De afgelopen dagen las ik het boek 'Geheugen, geschiedenis, beschaving' van Mira Feticu. De ondertitel luidt: een lofzang op bibliotheken. Een boek dat hier natuurlijk niet kan ontbreken. Het boek bracht me terug naar de tijd dat ik zelf nog als bibliothecaris actief was.
Ik werkte in een leuk team met collega's in de bibliotheek in Deventer. Elke bibliothecaris met een eigen expertise. Goos die alles wist over romans en ooit in het nieuws kwam omdat hij een zeldzaam dichtbundeltje had afgeschreven die een journalist voor een gulden kocht op de boekenmarkt. Of Roelie, de mater familias van het team, die zo'n brede ontwikkeling had waar ik alleen maar van kon dromen als broekie. Jos, die alles wist over muziek en hoe je eraan kon komen. En Annelies en Hannie die alles wisten over jeugd- en jongerenliteratuur. Leuke tijden waar je elke dag een min of meer publiek figuur was tussen honderden stadsgenoten. Op straat werd je herkend als de meneer of mevrouw van de bieb.
Over dat alles en meer schrijft Feticu ook in haar boek. Ze neemt je mee van maandag tot vrijdag en ook nog door het weekend en wat ze dan meemaakte in de bibliotheek. Meemaakte inderdaad, in verleden tijd, want ze is weg bij de bibliotheek en wijdt zich volledig aan het schrijverschap. En dat ze weg is geeft haar ook wat ruimte. Want hoewel ze lyrisch is over collecties en bibliothecarissen is ze minder te spreken over het management van de bibliotheek.
Het deed mij besluiten om een tweeluik te maken over: 'Koester uw bibliothecarissen en koester uw collecties'. Een tweeluik over passie en ratio. En vandaag gaan we het hebben over de passie aan de hand van het boek van Feticu.
Koester uw bibliothecarissen
Wie het boekje doorleest van Feticu komt veel situaties tegen waarin bibliothecarissen een veel bredere rol spelen in de samenleving dan menigeen denkt. De hele samenleving komt voorbij in een bibliotheek. De succesvolle maar ook de minder succesvolle mensen. Dieter is zo'n voorbeeld waar het leven minder voorspoed kent. 'Dieter zag je al van verre aankomen: groot, dik, rauw en met een enorm hoofd, vastgezet op een enorm lichaam. Eén been korter dan het andere en misvormd. ... Ik weet niet welk syndroom hij had, maar dat was bijzaak. In de bibliotheek was hij gewoon Dieter. Wat naast zijn enorme lichaam opviel, was zijn kinderlijke nieuwsgierigheid en drang naar aandacht. Als je hem zag aankomen wist je dat je een uur lang met hem bezig zou zijn. Soms, als het heel druk was moesten we tegen hem zeggen: "Dieter , wacht even, ga even opzij tot ik deze mensen heb geholpen en daarna kom ik terug bij jou." Dan ging hij opzij, glimlachend als een vosje. ... We mochten Dieter wegsturen, maar dat deden we niet. ... Ik gaf hem soms een bekertje chocolademelk uit de koffieautomaat. Ik bewonderde zijn kracht om te willen zijn ... Elke bibliotheek heeft Dieters.'
En dat bibliothecarissen een gouden hart hebben, laat ze zien als ze schrijft over kinderen op de jeugdbibliotheek die 'gedumpt' worden door hun ouders die daarna zelf gaan winkelen. 'Het is meermalen voorgekomen dat ik zaterdags om zes uur, een uur na het sluiten van de bibliotheek, buiten, hand in hand met een huilend kind, op een moeder stond te wachten. En geen enkele keer zei zo'n moeder iets als: "O, sorry, ik was de tijd vergeten." Andere dingen zeiden ze wel, woorden uit een taalregister dat ik minder goed kende.'
Ook schrijft ze menigmaal over hoe ze lezers aan het juiste boek helpt maar ook hoe vakkennis over boeken terugloopt En ook haar eigen ontwikkeling in Nederland - ze komt uit Roemenië - heeft ze te danken aan bibliothecarissen. 'Ik had geen betere start in de Nederlandse maatschappij kunnen maken dan in de bibliotheek. ... Elke ochtend ging ik met collega's koffiedrinken en hoewel ik moeite had om alles te verstaan, mocht ik er zijn. De bibliotheken was een kleine wereld, met goede en minder goede dingen. Voor mij was het ook een familie. Er werkten vooral bibliothecaresses die tij voor elkaar en voor de klant hadden. Je wist bij wie beleefdheid echt beleefdheid was, en wie de poortjes naar ware menselijkheid kenden. De bibliotheek was voor mij vaak een warm bad.'
Het beeld dat blijft hangen is hoeveel vooruitgang mensen wordt geboden. Niet alleen omdat elk boek een vorm van zelfontwikkeling kan zijn voor het individu maar ook welke waarde er zit in gedreven en gepassioneerde mensen in een publieke ruimte voor een samenleving als geheel. Bibliothecarissen als pleister en springplank voor iedere inwoner.
Koester uw collecties
Het hoofdthema van het boek is toch wel om de collecties te koesteren en het boek in het bijzonder. 'Misschien worden we van boeken niet gelukkiger, maar wel betere mensen. Als je de schoonheid van de wereld niet ziet wanneer je wakker wordt, krijg je nog een kans via boeken. Een boek is een menselijke poging om de goddelijke schepping te evenaren.' Kijk met zo'n citaat ben ik gelijk wakker. En ik vind het prachtig om naar bibliotheken te kijken als een boekenkast waaruit miljoenen een boek lenen waarvan we nog niet weten hoe het gaat uitwerken in een leven. En eerlijk gezegd: door alle vernieuwingen zijn we zeker dat gevoel met elkaar wel wat kwijt geraakt. Het is daarom ook goed dat Feticu hier op wijst. Als bibliothecaris probeerde ik me altijd voor te stellen dat één op de honderd boeken een leven zou veranderen. En als ik dan stond te kijken naar de uitlening probeerde ik me voor te stellen, wie van de mensen die ik zag met een stapel boeken nog niet wist dat zijn of haar leven een wending zou nemen door het boek dat hij of zij zou gaan lezen.
Feticu heeft dan ook - vanuit haar passie - grote moeite met het feit dat er - soms grootschalig - boeken worden verwijderd uit collecties. En ze hekelt de afschrijfdrift van bibliotheken. Ze werkte lang bij de bibliotheek in Den Haag die om deze reden ook in het nieuws kwam. 'Wij in het Westen hebben er geen moeite mee boeken bij het vuilnis te zetten of erger, we gooien ze direct in de container. In andere landen lopen ezels dagenlang door de bergen om kinderen die op afgelegen plekken wonen te voorzien van boeken. Gepensioneerde mannen die hun motor tot mobiele bibliotheek hebben omgebouwd, rijden het hele land door om boeken naar verlaten dorpen te brengen.'
En 'Ik droom van betere boekenselecteurs, van meer gespecialiseerde mensen met liefde en respect voor boeken. Van mensen die misschien minder kopen en minder afdanken. Die weten dat je met een weggegooid boek een wereld weggooit die een ander kennis, geluk of rust had kunnen geven.'
Rationeel kan ik hier van alles tegen in brengen maar dat doe ik niet. Dit is daar niet de plek voor. Het is goed om af en toe de woorden wat tot je door te laten dringen en jezelf een vraag te stellen: 'Gaan we inderdaad niet te makkelijk om met de afgeschreven boeken? Moeten we dat toch niet anders doen?
Ten diepste zegt Feticu dat boeken vrienden zijn. Vrienden die rustig op je wachten en die je soms meer vertellen dan je echte vrienden. En net als vrienden, kom je boeken soms op de gekste plaatsen tegen. 'Hoeveel mensen hebben (als bijzondere leeservaring) niet ooit in hun leven een verdwaald boek gelezen, gevonden in een kleder of op een station of in een willekeurige hotelkamer of in een of andere stoffige boekhandel in een willekeurige stad? Hoe vind je als alles wordt gedigitaliseerd in de nog zo'n verloren boek dat ergens op jou ligt te wachten. Boeken zijn de puzzelstukjes van een magische hemel, het internet is een laaghangend plafond.' Boeken zijn de puzzelstukjes van een magische hemel. Ik smul ervan.
Een sneer naar het management
Maar hoe lyrisch Feticu is over boeken en bibliothecarissen, zo gedesillusioneerd is ze over het management van bibliotheken. De kloof tussen mensen op de 'vloer' en de managers beschrijft ze vanuit een perspectief dat je niet vaak hoort: 'de vloer' zelf namelijk. Het is goed om je te realiseren dat het haar eigen ervaringen zijn en dat ze het aandurft om flink te generaliseren. Maar ook hier geldt, het is een geluid dat vaak niet gehoord wordt en goed om te lezen en jezelf een spiegel te durven voorhouden.
'Een bibliotheek kan niet bestaan zonder de bibliothecaris, ook al willen de beleidsmakers van tegenwoordig ons doen geloven dat dat wél zou kunnen. Degenen die dit menen zijn de zombies die zich verschuilen op de hoogste verdiepingen. Ik adviseer u naar hen te kijken alsof het gewone mensen zijn. En zie wat ik zie: een man of vrouw die niet zelden de eigen medewerkers minacht, in een pak rondloopt dat is goedgekeurd door de gemeente, met daarboven een hoofd dat is goedgekeurd door de geldschieter. ... Wat weet zo'n manager van het hart van de bibliotheek?' En dan moet het boek eigenlijk nog goed en wel beginnen als deze zin voorbij komt. Ik denk en hoop dat wat Feticu beschrijft over management in bibliotheken niet de norm is. En toch is het goed dat ze het opschrijft. Want ook ik ben zo'n beleidsmaker die ze beschrijft en voor mij is het een spiegel of ik wel voldoende verbonden blijf. Maak ik niet te mooie verhalen voor de politiek? Schieten mensen er ook echt wat mee op?
Nog een hartenkreet
Waar Feticu haar hartenkreet letterlijk vanuit de dagelijkse praktijk - van maandag tot zondag - schreef, las ik deze week nog een hartenkreet maar vanuit een meer beleidsmatige hoek. Het gaat om Anne Louïse van den Dool, die je als schrijver van menig beleidsstuk of interview al wel tegen kunt zijn gekomen. Zij schrijft op LinkedIn:
Sinds ik bijna zes jaar geleden de bibliotheeksector binnenstapte, is er veel veranderd - ook op collectiegebied. Toen zorgde de focus op alle andere kernfuncties ervoor dat de collectie naar de achtergrond verdween. Boekenkasten moesten opzij en budgetten krompen schrikbarend.
Vandaag de dag lijkt iedereen die ik spreek het belang van de collectie eindelijk weer te meer voelen. Toch hebben we nog niet de structuur weten te creëren die nodig is om de collectie te laten meevaren op de koers van de maatschappelijk-educatieve bibliotheek. Er is nog geen partij die zich verantwoordelijk voelt voor de landelijke fysieke én digitale bibliotheek, en die de inhoud van die collectie bewaakt, afspraken maakt over samenwerking tussen organisaties en werkgroepen organiseert waarin belangrijke onderwerpen verder worden uitgediept, zoals de omgang met de longtail, metadatering, roulatie en floating, diversiteit en inclusie en het samenspel tussen collectie en programmering.'
Haar beeld sluit heel erg aan bij mijn beeld: elk gelezen boek - welk boek ook - is een vorm van zelfontwikkeling. En daarom passen boeken en collecties nog heel erg in een maatschappelijk educatieve bibliotheek. Ze zoekt naar meer landelijke eenheid en aandacht voor die collectie. De aandacht voor collectie drijft te veel op lokale passie en te weinig op landelijke inbedding. Nu laat passie zich lastig voorschrijven maar ik denk dat ik wel snap wat ze bedoelt en ze wil zich hiervoor inzetten. Dit soort gepassioneerde mensen moet je koesteren als sector.
Verliefd op boeken
Het boek van Feticu is wat mij betreft vooral een wake-up call voor liefde voor boeken en liefde voor diegenen die die liefde mogen uitdragen. Die personen die die liefde voor boeken mogen uitdragen heten bibliothecarissen. En ja, die doen veel meer dan die liefde uitdragen. En ja, die hebben de afgelopen tien jaar veel verandering over zich heen gehad. Daarover de volgende keer meer in de ratio.
In alle belangrijke dingen die we doen, is het belangrijk om die liefde voor boeken niet te verliezen. Ik heb het boek van Feticu met veel plezier gelezen. Een boek om weer verliefd op boeken te worden. En daarom een aanrader dus voor iedereen die in de bibliotheek werkt. Je hoeft het niet altijd met haar eens te zijn om toch die liefde weer te voelen.
Leest u de komende week dit boek - u leest het echt zo uit - dan kom ik de volgende week terug met de ratio en met wat we nou moeten met dit tweeluik.
2 opmerkingen:
Wat een mooi uitgebreid artikel!
Heerlijk van genoten en het was heel herkenbaar.
Vooral het laatste stuk over bezuinigingen, veranderen van collecties en het verdwijnen van de medewerker brengt veel emoties naar boven. Het doet me verdriet wat de bibliotheek in mijn regio geworden is (zeer beperkte collectie en 90% vrijwilligers).En dan heb ik nog niet eens last van het kopen van leen-punten om überhaupt een boek mee te mogen nemen. Iets wat in andere bibliotheken wel aan de orde is.
Hoe moet het verder?
@Judith: dank voor je reactie. En hoe het verder moet? Nou, ik was van plan om me daar de komende tijd samen met veel collega's gewoon weer voor in te zetten!
Een reactie posten