Posts tonen met het label eerste wereldoorlog. Alle posts tonen
Posts tonen met het label eerste wereldoorlog. Alle posts tonen

zondag 28 april 2019

In Flanders Field : deel 2

Begin maart van dit jaar was ik een weekend in Ieper. Ik schreef er al eerder over in een blogje met de titel 'In Flanders Field'.  In Flanders Field was een gedicht van de Engelse militaire arts John McCrae uit 1915. Toen liet ik een aantal foto's zien die ik had gemaakt met een camera die bijna net zo oud was als de Eerste Wereldoorlog.

De afgelopen Koningsdag - druilerig en  niet direct andere verplichtingen - was een mooi moment om de andere foto's die nog op mijn digitale camera stonden eens langs te lopen. Deels nam het me weer terug naar het indrukwekkende verhaal van de Eerste Wereldoorlog. En deels ook wel naar momenten met een glimlach. En zo vlak voordat wij in Nederland onze doden herdenken en de bevrijding vieren van de Tweede Wereldoorlog is het misschien ook wel een goed moment om u nog eens mee te nemen.

Bovenstaande foto heeft iets weg van de stelling bij een drogist. Het is echter de veelheid aan bommen die gebruikt werden. Sommige conventioneel met springlading maar anderen met gifgas. De kleuren moesten ervoor zorgen dat in de snelheid van handelen niet de verkeerde bom werd gebruikt. Die kleuren hadden dus nadrukkelijk een functie.
Indrukwekkend was ook het herdenkingsbeeld van Helen Pollock dat staat in Passchendale. Het kunstwerk bestaat uit armen die uit de grond komen. De Grote Oorlog kostte rond de 9 miljoen mensen - vooral soldaten - hun leven. Wie weet dat de frontlijn in België in vier jaar maar een paar kilometer heen en weet schoof, weet dus dat bijna op elke meter soldaten gestorven zijn. Het slagveld was volledig kaal en vol kraters. Als de doden hun armen omhoog zouden steken, zou het gebied rond Ieper eruit zien zoals hierboven. 
Het gebied rond Ieper bestaat honderden begraafplaatsen, klein en groot. En overal kom je de klaproos tegen. De klaproos komt uit het gedicht van John McCrae. Hij beschrijft daarin dat ondanks alles de klaproos bloeit. De klaproos is een overlever - een 'last man standing' in de natuur. Op deze foto is het één man-één graf maar even zo vaak kwamen we graven tegen wat vier, vijf of zes soldaten één graf delen. Soms met naam maar evenzo vaak, zoals hierboven zonder naam. We bezochten graven van geallieerden maar ook grote begraafplaatsen van Duitsers. Rijen, rijen, rijen met namen van mannen die gesneuveld zijn. 
Ruim 50.000 soldaten werden nooit terug gevonden op de slagvelden. De Menenpoort in Ieper bevat die namen. Het is een grote triomfboog waar al deze namen ingebeiteld zijn. Elke avond, ja, élke avond, wordt hier om acht uur de last post geblazen door een trompetterskorps en worden kransen gelegd. Elke avond, ja élke avond, staan hier honderden mensen. En zo ziet modern herdenken er dan uit. De tradiotionele Last Post maar wel gestreamd via vele mobieltjes. 
Ieper is een mooi maar soms ook wat grijs stadje, zeker wie wat naar de randen loopt van de stad. Zo'n foto met zo'n rode auto vind ik dan wel even grappig. 
Dit is een foto van de Sint Maartenskerk, de grote kerk van Ieper. Ook volledig vernietigd in de Eerste Wereldoorlog en daarna herbouwd. Op plekken die zoveel indruk maken, zijn kerken toch vaak de plekken waar reflectie het beste plaats vindt. Het is er wat rustiger dan op de toeristische plekken, mensen branden een kaarsje en soms helpt het om dingen die te groot zijn om te bevatten toch maar even een plek te geven. 

Een weekend in Ieper doet je beseffen hoeveel levens er verwoest zijn en hoeveel leed er is dat weer geheeld moet worden. En misschien plaatst het onze eigen problemen ook wel in een ander perspectief. Daarbij stil staan - en dat noemen we herdenken - blijft daarom bijzonder waardevol voor onze samenleving. 

zondag 10 maart 2019

In Flanders Field

In Flanders fields the poppies blow
Between the crosses, row on row
That mark our place; and in the sky
The larks, still bravely singing, fly
Scarce heard amid the guns below.

We are the Dead. Short days ago
We lived, felt dawn, saw sunset glow,
Loved, and were loved, and now we lie
In Flanders fields.

Take up our quarrel with the foe:
To you from failing hands we throw
The torch; be yours to hold it high.
If ye break faith with us who die
We shall not sleep, though poppies grow
In Flanders fields.

Dit gedicht werd gemaakt door John McCrae in 1915. McCrae was een Canadese militaire arts die deel uitmaakte van de geallieerde troepen rond de Ieper-boog. Begin maart was ik een weekend in Ieper. Als Nederlander. Wij die neutraal mochten blijven.

Dat hadden de Belgen ook graag gedaan. Maar het liep anders. De Duitsers marcheerden augustus 1914 België binnen. Een wankel machtsevenwicht  in Europa valt daarmee als een kaartenhuis in elkaar. Europa kent een oostelijk en westelijk front. Het westelijk front zal de komende vier jaar voor een groot deel in België liggen.

Tyne Cot
Het is een geschiedenis die we als Nederlanders nauwelijks kennen. Het front zal nauwelijks bewegen. Dit ondanks de miljoenen doden die er te betreuren zijn. In de derde slag om Ieper in het najaar van 1917 lieten in honderd dagen 450.000 geallieerden het leven en 270.000 Duitse soldaten. Op Tyne Cot, de grootste begraafplaats van geallieerden, liggen er 12.500 begraven. Dat waren dus de doden van nog geen drie dagen vechten in die periode.

Menenpoort
Op veel graafstenen staat dat het gaat om onbekende soldaten. Het krijgsgeweld verminkte soldaten zodanig dat ze niet geïdentificeerd konden worden. Veel soldaten worden echten nooit terug gevonden. In Ieper is de Menenpoort gebouwd door de Engelsen met daarop de namen van 54.000 soldaten die niet meer uit de oorlog terugkeerden maar die ook nooit geïdentificeerd zijn.  Elke avond blaast men hier nog de Last Post. Dit onder ruimte publieke belangstelling met veel Engelsen, Canadezen en Nieuw-Zeelanders. Ook veel Engelse schooljeugd die nog kransen leggen. Elke dorp in Engeland heeft verliezen geleden in deze oorlog.
Loopgraven
Als wij in Ieper zijn is het koud en miezerig. Het is wel toepasselijk. De foto's die ik maak zijn gemaakt met een camera van net na de eerste wereldoorlog. Voor het gure weer, trekken wij nog een een dikke  jas aan,  we duiken iets vaker het café in voor iets warms en hebben zo goed.  De soldaten  stonden gewoon in de loopgraven. De paar kilometer waar men om vocht (het front schoof in drie jaar acht kilometer heen en weer) was al een paar keer veroverd en weer terugveroverd. Wie foto's ziet uit die tijd, ziet kaal land. Alles is kapot geschoten. De klaproos, waar het gedicht over ging, was één van de weinige bloemsoorten waar de zaden zolang van overleefden dat deze telkens weer terug kwamen, ook in de oorlog. De klaproos was van alle bloemen dus ook de 'last man standing'.

Er is een hoeveelheid bommen en munitie gebruikt waar je stil van wordt. Niet alleen conventionele springstof maar ook de eerste grootschalige gifgasaanvallen. Nog elk jaar kent België oorlogslachtoffers van deze oorlog in de vorm van boeren die op bommen stuiten bij het ploegen.
Wij - als Nederlanders - weten maar bijzonder weinig van deze oorlog. En eigenlijk is dat beschamend. Ja, we vingen veel gevluchte Belgen op maar de Nederlandse regering maakte geen bezwaar toen de Duitsers prikkeldraad met stroom langs de grens plaatsten om te voorkomen dat Belgen vluchtten. Wie de Engelse schoolkinderen ziet op deze begraafplaatsen, ziet hoe ook bij volgende generaties de herinnering aan deze oorlog met respect levend wordt gehouden.

Bovenstaande foto is een ongeluk. Oude camera's waarschuwen niet dat je al een foto had gemaakt. Het is de begraafplaats van John McCrae en het monument 'The brooding soldier'. Deze laatste is een monument voor de 2.000 Canadese soldaten die omkwamen bij de eerste gifgasaanval in 1915. Het is mijn eigen kleine monument voor deze verschrikking.