Ik lees nog wel eens wat over bibliotheekgeschiedenis. Het zal u niet verbazen. En vooral de kleine geschiedenissen hebben mijn aandacht. Een boekje, met veel van die kleine bibliotheekgeschiedenissen is het boekje 'In nacht en ijs'. Een prima boekje om eens op een lome zondagmiddag door te lezen. Het boekje verhaald over hoe de verschillende leeszalen de hongerwinter doorkwamen. Het werd opgesteld door H.E. Greve, de welbekende secretaris van de Centrale Vereniging van Openbare Leeszalen en Bibliotheken (CV) en tevens directeur van de Haagse Leeszaal.
Greve stelde het boekje op vlak na de bevrijding en het verscheen in november 1945. Hij had alle leeszalen aangeschreven om hem - als inspecteur van de bibliotheken - mede te delen hoe zij de afgelopen tijd waren doorgekomen. Bij het Nationaal Archief zijn alle brieven die ten grondslag lagen aan het boek. Ik vroeg ze op en las ze door. Het zijn zo'n 200 velletje handgeschreven of getypte verslagen. Het levert een bonte stoet van kleine geschiedenissen op.
Bibliotheken waren de 'eenige instelling waar het publiek vertroosting kon vinden'
Het is interessant om in de inleiding van het boekje te lezen hoe Greve de rol van bibliotheken in deze bijzondere tijd omschreef.
'De leeszalen zijn gedurende de bezettingsjaren de eenige openbare instellingen geweest, waar het publiek ontspanning, vertroosting, opwekking, afleiding, tijdpasseering, studiegelegenheid kon zoeken en vinden. Door de omstandigheden beperkt, maar de leeszaal en alleen de leeszaal gaf ze! Geen leeszaal, of ze heeft duizenden nieuwe gezichten in het gebouw gezien, nieuwe leden en lezers getrokken en geholpen aan geestelijk voedsel. De boekencirculatie steeg overal, verdubbelde soms, en de totale uitleening gedurende de oorlogsjaren is te schatten op 10 a 12 millioen per jaar.'
Ronkende woorden! Zeker als je bedenkt dat de Centrale Vereniging, achteraf gezien, niet heel moedig geacteerd heeft in de oorlog voelt dit toch een beetje als borstklopperij. Censuur werd door de CV bijvoorbeeld opgepakt nog voordat de bezetter er om vroeg en ook aan het ontslag van Joodse medewerkers werd zonder tegenstribbelen mee gewerkt. Overigens zou ik niet weten of ik moediger zou zijn geweest maar je zou bijna denken dat men die oorlog een geluk bij een ongeluk vond voor bibliotheken.
Wie echter in de verhalen van individuele bibliotheken duikt komt toch nog wel andere zaken tegen: uitlenen aan onderduikers, geniepigheden met de bezetter en de NSB of zelfs een bibliotheek die een gevangenis werd voor NSB'ers. Ik neem u mee naar een paar van die verhalen.
Appingendam, Haarlem, Gouda en Sneek: uitlenen aan onderduikers
Verschillende bibliotheken maken in hun briefjes aan Greve duidelijk dat ze uitleenden aan onderduikers. De bibliotheken van Appingedam, Goud en Haarlem maken er melding van. Maar het zal vaker voorgekomen zijn. Mensen die onderduikers hielpen namen hiervoor de bibliotheekmedewerkers in vertrouwen zoals blijkt uit het onderstaande stukje van de bibliotheek Haarlem.
Uitlenen aan onderduikers was dus vooral een ad hoc georganiseerde bezigheid, zo lijkt het. Maar in het netwerk van onderduikers werd ook weer onderling uitgeleend. De Bibliotheek in Sneek legt uit aan Greve dat dat nog wel tot enige problemen leidt:
In Vlissingen zwaaide Annie M.G. Schmidt in de oorlog de scepter als bibliotheekdirecteur. Hoewel het briefje van de Bibliotheek Vlissingen niet is ondertekend, ligt het gezien de schrijfstijl zeer voor de hand dat bovenstaande brief door haar is geschreven. In haar biografie komen die stekeligheden met de NSB, die de benedenverdieping hadden wel vaker aan de orde. Overigens was Schmidt Amsterdam in 1941 Amsterdam ontvlucht om de haat tegen Joden en ze verloor haar Joodse vriendin Betty Cohen die vergast werd in Auschwitz. Schmidt heeft zich later geschaamd dat ze Amsterdam ontvlucht was en niet meer had gedaan tegen de bezetter. In die zin was haar sollicitatie in Vlissingen ook een vlucht uit Amsterdam en noemde ze haar tijd in Vlissingen, ze vertrok in 1946 weer naar Amsterdam, misschien wel de rustigste periode uit haar leven.
3 opmerkingen:
Ik ben wel benieuwd of er brieven uit Maastricht bij zijn
@Bartwatching: Er zit inderdaad een kort briefje uit Maastricht bij. Vooral met de opmerking dat men redelijk ongehavend de oorlog doorkwam. Mail het graag toe. Laat me je mailadres even weten via een DM in Twitter.
Voordat Roermond geëvacueerd werd was de bibliotheek, eerder in de oorlog, ook nog het onderwerp van een korte maar hevige strijd tussen de bezetter en de bisschop. Van de bisschop mocht de (R.K.) bibliotheek niet meewerken aan het weigeren van Joden en dat werd hoog op gespeeld. De bisschop verloor die strijd. Staat een mooi stukje over in ons jubileumboek.
Een reactie posten