woensdag 18 september 2013

'Delen is het nieuwe hebben' : deel 2 : Hoe Koning Willem II het oploste


Gisteren was weer een toogdag voor het 'instituut' Koningshuis. De jaarlijkse Prinsjessdag met hoedjesparade behoort inmiddels tot de oud-hollandse folklore. De koning mag de troonrede voorlezen maar hem niet zelf schrijven.

Eigenlijk verschuift al sinds de Franse revolutie en de Verlichting het vertrouwen in dit soort instituten. Er kwam onderwijs, er kwam stemrecht en stapsgewijs kwamen er meer en meer vormen van medezeggenschap. Instituten hebben het wat dat betreft sindsdien altijd al moeilijk gehad. Niks nieuws onder de zon.

De oplossing van twee koningen
In het midden van de 19e eeuw zat in Nederland Koning Willem II (links) op de troon. In Denemarken heerste Frederic VII (rechts). Beiden nogal markante figuren. Frederic VII had al een aantal huwelijken achter de rug voordat hij de troon besteeg, om vervolgens te trouwen met een burgermeisje. Wie de instandhouding van de Scandinavische koningshuizen kent, weet dat dit geheel buiten de traditie viel. Koning Willem II daarentegen was koning, maar bleef in hart en een nieren soldaat. Hij vond het eeuwig zonde dat er niets te knokken viel. Naast een aantal bastaardkinderen hield hij er een roemrucht homoseksueel leven op na met pastoor Zwijssen uit Tilburg. Maar goed: het bleef het koningshuis. En de koning, bleef de koning, en de koning was de baas.

Beide vorsten kregen te maken met oproer in het land. Het was niet meer van deze tijd dat de koning nog zoveel macht had. Beide koningen hadden gezien hoe het was afgelopen met het vorstenhuis van Frankrijk. En dus kozen ze eieren voor hun geld. Hun tactiek was om niet het instituut van het Koningshuis koste wat het kost in stand te houden. Men bewoog mee met de tijd, men bleef koning, maar het volk kreeg de macht. De constitutionele monarchie was een feit. Het instituut van het Koningshuis bestond nog, maar was van vorm veranderd.

En dat is voor alle instituten een voorbeeld. Niet elk instituut hoeft te verdwijnen, maar wel zal elk instituut van vorm veranderen. Ondanks Google, Facebook, Twitter, Apple en Microsoft is er naar mijn gevoel dus ook een plek voor het instituut bibliotheek. De bibliotheek zal alleen wel van vorm moeten veranderen. Overigens zullen er altijd partijen zijn die vinden dat de bibliotheek wel zal verdwijnen. Maar ja, dat zegt men van het Koningshuis ook.

From providing services to enabling participation
Maar hoe moet je meebewegen met de tijd. Die vraag beantwoorden en een vaag idee concreet maken is misschien wel het moeilijkste?  Het volgende filmpje is wat mij betreft inspirerend.  De marketeers van Nesta leggen uit hoe maatschappelijke instellingen gebruik kunnen maken van de 'collaborative economy'. De mooiste zin zit aan het eind: from providing services tot enabling participation.
 

Duidelijk wordt ook weer in dit filmpje dat het gaat om het verbinden van mensen. Instellingen hoeven niet meer zelf de diensten aan te bieden, maar moeten zorgen dat 'vreemden' elkaar gaan helpen. Een interessante gedachte. En hoe zou dat eruit zien voor bibliotheken?

In de volgende blog gaan we in op een model waar je als bibliotheek gebruik van kunt maken om de diensten van de bibliotheek om te bouwen naar de 'collabortive economy'.

Geen opmerkingen: