Heel soms ben ik teleurgesteld in de politiek. De afgelopen week was zo'n week. Het ging over het leesoffensief en de beleidsbrief hierover van de ministers Slob en Van Engelshoven. Nadat Arjen Lubach zich met de leescrisis was gaan bemoeien had ik gedacht, dat er nu echte stappen zouden volgen. Ik neem u mee in mijn teleurstelling.
Op de eerste plaats: Ik heb iedereen die zich inzet in de politiek hoog zitten. Of je nu minister, burgemeester of gedeputeerde bent, het zijn rotbanen. Iedereen weet het namelijk altijd beter, je doet het nooit goed en je verdient een fractie van wat je in het bedrijfsleven zou hebben verdiend.
Arie Slob, onze huidige minister van Onderwijs, heb ik een paar keer ontmoet. Eén keer in zijn functie als directeur van het HCO en een paar keer tijdens verschillende halve marathons die we allebei liepen. Hij harder dan ik trouwens. Altijd vriendelijk en voorkomend.
Ingrid van Engelshoven heb ik nooit persoonlijk ontmoet. Wel heb ik haar als wethouder van Den Haag ooit een bevlogen verhaal horen vertellen over het leren van de Nederlandse taal tijden een bijeenkomst van Oefenen.nl.
Allebei goeierikken dus. Zo, dat is maar vast gezegd.
Het probleem: 1 op de 4 jongeren laaggeletterd
Het item van Lubach was grotendeels gebaseerd op het Pisa-rapport. In februari van dit jaar behandelde ik hier dat rapport al en ik noemde dit rapport het luchtalarm van de leescrisis. Uit dat rapport blijkt dat 24% van de 15-jarigen zo slecht kan lezen en schrijven dat deze als volwassenen laaggeletterd zijn. Dat percentage was zes jaar eerder - schrik niet - 14%. En wie de cijfers binnen Europa vergelijkt ziet dat Nederland is afgegleden naar ongeveer het slechtste jongetje van de klas. Met name op leesmotivatie scoren Nederlandse kinderen dramatisch. Lubach noemt dat de leeshaat.
Met andere woorden: wie het tij wil keren, heeft niets aan halve maatregelen. Met ongewijzigd beleid gaat het percentage jongeren dat laaggeletterd is gewoon verder stijgen. Wie zich afvraagt waarom er steeds meer volwassen laaggeletterden zijn: hier zit dus het lek. En zolang die kraan niet dicht gaat, is het dweilen met de kraan open. In die zin zijn taalhuizen de symptoombestrijders van te weinig aandacht voor taal en lezen bij kinderen.
De Leescoalitie: Tijdvooreenleesoffensief.nl
Toch is er goed nieuws. Er is een leescoalitie die zich hiervoor inzet. Met heus manifest voor een leesoffensief. U vindt dat manifest hier.
Even ter herinnering: In 2012 werd de Leescoalitie opgericht. Een samenwerkingsverband van toen CPNB, Stichting Lezen, Stichting Lezen & Schrijven, SIOB (nu: KB) en VOB. Bij het bibliotheekcongres in 2014 presenteerde Prinses Laurentien de ambities van de leescoalitie en ik heb ze later nog vaak gebruikt:
In 2025 verlaat geen kind de school met een leesachterstand en
In 2025 is elke volwassenen geletterd of in een traject op weg daar naar toe.
Het was in de Beurs van Berlage dat ze deze woorden uitsprak tegenover honderden bibliothecarissen. Het werd stil... en iedereen begreep dat dit een ambitieuze maar broodnodige doelstelling was.
Van de leescoalitie heb ik daarna niet zo heel veel meer gehoord. Tot nu gelukkig. Want het manifest waar men mee komt bevat wel een aantal aanknopingspunten:
Zo stelt het dat:
Lezers worden gemaakt, niet geboren. Het Leesoffensief heeft als uitgangspunt dat alle inwoners van Nederland een goede leesvaardigheid ontwikkelen. Lezen, goed kunnen lezen, zou kabinetsbreed beleid moeten zijn.Dus beste volksvertegenwoordigers: werk aan de winkel. Kom met beter en intensiever beleid dan er is.
Tegelijkertijd stel het dat:
De Leescoalitie roept daarom alle onderwijs- en leesbevorderingsorganisaties, en iedereen die zich inzet voor lezen, op tot een Leesoffensief. Alleen samen kunnen wij het tij keren. Het Leesoffensief zien wij als een beweging van onderwijs-, leesbevorderings- en andere relevante maatschappelijke organisaties die het belang van lezen maatschappelijk en politiek agenderen vanuit een gezamenlijk gedragen visie.
Dat is een mooie balans. Het mes moet aan twee kanten snijden: meer aandacht van de politiek maar ook nog meer samenwerking tussen alle partijen die zich voor onderwijs en leesbevordering inzetten.
Hier word ik blij van. Het was nog mooier geweest als er ook al een bedrag was genoemd. Mensen die er verstand van hebben, zeggen dat dat nog te vroeg is. Daar word ik dan weer moedeloos van... We zijn al van 14% naar 24% laaggeletterdheid gegaan onder 15-jarigen. Hoe lang wil je dan nog wachten met ingrijpen?
Beleidsbrief Slob en Van Engelshoven over Leesoffensief
Op dezelfde dag dat de Leescoalitie het manifest openbaarde, stuurden de ministers Slob en Van Engelshoven de beleidsbrief over het leesoffensief naar de kamer. Een afgesproken een-tweetje dus.
De twaalf pagina's tellende brief start met:
Kinderen leren lezen is een van de belangrijkste doelen van het onderwijs. Leesvaardigheid is nodig om kennis te vergaren, kritisch te zijn op informatiestromen en om mee te kunnen doen in de maatschappij. Wij maken ons zorgen over de leesvaardigheid en het leesplezier in Nederland. We zien al een aantal jaren dat het leesplezier daalt, en we zien ook dat de leesvaardigheid van met name zwakke lezers daalt. We vinden dit onacceptabel en leggen ons hier niet bij neer.
Dat is een hoopvol begin... men gaat zich er niet bij neerleggen. Maar daarna voel ik mezelf tijdens het lezen in een moeras zakken. Er komt een technische analyse wat er mis gaat in het onderwijs en er worden speciale doelgroepen benoemd.
Daaruit vloeien voor de ministers drie actielijnen:
1) Een betere structurele verankering van leesvaardigheid in het onderwijs
2) Stimuleren van meer leesplezier
3) Actie-agenda met maatschappelijke partners
Bij die drie lijnen noemen ze telkens allerlei projecten die al lopen, hoe belangrijk ze zijn en dat we daarmee door moeten.
Het gaat niet om een klein probleem of beperkte doelgroepen
En daar gaat het naar mijn gevoel mis in de brief.... Als het hier zou gaan om een klein probleem voor een beperkte doelgroep zou dat allemaal kloppen. Dat los je op met een paar projecten.
Maar het is geen klein probleem en het gaat niet om beperkte doelgroepen! Als een kwart van de jongeren laaggeletterd is, moet er iets fundamenteel anders, is er veel meer gevoel van urgentie nodig en bovenal: veel meer inzet.
Waar ik ook kijk in de brief: er wordt niets nieuws aangekondigd. Niet anders dan dat het met curriculumvernieuwing maar mee moet. Het onderwijs moet hier het gevoel krijgen dat zij het zoveelste probleem zelf mogen oplossen. En misschien dat het nu nog niet lukt want we hebben onze handen ook nog vol aan corona.
De beleidsbrief stelt:
Tegelijkertijd is het in de huidige situatie, waarin de coronacrisis scholen in zijn greep houdt en het uiterste vergt van schoolleiders en leraren, niet eenvoudig om dit complexe probleem van teruglopende leesvaardigheid en teruglopend leesplezier aan te pakken en er extra aandacht aan te besteden.
Deze minister stelde onlangs 360 miljoen beschikbaar voor de verbetering van luchtventilatie op scholen. 360 miljoen omdat op 11% van de scholen het systeem onvoldoende was. Het PISA-rapport stel dat 24% van de jongeren laaggeletterd is... Welk bedrag denkt u dat er in de brief staat?
Leest u even mee en kijkt u even mee of u het bedrag kunt ontdekken voor de crisis die groter is dan de luchtventilatie:
Bij alle betrokken partijen die wij in de afgelopen maanden hebben gesproken, is het besef aanwezig dat het tij gekeerd moet worden en dat alle Nederlandse leerlingen goed moeten kunnen lezen als zij van school af komen. Er is echter nog een slag te maken tussen dit besef en de daadwerkelijke aanpak op scholen. Het leesoffensief moet ervoor zorgen dat vereende krachten en een gecombineerde inzet op zowel korte als lange termijn leidt tot een duurzame verandering in het leesonderwijs en in de leescultuur.
Ik keek nog een keer goed. Hield hier de brief op? Miste er niet een velletje? Nee, hier hield het op. 360 miljoen voor ventilatiesystemen. Voor de leescrisis een paar lieve woorden.
Lobby!
Mensen die wijzer en geduldiger zijn dan ik, zeggen dat er nog beleid komt na deze brief. Dat het opgebouwd wordt. Dat het iets wordt van de nieuwe regering en het regeerakkoord. Als dat zo is, is het vooral een oproep aan onszelf als bibliotheken om een krachtige lobby in te zetten. Niet alleen maar samen met vele partijen uit onderwijs en maatschappelijk middenveld.
Voor goede taalontwikkeling moeten leeskilometers worden gemaakt. Daar kunnen scholen, kinderopvang, bibliotheken en ouders elkaar de hand reiken. Bibliotheken kunnen daar collectie, expertise en enthousiasme in aanbieden. Bibliotheken zijn een schakel. We hebben iedereen nodig om dit tij te keren.
Beste ministers, dank voor jullie werk en jullie zullen er ook alles aan proberen te doen. Ik twijfel er geen moment aan. Maar ik, als bibliothecaris begin langzaam de hoop te verliezen. In 2014 hoorde ik de grote ambities voor 2025. Daar heb ik me achter geschaard en voor ingezet.
Bibliotheken hebben dwars door de banken- en Eurocrisis op 50% van de basisscholen een leesprogramma en een schoolbibliotheek opgezet. En dat terwijl onze budgetten krompen. We hebben 20%-25% van ons personeel omgeschoold naar leesconsulenten. Er zijn taalhuizen opgericht met veel betrokken en vrijwillige taalmaatjes.
Dat alles gedaan en ondertussen overal bezuinigingen.
Wij willen ons bijdrage leveren aan het oplossen van de leescrisis. We willen ook op de tweede 50% van de basisscholen een leesprogramma en een schoolbibliotheek starten. We willen alle VO-leerlingen helpen met het boek dat hen raakt. We willen nog meer ouders helpen om voor te lezen.
Leesplezier zorgt voor gelijke kansen
Maar bovenal willen we leesplezier maken. Want plezier is een motor die zorgt dat je er mee doorgaat. Overal lees ik in verkiezingsprogramma's over gelijke kansen. Die gelijke kansen beginnen echt met gelijke kansen in taal. En gelijke kansen in taalontwikkeling begint met (voor)leeskilometers.
Leesplezier zorgt voor gelijke kansen. En daar niet in investeren is naar mijn gevoel een gemiste kans. Stop met dweilen terwijl de kraan nog open staat. Zorg dat jongeren geen leesachterstand oplopen. Met meer voorleesplezier thuis of in de kinderopvang met minder achterstand naar het basisonderwijs. Met meer leeskilometers in het basisonderwijs gaan kinderen naar een hoger schoolniveau. En met mooie leesprogramma's in het voortgezet onderwijs zorgen we zo dat dat percentage laaggeletterde jongeren eindelijk teruggedrongen wordt.
Mogelijk? Zeer zeker! Maar bij bibliotheken zit geen lucht meer om te investeren. En sorry minister, dit luchtprobleem los je niet op met een ventilatiesysteem. Minister van Engelshoven had het in haar beleidsbrief bij de evaluatie van de WSOB nog over 90 miljoen om ervoor te zorgen dat in het hele onderwijs de bibliotheek op school mogelijk was. En als u met zo'n bedrag tegelijk gemeenten verleid om mee te doen, kijk, dan verleidt u tot het nemen van echte verantwoordelijkheid.
Zorg dat u de minister van onderwijs en leesplezier blijft en niet de minister van lucht. Geef lucht aan leesplezier.
6 opmerkingen:
Goed stuk,analyse
@duco: kijk aan, complimenten van de meester zelf. Dank Duco.
Jouw teleurstelling deel ik Mark - ''gedeelde smart is halve smart'.
Het ambitieuze doel van de Leescoalitie kan alleen worden gehaald door samen meer te doen.En daarbij - meer dan voorheen - de effectiviteit van onze inspanningen in beeld te brengen.
Een noodzakelijke voorwaarde voor toekomstig succes is dat gekozen bestuurders aanzienlijk meer brandstof in de motor van de Leescoalitie doen. Dat is de politieke keuze die zich nu opdringt, want de nood is hoog.
@Peter: Het is van tweeën één inderdaad. Ja, de effectiviteit moet in beeld maar van een kruimel kun je niet verwachten dat het zomaar een heel brood wordt. De effectieve kruimels zijn er zeker. Nu nog een bakker die een heel brood aan durft.
Waar ik verdrietig van wordt is dat tussen het huidige en het vorige PISA-rapport waar we ook al van schrokken er ondertussen alweer een heel cohort van het VMBO af is, zonder grote investeringen. En ondertussen van 14% naar24% laaggeletterd voor alle 15-jarige. Vrij vertaald is dat van 25% naar 50% laaggeletterd in het VMBO. Je gelooft het niet als je het hoort, maar het is echt waar.
Vanwege de hoge ambitie (vanuit de politiek) om maar alles in het onderwijsprogramma te proppen, en geen duidelijke prioriteiten te stellen (zoals leesonderwijs) doen scholen vaak een wanhoopspoging naar ouders: zij worden gewezen op het feit dat ouders thuis meer moeten (voor)lezen. Als straks een kwart van de bevolking laaggeletterd is, hoe kan je van hen verwachten dat zij de leeshaat-cyclus thuis gaan doorbreken? Zo werk je de tweedeling tussen geletterd (= de meeste en beste kansen) en laaggeletterd (minder kansen) in de hand!
Goed (landelijk) beleid en een duidelijke prioriteit voor lezen is broodnodig! (als we toch gaan spreken in brood- metaforen).
@Irisss84: Dank voor je opmerking en welkom hier. Je opmerking snijdt zeker hout. Veel scholen hebben gemerkt dat in de lockdown de ongelijkheid sterk toenam: ouders die wel hun kinderen konden ondersteunen en ouders die dat niet of minder konden. Het probleem is intergenerationeel om dat maar eens met dure woorden te benoemen. Die vicieuze cirkel moet je doorbreken. En daar is inderdaad meer voor nodig dan een beleidsbrief...
Een reactie posten