zondag 4 mei 2025

De zes collega's uit openbare bibliotheken die werden vermoord in de Tweede Wereldoorlog


Het is 4 mei 2025. Het is vandaag de Dodenherdenking aan de vooravond van de 80e Bevrijdingsdag. Vanavond zijn we weer twee minuten stil. Stil voor alle slachtoffers die er vielen. Aan wie denkt u vanavond? Aan familie, bekenden? Of wellicht aan niemand in het algemeen? Als u in een bibliotheek werkt, geef ik u zes namen van collega's die in de oorlog zijn vermoord. Ik noem hen vandaag en denk aan hen.

Zes waren het er. Zes van onze directe collega's. Zes levens die in de knop gebroken werden en vermorzeld door het wrede systeem van de bezetter. Zes van de ongeveer 550 medewerkers die in de oorlog in openbare bibliotheken werkten. Daarnaast raakten bibliotheken nog een flink aantal Joodse bestuursleden kwijt door ontslag of vroegtijdig terugtreden. 

Dat het er zes zijn weet ik omdat ik in de coronajaren 2020 en 2021 onderzoek deed naar alle Joodse bibliotheekmedewerkers en dat leidde in 2022 tot het boek Geruisloos verdwenen uit de bibliotheekgeschiedenis. Een boek over het lot van de ontslagen Joodse medewerkers. 

In totaal werden elf Joodse medewerkers ontslagen. Dat ontslag kwam al in het najaar van 1940 nadat alle medewerkers in bibliotheken de ariërverklaring hadden getekend. Eigenlijk zonder enig verzet en administratief binnen enkele weken afgehandeld. Geruisloos. Van deze elf overleefden zes van hen overleefden de oorlog door onderduik, door een gemengd huwelijk of doordat ze op een speciale lijst terechtkwamen. Vijf werden kwamen bruut om het leven in de kampen. De zesde is een verzetsstrijder die om haar inzet na een reis langs verschillende kampen werd vermoord. 

Ik noem hun namen nog een keer. 

Elsa van Gool uit Den Haag

Elsa van Gool zat bij het verzet. Ze werkte bij de Bibliotheek Den Haag. In juli 1943 is ze opgepakt omdat ze een Joodse onderduikster huisvest. De eerste tijd zit zij vast in het Oranjehotel, de politiegevangenis in Scheveningen.  Ze gold als politieke gevangene maar ze had een Joodse moeder.  Maar omdat ze maar twee Joodse voorouders had werd ze niet als zodanig aangemerkt. Na enkele weken Scheveningen wordt ze overgebracht in augustus 1943 naar Kamp Vught. Daar zal ze in een werkcommando terecht komen waar ze gasmaskers maakt. En... ze krijgt daar een vriend! Ze verwacht dat ze een half jaar in Vught zal zijn en dan vrij zal worden gelaten. Het loopt niet zo. In maart 1944 wordt ze - waarschijnlijk toch vanwege haar half-Joodse achtergrond - overgebracht naar Westerbork waar ze een paar dagen later al op transport zal gaan naar Auschwitz en daar bij aankomst wordt vermoord. 

Elsa van Gool staat op de erelijst der gevallenen. De erelijst der gevallenen is een lijst met 18.000 namen van mensen die in de Tweede Wereldoorlog als militair of als verzetsstrijder voor het Koninkrijk der Nederlanden zijn gevallen.  De lijst ligt bij de Tweede Kamer in Den Haag en elke dag wordt door een medewerker een pagina omgeslagen, zodat voor het publiek nieuwe namen te zien zijn. Elsa is naar alle waarschijnlijkheid de enige collega uit openbare bibliotheken die er op staat. Zij stierf voor het leven van een ander. Mijn volgende boek, dat voorjaar 2026 uit moet komen, zal gaan over deze bijzondere geschiedenis van Elsa. Haar heldhaftige verhaal zullen we niet vergeten.

Elsa werd 31 jaar.

Jet Meijler uit Winterswijk

Jetje Meijler was een dame die graag en makkelijk leerde. Ze kreeg in haar jeugd aan de Rijks-hbs les van schaaklegende Max Euwe die daar docent was. In haar vrije tijd speelde ze toneel. Rond 1933 start ze bij de bibliotheek Winterswijk. Een kleine bibliotheek die dan tien jaar bestaat. Ze schijnt ontzettend vriendelijk te zijn geweest. Bij het 75-jarig jubileum van de bibliotheek in 1998 bekende een trouwe maar oude klant dat hij als kind een beetje verliefd op haar was. Jet trouwt in 1940 net voordat ze formeel ontslagen wordt. Destijd reden om te stoppen om te werken maar ze werkt nog even door. De jonggehuwde mevrouw Wolfstein-Meijler wordt ontslagen. Jetje werkte na haar ontslag nog voor de plaatselijke afdeling van de Joodse Raad. Haar familie duikt onder in het veen rond Winterswijk maar worden verraden. Haar broer Hartog en haar zussen Emmie en Lenie weten na het verraad te ontsnappen en duiken opnieuw onder. Ook Jet en haar man Joseph worden uiteindelijk op transport gezet in april 1943, eerst naar Vught, later naar Westerbork waar ze bijna een half jaar verblijven. Maar dan treft het noodlot hen toch en in november 1943 gaan ze naar Auschwitz. Jetje heeft nog even geleefd in Auschwitz, er zijn zelfs geruchten dat ze er zou zijn bevallen. Haar sterfdatum is vastgesteld op 31 januari 1944. 

Jet werd 34 jaar.

Julia de Vries uit Steenwijk

Met het verhaal van Julia de Vries kwam ik al vroeg in aanraking. In 2001 werd een plaquette onthuld voor deze oud-directeur van de bibliotheek uit Steenwijk bij het afscheid van de toenmalige directeur Hilly Klasens. Zij vroeg deze plaquette als afscheidscadeau en eerbetoon aan haar vroege voorganger. De plaquette hangt nog steeds in de bibliotheek.

Julia kwam uit Leeuwarden en werd in 1928 aangesteld als directeur in Steenwijk. Ze is dan 24 jaar oud. Het woord directeur is overigens een groot woord voor een organisatie waar zij de belangrijkste arbeidskracht is. In 1940 laat Julia zich nog dopen in de Rooms-Katholieke kerk in de hoop de dans te ontspringen. Het mag niet baten. Een paar maanden later wordt ze ontslagen. 

Wat volgt is een onverkwikkelijke discussie met het bibliotheekbestuur over geld. Daarbij kiest het bestuur niet voor de persoon maar voor de zaak. Als in Steenwijk geen Joden meer mogen wonen, wordt ze overgebracht naar het Joodse kwartier in Amsterdam. In april 1943 wordt ze bij een razzia opgepakt. In mei 1943 trouwt ze in Westerbork met een medegevangene. Of dit liefde was of berekening of beid was, vertelt de geschiedenis niet meer. Maar de man waar ze mee trouwt werkt in het ketelhuis van Westerbork. In september 1943 worden ze beide op transport gezet naar Auschwitz waar ze op 20 november 1943 sterft. 

Julia werd 40 jaar. 

Gonda Jacobs uit Hilversum

Het leven van de familie Jacobs ging niet over rozen. Gonda heeft veel doodgeboren of jong gestorven broers en zussen. En haar zus zal een groot deel van haar leven doorbrengen in een psychiatrisch centrum. Gonda is iemand die haar hele leven wat onzichtbaar zal blijven en vooral voor anderen zorgt. Gonda begon in 1918 als vrijwilliger in de Hilversumse bibliotheek en werd in 1919 officieel aangesteld. Van Gonda heb ik ook na veel onderzoek - en met veel hulp van een aardige dame in Hilversum - niet bijster veel gevonden. Er is geen foto van haar en maar heel weinig aanwijzingen over haar leven. 

Het ontslag van Gonda gaat net als in die andere bibliotheken geruisloos. Hoewel, de bibliotheek krijgt ook hier financiële problemen met het doorbetalen van wachtgeld. Maar de bibliotheek besluit dit op te lossen door extra leesgeld te vragen. Net als Julia moet Gonda weg uit de provincie omdat ook Hilversum 'Judenfrei' moet worden verklaard. Dat is in juli 1942. Via Westerbork zal ze in mei 1943 in Sobibor worden vermoord.

Gonda werd 55 jaar. 

De bibliotheek in Hilversum heeft enige tijd geleden een plaquette onthuld in de bibliotheek voor Gonda. 

Jacques van Dijk uit Leeuwarden

Jacques van Dijk werd in 1920 directeur van de leeszaal in Leeuwarden. In mijn boek noem ik hem de kleine grote man. Klein omdat hij met zijn 1.53 meter werd afgekeurd voor militaire dienst. En groot omdat hij vanaf 1920 wel de man is die bibliotheek in Leeuwarden op de kaart zet. Op het moment dat hij in 1940 ontslagen wordt, wilde men net uitbreiden en had men daarvoor een tweede pand gekocht. 

Het bestuur besluit echter om het wachtgeld aan Jacques van Dijk en de eveneens in Leeuwarden werkende Joodse medewerker Henriëtte de Leve te betalen uit de bouwhypotheek die men had voor de verbouwing van dat tweede pand. Overigens ontstaat er in Leeuwarden nog wel gedoe om wie Jacques mag opvolgen. Er zijn twee dames die allebei wel zijn positie willen hebben. Ook dat schikt het bestuur in den minne. '

In november 1942 worden wijk voor wijk alle Joden opgepakt en naar Westerbork gebracht. Zo ook Jacques van Dijk. Maar een paar dagen later zitten zij beiden in de trein naar Auschwitz waar ze worden vermoord bij aankomst op 19 november 1942. 

De beide kinderen van de familie van Dijk, Sara en Reina, zijn dan al enkele maanden eerder om het leven gebracht in Auschwitz. Reina was overigens in dienst bij de Stadsbibliotheek Haarlem maar ze is vlak voordat de ariërverklaring voorbij kwam uit dienst gegaan. Het kan dus zijn dat Reina de twaalfde Joodse medewerker is. 

Jacques, de grote kleine man, werd 64 jaar. 

De andere Joodse medeweker, Henriëtte de Leve, overleeft de oorlog door onder te duiken in haar eigen straat.

Salomon Barend van der Meusen uit Dordrecht

Salomon Barend van der Meusen had al de pensioengerechtigde leeftijd toen hij werd ontslagen. Hij is dan 66. Hij werkt dan nog als zaalwacht voor de zondagen in Dordrecht. Een licht bijbaantje dat waarschijnlijk goed te doen was in tijden dat er nog geen goede pensioenvoorzieningen waren. 

Salomon was een man van twaalf ambachten en dertien ongelukken. Het zit hem niet echt mee in zijn leven. Hij was ooit borstelkoopman maar zal nog tal van andere baantjes gehad hebben. Hij woont samen met twee zussen in een huis dat behoort aan de Joodse gemeenschap en dat bedoeld is om mensen te ondersteunen. 

Salomon Barend wordt op 4 november 1942 opgepakt omdat hij spullen van de synagoge buiten beeld heeft gehouden van de bezetter. Via gevangenis Rotterdam komt hij in Westerbork en begin december gaat hij op transport naar Auschwitz. Daar vindt hij op 7 decemeber 1942 de dood. 

Zijn zussen worden zeven dagen later, op 11 november opgepakt bij een razzia en gaan gelijk naar Westerbork. Zij worden bijna direct doorgestuurd naar Auschwitz. Als Salomon Barend aankomt in Westerbork vanuit de gevangenis in Utrecht, zijn zijn zussen net drie dagen eerder naar Auschwitz vertrokken. Zij hebben elkaar nooit meer gezien. 

Salomon Barend werd 68 jaar. 

Wij gingen door, zij bleven achter

Nee, dit is geen stukje om vrolijk van te worden. Het erge is dat bibliotheken eigenlijk geruisloos leken mee te werken aan het ontslag. We werkten mee aan censuur in onze collectie.  En niet veel langer hingen er ook bordjes 'Verboden voor Joden'. Als sector deden we zo mee met het uitsluiten van een bevolkingsgroep. We keken weg, we sloten uit en verloren onze onpartijdigheid. Zes collega's worden zo het slachtoffer van de bezetter. Wij gingen door, zij bleven achter.

De jaarverslagen van bibliotheken uit die tijd stonden vooral vol van het feit dat men dankbaar was dat het werk door kon gaan. En dat er zoveel gebruik werd gemaakt van bibliotheken. En dat dat toch wel  moest betekenen dat bibliotheken van vitaal en essentieel belang waren in die tijd. Aan dat succes besteedde onze sector aanmerkelijk meer aandacht dan de mensen die zo wreed getroffen werden. 

Toen mijn boek over Joodse medewerkers uitkwam gaf Anne Rube, toenmalig voorzitter van de Vereniging van Openbare bibliotheken (VOB), een statement af. Daarin zei ze namens de VOB: 

"De CV, de rechtsvoorganger van de Vereniging van openbare bibliotheken en de bibliotheken zelf, hebben meegewerkt aan het verwijderen van boeken die de bezetter onwelgevallig waren. Zij ontsloegen Joodse medewerkers en bekreunden zich vanwege de wachtgeldregeling, hingen het bordje ‘Verboden voor Joden’ op en schreven Joodse leden uit. De juiste keuzes maken is achteraf zoveel gemakkelijker.

Bibliotheken en hun vereniging deden eraan mee dat Joden apart werden gezet. Zij waren in de bezettingstijd – om het grote publiek te blijven dienen – meermaals niet bereid om een vuist te maken tegen grof onrecht.

Dat is iets dat we niet ‘niet’ kunnen hebben geweten, nooit mogen vergeten en steeds onder ogen moeten blijven zien."

Ware woorden. De herdenking is daarmee ook een spiegel voor ons eigen handelen: maken we ons druk om de juiste dingen? Gaan mensen altijd voor of vinden we 'de zaak' belangrijker? Dichtbij in onze eigen wereld of in de huidige wereld om ons heen. Het is ons eigen handelen dat telt. 

Of om met Tom Lanoye in zijn gedicht Zonder handen, zonder tanden te spreken:

Geen woord bekoort zozeer
Voor wie het hoort,
Geen woord vermoordt zoveel
Van wie er niet bij hoort
Vrij —
wij?
De lucht is vrij,
De vraag is vrij.
De vrijheid niet.
Ze lonkt en vrijt.
Maar zij ontschiet.

Grijp haar vast en laat haar niet ontkomen. Laten we herdenken en vieren. 

De kaartjes die je bij dit artikel ziet, zijn de kaartjes uit het archief van de Joodse Raad zoals die nu openbaar zijn. 

Wie verder wil lezen, het boek Geruisloos verdwenen uit de bibliotheekgeschiedenis is te leen in elke bibliotheek in Nederland en ook als ebook te leen. En ja, ook nog te koop bij de boekhandel.   

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Goed dat je dit allemaal uitzoekt Mark, een waardevolle bijdrage om nog beter de omvang en het gevaar van het fascisme te begrijpen.

Mark Deckers zei

@anoniem: dank je!