zondag 18 juni 2023

Over De beesten en de moddersporen van mijn jeugd


Ik maakte deze foto een flink aantal jaren geleden. Hij hangt vergroot bij mij thuis. Ik maakte de foto op de Internationale Kreidlerdag die toevallig werd gehouden in het dorp waar ik opgroeide. Dat dorp ligt ver in de Achterhoek. Op het platteland en dicht tegen Duitse grens. 

De foto is door mij de afgelopen week toch nog wel een paar keer extra bekeken. Ik las de  roman 'De beesten' van Gijs Wilbrink. Een roman die speelt in de Achterhoek, waarin motoren een belangrijke rol spelen en die mij in één klap terugbracht naar de moddersporen van mijn jeugd. Hoewel 'De beesten' natuurlijk fictie is in het genre van een literaire thriller, is zijn beschrijving van het leven in de Achterhoek wel erg raak. Het speelt zich ook nog ongeveer af in de tijd dat ik volwassen aan het worden ben. Dan is het plaatje dus wel compleet.

Want dat opgroeien op het platteland zo zijn eigen eigenaardigheden met zich meebrengt, merkte ik pas later. Toen ik er al weg was en toen ik bijvoorbeeld merkte dat ik gewoon veel minder woorden kende dan mijn medestudenten. Dat mijn tongval, hoewel wij thuis geen dialect spraken, soms een reden was tot hilariteit. En dat ik bij mijn eindspreekbeurt op de HAVO, twee dorpen verderop en dichter bij de stad,  één keer uit de toon viel van het Algemeen Beschaafd Nederlands. Ik gebruikte namelijk het woord 'onmeunich'. Dat woord kreeg ik op elk evaluatieformulier van mijn medeleerlingen terug. 

En hoewel ik mij als alternatief beschouwde en samen met mijn vrienden vond dat wij ons afzetten tegen de norm, zie ik nu pas hoeveel ik van die norm alsnog heb meegenomen. Achteraf zie je eigenlijk ook dat dat afzetten tegen die norm nu ook weer niet zoveel voorstelde. En je ziet hoeveel er is blijven hangen van die moddersporen van mijn jeugd.

Zo beschrijft de hoofdpersoon, die zelf net weg is uit de Achterhoek en is gaan studeren in Amsterdam, hoe de uitgaanskalender in de Achterhoek er ongeveer uit ziet:


'Op de gemeentekalender gaat er geen maand voorbij zonder gelegenheid om je ergens in een benauwde feesttent het licht uit je ogen te zuipen. Nieuwsjaarsfeest bij Ter Woerd; een paar weken later carnaval en Rosenmontag; dan kolde kermis; paasvuur; Koninginnedag; dauwtrappen met Hemelvaart; daklozenparty; dorpsfeest; kermis; de hele zomer dronken langs de trekkertrek, Monster Jam, de sterkste man, de autocross, de motocross; dan kermis een dorp verderop; Kloetenpop; Oktoberfeest in zalencentrum 't Olde Wiel; elfde van de elfde; carbidschieten; oudejaarsavond en ten slotte na twee uurtjes slaap aantreden bij Ter Woerd. Herhaal, tot aan de dood.'


Bij deze beschrijving heb ik ronduit zitten lachen. Dit is wel ongeveer de agenda van veel jongeren inderdaad. Het repeterend effect van samengedreven worden rond de bierpomp. Een plek waar wel veel werd gepraat maar weinig tegen elkaar gezegd. Problemen los je zelf op en daar val je de ander niet mee lastig. Liever iets verdrinken dan erover praten. En dan ligt de oplossing van een probleem al snel in de verneveling met alcohol. Een soort onbeholpenheid met het bestaan. 

En ja, elk dorp kende wel een onbehouwen familie, net als in de roman. Een familie die net wat ruwer was dan die andere. Moeders zeiden tegen hun kinderen dat ze maar beter niet met die kinderen konden omgaan. Families waar verhalen over gingen. Over losse handjes, foute handel of erger. Zo'n famlie staat centraal in het boek van Wilbrink.

En over de Katholieke kerk in elk dorp. Overal nog groot maar de pastoor mocht zich allang niet meer met alles bemoeien. Wel de Wees Gegroetjes maar daarna weer een paar harde vloeken en als niemand het zag deden we natuurlijk gewoon wat niet mocht. Door die kleine gemeenschappen is de onderlinge afhankelijkheid veel groter dan in de stad. En dat maakt ook dat de gemeenschap het liefst heeft dat iedereen maar een beetje gewoon doet. Een samenleving waar de grens tussen omzien naar elkaar en sociale controle uiterst dun is.  Het leven in de Achterhoek is op veel punten net wat ruwer dan een Vinex-locatie in het westen. Geen gezeur, hard werken en als het niet lukt gewoon een uitbrander en een schop onder je kont. Geen sentimenteel gedoe. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Dat soort theorie. 

Natuurijk maak ik er hier een karikatuur van.  Net als Gijs Wilbrink in zijn roman daar gebruik van maakt. Er wonen heel veel hele lieve mensen in de Achterhoek en het is een prachtige streek. Ook woont er nog veel familie van me dus ik moet ook nog een beetje oppassen hier. Een gebied met ruimte en natuur en waar op veel plekken nog intensief met de seizoenen wordt geleefd. En was ik ongelukkig met die jeugd? Nee, het was gewoon mijn jeugd. Ik wist niet beter.

Maar het leven op het platteland is dus echt anders dan het leven in de stadswijk met 'theoretisch opgeleiden' waar veel van de beleidsmakers wonen. Net als ik nu overigens. Een paar maanden geleden schreef ik over het rapport 'Elke regio telt'. In dat rapport vellen drie zeer gerenomeerde adviesorganisaties van de regering een vernietigend oordeel over de achterstelling van veel regio's en hoe er een stapeling van verschraling optreedt. Het platteland was al niet rijk bedeeld met voorzieningen maar het beleid van de afgelopen vijftien jaar heeft dat alleen maar erger gemaakt. 

Wie het boek van Wilbrink leest naast het rapport 'Elke regio telt', snapt wel waarom het wantrouwen op het platteland in zijn algemeenheid groot is het boerenprotest in het bijzonder Terwijl dat platteland van oudsher toch zulke trouwe CDA-stemmers waren. De geest is uit de fles en 'de beesten' zijn los. En daarmee zijn we terug bij Gijs Wilbrink. Lees dat boek.

En ik? Ik ben inmiddels zoals de mannen op de foto. Ouder, en ja nog in het bezit van een brommer. Denkend dat ik mijn jeugd wellicht ontgroeid ben, ontdek ik hoeveel van dit DNA er nog in me zit uit de moddersporen van mijn jeugd. Soms wat ontheemd en een beetje immigrant in mijn eigen land. Ik trap vandaag mijn brommer maar eens aan. Ik zal een rit maken over mijn moedergrond om maar eens vaderdag te vieren.

En wie denkt: Deckers, je kletst uit je nek, kijk nog even de documentaire Brommers Kiek'n van 2DOC. Van recenter datum dan mijn jeugd maar het DNA dat ik beschrijf zie je hier nog volop terug.

Voor het overige: Lees 'De beesten'!

Geen opmerkingen: