maandag 9 november 2009

Meneer D: Een grote mond en een heeeeel klein hartje


Vandaag wat het weer zover. Ik moest naar de tandarts. U weet wel, die tandarts die mij altijd zo lief SMS'jes stuurt.
Zoals bekend ben ik doodsbang voor de tandarts. En dat ligt niet aan de tandarts. Ik heb een hele aardige tandarts met prachtige bruine ogen. Niet vervelend om met open mond naar te kijken. Nee, ik ben gewoon een bangerd.

En dat terwijl de meeste mensen kennen mij als iemand die meestal met z'n mond vooraan staat: overal iets over roepen, overal een mening over en altijd commentaar.

Maar bij de tandarts word ik een heel klein mannetje. Ik zeg gelijk dat ik het verschrikkelijk vind. Ik smeek haar om voorzichtig met te doen. Vandaag heb ik niet C. maar R. als tandarts. Maar R. is ook heel aardig.

Mijn tandartsen dragen sinds enige tijd een soort laskappen voor hun gezicht. Dat roept natuurlijk gelijk allerlei associaties op. Er worden een paar foto's gemaakt van mijn gebit. De laatste foto's waren immers van 2006 en dat was natuurlijk vreselijk gedateerd. Oh, maak die foto's toch niet, wie weet wat jullie er allemaal op kunnen zien!

Daarna volgt een schoonmaakbehandeling. Ik vraag nog of dat ook niet verdoofd kan worden, gewoon het hele gebit. "Nee, meneer Deckers dat is echt niet nodig " zegt R. "Even flink zijn."

Op de achtergrond hoor ik C. "Oh, is Mark er? Dat zijn de foto's?" Door mijn hoofd schiet: huh, kent ze mij bij voornaam? Wat zegt dat over mij en mijn gebit? Dan hoor ik iets over een extractie. Gelukkig het gaat over een patiënt in de ruimte ernaast, denk ik.

De patiënt in de kamer naast mij komt niet opdagen. C. zal mij zometeen verder helpen. Ik heb een gaatje in 2.8 (dat is een verstandskies). Ik mag kiezen vullen of extractie. En oh ja, dat amalgaantje ernaast nemen we gelijk mee. Langzaam trekt het bloed uit mijn hoofd weg, ik brabbel nog iets van een verdoving. Maar de spuit zit al in mijn mond. Het prikje voel ik nauwelijks.

Eerst maakt R. de schoonmaakbeurt nog af. Er glijden metalen pinnen tussen mijn tanden. Het knarst en schuurt, ik proef bloed. Even later zit R. met bebloede vingers boven mijn gezicht. R. zegt dat dat komt door de verdoving van C.

Dan mag C. het overnemen voor 2.8. "Toch maar vullen?", zegt C. "Dat is een goede keus want die kies heeft nog een kauwverbeterend effect. Een extractie kan altijd nog." Een hele geruststellende gedachte.

Mijn telefoon gaat. Dat is meneer E. van de VOB. Ik had afgesproken dat ik om half vijf wel klaar zou zijn. Hij spreekt een bericht in: "ik neem aan dat je nog in de martelstoel ligt?"

De verdoving werkt prima. Eigenlijk voel ik niks maar het lijkt uren te duren. Ik lig maar strak gespannen spieren in de stoel. In werkelijkheid is het niet meer dan 20 minuten.

Bij het afscheid wenst C. me nog een fijne dag en informeert ze of ze niet al die amalgaantjes eruit mag halen. Ik brom wat over een volgende keer en ik verdwijn met de staart tussen mijn benen.

Als ik thuis kom, moeten alle dames lachen (mevrouw D. met de drie dochters). Voor hen staat een verslagen man. Pijn kan het niet doen want de verdoving zit er nog in. Maar ik ben miserabel , bijt telkens van de verdoving op mijn wang en het enige dat ik wil is een beetje troost.
Bovenal voel ik me een verrader van mezelf. Altijd met m'n mond vooraan, altijd een mening klaar en altijd commentaar. Behalve bij de tandarts. Dan ben ik zoooooo'n klein mannetje. Als u mij ziet de komende dagen: zeg alstjeblieft dat ik mooie tanden heb!

P.s mijn tandarts heeft nog plek. Inschrijven kan via internet!

1 opmerking:

René Siteur zei

Met zo'n foto zou ik me ook een beetje zorgen gaan maken;)