zaterdag 11 juli 2020

Tijdens de lockdown leenden bibliotheken nog op 11% van hun normale capaciteit



In mijn artikel van 12 juni meldde ik dat bibliotheken tijdens de lockdown 8,6 miljoen boeken niet hadden uitgeleend die ze in een normale situatie wel hadden uitgeleend. Ik zette daarbij op een rijtje hoe de fysieke uitlening absoluut niet werd vervangen door digitale uitleningen. De cijfers van die digitale inzet zijn tot op het ebook nauwkeurig bijgehouden door de Koninklijke Bibliotheek. Voor de fysieke uitleningen deed ik een schatting dat bibliotheken 5% van hun normale aantal uitleningen hadden gemaakt. Dat was een beredeneerde schatting van mijn kant.

 In een vervolgartikel daarover reageerde Esther Westerveld van Probiblio dat die 5% in Noord- en Zuid-Holland veel hoger lag. Een goed reden om er toch nog eens wat beter naar te kijken. En inderdaad, er blijken flinke verschillen te zitten tussen de provincies tijdens de lockdown. Van Probiblio kreeg ik de cijfers van hun noord- en zuidhollandse bibliotheken, ik vroeg bij onze eigen systeembeheerders de cijfers van Overijssel op en de Gelderse bibliotheken waren zo aardig om hun cijfers van hun Sambissysteem te geven.

De cijfers van de uitleningen van de lockdown zijn afgezet tegen exact dezelfde periode in 2019.  De cijfers zie je in bovenstaande grafiek.

Verschillen per provincie
Overijssel zakte van 1,4 miljoen naar 65.000 uitleningen. Dat is van 175.000 uitleningen per week naar zo'n 8.000. Gelderland 1,5 miljoen naar 161.000. Dat is van 185.000 naar 20.000 uitleningen per week. Noord- en Zuid-Holland zakte van 2,4 miljoen uitleningen in acht weken naar 360.000 uitleningen. Van 300.000 uitleningen ging men daar terug naar 45.000 uitleningen.

Als je dat procentueel doorrekent kom je tot onderstaande grafiek.


In Overijssel zakte men terug naar 4,6% van de capaciteit, in Gelderland tikte men 10,4% aan en in Noord- en Zuid-Holland kwam men zelfs iets boven de 15%. Flinke verschillen. Het gemiddelde zit met deze vier provincies op 11,2%.  Mijn eigen schatting van 5% klopte dus aardig als ik naar mijn eigen woonplaats en provincie keek.

Lokale en provinciale verschillen
Wie verder inzoomt op de cijfers ziet dat er niet alleen verschillen tussen provincies zijn maar ook binnen de provincies. Er waren bibliotheken die heel snel afhaal- of bezorgbibliotheken kwamen en er waren bibliotheken die later begonnen of die juist veel meer hebben ingezet op de digitale dienstverlening. Het hoogste percentage van een afzonderlijke bibliotheek dat ik tegenkwam zat tegen de 30% aan, terwijl er ook bibliotheken waren met bijna 0%.

Zelf zag ik inderdaad wel dat er verschil was tussen Overijssel en Gelderland. In Gelderland waren meer stichtingen die ook sneller begonnen met afhaal- of bezorgbibliotheken. In Noord- en Zuid-Holland lag dat dus nog weer hoger dan in Gelderland.

Ik hecht geen waarde-oordeel aan meer of minder uitleningen per provincie. Het bepalen wat verstandig tijdens de lockdown was een verduveld lastige afweging. Daarbij geldt dat de bibliotheek veel meer is dan alleen deze uitleningen en dat een bibliotheek die wellicht niet uitleende bijvoorbeeld wel ouderen hielp met een telefonische hulpdienst of filmpjes maakte voor kinderen.

De leesachterstand van Corona: 7,9 miljoen minder boeken gelezen
Maar terug naar mijn eerdere cijfers over ruim acht miljoen niet uitgeleende boeken. Ik ging toen uit van 5% van de reguliere uitleen maar dat blijkt dus 11,2% te zijn geweest. Mijn eerdere grafiek heb ik dan ook aangepast en ziet er nu zo uit.


Waar ik eerder meldde dat de bibliotheken zo'n 8,6 miljoen uitleningen waren misgelopen, stel ik dat nu bij naar 7,9 miljoen uitleningen. Van ruim 8 miljoen naar bijna 8 miljoen.

Hoe dan ook, het blijft een hoop gemist leesplezier.

Geen opmerkingen: