De afgelopen week verscheen rapport 'De staat van het onderwijs 2022' dat de onderwijsinspectie opstelt. Een lijvig rapport van 214 pagina's dat voor een groot deel gaat over lezen en schrijven. Het woordje 'bibliotheek' of 'bibliotheken' komt overigens niet voor in dit rapport. Een gemiste kans? Ik denk het wel. Ik neem u mee door de resultaten. En de eindconclusie is opnieuw: Waar blijft dat leesoffensief?
Op de eerste plaats: het onderwijs heeft een zware opgave. Ik heb een mateloos respect voor leraren in welke onderwijsvorm dan ook. Men heeft een zware last op de schouders. Het onderwijs in Nederland stelt zichzelf namelijk het volgende ten doel:
• Elke leerling en student verlaat het onderwijs geletterd en gecijferd.
• Elke leerling en student kent zichzelf en heeft geleerd zelfstandig keuzes te maken.
• Elke leerling en student draagt bij aan sociale samenhang in de samenleving.
• Elke leerling en student slaagt in het vervolgonderwijs en op de arbeidsmarkt.
• Elke leerling en student krijgt gelijke kansen en een passend aanbod.
Nergens in het onderwijs halen we het gevraagde niveau
Om die doelstellingen te meten worden per onderdeel referentieniveaus opgesteld. Voor lezen zijn dat niveaus als 1F, 2F, 3F en 4F. Je hebt ze vast wel eens gehoord. Elke schooltype heeft een doelstelling op die referentieniveaus. Hierboven zie je de score per onderwijstype.
Daar vallen wel een paar zaken bij op. Op de eerste plaats, veel schooltypen kunnen niet aangeven of ze de doelstelling halen. En lees even mee hoe dat komt:
"Tot enkele jaren terug werd het jaarlijkse beeld van de prestaties op stelselniveau in het primair onderwijs gebaseerd op de referentieniveaus zoals gemeten in de eindtoets. Echter, sinds de komst van meerdere toetsaanbieders in 2015 is er sprake van diversiteit in de eindtoetsen en hun normering. Het is nog niet gelukt om te komen tot vergelijkbaarheid. Dit betekent dat er geen actueel landelijk zicht is op wat leerlingen aan het einde van de basisschool kunnen op het terrein van lezen, taalverzorging en rekenen. Vanaf schooljaar 2017/2018 ontbreekt jaarlijkse informatie over het aandeel basisschoolleerlingen dat de referentieniveaus heeft gehaald. Voor de andere sectoren is dit landelijk zicht op de referentieniveaus bij uitstroom er nooit geweest (zie figuur 2)."
Daar waar wel zicht is op de referentieniveaus zie je dat nergens de doelstelling wordt gehaald. Het onderwijs haalt dus, waar het bekend is, nergens het niveau dat men zichzelf als doelstelling geeft als het gaat om taal- en leesvaardigheid. En als je er zo door heen kijkt, zie je dus ook dat waar geen gegevens bekend zijn ook niet aan de doelstelling voldaan kan zijn. Een achterstand in het basisonderwijs wordt niet meer ingelopen op het voortgezet onderwijs.
En dat is al voor de vijfde keer zo
Nu kunt u denken. Ach, het was corona en we moeten wat coulanter zijn. Maar in haar presentatie is Alida Oppers, de hoofdinspecteur van de onderwijsinspectie snoeihard. Want het ligt niet aan corona. Het is al voor de vijfde keer op rij dat de prestaties dalen. Jaar naar jaar. En het hardst daalt de leesvaardigheid. In de toelichting prijst ze dan ook vooral de veerkracht van de leerlingen de afgelopen crisisjaren en pas een hele tijd later prijst ze het onderwijs.
Kijk ook nog even naar onderstaande staatje en zie hoe snel het aantal leerlingen op of onder 1F-niveau oploopt.
Wie deze cijfers ziet, weet nu dus al dat Nederland het in het volgende PISA-rapport niet beter zal scoren. Voor de goede orde: toen schreeuwden we moord en brand dat 24% van de 15-jarigen in het voorportaal van de laaggeletterdheid zat. In de volgende rapportage is dat dus nóg meer...
Zien lezen, doet lezen
Waarom is de hoofdinspecteur zo zuinig met complimenten? Dat komt omdat ze aangeeft dat er een gereedschapskist bestaat die vol zit met bewezen interventies. Het kan echt anders... En daar zijn ook voorbeelden van. Alida Oppers volgt de lijn die we eerder zagen bij het rapport van de Universiteit Leiden in de Tweede Kamer: het onderwijs weet wat er moet gebeuren maar legt te weinig prioriteit. Ook Eliane Segers, wetenschappelijk specialist op het gebied van lezen verkondigde dit ook zaterdag bij de Taalstaat. En het allerbelangrijkste is het voorbeeldgedrag van de omgeving: van leraren maar ook van ouders. Als leraren zelf niet meer lezen of als je dat leesgedrag niet bij ouders, broers, zussen of vrienden ziet, dan wordt het vechten tegen de bierkaai. Ik geef direct toe: er is nog een hoop theorie omheen maar heel veel draait om leeskilometers. Lezen, lezen, lezen.
Veranderen kan
Alida Oppers geeft in haar presentatie daarbij aan dat de omgeving van het onderwijs daar veel invloed op heeft. Ze haalt voorbeelden uit Zweden en Ierland aan waar op nationaal niveau plannen gemaakt zijn om de leesvaardigheid te verbeteren. Versterking van de kracht van leraren en inzet van de directe omgeving zoals ouders, zijn kernpunten die ze aanhaalt. In Zweden wordt bijvoorbeeld gewerkt met expert-leraren op het gebied van lezen. Een supercombinatie van leraar en leesconsulent zeg maar.
Maar ook binnen Nederland haalt ze aan dat scholen veel beter kunnen presteren. Vooral als ze onder druk gezet worden door de onderwijsinspectie met een kwalificatie 'onvoldoende'. Met voorbeelden uit Vlaardingen en Eindhoven laat ze zien dat dit echt binnen een paar jaar mogelijk is.
Frank Kalshoven in de Volkskrant zegt dan ook dat de inspectie dus vooral ook strenger moet worden in het onderwijs. Pas als de inspectie een label 'onvoldoende' plakt, lijken scholen pas echt de urgentie te voelen. De politiek moet goed voor het onderwijs zorgen maar mag de eisen dus ook best opschroeven langs die weg.
Masterplan Basisvaardigheden
Minister Wiersma zal binnenkort met een masterplan basisvaardigheden komen om de resultaten te verbeteren. In de beleidsreactie op de Staat van het Onderwijs schrijft hij aan de Tweede Kamer:
"Het kabinet wil de onderwijskwaliteit versterken en de basis op orde krijgen, en komt daarom op korte termijn onder meer met een masterplan basisvaardigheden. We willen met iedereen in het onderwijs aan de slag om ervoor te zorgen dat de resultaten op taal, rekenen/wiskunde, burgerschap en digitale geletterdheid aantoonbaar verbeteren. Op zeer korte termijn werken we samen met het onderwijsveld plannen uit, zodat ze werkbaar zijn voor de praktijk en de gewenste kwaliteit leveren. Hierbij zal in elk geval aandacht zijn voor beter gebruik van bewezen effectieve methodes, aansluiting tussen de school en de omgeving om de school."
Het refrein van dit lied luidt: Kom op met dat leesoffensief!
Alle alarmbellen gaan weer af en iedereen is weer wakker. Er is een gereedschapskist met bewezen interventies. En daarvan is de belangrijkste: Lezen, lezen, lezen. En zien lezen, doet lezen. Maak leeskilometers! Zorg voor plezier in lezen.... Het kan. En help leraren om dat mogelijk te maken.
Beste minister, bibliotheken doen graag mee en zijn leesexpert. Geef ze een plek in dat masterplan, zorg voor de bibliotheek op elke school en een enthousiaste leesconsulent met een mooi (en bewezen) programma.
Kom dus door met dat leesoffensief!
Of zoals de inspectie het zelf iets bedaarder stelt:
Onvoldoende toerusting op deze punten veroorzaakt niet alleen persoonlijk leed in iemands leven, de optelsom ervan is een groeiende groep Nederlanders die niet mee kan doen, zich buitengesloten voelt of het eigen leven moeilijk op orde krijgt. Dat veroorzaakt ook veel schade voor de kwaliteit van onze samenleving - we zijn daar nu al dagelijks getuige van. Voldoende toerusting bieden, dat is de kernfunctie van het onderwijs.
En lezen is daarbij essentieel. Het refrein van dit lied luidt (allen): Kom op met dat leesoffensief!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten