dinsdag 31 december 2019

De schouders waarop we staan: drie geschiedenisboeken over bibliotheken en boekhandels

2019 is bijna afgelopen. Het is oudjaar. Voor velen een tijd om terug te blikken en vooruit te kijken. Ik doe dat met drie geschiedenisboeken. Twee over bibliotheken en één over een boekhandel. Alle drie las ik ze met plezier en ze geven samen een mooi tijdsbeeld van de groei en transitie van het boekenvak.

Amsterdammers en hun bibliotheek
Het meest uitgebreide en kloeke boek van de drie wel dat over de geschiedenis van de Amsterdamse Openbare Bibliotheek. Met 300 bladzijdens en twee stevige auteur - Joosje Lakmaker en Eke Veldkamp pakt de OBA meer dan uit. En terecht. In 1919 startte de OBA relatief laat. De overige grote steden waren er eerder bij. Politiek gedoe hield lange tijd de leeszaal tegen. Totdat Annie Gebhard van de Nutsbibliotheek er zich mee ging bemoeien en begon te pleiten voor een Openbare Leeszaal en Bibliotheek.

Lakmaker en Veldkamp laten in hun boek prachtig de ontwikkeling van de bibliotheek zien aan de hand van de ontwikkeling van de stad. De stadsuitbreidingen in de verschillende decennia en de verschillende politieke opvattingen die zich laten reflecteren in het bibliotheekwerk.

Het boek leest als een trein en is rijkelijk gelardeerd met anekdotes.  Mooie uitstapjes naar de parkbibliotheken of belangrijke medewerkers van de bibliotheek. Er zit in het boek een mooi eerbetoon aan Celine Polak en Joseph Alfred Josephus Jitta, respectievelijk medewerker en voorzitter van de bibliotheek en beiden van Joodse komaf. Polak wordt ontslagen (maar ontvangt via de ondergrondse nog lange tijd wachtgeld) en Jitta treedt terug. Polak overleeft de oorlog en hervat haar werk in de zomer van 1945. Jitta komt om in Sobibor.

Wie nieuw is in bibliotheekwerk zou dit boek eigenlijk cadeau moeten krijgen. Het laat zien op welke schouders bibliotheekwerk staat en hoe de bibliotheek telkens zichzelf wist te vernieuwen.

Een zaak van evenwicht, over 150 jaar Boekhandel Broekhuis
In Oost-Nederland is Boekhandel Broekhuis een begrip. Terwijl het Polare-rijk in elkaar donderde bleef het voormalige familiebedrijf dat nu onder leiding staat van Kees Schafrat fier overeind. Met thans boekhandels in Enschede, Hengelo, Almelo en Oldenzaal.

Het boek van Joep Scheffer over Broekhuis laat zien hoe het ook 150 jaar bikkelen is. Hoe een boekbinder een uitgever werd, een agentschap, een boekhandel en een studieboekenbedrijf. Ook van het begin van het bedrijf - nog onder leiding van de familie Broekhuis - blijkt nog veel bewaard gebleven. Daar zit knap speurwerk achter of het archief van het bedrijf is zeer zorgvuldig bewaard.

Na de familie Broekhuis neemt Gerard van der Maar na de oorlog de leiding over. Van der Maar is een bevlogen directeur die zich nationaal en internationaal inzette voor het boekenvak en voor boekhandels in het bijzonder. Een combinatie van liefde voor boeken en weten voor welke regio je werkt.  Een ondernemerschap waar bibliotheken denk ik nog steeds van kunnen leren.

In het boek staat een mooi overzicht van alle boekhandels die in 1933 actief zijn in Hengelo. Het zijn er tien. Slechts twee zijn nog actief. Broekhuis is er daar één van. Het toont hoe broos het evenwicht is tussen voortbestaan en verdwijnen. Wie zich niet weet aan te passen aan de tijd, verdwijnt. Het is dan ook zeer terecht dat de geschiedenis van Broekhuis zo te boek is gesteld.


'Wee de mensch die maar één boek leest', de geschiedenis van de Zutphense bibliotheek
Het meest recente boek is dat van Cor Witbraad 'Wee de mensch die maar één boek leest'. Het gaat over de  111-jarige geschiedenis van de Openbare Bibliotheek in Zutphen. In 1908 begonnen als openbare leeszaal en in 1910 als openbare uitleenbibliotheek. Daarmee was Zutphen de zesde openbare uitleenbibliotheek na Dordrecht,  Leeuwarden, Utrecht, Den Haag en Groningen.  De bibliotheek was in 1908 van 10 uur 's ochtends tot 10 uur 's avonds open. Weliswaar met twee sluitingen voor lunch en avondeten maar toch. En elke dag! Ook op zondag. Hoewel op zondagochtend later toch gesloten moest worden op aandrang van de Tweede Kamer.

Nu kende Zutphen voor de Openbare Leeszaal al de Librije, de oudste leeszaal van Nederland. Open gegaan in 1492 en voortkomend uit de boekerij van de Sint Walburgiskerk. Echt openbaar was het nog niet maar 60 kannuniken en notabelen hadden een sleutel van de Librije en konden naar binnen wanneer zij wilden. Een soort onbemande vestiging avant la lettre dus.

De bibliotheek in Zutphen laat mooi de ontwikkeling zien van veel bibliotheken in Nederland. Langs de lijn van de leeszaalbeweging naar de Tweede Wereldoorlog naar de onstuimige groei en de opkomst van provinciale bibliotheekcentrales en de vorming van basisbibliotheken. Witbraad heeft het als auteur aangedurfd om door te schrijven tot in de zeer recente geschiedenis.

Saillant detail is nog wel de geschiedenis in de Tweede Wereldoorlog. De bibliotheek heeft danig te lijden gehad onder mejuffrouw Smelt, de gemeentearchivaris en fanatiek aanhanger van de 'nieuwe tijd'. Ze nam menig gelegenheid te baat om de bibliotheek te dwingen om haar collectie te zuiveren en te censureren. Mejuffrouw Smelt werd als NSB'er na de oorlog veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf.

Terugkerend thema voor de Zutphense bibliotheek is geld. Goede wil is altijd maar geld komt men altijd tekort. Net als bij Broekhuis is ook een bibliotheek een zaak van evenwicht: met beperkte middelen toch een groot mogelijk maatschappelijk rendement realiseren.

De schouders waar wij op staan en het evenwicht dat we zoeken
 Alles bij elkaar drie mooie boeken om zo eens naast elkaar te leggen. Bij beleidssessies wordt vaak geroepen: 'waar zijn wij van, wat is onze missie?'.  Besef van waar we vandaan komen en op welke schouders we staan, mag soms wel wat groter is mijn bescheiden mening. En wat deze geschiedenissen ook aantonen is welke veranderingsgezindheid er is getoond in de afgelopen 100 jaar. Hoe telkens de nieuwe omstandigheden zijn aangegrepen om te vernieuwen. Dat we meer dan 100 jaar bestaan is niet voor niets: als sector hebben we in elke tijd burgers kunnen helpen en zijn we van waarde geweest. Ja, dat is soms zoeken maar wie niet durft te zoeken of te veranderen weet zeker dat hij of zij over enige tijd niet meer bestaat.

Maar wat ook door alle drie de boeken is te lezen is dat het mensen zijn die het verschil maken. De Annie Gebhards, de Hans van Velzens, de Gerard van der Maars, de Kees Schafratten, de Gerard Huis in 't Velds van deze wereld. En samen met hen honderden bibliotheek- en boekcollega's die hen ondersteunden. Kijk op die manier nog eens om u heen en zie dat je samen inderdaad die weg hebt afgelegd en dat juist die combinatie van mensen ervoor zorgde dat we zijn waar we nu zijn.

Nee, we moeten niet blijven hangen maar we moeten onze geschiedenis ook niet zo maar weg gooien en zeggen dat alles anders moet. Wie zijn geschiedenis niet kent is gedoemd die te herhalen. Wie vooruit wil kijken, moet de lessen van  het verleden kennen. Een mooie reden om in het nieuwe jaar eens één van deze geschiedenissen te lezen.

Ik wens u vanaf deze plek een prachtig 2020 toe!

Geen opmerkingen: