Dames en heren: U organiseert vandaag een symposium over de bibliotheek van de toekomst. Helaas, is mijn belangrijkste conclusie van de dag: de bibliotheek van de toekomst bestaat niet.
Ik weet het, het is voor u misschien een ontluisterende
conclusie. En u snapt er ook niks van: we hebben toch prachtige vergezichten
gezien? Ja, ja, ja, allemaal waar, en toch heb ik gelijk: de bibliotheek van de
toekomst bestaat niet. Maar daarover zo
meer.
Even wat anders: we zijn hier bij elkaar als bibliotheken en
gemeenten. En als ik vraag aan de bibliotheken, “Weet u een mop over
ambtenaren?” dan gaan er 25 vingers de lucht in. Aan grappen over de
overheidsdienaars geen gebrek. Maar als ik aan de gemeentemensen vraag: “Weet u een mop over de bibliotheek?”….. Precies, dan blijft het angstig stil. De
bibliotheek is zó’n serieuze sector dat zelfs grappen erover ontbreken.
Dan heb ik goed nieuws: er bestaat één mop over
bibliotheken. Die mop zal ik u straks vertellen.
Niet nu, maar straks.
Maar nog even wat anders. In 2010, werd in Almere een nieuwe
bibliotheek geopend. Deze bibliotheek noemde zich ‘ De nieuwe bibliotheek’. Dat
vond ik raar. In 2060 vieren ze daar dus het 50-jarig bestaan van de nieuwe
bibliotheek. Nou, die zou ik dan niet echt ‘nieuw’ meer willen noemen. Dat is
toch raar?
En hoe noem je dan bibliotheken die nog geopend moeten
worden: zoals bijvoorbeeld in Dalfsen:
‘De nieuwere bibliotheek?’ En als Deventer dan straks een nieuwe centrale heeft,
hoe noemen we die dan: ‘De nieuwste bibliotheek?’ Ja, en wat daarna want de
superlatieven zijn een toch een keer op. Alsof je twee kleine jongens tegen
elkaar hoort zeggen: ‘ik ben sterker dan jij’, ‘niet waar, ik ben sterkerder’,
‘niet waar, ik ben het allersterkster’, ‘niet waar, ik ben sterkerder dan
allersterkst’.
U snapt, dit wordt niks. ‘ Nieuw is een moment in de tijd,
dat elke seconde voorbijgaat. Op het
moment dat u een nieuwe bibliotheek heeft, is ie al niet nieuw meer.
Ja, ja, leuk meneer Deckers. Maar vertel je nou die grap
nog?
Nee, straks, zei ik toch. Niet nu.
De bibliotheek van de toekomst bestaat niet. De toekomst
bestaat alleen in beleidsplannen en op symposia. In de toekomst leeft niemand,
de toekomst kun je niet eten en in de toekomst kun je ook niet wonen. De
toekomst is een ongrijpbaar begrip. Zelfs Job Cohen weet niet hoe de toekomst
eruit zien.
De toekomst is een stip op de horizon. En onze expeditie
naar die horizon is nooit afgelopen.
Beetje filosofisch hoor. Komt nu die grap, Deckers?
Nee, niet nu. Straks zei ik toch?
De echte toekomst ligt
in het nu. Wie de toekomst wil hebben, moet nu iets doen. Dat hoeft niet groot te zijn, zoals Jos
Debeij liet zien. Met een handvol mensen kun je het grote verschil maken.
Met de Voorlees Express
achter de voordeur werken aan taalverbetering,
met scholen samen de Bibliotheek op School vormgeven en zorgen dat
kinderen zonder die taalachterstand van school komen en met taalcoaches en
buddies laaggeletterden in de samenleving een extra kans geven. Met een I-workspace ideeën van mensen tot
bloei laten komen en in kennisknooppunten mensen aan kennis verbinden en
bovenal mensen aan mensen verbinden.
Met een handvol mensen
vandaag starten. Nu, niet volgend jaar, niet volgende week. Nu. Wie gelooft in de toekomst, gelooft in nu.
Kortom, de bibliotheek van de toekomst bestaat niet. De
bibliotheek van de toekomst begint nu.
Wie STRAKS iets gaat doen, belooft iets.
Wie NU iets gaat doen, bereikt iets.
Dus NU op pad met taalcoaches, NU op pad met de bibliotheek op school, NU op pad met i-workspaces en NU op pad met al die andere dingen.
Hoe gaat u dat allemaal doen? Want U hebt
inderdaad ook maar een handvol mensen. Dus bovenal gaat u NU samenwerken.
Nu verder met de samenwerking met de provincie. Nu verder
met de samenwerking met de gemeente. Nu verder met samenwerking met allerlei
burgers die u graag verder helpen.
Ik wens u dus NU veel succes.
Komt die mop nou?
Nee, STRAKS, zei ik
toch?
Voor wie wil weten welke mop het was: Het is deze mop
Geen opmerkingen:
Een reactie posten