zondag 17 juni 2018

Van beeldcontemplatie naar beeldinflatie in drie generaties

Onlangs kocht ik een doos met vier oude camera's. Een doos vol curiosa, een beetje een gok. Soms een kat in de zak, soms tref je wat pareltjes. De oudste twee camera's kwamen uit de jaren '30. Toen ik ze controleerde leken ze zo op het oog nog wel te doen. Ik besloot ze maar eens uit te gaan testen. Bovenstaande foto komt uit één van die oude camera's. Namelijk deze.


Dit is een Nettar Zeiss Ikon 515/2 uit ongeveer 1935 met nog een mooie leren hoes erbij.  De films voor dit soort camera's is de 120-film die nog gewoon te koop is bij de fotozaak. Deze camera maakt negatieven van 6x9 cm. Die zijn dus vrij fors.

Fotograferen is niet eenvoudig en geen klik-klak-klaar.  Alles moet je handmatig doen. Je kunt scherpstellen maar je moet zelf de afstand inschatten. Ook de sluitertijd en het diafragma moet je handmatig meten. In mijn geval deed ik dat maar met mijn gewone camera om vervolgens de juiste instellingen op de camera in te stellen. Later vond ik daar overigens een geweldige app voor: Lux. Die app maakt van je mobieltje een handige lichtmeter. Hoe oude en nieuwe techniek samen gaan.

Tja, en moet je zorgen dat wat je wilt fotograferen goed in beeld komt. En dat is nog knap lastig. Want een echt zoeker of een schermpje achterop ontbreekt. Foto's in portretformaat (staand formaat) kun je met het glasoogje boven de lens een beetje inkaderen maar heel scherp is het niet.

Wie een landschapsfoto wil maken kan aan de zijkant een klepje omhoog klappen dat als een soort zoeker kan dienen.


In totaal kun je met een filmpje acht foto's maken (ja lach maar) Het rolletje gaat eruit en.... terug naar de fotograaf om het weer gewoon ouderwets te laten ontwikkelen. En dan krijg je dus weer echte foto's.

Wat mij vooral trof was dat de slechter kwaliteit, het zwart-witte en de vignettering (de zwarte zweem rondom de foto) je eigenlijk gewoon terug brengt naar vroeger tijden. Want uit welke tijd komt bovenstaande kade langs de IJssel?

Alles bij elkaar viel me dat nog niet tegen voor een camera van 80 jaar oud. Zelf ontwikkelen van de film en vervolgens inscannen van het negatief is ook nog een optie. Ik gaf ooit eerder mijn materiaal van de donkere kamer aan een student van de kunstacademie. Dat ik ook mijn ontwikkeltankje heb weggegeven spijt nu toch een beetje. Wel aardig om hier weer eens verder mee te experimenteren.

Beeldcontemplatie en beeldinflatie
Bijzonder is ook wel de tijd die je voor de foto's moet nemen. Je moet echt even de tijd nemen om iets vast te leggen. En je moet ook nog goed nadenken wát je wilt vastleggen. Want met acht foto's op je rolletje wordt je zorgvuldig in wat je vastlegt. Dat was wel even geleden dat ik dat gevoel had. Een soort beeldcontemplatie: zeer bewust bezig zijn met het beeld dat je vastlegt.

Het is iets wat we steeds meer kwijt raken. Beelden schieten we aan de lopende band en we kijken achteraf wel wat we gebruiken. We gaan van beeldcontemplatie naar beeldinflatie.  Ik kan me herinneren dat we enkele decennia geleden wel eens lacherig deden over Japanners die al klikkend door Europa trokken en dat we zeiden dat ze Europa alleen door de lens van hun camera hadden gezien.

De vraag is of we niet zelf het beeld zijn geworden waar we zo hard om lachten. In drie generaties gingen we van beeldcontemplatie naar beeldinflatie.

2 opmerkingen:

Renze Koenes zei

Mooi stuk! Is dit een camera waarmee je met ultra-lange sluitertijden kunt fotograferen, bijvoorbeeld bij het stromende water van de IJssel? Dat vind ik altijd zo mooi, van die gladgetrokken waterspiegels.

Mark Deckers zei

@Renze, ja dat zou kunnen met deze camera. Ook wel omslachtig (zoals alles met deze camera) Om eerlijk te zijn kan dat met elke camera waar je de sluitertijden zelf kunt instellen naar lange tijden. Dat moet met die Olympus van jou ook wel kunnen. Op een statiefje op de brug van de IJssel, je iso heel laag zetten en een hoog diafragma. Ook leuk om 's nachts te doen. Wordt de sfeer helemaal spannend.