zondag 26 juni 2022

Nog lang niet alle kinderen zijn lid van de bibliotheek (ook al wordt het nu gratis)


Je zou denken dat bijna alle kinderen wel lid zijn van de bibliotheek. Nou, dat valt toch nog tegen. Slechts 55% van alle kinderen is lid van de bibliotheek. Dat cijfer rolt uit het Dashboard Bibliotheekleden van de Koninklijke Bibliotheek. Ik schreef al eens eerder over dit mooie dashboard waarbij ledengegevens zijn gekoppeld aan CBS-bestanden. Toen ging het over het feit dat niet-westerse migranten net zo goed gebruik maken van de bibliotheken als autochtone Nederlanders. En nu keek ik dus maar een naar het bereik onder de jeugd.

En met een goede reden volgens mij. Want vanaf 1 juli is het bij wet geregeld dat voor alle kinderen tot 18 jaar gratis lid zijn van de bibliotheek. Dat was bij bijna alle bibliotheken al zo maar de bibliotheekwet liet ruimte dat de gemeenteraad anders zou kunnen beslissen. Die uitzonderingsclausule is uit de wet gehaald en per 1 juli zijn alle bibliotheken dus verplicht om kinderen gratis in te schrijven en lid te laten zijn tot en met het zeventiende levensjaar. 

Maar goed, 55% is maar lid, daar valt dus nog wel wat te winnen. Op bovenstaande kaartje heb is het geplot naar gemeente. Daarin zie je dat het per gemeente en provincie nog wel kan verschillen. Overigens zitten niet alle gemeenten in het dashboard zoals je ziet. Van de 140 bibliotheekstichtingen hebben er 106 gegevens aangeleverd voor dit dashboard. Toch zijn de cijfers zeer representatief. Van de 17,5 miljoen Nederlanders zijn er 14,5 miljoen meegenomen in het dashboard. Van die 14,5 miljoen Nederlanders, zijn er 2,7 miljoen onder de achttien. En van die 2,7 miljoen kinderen zijn er 1,5 miljoen lid van de bibliotheek. 1,2 miljoen dus niet. Wie dit doortrekt naar de hele Nederlandse jeugd ziet dat van de 3,3 miljoen jeugdigen er ongeveer 1,5 miljoen geen lid zijn van de bibliotheek. Genoeg reden om eens verder te kijken. Want blijkbaar bereiken bibliotheken nog lang niet alle kinderen.

Dunbevolkte provincies scoren goed

De slechts scorende gemeente is het Gelderse Buren waar minder dan 20% van de kinderen lid zijn. Dit is een gemeente die onlangs weer heeft gekozen voor heraansluiting bij Bibliotheek Rivierenland na jaren gewerkt te hebben met Karmac. De keuze voor Karmac destijds is desastreus geweest voor het bereik onder kinderen. Dat percentage gaat de komende jaren met de bibliotheek Rivierenland daar zeker weer sterk groeien.

Gelderland als geheel scoort trouwens bovengemiddeld. Opvallend is dat relatief dunbevolkte provincies als Zeeland, Drenthe, Groningen en Flevoland relatief goed scoren. Dat terwijl de afstand tot de bibliotheek daar vaak groter is. In de randstedelijke provincie Noord- en Zuid-Holland en Utrecht is de score juist beneden gemiddeld. En dat terwijl de bibliotheek daar vaak dichterbij is. Friesland is tussen deze randstedelijke provincies dan weer een uitzondering. 

 In bijna 30% van de gemeenten is minder dan 50% van de kinderen lid


Ik heb een uitsplitsing gemaakt naar gemeenten waar minder dan 50% lid is van de bibliotheek, waar 50% tot 75% lid is en waar meer dan 75% van de kinderen lid zijn van de bibliotheek. Dan zie je dat in bijna 30% van de gemeenten minder dan de helft van de kinderen lid is van de bibliotheek. Bij het merendeel is 50% tot 75% lid van de bibliotheek en maar in 6% van de gemeenten is meer dan 75% van de jeugd bibliotheeklid.

Kunnen wel alle kinderen lid worden?


Ja, en nu hoor ik u denken: 'maar alle kinderen lid, dat kan toch ook niet?' Want je hebt toch ook heel veel jonge kinderen en die zullen wel niet allemaal lid zijn. Dat klopt inderdaad. Hoewel programma's als Boekstart proberen om zoveel mogelijk zuigelingen al lid te maken, is dat ook de leeftijdscategorie waar nog het meest te winnen is. Van de de kinderen tot zes jaar is inderdaad maar 32% lid. Dat stijgt stapsgewijs tot 70% in de bovenbouw van de basisschool en dat blijft ook zo in de eerste jaren van de middelbare school.  Van de vijftien- tot achttienjarigen is nog 60% lid. 

Na achttien, en waar men dus bijna overal moet gaan betalen, decimeert het letterlijk en figuurlijk. Het percentage lidmaatschap daalt van 60% naar 9%. Die contributievrijdom werkt dus wel. Maar de vraag is ook hoeveel 'slapende' leden er al zitten tussen de vijftien- tot achttienjarigen.

Conclusie is dat er over de volle linie een flink aantal kinderen geen lid is van de bibliotheek. 45 op 100 gemiddeld. 

Verschil tussen de WSOB-gegevenslevering en het Dashboard leden


Ik vond zelf die 55% aan de lage kant. Ik had altijd gedacht dat het percentage hoger lag. Ik pakte de cijfers van de WSOB gegevenslevering erbij. De meest recente zijn van 2020, het eerste coronajaar. Uit die cijfers blijkt dat 66% van de kinderen lid is. Daar zit een verschil tussen van 11 procentpunt. Dat is best significant. Toch valt dat verschil wel voor een groot deel te verklaren en ik heb hierover ook contact gehad met de onderzoekers van de Koninklijke Bibliotheek. Ik zet een paar punten op een rij.
  • Jaar verschil: De WSOB is van 2020 en het dashboard is van 2021. Beide getallen komen uit de coronacrisis maar het dashboard is van verder in de crisis. Bekend is dat we minder jeugdleden hebben ingeschreven door een lange periode waarin de bibliotheek dicht was. Dit kan een verklaring geven van enkele procentpunten.
  • Dubbele inschrijvingen: Kinderen zijn soms ingeschreven bij twee bibliotheken. Men woont in de ene plaats maar gaat naar de middelbare school in de andere plaats. Dat levert twee abonnementen op. De WSOB telt deze als twee abonnementen omdat de cijfers van afzonderlijke stichtingen telt, het dashboard ontdubbelt deze doordat naar huisadres wordt gekeken. Ook dit kan een verklaring van enkele procentpunten geven. Ik was zelf zo'n leerling. Wonen in de ene plaats en ook lid in de plaats waar mijn middelbare school stond.
  • Inschrijvingen schoolbibliotheken: Een aantal bibliotheken kan door de strenge AVG-regels kinderen nog wel inschrijven in het schoolbibliotheeksysteem maar niet meer als gewoon bibliotheeklid omdat daar telkens toestemming van de ouders voor nodig is.  Soms worden deze leden dan wel opgegeven in de WSOB-gegevenslevering maar komen ze niet door het filter van het dashboard bibliotheekleden. Overigens kunnen deze kinderen dan ook geen gebruik maken van bijvoorbeeld de luisterboeken van de online bibliotheek. Verder komt het voor dat schoolbibliotheeksystemen soms niet gekoppeld zijn aan de bibliotheeksystemen. Ook in dat geval zijn kinderen wel lid van de schoolbibliotheek en niet van de openbare bibliotheek. Hoe wijdverbreid dit fenomeen is, durf ik niet te zeggen. Maar ik ben het op verschillende plekken tegengekomen. Lijkt me overigens een goed onderwerp om eens nader onderzoek naar te doen bij de Bibliotheek op school.
  • Onbekende adressering: Het dashboard bibliotheekleden matcht bibliotheekleden met postcodes bij het CBS. In een zeer gering aantal gevallen kan geen goede match gemaakt worden om verschillende redenen. Deze aantallen worden uit de selectie gehaald. Als de deze aantallen afwijken van het gemiddelde zouden ze invloed kunnen hebben op de percentages. Het kan een hele kleine invloed hebben gehad maar de eerste drie samen lijken me de meest logische verklaring.
Naast het verschil in aantallen is er ook nog een ander belangrijk verschil tussen de WSOB en het ledendashboard dat is aangevuld door het CBS. De leden zijn in het dashboard geplaatst in de plaats waar ze wonen. Stedelijke bibliotheken die bijvoorbeeld veel regionale leerlingen inschrijven, zullen dus een groot verschil in bereik zien tussen de WSOB-cijfers (waar de regionale leerlingen meetellen bij de bibliotheek) en het ledendashboard (waar de regionale leerlingen meetellen in hun eigen gemeente). Stadkamer Zwolle is daar met abonnementen voor alle ROC- en VO-leerlingen het beste voorbeeld van.

Werk aan de winkel!


Tja, 45 op de 100 kinderen is geen lid van de bibliotheek. Zo'n 1,5 miljoen in totaal. Nogmaals er wordt door iedereen hard gewerkt, en ja, we hebben heel veel geïnvesteerd in leesbevordering met scholen. Ga zo door, zou ik zeggen. En ja, we bereiken heel veel kinderen, meer dan enige andere instelling. Maar we bereiken er ook nog heel veel niét. En ik weet, een bibliotheeklidmaatschap is niet zaligmakend maar het is, zeker voor kinderen, toch wel een sleutel naar heel veel leesplezier en een rijke taalomgeving. En juist de kinderen die we nu niet bereiken, zijn waarschijnlijk de kinderen die die rijke taalomgeving nu missen. En juist deze kinderen hebben onder andere de bibliotheek nodig om tot kansengelijkheid te komen. De Bibliotheek Utrecht is om deze reden dan ook een campagne gestart. Men werft actief via ambassadeurs om kinderen lid alsnog lid te maken. Utrechters kunnen een poster achter hun raam hangen om aan te geven dat je daar aan mag bellen om hulp te krijgen om je kind lid te maken van de bibliotheek. Nooit gedacht dat dat in dit land nodig zou zijn maar ik denk dat de Bibliotheek Utrecht de spijker wel op zijn kop slaat. 

Wie dacht dat we alle kinderen wel bereiken, komt dus bedrogen uit. 45 van de 100 kinderen is (nog) geen lid.  100% kan en hoeft het ook niet te worden maar volgens mij ligt hier echt nog wel groeiruimte. Dus ligt er volgens mij nog heel veel werk op ons te wachten. En na 1 juli is het dus misschien ook niet zo gek om gewoon ordinair een ledenwerfcampagne te starten voor jeugdleden. Want het is nu overal gratis en we kunnen een hoop kinderen er nog mee helpen.  

De minister heeft de laatste contributiedrempel geslecht, nu is het aan ouders, scholen maar ook zeker de bibliotheken. Hup, aan het werk!

Aanvulling op 30 juni: Ik heb een kort vervolgartikel geschreven met nog meer nuance over deze ledencijfers naar aanleiding van aanvullende informatie die ik ontving. Dat artikel vind je hier.

Wie de cijfers op gemeenteniveau (of zelfs op wijkniveau) nog eens na wil kijken in een excelbestand, die kan terecht bij deze bestanden van het cbs.

3 opmerkingen:

Zomer65 zei

Lagere cijfers kunnen soms ook het gevolg zijn van lokale keuzes. Bij bibliotheek Kennemerwaard bedienen we meer dan 45 basisscholen en 45 locaties kinderopvang met de Bibliotheek op School en Boekstart. Deze kinderen worden allemaal enthousiast gemaakt voor de bibliotheek, maar kiezen er niet altijd voor om lid te worden. Of als ze wel lid zijn geweest maar een jaar lang geen gebruik van de pas hebben gemaakt uitgeschreven worden uit het systeem. Wij hanteren in onze verantwoording naar de gemeenten dus altijd de daadwerkelijk ingeschreven aantallen én benoemen daarnaast hoeveel kinderen we bereiken via de scholen. Daar zit een bepaalde dubbeling in, het toont ook aan dat we meer kinderen bereiken dan de cijfers in eerste instantie laten zien.

Mark Deckers zei

@zomer65: Dank voor je toelichting. Fijn om die inkleuring te horen. Het bevestigt wat ik inderdaad wel dacht. En ja, zo'n opmerking maak ik inderdaad ook in de tekst. Het percentage lid zegt zeker niet alles over de inzet voor de jeugd. Toch zie ik nu wel dat door de Bibliotheek op school het nu soms zo is dat kinderen - doordat ze het alternatief van de bibliotheek op school hebben - niet meer lid worden van de bibliotheek. Ook dat is geen waardeoordeel maar meer een constatering.

Ina Esman zei

Fijn overzicht! Weet jij of er nog wel inschrijfkosten gerekend mogen worden voor jeugdleden, of dat die ook moeten vervallen nu de bibliotheek gratis is voor jeugd t/m 18 jaar?
En mag er telaatgeld worden gerekend bij te laat inleveren?