dinsdag 23 mei 2023

Hoe bibliotheken stilletjes voorsorteren op een vaste plek voor de Bibliotheek op school


Het is druk op het landelijke beleidstoneel. Er speelt veel en het kost mij best moeite om alles bij te houden. Op het ene moment open staatssecretaris Uslu nog het subsidieloket of het volgende onderwerp voor bibliotheken komt voorbij: het masterplan Basisvaardigheden. Een jaar geleden kwam dit onderwerp voor het eerst in de Kamer en toen schreef ik er ook over. Het masterplan Basisvaardigheden is ook een voortvloeisel uit het regeerakkoord en moet het funderend onderwijs (PO en VO) helpen om betere resultaten te leveren rond taal en rekenen in eerste aanleg en in het verlengde ook op digitale geletterdheid en burgerschap. Er wordt een oplopend bedrag van bijna € 1 miljard structureel voor uitgetrokken. 

Het masterplan is opgebouwd rond vijf pijlers waarvan één gaat over school en omgeving met de nadrukkelijke aandacht voor boeken lezen op school. Ook toen werd de Bibliotheek op school al genoemd en gemeld dat er meer moest worden samengewerkt met de bibliotheek.  

In de afgelopen week stuurde minister Wiersma de kamerbrief over de voortgang van het Masterplan naar de kamer gestuurd en op maandag 22 mei vond er het kamerdebat over plaats. Ik neem u mee langs de relevante punten voor openbare bibliotheken. 

De kamerbrief en het plan van aanpak

De minister heeft in de kamerbrief zichzelf een redelijk stevige opdracht gegeven. Het niveau moet omhoog. Eind van het schooljaar 2027/2028 moeten nagenoeg alle leerlingen het voortgezet onderwijs op niveau 2F zitten. Onder dat niveau wordt je in de regel laaggeletterd genoemd. Dat is een stevige ambitie want dan heeft de minister hier maar vijf jaar de tijd voor. Oudgedienden in het bibliotheekvak zullen zich de ambitie van de leescoalitie nog herinneren: in 2025 zou geen enkel kind met een leesachterstand de basisschool verlaten... 

De bibliotheek op school neemt in deze opdracht best een belangrijke plek in. De belangrijkste rol ligt natuurlijk bij het onderwijs. De kernpassage uit deze brief voor openbare bibliotheken is wat mij betreft deze. 

'Lezen en schrijven zijn misschien wel de ‘basis van de basis’. Dat begint al vroeg, als kinderen woordjes leren door voorgelezen te worden door hun (groot)ouders of andere opvoeders. Specifiek op het gebied van leesvaardigheid richt ik mij, naast het klaslokaal, ook op de omgeving van de school.

De staatssecretaris voor Cultuur en Media en ik investeren opnieuw in bewezen effectieve aanpakken voor leesbevordering om de school heen. Het gaat dan onder meer om Boekstart in de kinderopvang en de Bibliotheek op School. Ik wil dat we deze ondersteuning meer gaan richten op scholen die dat het meest nodig hebben en hen daarbij zoveel mogelijk ontzorgen. Ik ben daarvoor een meer gerichte en verbeterende aanpak aan het ontwikkelen die in de loop van volgend schooljaar scholen nog beter zal helpen en die scholen een perspectief biedt voor meerdere jaren. Dit gaat zowel om nieuwe locaties van de Bibliotheek op School als om een verbetering van de hulp op bestaande locaties. In het verlengde van de motie-Mohandis  loopt daarnaast momenteel het onderzoek naar wat er nodig is om de Bibliotheek op School verder te verduurzamen op de lange termijn. Het plan voor duurzame borging op de lange termijn dat gebaseerd is op dit onderzoek presenteer ik dit najaar.

Kennis voor professionals wordt gedeeld via de website van de Bibliotheek op School. Daarnaast wordt kennis over succesvolle voorbeelden gedeeld via de leesmonitor van Stichting Lezen, op conferenties zoals lezen Centraal, via de kernteams van Stichting Samenwerkende PIO’s Nederland (SPN), in publicaties vanuit Kunst van Lezen en magazines zoals Lees Lezer Leest!'

Zo, daar wordt in een paar zinnen veel gezegd. Op de eerste plaats dat de Bibliotheek op school  moet worden ingezet om scholen zoveel mogelijk te ontzorgen. Dat betekent in mijn ogen dat hier dan ook mogelijkheden en middelen voor komen. Daarnaast zegt de minister dat hij dat wil doen op scholen die dat het meeste nodig hebben. Dus niet alle scholen maar via een rangschikking. Je kunt denken aan de score van scholen, type scholen waar het harder nodig is etc. 

Op de derde plaats meldt de minister dat het niet alleen gaat om nieuwe locaties - waar de huidige eenmalige subsidieregeling over ging - maar ook over verbetering van bestaande locaties. Daarbij wijst hij op de motie van Mohandis die gaat over de structurele financiering van de Bibliotheek op school

Tot slot wordt in de brief ook er nog even op gewezen dat er al een landelijk team is dat de uitvoering doet. Ergo: je hoeft niks op te bouwen maar je kan gelijk aan de slag...

Wie dus goed deze regeltjes leest, kan toch eigenlijk niet anders dan concluderen dan dat hier een opmaat naar een vorm van structurele financiering lonkt voor de Bibliotheek op school. Het staat er niet direct maar in het najaar gaat de minister met iets komen. Hoe? Dat weten we nog niet. Hoewel, daar kom ik zo op terug.

In het plan van aanpak, als bijlage bij de beleidsbrief, staat nog onderstaande doelenboom. Die gaat overigens nog uit van de plannen zoals ze vorig jaar gepresenteerd werden. De beleidsbrief is dus al een slagje verder. 

Onderzoek Kwink

Afgelopen week maakt KWINK bekend dat zij het onderzoek gaan doen naar de duurzame verankering van de Bibliotheek op school. KWINK is een bekende voor bibliotheken. Zij deden ook de evaluatie van de bibliotheekwet. Een evaluatie die bijdroeg aan de besluitvorming om extra te investeren in het bibliotheekwerk. KWINK schrijft zelf op hun website dat ze het volgende gaan doen.  

Het ministerie van OCW heeft KWINK groep gevraagd om onderzoek te doen naar de voorwaarden voor de duurzame verankering van dBos. Daarvoor dient allereerst inzichtelijk te zijn op welke wijze de huidige samenwerking tussen bibliotheken en scholen is vormgegeven. Ten tweede is het van belang dat in beeld wordt gebracht welke wensen vanuit scholen en bibliotheken hebben. Deze uitkomsten dienen vertaald te worden naar voorkeursscenario’s. 

Reactie VOB

De VOB heeft de Kamer een brief gestuurd als inbreng bij deze beleidsbrief. Die is in lijn met wat Wiersma zegt. Op één punt na. Probeer die maar eens te vinden. 

'De investering van 12,9 miljoen uit het masterplan basisvaardigheden is incidenteel. Structurele borging is noodzakelijk, zodat scholen en bibliotheken gericht aan de slag kunnen om samenwerking te starten, versterken en/of te verdiepen. Hiermee borgen we de continuïteit en kwaliteit van deze succesvolle aanpak in het hele land. Het is daarom zeer positief dat minister Wiersma en staatssecretaris Uslu werken aan een meerjarige toekomstvisie voor de bibliotheek op school. Een concreet tijdspad ontbreekt echter. Onze oproep is om daarom voor de zomer perspectief te bieden. Hierbij vragen we ook nadrukkelijk aandacht voor de ontluikende geletterdheid van jonge kinderen van 0-4 jaar. Door de samenwerking tussen de kinderopvang en bibliotheken te intensiveren middels het programma BoekStart kunnen we voorkomen dat kinderen uit kwetsbare taalarme gezinnen met een taalachterstand aan de basisschool beginnen.'  

De minister zegt dat hij in het najaar met een invulling komt. De VOB vraagt om al voor de zomer perspectief te bieden? Waarom? Ik denk omdat je, als je voor de zomer al perspectief kunt bieden, je na de zomer al aan de slag kunt.  Wie na de zomervakantie pas duidelijkheid biedt, verliest een schooljaar... 

Het Kamerdebat

Tja, dan het Kamerdebat maandag. Ik moet zeggen dat ik het niet helemaal heb gevolg. Het was een debat van zeven uur. Ik moest me dus behelpen met slim scrollen door het debat.  Wat mij steeds meer stoort bij de debatten is hoe weinig partijen eigenlijk deelnemen. Bij dit debat namen VVD, CDA, D66, SP, Groen Links, Christen Unie en PVV deel. Dat niet alle partijen deelnemen snap ik, maar in dit rijtje miste ik wel een paar cruciale. Maar hulde voor de partijen die erbij waren. Het was overigens een debat op maandag. Dat is overigens ook redelijk ongebruikelijk. 

Wat je zag in het debat dat de rol van de minister naar het onderwijs een ingewikkelde is. De minster gaat over de doelen en het wát. De scholen gaan over het onderwijs en het hoé. De minister kan een curriculum vaststellen aan de voorkant en kan de inspecteren aan de achterkant. Maar dat proces daartussen is van de scholen. Met stevige en ambitieuze doelstellingen maar geen zeggenschap over het onderwijsproces zegt de minister zelf dan ook al wel dat hij een flink aantal disclaimers heeft. In dat licht is samenwerken met de bibliotheken wellicht toch een interessante. Door daar op te investeren, schuif je eigenlijk een methode de school in (die ook nog effectief bewezen is) zonder ingewikkelde discussies over de autonomie van de scholen. Maar goed, misschien is het ook wensdenken van mij. 

Met name Westerveld van Groen Links staat nog even stil bij het leesplezier van kinderen. En ze stelt vragen over de financiering van de Bibliotheek op school in relatie tot de voorjaarnota. Dat lijkt nog te gaan over aanvullende middelen op de € 12,9 miljoen die eerder is toegezegd. Een echt helder antwoord heb ik gemist. Maar dat kan ook aan mij liggen. 

Bij de moties wordt door CDA en SP nog geprobeerd om digitale geletterdheid een wat lagere positie te geven dan taal en rekenen en Van Meenen van D66 vindt dat het wel alleen over taal en lezen mag gaan. Een beetje handige minister weet dat wel te pareren door de rangschikking van de onderwerpen nog eens te benoemen. En dat doet Wiersma ook. Volgende week wordt gestemd over de moties maar die hebben geen directe invloed voor bibliotheken. En daarmee doe ik een heleboel andere onderwerpen die wel aan de orde kwamen direct tekort. 

Bibliotheken sorteren stilletje voor

Afdronk? Ik ben blij dat ik geen minister van onderwijs ben. Wat een ingewikkelde positie. Maar ik kan me toch niet aan de indruk onttrekken dat bibliotheken zich stilletjes staan voor te sorteren op een volgende stap in het bieden van leesplezier. Een volgende stap waar geen vragen over werden gesteld en die niet ter discussie staat. De VOB wil die stap voor de zomervakantie, de minister stelt voor in het najaar terug te komen. Hoe dan ook een goede uitgangspositie. 

U bent weer bij en weet dat u met uw bibliotheek een beetje mee mag voorsorteren op een mogelijk vervolg. Maar geduld is een schone zaak.  

Geen opmerkingen: