Posts tonen met het label witte vlekken. Alle posts tonen
Posts tonen met het label witte vlekken. Alle posts tonen

zondag 6 november 2022

Wat betekent de bibliotheekbrief voor lokale bibliotheken?

 

"Hé Mark, kun je ons even kort uitleggen wat er in de bibliotheekbrief staat?" Het zal een vraag zijn die me de komende week wel een paar keer gesteld zal worden dus ik pak hier de handschoen maar op. Wat moet u er als lokale bibliotheek mee en waar moet u zich op voorbereiden?

Want dat er een sloot geld aankomt dat is zeker. Met ronkende termen  - 'Miljoenen voor biblitoheken' werd dat al afgelopen weken in de ether geslingerd. Lees hier de artikelen van De Volkskrant en hier van de NRC. En de berichten hebben gelijk, de bibliotheekbrief die nu uitkomt is de laatste politieke stop voordat de staatssecretaris en de ambtenaren het geld ook werkelijk kunnen uitgeven. 

Ik zette het voor u op een rijtje wat de bedragen voor gemeenten en lokale bibliotheken gaan betekenen en geef er wat toelichting en duiding bij. Zo kennen we elkaar toch? 

Waar ging het ook al weer om?

In het regeerakkoord was aangekondigd dat er € 170 miljoen extra beschikbaar zou komen voor Cultuur. Bibliotheken zouden daar één van de ontvangers van zijn. In het voorjaar kwam de hoofdlijnenbrief Cultuur uit en werd een eerste aanzet gegeven maar nog steeds niet gemeld hoeveel geld er beschikbaar zou zijn. Die duidelijkheid kwam pas bij de miljoenennota. Helder werd  toen dat er 62 miljoen beschikbaar zou komen in een opbouwend bedrag. Bij de behandeling van de hoofdlijnenbrief Cultuur zegde de staatssecretaris toe in het najaar met een bibliotheekbrief te komen. En die brief is er nu dus en geeft inzicht hoe die 62 miljoen de komende jaren verdeeld zal worden. En die verdeling van dat geld ziet er als volgt uit.

Die brief waar het allemaal om gaat vindt u hier. En als u bibliotheekdirecteur bent, is het eigenlijk wel verplichte literatuur zeg ik er vast bij.Okee, tot zover de inleiding. Wat moet u ervan onthouden voor uw lokale bibliotheek? Nou twee grote punten en paar randzaken. 

Punt 1: Er komt vanaf 2025 zorgplicht en gemeenten krijgen hier structureel zo'n € 3,- per inwoner extra voor

Het grootste en wat mij betreft historische wapenfeit is dat deze brief de gemeenten gaat verplichten om een bibliotheek te hebben. En niet zo maar een bibliotheek maar een 'toekomstgerichte' bibliotheek. Het moet uit zijn met de verschraling in het aanbod, de sluiting van vestigingen of het verminderen van activiteiten. Voor dit punt is vanaf 2025 € 53,7 miljoen gereseveerd. Structureel. 

De staatssecretaris schrijf hierover: 

'Het is mijn voornemen de huidige ‘bevorderingstaak’ om te zetten in een zorgplicht voor gemeenten en provincies. De zorgplicht heeft als doel dat het netwerk kwantitatief en kwalitatief in stand blijft en kan bijdragen aan lokale maatschappelijke opgaven. Bij de invoering van de wetswijziging worden structurele middelen toegevoegd aan het gemeentefonds volgens een nader te bepalen verdeelmodel.'

Bijzonder is dat de staatssecretaris een zorgplicht noemt voor zowel provincies en gemeenten maar het geld vervolgens volledig toewijst aan de gemeenten. Specialisten die het verdeelmodel voor gemeenten kennen, zeggen dat binnen het culturele domein dit soort gelden vooral langs de lijn van het aantal inwoners wordt toegevoegd aan het gemeentefonds. Dat zou met deze omvang per 2025 zo'n € 3,- per inwoner extra zijn voor bibliotheekwerk. De mopperaars onder ons zullen zelf bij zo'n historisch feit nog zeggen dat de gemeente daar zelf nog wel wat vrijheid bij heeft en dat we dan nog moeten zien dat het bij bibliotheken komt. Nou, dat is maar ten dele waar. Op de eerste plaats hebt u als bibliotheek twee jaar de tijd om mooie plannen te maken die precies bij die € 3,- passen en ten tweede moet het begrip 'toekomstgerichte bibliotheek' nog ingevuld worden.

Want het begrip 'toekomstgerichte bibliotheek' zal datgene zijn waartoe de gemeente verplicht zal worden en dat zal in een wetswijziging van onze bibliotheekwet moeten worden vastgelegd. De staatssecretaris heeft een bijna kamerbrede opdracht op dit punt en ze maakt het zelf ook tot prioriteit. Geloof maar dat dit punt niet zo maar van tafel gaat of dat men het zover laat komen dat gemeenten het geld in de beroemde lantaarnpalen kunnen stoppen. 

Probleem is echter wel die definitieve van die robuuste en toekomstgericht bibliotheek. Vraag tien mensen wat de definitie hiervan is en je krijgt tien verschillende antwoorden. Je kan aan tal van zaken denken: nabijheid van bibliotheken, breedte en aantal van activiteiten, omvang collectie, kwaliteit van personeel, certificering en ik vermoed dat u er zelf nog wel wat aan toe kunt voegen. Als ik directeur van de VOB was, had ik daar nu een werkgroep voor gestart en het ministerie aangeboden dat samen met ze in te vullen. En ook gemeenten zullen er ongetwijfeld wat over te zeggen willen hebben. Kortom, u ziet hier het poldertraject al aankomen.

Maar samengevat: die plicht komt en dat extra geld ook. Dus beste bibliotheekmensen: maak plannen wat er kan met € 3,- per inwoner extra! Welke toekomstgerichte stap gaat u zetten? 

Voor de goede orde: in 2021 was de gemeentelijks subsidie voor exploitatie van bibliotheken € 23,92 per inwoner. Het Rijk legt er dus meer dan 10% bij. Wijs mij de overheid aan die u dat er de afgelopen jaren er in één klap bij heeft gegeven. En dat weet u hoe blij u moet zijn met deze stap.

Punt 2: Een tijdelijke regeling in 2023 en 2024

In aanloop naar 2025 staat voor 2023 en 2024 oplopende bedragen genoemd voor de fysieke bibliotheek van € 18,7 miljoen en € 38,7 miljoen. Dan is er nog geen zorgplicht voor gemeenten, die is dan nog in voorbereiding. Wat moet er met deze bedragen gebeuren?

Daar schrijft de staatsecretaris over:

'Ik wil het beschikbare budget inzetten waar dit het hardst nodig is en het meeste maatschappelijke effect kan hebben. De nadruk van de maatregelen voor de korte termijn ligt daarom op gemeenten zonder fysieke bibliotheek en op de terugkomst en verbetering van de bibliotheek in wijken met een grote maatschappelijke opgave en in niet-stedelijke regio’s waar de afstand tot de bibliotheek te groot is geworden. In kleinere gemeenten kan het de voorkeur hebben als buurgemeenten samen een volwaardige bibliotheekvoorziening realiseren boven ieder afzonderlijk een beperkte eigen fysieke locatie.'

De staatssecretaris noemt hier drie specifieke groepen: gemeenten zonder bibliotheek, bibliotheken in gebieden met grote maatschappelijke opgaven en bibliotheken in niet-stedelijke regio's waar de afstand tot de bibliotheek groter is. En bij dat laatste zegt ze dat het daarbij kan dat een gemeente geen bibliotheekvoorziening heeft maar goede afspraken kan maken met nabije buurgemeenten. Op een andere plek meldt ze ook nog dat deze regeling moet aansluiten op de verdeling zoals die later gaat plaatsvinden bij de zorgplicht. 

Wie de beslisnota leest die ook bij de brief leest, ziet dat daar ook een planning bij zit waarin gemeld wordt dat op dit moment die regeling moet worden voorbereid en dat in 2023 en 2024 deze regeling twee aanvraagmomenten zal kennen en in twee tranches zal uitkeren. 

Nu mag ik zelf af en toe meedenken bij het ministerie en dan zie ik wel dat die regeling nog best een puzzel is. Enerzijds moet de regeling zich beperken tot bepaalde bibliotheken maar zie je tegelijkertijd dat maatschappelijke opgaven zoals in het bibliotheekconvenant staan, in elke gemeente voorkomen.

Op één punt ben ik nog eens dieper gedoken. En dat is die van de bibliotheken zonder bibliotheek of zonder volwaardige bibliotheek. Om hoeveel gaat het er dan eigenlijk? In de wetsevaluatie die Kwink destijds opstelde is daarbij stil gestaan. Kwink kwam destijds tot zestien gemeenten. Als ik die lijst doorkijk, zie ik dat er daar ondertussen al vijf gemeenten van afgevallen zijn. Dat komt door gemeentelijke herindelingen (Haaren), door her-aansluiting bij een bibliotheek in het stelsel (Montfoort, Buren) of door fusie van een bibliotheek (Brunssum). Tot slot stond Zaanstad om een wat semantische kwestie op de lijst maar dat weiger ik toch niet een onvolwaardige bibliotheek te noemen. 

Blijven er - maar - elf gemeenten over. En zelfs daar is nog wel wat bij op te merken, het ligt behoorlijk genuanceerd. De kaart van die elf gemeenten is de volgende. 

Zo staan Blaricum en Rozendaal (een mini-gemeente bij Arnhem) op de kaart. Beiden gemeenten nemen al deel aan een volwaardige bibliotheek namelijk Huizen-Laren-Blaricum en Veluwezoom. Blaricum ligt tegen Huizen aan en Rozendaal tegen Velp. Voor beide gemeenten en hun inwoners al jaren een passende oplossing. Voor Roerdalen geldt dat er wel vrijwilligersbibliotheken zijn maar dat de gemeente wel bijdraagt aan Bibliorura voor ondersteuning. Zo'n zelfde constructie kent Alphen Chaam.  Voor Veere en Noord-Beveland geldt dat hier een uitgebreide servicebus rijdt. En in Lopik en Waterland is Karmac nog actief met beperkte dienstverlening maar ook hier investeren gemeenten al wel in bibliotheekwerk. En de gemeente Waterland keer per 2023 dan ook nog eens terug naar de bibliotheek Waterland. Allemaal gemeenten die al investeren in bibliotheekwerk en Waterland verdwijnt per 2023 van deze kaart. Vanaf dat moment is Karmac alleen nog in Lopik actief. In Albrandswaard zijn twee afhaalpunten van Bibliotheek AanZet. De enige gemeente die echt niks uit lijkt te geven aan bibliotheekwerk is Uitgeest. 

Als je dat zo op een rijtje zet dan zie je dat zelfs bij deze elf gemeenten het reparatiewerk ook nog wel meevalt. Zeker, investeren kan zeker nuttig zijn maar we beginnen niet op nul. Dus breng Lopik weer onder bij Lek en IJssel, kijk nog eens een naar de afhaalpunten bij Albrandswaard en de bussen in Zeeland. En ook voor Alphen Chaam en Uitgeest zijn wel passende oplossingen te verzinnen met naastliggende bibliotheken. Dit met aandacht en zorg voor al het werk dat afgelopen tijden vaak door vrijwilligers werd gedaan.  Nou ja, u ziet het wel, ik denk dat het wel moet lukken om hier in twee jaar uit te komen. 

Dat sluitende netwerk gaat er dus komen, wat ik u brom. De middelen zijn er dus aan de slag! Dus naastliggende bibliotheken: hup, aan het werk!  En om eerlijk te zijn, hier is echt geen € 18,7 miljoen en € 38,7 miljoen voor nodig in 2023 en 2024 Met andere woorden er blijft zeker geld beschikbaar om (veel) breder te investeren. En die investeringen zullen breder zijn dan vestigingen en stenen. Want wie de staatssecretaris hoorde bij Op1, hoorde iemand die bevlogen vertelde over alles wat de bibliotheek maakt. En dat is veel meer dan stenen. 

Punt 3: Verder nog iets Deckers?

Verder nog iets in die brief, Deckers? Tja, ik leg natuurlijk de nadruk op de gelden voor lokale bibliotheken maar er worden ook nog wat goede zaken gemeld over bibliotheekwerk in Caribisch Nederland, over digitaal bibliotheekwerk en... over leesbevordering. Over die leesbevordering wil ik nog wel wat zeggen. Want wat je daar in de brief bij ziet staan gaat over twee zaken. Op de eerste plaats is de langlopende vete over leenrechtvergoeding op scholen nu structureel opgelost. Het ministerie zal hier de komende jaren een structureel bedrag voor beschikbaar stellen. En ten tweede geeft ze nog een kleine impulssubsidie op dit vlak. Maar de staatssecretaris geeft ook aan dat het vervolg nu moet komen uit het masterplan Basisvaardigheden van minister Wiersma. Uslu parkeert de bibliotheken met haar brief maximaal voor zodat Wiersma het stokje over kan nemen bij zijn Masterplan Basisvaardigheden.  Handig gedaan. Nu Wiersma nog. Hoewel ik daar verwacht dat hij het initiatief laat aan de scholen als ze het geld krijgen. Dus beste bibliotheken: begin met plannen voor 100% Bibliotheek op school in uw gemeente. Maar het geld daarvoor zou van de scholen moeten komen. Nu om tafel dus met de scholen over een lees-ecosysteem in uw hele werkgebied. Dit dus naast het geld dat u vanaf 2025 van uw gemeente krijgt. 

Dus?

Wanneer las u voor het laatst een overheidsdocument waarin zo fors werd geïnvesteerd in bibliotheekwerk? Om eerlijk te zijn schreef ik de laatste tien jaar mijn vingers blauw aan creatieve bezuinigingsplannen. En u waarschijnlijk ook. Maar de knop moet om. Ga weer denken in investeringen en uitbreiding van dienstverlening en maak de plannen hiervoor klaar. Ga onderhands in overleg met uw gemeente, verken waar u samen naar toe wilt en welke snode plannen u kunt maken om uw inwoners slimmer, creatiever en vaardiger te maken. De tijd is rijp! 

Met deze bibliotheekbrief en het kameroverleg dat er op volgt passeren wij nu de laatste politieke stop voordat die investeringen zullen starten. We gaan op weg naar een zorgplicht voor gemeenten voor een toekomstgerichte bibliotheek. Ik noem dat een historisch moment in de bibliotheekgeschiedenis.

maandag 20 mei 2019

Hoe begin je een bibliotheek?


Vorige week was ik te gast in Montfoort. Daar vond een informatieavond plaats om met geïnteresseerde raadsleden en burgers te praten over een bibliotheek in Montfoort. De avond was georganiseerd door Progressief Akkoord, een combinatiepartij van Groen Links, PvdA en onafhankelijken.

Heeft Montfoort dan geen bibliotheek hoor ik u denken? Nee, inderdaad. Montfoort is één van de witte vlekken zoals omschreven in de tussenevaluatie van de bibliotheekwet.In het verleden heeft men een bibliotheek gehad en deze wegbezuinigd ten tijde van de bankencrisis.  En daar heeft men spijt van zeggen velen in Montfoort.

In het college-akkoord is dan ook opgenomen dat er dan ook weer een goede openbare bibliotheek moet komen. En de wethouder, Jocko Rensen, heeft daar bovenstaand prachtig filmpje van gemaakt.


Beresteyn anno 2019
En zo kon het zijn dat ik 2019 - ruim 100 jaar na de oprichting van de eerste openbare leeszalen - geïnteresseerde burgers en raadsleden mocht vertellen over het nut van een openbare bibliotheek. Ik voelde me een beetje als jonkheer Beresteyn, lange tijd voorzitter van de net opgerichte Centrale Vereniging voor Openbare Leeszalen. In de beginjaren - dus inderdaad zo'n 100 jaar geleden - ging hij stad na stad en zaaltje na zaaltje af om gemeenteraden te overtuigen om een leeszaal op te richten. Dat was ook wel ingegeven door de aanstaande rijkssubsidieverordening die eraan zat te komen.  Ook in mijn eigen stad Deventer heeft Beresteyn 'gepreekt' zoals je aan de krantenadvertentie kunt zien. En inderdaad: een jaar na zijn toespraak ging de bibliotheek van Deventer open.

En dat is toch wel bijzonder. Want eigenlijk zijn we altijd gewend om een bestaande bibliotheek te verbeteren maar hier bestaat de kans om vanaf 'scratch' opnieuw te beginnen. Hoe begin je dan? Nou ik denk bij wat je wilt bereiken voor burgers in een stad of dorp.


17,2 miljoen Nederlanders die een leven lang leren
Want hoewel er in honderd jaar een hoop veranderd is in Nederland, er zijn nog altijd forse uitdagingen. Wie niet beschikt over de juiste kennis en informatie of niet over de vaardigheden om ermee om te gaan, heeft toch een fors probleem. Als je vertelt dat van de leerlingen van de twee laagste niveaus van het VMBO 50% laaggeletterd is, schrikken toch veel mensen. En dan te bedenken dat deze jongeren die nu worden opgeleid doorwerken tot hun 70e. En wat denkt u: hebben ze meer of minder vaardigheden nodig om hun 70e werkend te halen? Precies. En daarmee zeggen we eigenlijk dat we in een samenleving zitten waar telkens nieuwe vaardigheden gevraagd worden. Er zijn 17,2 miljoen Nederlanders die een leven lang leren.  Dat is de uitdaging - op economisch niveau - voor Nederland. En dan hebben we de sociale componenten nog niet eens gehad.

Als je het plaatje van Nederland (17,2 miljoen inwoners) doorvertaalt naar Montfoort  (14.000 inwoners) dan ziet die uitdaging er 1:1 vertaald ongeveer als volgt uit.Het zijn voor een gemeente met 14.000 inwoners nog altijd grote getallen.


Uitdagingen genoeg
Bibliotheken kunnen in deze uitdaging ontzettend veel betekenen. Ik kan dan allerlei voorbeelden laten zien van (digi)taalhuizen, Voorleesexpress, samenwerking met volksuniversiteiten, cursussen digisterker, tabletcafés en dergelijke.  En ja, ik laat dan ook zien waarom collecties nog belangrijk zijn. Nou, ik vermoed dat u dat als bibliotheek ook allemaal kent.

Een nieuwe bibliotheek begint niet bij de bibliotheek
En dan? Hoe begin je dan een bibliotheek? Want als één ding duidelijk is: er is niet één partij die tekent om bovengenoemde uitdaging voor de samenleving aan te gaan. Als burgers en samenwerkingspartners als bijvoorbeeld scholen, sociale teams en vluchtelingenwerk niet de handen ineen slaan zal de investering van een gemeente veel meer effect sorteren. En overigens, wie zo kijkt naar de inzet van bibliotheken ziet ook dat dit niet alleen uit het cultuurbudget gefinancierd hoeft te worden maar ook uit de potjes van sociaal domein en onderwijs. Als de samenleving over zijn eigen grenzen organiseert, moet ook de gemeente dat doen.


Wie een bibliotheek wil beginnen moet als gemeente daarom niet bij de bibliotheek beginnen. Men moet beginnen met wat er al is in de samenleving: burgers en bestaande partijen. De vraag is wat zij nodig hebben maar ook wat zij zelf kunnen bijdragen om samen stappen te zetten in deze uitdagingen. Vervolgens kan een gemeente een opdracht geven aan een bibliotheek om aansluitend op deze rol  invulling te geven aan het bibliotheekwerk. De bibliotheek moet dan versterkend gaan werken op die krachten.

In Montfoort bezuinigde men de bibliotheek weg. Soms denk ik dan nog wel eens terug aan dat grapje dat ik wel eens vertel: 'Zegt de ene wethouder tegen de andere: O, hebben jullie de bibliotheek gesloten? Dat zou bij ons niet kunnen, daar zijn wij te arm voor.....' Een mooi doordenkertje.

Goed dat men in Montfoort nieuwe stappen gaat zetten. Met een flinke ambitie. Op 1 januari 2020 wil men starten. Onmogelijk? Nee, ik denk het niet. Wie begint bij wat er al is in de samenleving, kan een snelle start maken om vervolgens uit te bouwen. Een beetje zoals de Kennismakerij al een paar jaar eerder op de nieuwe plek van de Lochal in Tilburg startte om te experimenteren met nieuw bibliotheekwerk. Om vervolgens een paar jaar later een verpletterd concept te introduceren.

100 jaar geleden 'preekte' Beresteyn in Deventer voor de bibliotheek wijzend op een landelijke subsidieregeling. Nu 'preekte' een Deventernaar in Montfoort met een landelijke regeling van de motie Asscher in het achterhoofd.

Hou ze in de gaten in Montfoort. Daar gaat vast iets moois gebeuren!

donderdag 7 juni 2018

Waarom de minister van de Rijkssubsidieverordening uit 1921 maar een 2.0-versie moet maken.....


Er zijn 16 gemeenten - van de ruim 300 - waar geen openbare bibliotheek is. Dit werd geconstateerd in de midterm review van de bibliotheekwet begin dit jaar. Lodewijk Asscher diende bij de kamerbehandeling hiervan een motie in om hier werk van te maken. De motie werd aangenomen. Bij de kamerbehandeling pleitte Asscher voor een bedrag van7 miljoen hiervoor. Onlangs herbevestigde ook het advies van Raad van Cultuur dat inzet op dit punt nodig is. 

Kortom, de minister heeft wat werk aan de winkel. En we zijn nooit te beroerd om mee te denken. Minster van Engelshoven zou er goed aan doen om toch weer eens opnieuw te kijken naar de Rijkssubsidieverordening uit 1921.  De bijna 100 jaar oude regeling kon wel eens een goed voorbeeld zijn om het actuele probleem van 'witte vlekken' op te lossen. 

Verleiden van gemeenten
In 1921 waren er op nog maar enkele plekken bibliotheken. De omgekeerde situatie van nu zeg maar. In 1921 bood het Rijk aan om een deel van de kosten van bibliotheekwerk op zich te nemen als de gemeente zelf ook met een groot deel over de brug kwam. Als een gemeente niet mee wilde doen was er nog een mogelijkheid om in combinatie met provinciale subsidie een 'correspondentschap' in te richten. Een correspondentschap was een soort kleine bibliotheek die gestald werd bij een ondernemer of inwoner. Een wel gefinancierde bibliotheek zorgde dan voor de collectie. Dit alles tegen vergoeding.

Deze rijksregeling die jaar na jaar geactualiseerd werd is gebruikt tot de bibliotheekwet in 1975 kwam. Pas in de jaren '80 verdween de rijksbemoeienis met lokale bibliotheken. Nu wordt geschermd dat rijksgeld niet bestemd is voor structurele lokale financiering. Het kan dus verkeren.


Voorwaarden
Wel stelde rijkssubsidieverordening allerlei voorwaarden aan bibliotheken. En dat is logisch: wie betaalt, bepaalt. De bibliotheken mochten geen 'verwerpelijke lectuur' hebben, iedereen moest lid kunnen worden en toegang moest kosteloos zijn. Verder werd een maximum gesteld aan de contributiebijdrage en moest de bibliotheek lid zijn van de Centrale Vereniging (de voorloper van de VOB). Een bijzondere voorwaarde was ook dat de bibliotheek op zondagochtend gesloten moest zijn. Dat was waarschijnlijk bedongen door de katholieken. Die hadden een sterke lobby op dit punt want je kon subsidie aanvragen voor een openbare óf een katholieke leeszaal. Christelijke leeszalen waren uitgesloten.

Co-financiering


De Rijkssubidieverordening dwong tot lokale co-financiering. Hoe groter de bibliotheek werd - en hoe groter de gemeente - hoe meer de gemeente zelf bij moest dragen. De voorzitter van de Centrale Vereniging, de heer Beresteyn, trok samen met de secretaris, de heer Greve, door het land in om spreekbeurten te houden voor lokale raadsleden om deze kans op geld niet te laten liggen.



Denkt u even mee?
Dus stel, je bent minister en je hebt een paar miljoen om ook in de laatste plaatsen te zorgen voor bibliotheken die aangesloten zijn op het landelijke bibliotheeknetwerk. Wat zou je dan doen? Volgens mij is de rijkssubsidieverordening helemaal niet zo'n gekke.

Uiteraard is het eenmalig geld en zou je een fonds kunnen creëren waar de 16 gemeenten zonder openbare bibliotheek een beroep op kunnen doen. Als de gemeenten zelf niet willen zou je via de band van de provincie een 'correspondentschap 2.0' kunnen opzetten.

Leg er een paar verplichtingen bij: aansluiten op de WSOB, toegang bieden tot de digitale bibliotheek en aansluiten bij de VOB. Zo ingewikkeld lijkt het me niet. Looptijd van de regeling 2019-2021. Sluit mooi aan bij de die subsidieverordening uit 1921 die we daarmee weer afstoffen!

En hup aan het werk!