Zo, na de complimenten voor onze fijne staatssecretaris Uslu, ga ik deze week gewoon weer over tot flinke meningen. Dit keer dat er veel meer geïnvesteerd mag worden in de Bibliotheek op school. De afgelopen week mocht ik deelnemen aan een strategische sessie over de Bibliotheek op school, georganiseerd door de Kwinkgroep. Kwinkgroep doet namelijk onderzoek als uitvoering van de motie Mohandis. In die motie deed Mohandis van de PvdA, samen met andere partijen de volgende oproep:
verzoekt de regering te komen tot een meerjarige toekomstvisie en te onderzoeken op welke wijze de «bibliotheek op school» als concept duurzaam verankerd kan worden en welke financiële en juridische voorwaarden daarvoor benodigd zijn
De motie werd ingediend omdat de leesvaardigheid en met name de leesmotivatie van kinderen steeds verder achteruit gaat. Het lijkt bijna vechten tegen de bierkaai. Elk jaar lijkt het wel verder achteruit te gaan. Er ligt een flinke opgave: de trend is neergaand, het gaat om heel veel leerlingen en die trend wil je ombuigen. Daar is heel veel voor nodig.
Investeer zes tot acht keer zoveel in de Bibliotheek op school!
In de genoemde sessie met de Kwinkgroep bepleitte ik dat het niet alleen gaat om duurzame verankering of borging wat we nu hebben maar dat wie echt wat wil doen aan de leesvaardigheid vooral nog veel meer moet investeren in de Bibliotheek op school. Vele malen meer dan nu het geval is. En met een vlotte rekensom kom ik uit op zes tot acht keer zoveel als dat we er nu in stoppen.
Ik zal u meenemen hoe ik daarbij kom.
Naar 100% Bibliotheek op school
Ik heb even gekeken naar het dashboard van de KB over de samenwerking met basisonderwijs. Deze geeft aan dat er op dit moment 5.298 locatie voor primair onderwijs zijn. 2.586 daarvan werken met het concept de Bibliotheek op school. 731 scholen werken met een soortgelijk concept maar onder een andere naam. In totaal gaat het dan om 3.317 scholen die al een vorm van Bibliotheek op school hebben. Een beetje afhankelijk van of je die 731 scholen met een alternatief meetelt heeft 50% tot 60% procent dus nu een Bibliotheek op school.
Wil je naar 100% Bibliotheek op school, omdat je ieder kind leesmotivatie gunt, dan moet je dus 1,6 tot 2 keer zoveel inzet plegen als thans het geval is.
Maar er is meer.
Leesconsulenten: Van minder dan 2 uur per week inzet naar.... 8 uur per week per school?
Leesconsulenten maken voor een groot deel het succes van de Bibliotheek op school. Zij zijn degenen die leraren en leerlingen methoden moeten meegeven om leesplezier te ontdekken. Een expert die ook aan tafel zat bij de strategische sessie meldde dat een leesconsulent op dit moment minder dan twee uur per school per week heeft om een school te ondersteunen. Twee uur per week! Voor vaak meer dan 200 leerlingen en een docententeam met meer dan tien leraren. Ik heb een diep respect voor al die leesconsulenten. Ik word enthousiast van hun enthousiasme. Maar we sturen ze weg met een onmogelijke opdracht.
In een wereld die rap leesmotivatie aan het verliezen is en waar leesvaardigheid jaar na jaar daalt is twee uur per week voor een hele school alsof je een zinkende Titanic wilt redden door te hozen met een theekopje.
Wie echt wat wil doen aan leesvaardigheid moet dus gewoon veel forser inzetten. We hebben het tij al tegen en we willen de stroom op roeien. Er is dus echt veel meer nodig. Maar hoeveel? In oktober 2022 schreef ik al eens een opinie over het 'Masterplan Leesplezier'. Daar bepleitte ik toen dat elke school eigenlijk een fulltime leesconsulent zou moeten hebben. Experts hebben het soms ook over 'teacher-librarians' die in andere landen gewoon gemeengoed zijn.
Tja, hoeveel is genoeg? Op dit moment stoppen - volgens het KB-dashboard - de Nederlandse bibliotheken 419 formatieplaatsen in de samenwerking met het basisonderwijs. Voor de goede orde het basisonderwijs in Nederland telt in totaal 136.000 formatieplaatsen. 419 tegen 136.000 formatieplaatsen. Welke deuk in dit pakje boter wil je slaan? En nogmaals, grote fan van al die collega's die hier actief zijn.
Als je uitgaat van een verviervoudiging van de huidige inzet, dus naar 8 uur per school per week, kom je op ongeveer 1.600 formatieplaatsen uit. Dat is dan ruim 1% van wat er in totaal in het basisonderwijs beschikbaar is. Dat is een hele grote groei voor het bibliotheekwerk maar nog steeds een kleine speler ten opzichte van het onderwijs. En wil je ook nog eens de scholen meenemen die nu niet meedoen, dan is het dus nog een keer het dubbele. Dat is zoveel dat ik het niet eens op durf te schrijven. Het toont aan hoeveel inzet dit probleem vraagt en waar een eerste flinke - en vooral ook structurele - stap nodig is.
Sommigen bepleiten ook dat het onderwijs zelf wel meer kan doen. Maar om eerlijk te zijn spreek ik dan toch weer teveel onderwijsmensen die zeggen dat ze zelf nog naarstig op zoek zijn naar capaciteit. En als de bibliotheek een beetje stuurkracht wil ontwikkelen heb je gewoon echt meer tijd nodig. Ik houd die acht uur maar even aan als minimum. Meer kan altijd nog.
Duurzaam borgen betekent fors groeien, investeren en innoveren
De Bibliotheek op school kan met recht één van de succesnummers van de bibliotheek worden genoemd. Met dank aan al die leesconsultenten met zo weinig tijd. Dwars door de jaren van bezuinigingen heen wisten bibliotheken en gemeenten bedragen te vinden om hierop in te zetten. Op een paar duizend scholen wist men zo al een eerste start te maken. Het leverde prachtige plaatjes op van wethouders die linten knipten en staatssecretarissen en ministers die er lof over spraken. Maar van aaibaarheid kan je niet leven. Van vooruitgang in leesvaardigheid wel. En die voortuitgang is er nog lang niet. Op micro-niveau zien we met een forse aanpak vooruitgang. Maar op macro-niveau ontbreekt die forse aanpak.
Duurzaam borgen, zoals de motie Mohandis vraagt, betekent voor mij dan ook dat er nog fors gegroeid en geïnvesteerd moet worden. Kwink doet er nu onderzoek naar en dat onderzoek kon wel eens de opmaat worden naar structurele financiering. Dus nu hier iets over roepen, is wel het moment.
Willen we aaibaarheid of vooruitgang?
Dus: wie echt effect wil hebben, heeft veel meer enthousiaste leesconsulenten nodig. Om alle scholen mee te laten doen heb je al 1,6 tot 2 keer zoveel inzet nodig. Maar wil je een leesconsulent van twee uur naar acht uur per week op een school laten gaan dan heb je vier keer zoveel inzet nodig. Alles bij elkaar is dat dus zes tot acht keer zoveel als we echt werk willen maken van leesmotivatie van Nederlandse jongeren. Daaronder praten we toch eigenlijk van lapmiddelen die het verval alleen maar dempen.
Toch is het niet alleen een kwestie van meer geld. Als je groeit moet je ook nadenken over slimmere manieren. Hoe kun je met minder inzet toch meer leesmotivatie stimuleren? Hoe kun je wellicht met inzet van digitale ondersteuning iets betekenen? Of met een programma op afstand zoals bijvoorbeeld de BiebBoys aanbieden? Onderzoek dan ook meer van dit soort mogelijkheden. Datzelfde geldt voor het aansluiten van nieuwe scholen. Kan dat nog eenvoudiger? Wat kan een digitale collectie nog betekenen of wellicht is het onderhoud van collecties nog efficiënter te maken.
En dan heb ik het hier natuurlijk nog niet gehad over intensivering van Boekstart of Bibliotheek op school in het voortgezet onderwijs. Kortom, we zijn er nog lang niet.
Duurzaam borgen is dus vooral investeren. Investeren in de leesmotivatie van de kinderen van Nederland.
Beste politiek, maak een keuze: gaat het om aaibaarheid of echte vooruitgang? Als het dat laatste is, moet er meer tempo, urgentie en meer (structurele) financiële ruimte komen. Bibliotheken vindt u aan uw zijde, zij willen met plezier de handschoen oppakken.
P.s. U moet toch weer nieuwe verkiezingsprogramma's maken. Wellicht een idee?
4 opmerkingen:
Een school heeft een fysieke extra ruimte nodig.
Die kun je de "bibliotheek" of "mediatheek" noemen.
Ik heb ervaring met het werken in zo'n ruimte.
Hier https://netwerkmediawijsheid.nl/de-netwerkmaatschappij-deel-28-vijfentwintig-jaar/
heb ik erover geschreven,
Sinds ik die blog schreef hebben zich nieuwe mogelijkheden
voor zo'n ruimte (en niet te vergeten voor de persoon die in staat dis die te beheren):
Langzamerhand wordt de mogelijkheid overwogen dat jongeren ook "van de computer" kunnen leren.
Natuurlijk heeft de docent en de klas zeker een meerwaarde, en blijft die dat hebben.
Open source technologie heeft een steeds hogere technisch kwaliteit en is niet afhankelijk van "Big Tech", dus de computers kunnen goedkoop en betrouwbaar zijn en als ze dan ook nog een altijd beschikbaar zijn, kun je iets realiseren waar de "Bibliotheek op school" alleen maar jaloers op kan zijn.
Hoe dan ook: vraag je je a;tijd: vppr wie werk je? voor je organisatie of voor de jongeren?
@Roeland: dank voor je artikel. Dat heb ik echt met veel interesse gelezen. En fijn om ook bij jou het enthousiasme te zien om kinderen verder te helpen. Ook mooi hoe je schetst dat het ook nog om meer gaat dan alleen lezen maar leren in brede zin. Dat was natuurlijk niet de focus van dit artikel maar dat maakt het niet minder waar. Dank!
in welke mate neem je meteen ook het voortgezet onderwijs mee als het gaat om de bibliotheek op school?
het lijkt me verstandig geen knip te hebben na groep 8.
immers, het onderwijs/de (inhoud van de) vakken zijn dan toch wezenlijk anders dan in het po, en vragen minimaal dezelfde vaardigheden, toch?!
Mijn ervaring als leesconsulent is dat je vooral ook op strategisch niveau (met toch beperkte tijd) van grote waarde kan zijn. Maar inderdaad: structurele, uitgebreide investeringen zijn nodig om dit voor alle scholen en dus kinderen mogelijk te maken. En inderdaad wat al genoemd is: laten we vooral het VO niet vergeten en de doorgaande lijn met het andere bibliotheeksucces Boekstart.
Een reactie posten