze hebben mij gevormd.  

Studenten lezen nooit meer een boek, alleen een gefotokopieerd fragment ervan. De plicht. Niet die vijf jaar of de schoolsheid, maar het fotokopieerapparaat is de oorzaak van het lage peil van de universitaire studies. Met de syllabus natuurlijk.

Onze kinderen en kleinkinderen zullen nooit meer zoeken, jubelen de profeten. Alles zit in de computer. Een paar trefwoorden en daar verschijnt het gezochte. In al zijn verdoemenswaardige enkelheid, gewoon thuis, in een kamer zonder boeken. Ze zullen niet meer bladeren in boek noch bak. Ik zoek niet, ik vind meteen. De cultuur van de tijdverspilling is ten einde. 

Ik zocht gisteren een citaat. Ik heb het niet gevonden. Ik had twee schitterende uren. 

KEES FENS

-----------------

In één van de grijze dagen van de afgelopen week zocht ik iets in mijn kast. Ik vond niet wat ik zocht. Wel trof ik een vergeeld en verkreukeld krantenartikel. Ik vond Kees Fens. Ik breng hem hier graag nog eens onder de aandacht. 'De ware kennis is de overbodige'. Zijn woorden gaven me 32 jaar later nog stof tot nadenken en een glimlach op mijn gezicht. Ik kan hier van alles aan toevoegen maar ik doe het niet. Creëer uw eigen gedachten.

Zoeken is beter dan vinden. En niet vinden is het allerbeste. Leve het zoeken!

donderdag 12 januari 2023

Welkom op het internet: van 1998 naar 2023

Ik stond af te wassen met mijn jongste dochter. Nou ja, jong, ook zestien inmiddels. Haar spotify-playlist was aangezet als afwasmuziek. En terwijl de borden en bekers passeerden kwam bovenstaande nummer van Bo Burnham voorbij. Mijn dochter had de Amerikaanse cabaretier ontdekt via zijn Netflixserie Inside tijdens de coronacrisis. 

Luister het nummer maar eens af. Het is in een paar minuten tijd wat internet van onze samenleving gemaakt heeft. Een grote zegen maar evenzeer een monster. 

Burnham zingt:
'Could I interest you in everything?
All of the time?
A little bit of everything
All of the time
Apathy's a tragedy
And boredom is a crime
Anything and everything
All of the time'

Verveling is een misdaad... dat is toch een rake typering. 

In zijn lied gaat hij terug naar 1999 als startpunt van internet. Toen zat ik zelf overigens er toch al een paar jaar op. Ik zat op voorlopers van internet in 1994 en 1995. En toen ik overstapte in 1998 naar de Overijsselse Bibliotheek Dienst was mijn eerste klus om in alle vestigingen internet aan te leggen, internet-pc's te installeren en cursussen te geven. Een mooie tijd met veel pionieren. 

Een man die mij nog les had gegeven op de Bibliotheekacademie was Jeroen Teelen. Hij ging in 1996 bij Teleac aan de slag om heel Nederland uit te leggen hoe internet werkte. Kijk dit nog eens terug. Voor wie wat ouder is, zal het toch enige nostalgie oproepen. Wie jonger is, zal zich rot lachen om hoe ingewikkeld en technisch het toen was. 


1996 versus 2023. Van internet alleen op een pc met een telefoonlijn naar internet op zo ongeveer alle 'slimme' apparaten in ons huis. De rol van de bibliotheek is eigenlijk niet eens zo heel veel veranderd. Ik kan mij herinneren dat er ergens aan het begin van het millennium eens een onderzoek is geweest hoe mensen hadden leren internetten. Ruim 10% van alle Nederlanders bleek dat geleerd te hebben in de bibliotheek. 

25 jaar internet in de bibliotheek
In veel Overijsselse bibliotheken installeerde ik zelf in 1998 het internet. In die vestigingen, en ik vermoed dat het er ook vele zijn buiten Overijssel, vieren we dus 25 jaar internet. Hele hordes bibliothecarissen gingen op cursus internet en toen social media opkwam, kwam daar de cursus 23dingen bij van Rob Coers. Overigens is dit weblog nog steeds een uitvloeisel van die cursus.

Non-fictie-collecties hadden te lijden onder het internet, informatie was steeds vaker buiten de bibliotheek te vinden. Voor een uittreksel hoefde je niet meer naar de uittrekselkast. Voor informatie voor je werkstuk, kon je plotseling overal en altijd terecht bij Google.

Ondertussen is internet zo dominant geworden dat TikTok of een ander platform binnen enkele seconden van ons een profiel heeft aangemaakt en ons binnen dat algoritme blijft voeren. Kinderen die meer dan tien uur per dag actief zijn op hun smartphone zijn geen uitzondering. 

En bibliotheken? Die blijken in al dat geweld steeds meer van belang. Nog steeds om te leren over het omgaan met een steeds diverser internetlandschap. En steeds vaker als studieplek om de afleiding van het zuigende scherm uit te schakelen. 

Het internet is een blijvertje gebleken. Maar dat voorspelde Joop van Zijl in 1996 al bij het jaaroverzicht. In een interview gaf hij toe dat hij er eigenlijk helemaal niks van af wist. "Ik snapte er helemaal niets van. Collega Peer Ulijn had deze tekst voor mij geschreven. Achteraf is dat inderdaad wel komisch." 


Maar mocht u dus nog niets te vieren hebben dit jaar, dan is 25 jaar internet in uw bibliotheek vast reden voor een klein feestje of een reden om eens terug te blikken. 

En bedenk nog even: wat deden wij eigenlijk toen we twee jaar oud waren? Hoe redde je het zonder iPad? 

Verveling is inderdaad een misdaad geworden.

donderdag 15 januari 2015

Het veranderende karakter van internet, hoe internet definitief van de grote mensen werd

Het nieuwe jaar is weer begonnen. Sommige bibliotheken melden trots enkele procenten meer uitleningen. En uiteraard wijten ze dit aan hun goede activiteiten. Andere bibliotheken dalen licht. En uiteraard wijten zij dit aan de landelijke trend. 

TechSpartan produceerde bijgaande infographic over internet. De meest opvallende  cijfers zijn voor mij de ontzettende snelle stijging van content op YouTube (+200%), de snelle groei van Spotify (+55%) en de 'boost' van Instagram (+76%). De hoeveelheid content groeit veel harder dan het aantal gebruikers. Die steeg 'slechts' met 11% in 2014.

De wereld digitaliseert door, zou je kunnen stellen. Steeds meer is terug te vinden op internet en voor steeds minder hoeven we terug te vallen op andere bronnen.

Bibliotheken maken collectieplannen en de Koninklijke Bibliotheek buigt zich zelfs over een Nationaal Collectieplan. Het is interessant om na te denken hoe het vrije digitale aanbod daar een plek in krijgt.

Maar de belangrijkste conclusie is nog wel dat de content harder stijgt dan de interactie. Het aantal facebook-logins, stijgt minder snel dan het aanbod wat wordt toegevoegd. In die zin zullen de internetmedia meer gaan lijken op de klassieke media waar het zaak wordt om in de veelheid nog op te vallen of uit te dagen. 

Ook advertentie-uigaven verschuiven steeds meer naar internet. Wie moet kiezen tussen papier of digitaal, weet dus ook waar in de komende jaren het geld naar toe zal gaan. De wetten van de wereld van het geld zullen de komende jaren dus ook steeds meer gaan gelden op internet. Kijk maar eens naar de toename van reclame op YouTube. En ik weet dat veel mensen van het eerste uur dat jammer zullen vinden.