zondag 4 september 2022

Rennend op de kadans van het bestaan


Toen ik rond de dertig was, liep ik tegen overspannenheid aan. Een jong gezin, een nieuw huis en een baan met succes waarbij het werk explodeerde. Mijn toenmalige directeur zag het gelukkig en hielp me op tijd om mijn leven op de rit te houden. Het was in die tijd dat ik weer begon met hardlopen. Eerst kleine stukjes en heel stapsgewijs werd het steeds langer. Een paar kilometer werd vijf kilometer en vijf kilometer werd stapsgewijs tien. En meer.

Na een tijdje vroeg een vriend of ik geen zin had om met hem mee te doen aan een hardloopwedstrijd. Eén wedstrijd werden er meer. Niet voor de tijd, want ik bleef altijd een grote amateur, maar wel omdat het leuk is om samen met anderen in een licht competitief verband samen te zijn. En een beetje om te kijken waar je staat. Korte loopjes van vijf en tien kilometer werden langere wedstrijden van tien mijl en halve marathons. En de tijden werden sneller. 

In het voorjaar liep ik, na twee jaar coronaleed, weer een halve marathon met publiek.  Het was de halve marathon van Enschede. En na afloop dacht ik: hoeveel heb ik er eigenlijk al gelopen op deze manier? Ik liep alle uitslagen nog eens na en telde de medailles die ik had. Het waren 49 halve marathons. Dit naast een klein dozijn 10 kilometers en een handvol loopjes van 10 mijl. Mijn volgende halve marathon zou dus mijn 50e zijn! 

Ik keek op de hardloopkalender. De meest logische keus als 50e halve marathon was die van Dalfsen op zaterdag 3 september. Al vele malen gelopen. En zo kwam het dat ik gisteren een klein jubileum vierde: mijn 50e halve marathon in wedstrijdverband. 50 halve marathons in wedstrijdverband die ik zo in twintig jaar bij elkaar had gescharreld. 

Mijn kinderen werden groot met een vader die hard liep en af en toe aan wedstrijden meedeed. Goed voorbeeld doet goed volgen. Mijn oudste dochter loopt ondertussen ook niet onverdienstelijk. Zij wilde wel mee naar Dalfsen voor een 10-kilometerloop. Dat zou haar eerste zijn. Maar toen we samen trainden was mij wel duidelijk dat zij met gemak ook de halve marathon zou kunnen lopen. Een beetje tot verbazing van mijn dochter zelf. Wie goed tussen de regels door leest: papa liep met de tong op zijn schoenen achter zijn dochter aan. 

Dalfsen dus. Tenminste, dat dacht ik. Want drie dagen voor de start, stuurde de organisatie een mail dat de halve marathon niet door zou gaan. Er waren te weinig vrijwilligers om het parcours veilig af te zetten. Ik kon wel een tien kilometer lopen als vervanging. Dat zou normaal gesproken natuurlijk een prima alternatief zijn geweest. Maar niet deze keer. Op de hardloopagenda bleek er op korte termijn niet een goed alternatief. En dus maakten mijn dochter en ik de kleinste halve marathon in wedstrijdverband die er bestaat: met twee personen. Ik verklap vast: ik werd tweede. 

Onze halve marathon van Deventer kende een parcours door de vele buitendorpen. Ik zal toegeven dat mijn dochter wel af en toe op mij moest wachten en de laatste kilometers heb ik haar ook niet meer terug gezien. Zij had nog energie over terwijl bij mij het licht langzaam uit ging. Maar goed, een tijd rond de 2:06 is voor mij nog altijd acceptabel. 

Hoeveel halve marathons in wedstrijdverband ik nog ga lopen weet ik niet. Stap voor stap word ik langzamer en is het de keus om harder te trainen of om langzaam uit dit peloton te verdwijnen. Een volgende generatie loopt mij inmiddels ver voorbij. Ook op andere vlakken zal dat me steeds vaker overkomen. Hardlopen is net het leven zelf.  Of ik dus nog veel halve marathons doe, zal de tijd wel leren. De wedstrijden zijn geen noodzaak voor mij. Dat is het hardlopen zelf wel.

Als ik ren lijkt alle onrust in mijn hoofd op zijn plek te vallen. Ik weet niet hoe dat werkt maar het gebeurt. Ik ben alleen met mezelf en voel alleen mijn lichaam. Niets aan mijn hoofd en slechts het ritme van mijn voeten. Rennend op de kadans van het bestaan. Met elke stap lijkt een stukje van de puzzel van het leven gelegd te worden. Op momenten dat het tegen zat in mijn leven, ging ik meer hardlopen. En het werkte. En op momenten dat het goed ging, ging ik niet minder lopen. Zolang ik ren, weet ik dat ik mentaal in balans blijf. Hardlopen is de barometer van mijn bestaan.

Ik ren dus ik ben.

Geen opmerkingen: