Posts tonen met het label Hans van Velzen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Hans van Velzen. Alle posts tonen

maandag 7 juli 2014

Hans van Velzen vertrekt: Anton Wachter verlaat de bibliotheek...


 
Vandaag neemt Hans van Velzen - op zijn verjaardag - afscheid van de OBA. Daarmee vertrekt een icoon uit Nederlands bibliotheekwerk. Een icoon omdat ook een echte bibliothecaris als directeur van een grote bibliotheek vertrekt. Niks ten nadele van al die andere directeuren: maar  ik hou wel van  een bibliothecaris als directeur.

En.... Hans is een Vestdijkfan. En daar licht wel een gezamenlijke passie. Vestdijk schreef ooit de beroemde Anton Wachter-reeks waarvan Terug tot Ina Damman wel de bekendste is. En ach, misschien zijn we allebei ook wel een beetje Anton Wachter-figuren: mensen waarvan je stukjes ziet maar waarvan je weet dat er nog een hele binnenwereld achter zit. Hans' efficiënte taalgebruik past daar wel bij. Als directeur van de grootste bibliotheek zou je overal de boventoon kunnen voeren. Dat doet hij niet. Maar hij maakt wel alle opmerkingen die hij wil maken om een gesprek te beïnvloeden. Uiterst effectief.

Hoewel ik niet eens zoveel heel veel tijd met Hans heb doorgebracht, kennen we elkaar al vrij lang en heeft hij een bijdrage geleverd aan verschillende onderdelen van mijn loopbaan in het bibliotheekwerk.

Als tiener en twintiger
Ik ken Hans van Velzen sinds 1991. Ik was toen nog net 19, tiener dus,  en liep stage bij het WSF-bureau en deed onderzoek naar de collecties van WSF-bibliotheken. Na mijn studie ging ik bij dat bureau en zijn roemruchte directeur Karel Elderink werken. Een paar jaar gedaan en daar vaak de notulen gemaakt van de vergaderingen waar Hans dan weer bij zat. Ik herinner me nog een WSF-bestuursvergadering die werd gehouden in Amsterdam. Het was toen een roerige tijd en personeel en directie hadden een verschil van mening. Waarover het precies ging, ontging me destijds geheel. Maar in het interview met literatuurplein, haalt Hans daarover nog een aantal herinneringen op. Van alle dertien WSF-directeuren waar ik voor gewerkt heb, is Hans de laatste die nu vertrekt.

Als dertiger
In het begin van dit millennium en op de grens van twintiger en dertiger kwam ik Hans weer tegen. De OBD stapte - met mensen als Bouke Arends en Emiel Poortman - destijds in een boeiend zelfbedieningsavontuur met een Zweeds bedrijf. En Hans had toen al veel ervaring. We organiseerden een aantal informatieavonden voor bibliotheken samen met Hans van Velzen. Ik was onder de indruk van wat hij deed. Want ondanks weerstand van personeel was hij overtuigd dat de stap die hij zette de juiste was. Met harde cijfers toonde hij vervolgens aan dat dat ook klopte. Lange tijd bestond er een Amsterdamse norm voor zelfbediening waaruit je kon afleiden hoeveel uitleenmachines je nodig had en welke personele besparing mogelijk was..

Niet veel later kwam ik Hans opnieuw tegen. In 2004 deed ik samen met Jos Debeij een uitgebreid onderzoek naar de Digitale Bibliotheek van Amsterdam. Dit nog onder het vermaarde ICT-expertisecentrum Laurens. Het eindproduct was een rapport over de toekomst van de Digitale Bibliotheek en hoe die er uit kon zien. Hans was er blij mee en zei vervolgens dat we dat dan ook maar moesten gaan uitvoeren.  Dit leidde er toe dat ik nagenoeg heel 2005 in Amsterdam heb gewerkt om uitvoering te geven aan die nieuwe Digitale Bibliotheek. Als ik er aan terugdenk wat ik daar in een  jaar tijd samen met Hans heb kunnen doen (en dan ook nog eens in twee dagen per week) dan sta ik daar nog versteld van. Het was een tijd waar ik menig vrijdagmiddag met Hans doorbracht om de voortgang en strategie samen te bespreken. Het was een gouden formule: ik zorgde dat alles wat uitgezocht moest worden, ook uitgezocht was. Hans gaf akkoord en mensen als Jaap van der Stoel en Rob Visser ervoor dat het allemaal gebeurde. Gouden tijd.

In die tijd heb ik ook een aantal maal het genoegen gehad om met Hans samen aan de inkooptafel te zitten en ik zag dus hoe hij de beste prijs voor Amsterdam wist te krijgen. Maar ook leerde ik in die tijd van hem de les: 'het is niet zaak om de beste oplossing te krijgen, maar het beste probleem'. Wie geen probleem heeft, krijgt ook geen oplossing. En als je weet welke oplossing je wilt, weet je ook welk probleem je nodig hebt, om die oplossing te krijgen. Met die blik ga je heel anders naar problemen in je organisatie kijken. Problemen zijn er altijd, het is alleen zaak de juiste problemen te krijgen.

Als veertiger
De laatste jaren kwamen we elkaar vooral tegen in landelijke netwerken. Ik herinner me nog een flink aantal optredens op ledenvergaderingen als voorzitter van de inkoopcommissie. De commissie deed achter de schermen zijn werk, Hans legde uit wat er gebeurt was, en de inkoop was een feit. In financieel lastige tijden is dat budget nooit onder druk gekomen. Dat is wel een prestatie.

De laatste keer dat we samenwerkten zaten we samen in de jury van de innovatieprijs van de OBA. Opnieuw een genoegen om samen het beste initiatief te honoreren.

Anton Wachter
Het boek gaat dicht. Hans vertrekt. Ik heb veel van hem geleerd... En er zullen velen met mij zijn die dat zullen zeggen. Er vertrekt een fantastisch boegbeeld van het Nederlands openbaar bibliotheekwerk.

Anton Wachter jaagde zijn ideale liefde na, Hans zijn ideale bibliotheek. Vestdijk schreef in 1993 zijn 'Kind tussen vier vrouwen' en voltooide in 1960 de Anton Wachter-reeks met 'De laatste Kans'. Vestdijk deed 27 jaar over de zijn Anton Wachter. Hans had er in Amsterdam 26 jaar voor nodig. Boven het artikel zie je het beeld van Anton Wachter in Harlingen. Wie goed kijkt, ziet Hans.... met een pet op.

Anton Wachter verlaat de bibliotheek. Het ga je goed Hans!

Foto: Vestdijkkring

vrijdag 10 februari 2012

Waarom we boeven zijn...

MORE BEER

Hoe je als een simpele bibliothecaris een storm in een glas water kunt veroorzaken heb ik de afgelopen dagen wel ondervonden. Ik publiceerde een scherpe column over uitgevers en eBooks. Daarin noemde ik de uitgevers boeven. En ik weet nu al dat ik vast weer een paar keer mijn excuses moet aanbieden. Daarom maar eens wat uitleg bij de "boeven". Nu we weer wakker zijn, nu maar weer eens wat nuance.

Even een stukje geschiedenis
Op de eerste plaats (voor de uitgevers onder ons): ik ben geen onderhandelaar namens de bibliotheken. Ik ben een betrokken en vaak geduldige bibliothecaris met misschien wat meer contacten her en der dan gemiddeld. Op de tweede plaats: ik loop al een tijdje mee en heb de discussie rond eBooks met belangstelling gevolgd. Precies twee jaar geleden publiceerde ik de eerste en de tweede rede van Van Swelmen over eBooks. Dit naar aanleiding van een Overijsselse conferentie over eBooks. In mei 2010 schrijf ik uitgebreid over het TNO-rapport over eBooks . Daar bepleit ik dat er flink extra geld nodig is. Opmerkelijk: de bedragen die ik daar noemde lijken verdacht veel op de bedragen die uit het gemeentefonds gehaald gaan worden. Maar dat is ongetwijfeld toeval.

In 2011 kwam het bericht dat de uitgevers met een eigen platform voor eBooks zouden komen. Dat platform zou in april 2012 klaar zijn. De bibliotheken worden in dat plan van aanpak trouwens niet genoemd. In de zomer lees ik het opmerkelijke bericht dat de uitgevers met de bibliotheken de gesprekken afzeggen. Even later mogen de bibliotheken toch weer aanschuiven. Daar is dan al wel wat gekrakeel aan vooraf gegaan.

Welke hoed en welke rand?
Edwin Mijnsbergen schrijft in zijn reactie op mijn column dat waar rook is, toch ook ergens vuur moet zijn. Tegelijkertijd zegt hij niet van de hoed en de rand te weten. En dat weet ik dus ook niet. In een notendop schets ik hierboven de geschiedenis die iedereen kan weten. En natuurlijk zijn er vast een hoop gesprekken gevoerd achter gesloten deuren. Laten we zeggen dat waar we nu staan het maximaal haalbare was.

Koepel of afzonderlijk?
Verder kan ik uit alle informatie halen dat bibliotheken tot nu toe een koninklijke weg hebben bewandeld. Ze hebben telkens met de koepel van de uitgevers gepraat (GAU). Die koepel is natuurlijk een mix van uitgevers met koudwatervrees en uitgevers die de digitale wereld helemaal zien zitten. Wie met bibliotheken gaat praten kent ook bibliotheken met digitale koudwatervrees en bibliotheken die graag de digitale snelweg op gaan.

De vraag is of je niet gewoon moet starten met alleen de uitgevers die graag willen. Maar dan gaat daar natuurlijk ook het geld naar toe. Dus maar van start met wie wil?

Wie gaat inkopen?
Tot nu toe hebben bibliotheken veel profijt gehad van de inkoopcommissie onder leiding van Hans van Velzen. Maar in dit stadium moet je je afvragen of de inkoopcommissie inderdaad niet wat ondersteuning kan gebruiken. Stel dat je afspraken met veel uitgevers moet maken? Dat zal nog wel een aardige klus zijn? En wie gaat bepalen welke titels we graag willen hebben? Ik neem aan dat de inkoopcommissie niet zelf de digitale aanschafinformatie gaat doornemen. Dus volgens mij zou je hier goed een advies kunnen gebruiken van de bibliothecarissen in Nederland.

NBD|Biblion
Verder onderschatten we denk ik als bibliotheken de rol van de NBD|Biblion. Dat is namelijk de partij die voor ons alles inkoopt op gedrukt gebied. En daarmee een speler van belang richting uitgevers. NBD|Biblion kan bibliotheken goed helpen met deze positie. De onderhandelingen die zij voeren voor gedrukte boeken zou je kunnen doortrekken naar eBooks. En mijn oproep is dan ook vooral om als branche ons de kaas niet van het brood te laten eten en dat het wellicht nodig is om - als je echt resultaat wilt - ook wat druk uit te oefenen.

Rechtenvrije eBooks
In de column stel ik aan de orde dat we als branche ook nog steeds niet echt doorbreken met rechtenvrije eBooks. Dat punt laat ik hier staan. Misschien een idee om de nationale bibliotheekcatalogus straks wel daar helemaal mee gevuld te hebben?

Kortom, ik kan makkelijk schrijven over de uitgevers. Ook als bibliotheken hebben we het nodige te doen en hebben we iedereen nodig.

Waarom we boeven zijn
Ik durf niet te zeggen sind welk jaar ik in mijn werkplannen schrijf dat ik dit jaar toch echt verwacht dat thuisgebruik van bestanden echt zal doorbreken (u mag raden). Eerst ging dat alleen over informatiebestanden en nu gaat dat over eBooks. Als ik het goed begrijp wordt er nu twee jaar gepraat over die eBooks. Laten we zeggen dat de echt grote doorbraak nog moet komen.

Het punt dat ik maar wil maken: eigenlijk hebben wij die tijd niet. De uitgevers niet en de bibliotheken. En zo stelen we elkaars tijd en toekomst. En dat is een brute daad.

En daarom zijn we boeven.

Foto: Nubiu

vrijdag 16 september 2011

De substantiële bijdrage van GROTE bibliotheken aan de liefde

Library Amsterdam 08/07/2007
Grote bibliotheken dragen substantieel bij aan de liefde. U gelooft het niet? Ik ga het u uitleggen. Hans van Velzen, directeur van de bibliotheek in Amsterdam verklapte mij vandaag het geheim.

In mijn vorige blogpost loofde ik de kleine bibliotheken. Als er kleine bibliotheken zijn, zijn er ook grote bibliotheken. En de grootste van al die bibliotheken staat waar die hoort: in Amsterdam.

Uit mijn hoofd zo'n 25.000 m2 vloeroppervlakte met pc's, mac's, boeken, een restaurant, een dakterras, een theater, een radio- en tv-studio en o ja, ook nog gewoon een jeugdbibliotheek.

Volgend jaar bestaat die bibliotheek al weer vijf jaar. In die vijf jaar is het bezoekersaantal gegroeid naar 1,8 miljoen bezoekers per jaar. Een warenhuis dat elke dag van de week open is van 10 uur 's ochtends tot 10 uur 's avonds. En om 10 uur 's avonds moet het personeel de klanten verzoeken om naar huis te gaan.

Hotspot van literatuur en cultuur
Wat we zien is dat in kleinere plaatsen de voorzieningen moeten vechten om te kunnen blijven bestaan. Samenwerking, zelforganisatie en verdergaande automatisering moeten daar uitkomst bieden.

Voor grote bibliotheken geldt een hele andere uitdaging: weten die zich te ontwikkelen tot een grote culturele hotspot voor literatuur, cultuur, muziek, debat en ontmoeting. Bibliotheken die een alternatieve huiskamer worden, een third place zo je wilt.

De gemiddelde verblijfsduur van klanten in Amsterdam is twee! uur. Vooral onder jongeren is de verblijfsduur nog langer. De drukste dag is de zondag. Overal zitten mensen die bezig zijn met leren, internetten of die gewoon met elkaar aan het kletsen zijn.

En inderdaad: ontmoeting is wel één van de belangrijkste functies geworden. Maar wel binnen een context van cultuur.

Dates
Hans van Velzen - de directeur van de bibliotheek - vertelde me dat de bibliotheek zeer regelmatig wordt gebruikt voor dates. Sterker nog, hij heeft een enkele maal bedankjes gehad van geliefden die elkaar hadden gevonden in de bibliotheek.

Door de opkomst van datingsites is er een grote behoefte gekomen aan een veilige plek voor een eerste afspraak. De bibliotheek is zo'n veilige plaats. En trouwens wie afspreekt in de bibliotheek komt cultureel over. Ook niet onaardig. Tja, dan bekijk je OBA ineens met heel andere ogen. Bij elke bezoeker denk ik nu: "zou dat er één zijn?"

En ja, zei hij, ook blijft er regelmatig wel eens iemand zitten. Dan heeft de ander al gezien: dat wordt niks en is stilletjes afgedropen. De bibliotheek leent straks geen boeken meer uit maar levenspartners en one-night-stands

Binnenkort staat in het jaarverslag niet alleen het aantal uitleningen maar ook het aantal geslaagde dates. Ik geloof zeker in GROTE bibliotheken. Ze leveren een substantiële bijdrage aan de liefde.

Foto: Freek Dech