maandag 29 februari 2016

Bibliotheken zijn boekendieven! Waar of onwaar? 3 feiten, 2 beweringen en 1 oplossing


De afgelopen weken is er veel te doen over het leenrecht in bibliotheken. De stichting Leenrecht publiceerde voor het 25-jarig jubileum een marktverkenning met een infographic over de veranderde omstandigheden bij bibliotheken.

Rian Visser schreef een ingezonden brief met de prikkelende titel 'Houd de boekendief' aan de NRC en Ted van Lieshout schreef een stuk op zijn blog. Wie de stukken wil lezen: begin bij Ted van Lieshout, lees dan Rian Visser, dan de marktverkenning en kijk dan naar de infographic.

Het is een discussie met flink wat ruis en waar feiten en beweringen door elkaar lopen. De kans bestaat dat (kinderboeken)auteurs en bibliotheken elkaar  hierover in de haren vliegen. Volgens mij is dat niet nodig en is dat ook niet wat ons verder gaat brengen. Hoog tijd om feiten en beweringen maar eens uit elkaar te trekken.

Ik neem u mee langs drie feiten, twee beweringen en één oplossingsrichting.

Feit 1: Auteurs en bibliotheken hebben een gezamenlijk belang
Bibliotheken en auteurs werken samen met uitgevers, ouders en onderwijs aan een zo goed mogelijk leesklimaat. Kinderen op jonge leeftijd goed en met plezier laten lezen is iets waar heel Nederland profijt van heeft. We werken samen aan de kinderboekenweek, de boekenweek, Nederland Leest en allerlei andere vormen van leesbevordering. 2016 is potdorie zelfs uitgeroepen tot Jaar van het Boek!  Kortom, dit  is wel het slechtste jaar om met elkaar ruzie te maken.

Bibliotheken besteden jaarlijks zo'n 60 miljoen euro aan de inkoop van media en hierbij is inbegrepen de afdracht van leenrecht voor uitleningen die in bibliotheken plaatsvinden. Dat leenrecht is gekoppeld aan het aantal uitleningen: meer uitleningen is meer leenrecht, minder uitleningen is minder leenrecht. Allemaal wettelijk en legaal.

Tot zover geen vuiltje aan de lucht en staan we schouder aan schouder.


Feit 2: Er wordt fors minder uitgeleend
Een feit dat - lijkt me - niemand kan ontkennen is dat er flink minder wordt uitgeleend en dat dat al een flinke tijd aan de gang is. Kijk maar eens naar de grafiek bovenaan. In 2014 was het aantal uitleningen in bibliotheken een slordige 80 miljoen minder dan in 1999. Gehalveerd dus.  Voor jeugdboeken valt dat iets mee, die blijven in 2014 op 59% steken van het niveau van 1999, een verlies van 41%.

Die 50% die overgebleven is, is diverser dan in 1999. Muziek eiste begin 2000 een steeds groter deel op en vanaf 2005 wordt het aandeel van DVD steeds groter. De uitleningen die over zijn en dus ook de afdracht aan leenrecht, worden dus verdeeld over meer typen media. Kijk maar eens naar bovenstaand staatje dat komt uit het boek 'Het kwartje van Nuis' (p.55).

Wie echter kijkt naar het verband tussen de gedaalde uitleningen en de ontwikkeling van het leenrecht, zal roepen dat dit geen gelijke tred heeft gehouden. De afdracht aan Leenrecht zit ruim 40% boven het verval van de uitleningen. Maar voordat u roept dat het leenrecht wel minder kan, wil ik daar wel een verklaring voor geven. Ik heb een vermoeden - let op: dit is dus geen feit - dat dit heeft te maken met een trendmatige verhoging van het leenrecht (vergelijk het met de verhoging van uw salaris in die periode).

Feit 3: Auteurs ontvingen in de afgelopen periode minder leenrechtgelden
Minder uitleningen, betekent minder leenrecht. Zo is het wettelijk geregeld. Maar er is meer aan de hand. In de marktverkenning van de Stichting Leenrecht geven auteurs aan hoe hun inkomsten uit leenrecht snel minder zijn geworden. Daarbij wordt telkens een vergelijking gemaakt tussen 2009 en 2014. Slim geframed, want daar zit een opmerkelijke daling.

In 2012 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan dat verlengingen niet gezien hoefden te worden als een nieuwe uitlening en dat daarover dus geen afdracht nodig was. De eerdere uitspraak was al gedaan in 2010 en dus werd de uitspraak met terugwerkende kracht ingevoerd. In bibliotheken zijn 10% tot 20% van de uitleencijfers een verlenging.

Het wegvallen van de vergoedingen voor verlengingen samen met het verval van uitleningen in deze periode (ca. -25%), verklaart het totaal van die sterke daling.

Na deze feiten wordt het schimmig. Ik ga in op twee beweringen die worden gedaan of suggesties die worden gewekt.

Bewering 1: De afname van leenrecht ligt aan de Bibliotheek op school en bibliotheken proberen met opzet leenrecht te ontduiken

Rian Visser schrijft in haar artikel in NRC:
"Helaas sluiten steeds meer gemeenten, gedwongen door bezuinigingen, hun bibliotheekfilialen en brengen de collecties in scholen onder. Leerlingen mogen de boeken vaak ook mee naar huis nemen en zo delen de scholen gratis boeken uit. Maar ze doen dit bijna allemaal zonder de makers te betalen. Educatieve instellingen, zoals basisscholen, middelbare scholen en universiteiten, zijn namelijk vrijgesteld van het betalen van uitleenvergoeding. Vroeger was dit een relatief kleine schadepost voor de makers, maar op het ogenblik zijn al 2.500 basisscholen aangesloten bij de Bibliotheek op school, die samen rond de twintig miljoen boeken uitlenen."
20 miljoen uitleningen op scholen!  Eerst roepen die bibliotheken dat ze veel minder uitlenen en dan blijkt dat ze die stiekem onder de toonbank doorschuiven bij scholen! Dat riekt naar een georganiseerd complot waarbij bibliotheken hebben geprobeerd Leenrecht buiten spel te zetten. Maar is het waar? En waar is dit op gebaseerd? Rian was zo aardig om mij te wijzen op hoe ze aan dit aantal komt. Het komt uit dit stukje uit de marktverkenning van de Stichting Leenrecht.


Nou, die rekensom - herstel, grove schatting - durf ik wel in twijfel te trekken.Wie namelijk kijkt in de voorbeeldrapportage van de Monitor de Bibliotheek op school van 2014 (p. 9), ziet dat daarin staat dat er in totaal door 1.001 scholen gezamenlijk 1.781.190 uitleningen zijn gedaan. Een kleine 1,8 miljoen uitleningen dus. Dat staat nog ver af van die 20 miljoen.

Verder geeft Rian zelf al aan dat uitlenen op school een uitzondering is op het leenrecht en dat men in deze omgeving is vrijgesteld van de afdracht. Op de website van de Bibliotheek op school staat hierover een keurig document. Kenmerk is of uitleningen wel of niet onder verantwoordelijkheid van de openbare bibliotheek plaats vinden. Met andere woorden: wat bibliotheken op scholen doen mag van de wet. Ted van Lieshout hekelt in zijn stuk dan ook niet de bibliotheek maar de wetgever. Ted volgt daar de juiste weg: wie het niet eens is met deze regel moet niet boos worden op de school of bibliotheek die dit doet, maar moet zich melden bij de wetgever.

Dat dit voor Rian Visser, Ted van Lieshout en vele andere auteurs wringt, kan ik me voorstellen. Zeker als we weten dat het aantal scholen nog flink zal groeien en er steeds vaker op deze manier jeugdboeken zullen worden uitgeleend. De wetgever die aan de ene kant de vrijstelling in het leenrecht geeft, is dezelfde overheid die met Tel mee met Taal de schoolbibliotheken stimuleert.

Maar tot slot: Ik ken geen bibliotheek die willens en wetens op deze manier onder het leenrecht uit probeert te komen. Bibliotheken investeren stevig in het onderwijs, zetten hier meer budget en personeel voor in met maar één reden: investeren in leesklimaat!



Bewering 2: Nieuwe initiatieven zorgen voor dalende uitleningen
Dan gaan we nog eens even door naar de infographic van de Stichting Leenrecht (hierboven) die ook veel is gedeeld op sociale media. De infographic gaat in op de sterk veranderde marktomstandigheden voor leenrecht. In de plaatjes - waar trouwens bizar weinig feiten in staan - staat in het paarse vak onderaan: 'deze verschuivingen leiden tot minder registratie van uitleningen'.
De genoemde ontwikkelingen zijn: digitaal lenen, de Bibliotheek op school en mini-biebs.  Allemaal ontwikkelingen die - qua impact - pas spelen in de afgelopen drie tot vijf jaar.

Laten we ze eens langslopen. 1) Ebooks: een paar miljoen legale digitale uitleningen per jaar. Betalen bibliotheken netjes een vergoeding voor en we strijden samen tegen piraterij. 2) de Bibliotheek op school: hebben we het net over gehad, meest officiële cijfer is 1,8 miljoen uitleningen en 3) Mini-biebs: dit zijn geen bibliotheken, hier worden boeken weggegeven en dat is niet strafbaar. Aantallen bij deze laatste zijn onbekend, maar het gaat om kleine initiatieven (ze heten niet voor niets mini-biebs).

In deze hele infographic wordt op geen enkele manier gemeld dat bibliotheken de afgelopen 20 jaar al elk jaar al minder uitleenden. Wat hierdoor gebeurt, is dat in de beeldvorming de daling van uitleningen en daarmee de daling van het leenrecht wordt gekoppeld aan digitaal lenen, de Bibliotheek op school en Mini-biebs. Leenrecht suggereert dat er massaal substitutie plaatsvindt van uitlenen in de bibliotheek naar nieuwe vormen. Is dat juist?

Van deze initiatieven is nog nooit bewezen dat ze leiden tot minder uitlenen in de bibliotheek. Een voorbeeld: de bibliotheken hebben een ebookcampagne met de Vakantiebieb. Ik heb nog nooit een van bibliotheek gehoord dat deze daardoor minder uitleent in de zomervakantie. Verder: in Overijssel lenen we meer jeugdboeken uit in bibliotheken de afgelopen jaren. Is dat ondanks of juist dankzij de forse uitrol van de Bibliotheek  op school?  En  tot slot: zijn gebruikers van de mini-biebs voormalige bibliothekenleden die nu niet meer lenen? Wie het weet mag het zeggen. De gesuggereerde vormen van substitutie en verdringing zijn nog nooit bewezen. En ik zie soms zelfs het omgekeerde effect.

Door hier niet de grote daling van uitleningen te noemen ontstaat het beeld dat de kleinere ontwikkelingen zorgen voor die grote daling. Dat is slim gepresenteerd, maar wel minder dan de halve waarheid.

Zijn bibliotheken boekendieven? Onwaar...
Terug naar het begin: zijn bibliotheken boekendieven? Nee, bibliotheken zijn geen boekendieven. Men administreert waar nodig en men geeft het op aan de Stichting Leenrecht. Ook rond piraterij met ebooks trekken we volgens mij heel constructief op: we betalen een vergoeding voor ebooks die we gebruiken, ook al zouden we daar graag een wettelijke basis voor hebben in het leenrecht.

Oplossingsrichting
Tja, hoe nu verder? Ruzie maken lijkt me volstrekt niet effectief. Laten we eens terug gaan naar het gezamenlijk belang: auteurs en bibliotheken willen beide dat er een goed leesklimaat is, thuis en op school. Een leesklimaat waar ook de rechten goed geregeld zijn en piraterij wordt tegengegaan. Eens?

Okee, dan gaan we verder. Bibliotheken investeren op dit moment flink in dit leesklimaat. Dat er één partij is die moeite heeft met hoe dit gaat is wel een signaal om op te pakken. Want aan een verziekt klimaat hebben we niks. Eens?

Okee, dan gaan we verder. Alle partijen willen graag dat kinderen met plezier goed leren lezen. Boeken horen daarbij. Ebooks ook. Door de crisis is de omvang van de culturele koek een stuk kleiner geworden. Iedereen moet men minder geld toe. Dat geldt voor bibliotheken, dat geldt voor scholen, dat geldt voor auteurs, dat geldt voor de overheid. Gaan we ons daardoor van ons gezamenlijke belang af laten brengen? Dat zou heel slecht zijn.

Ik zie dat er discussie is over de Bibliotheek op school bij kinderboekenauteurs, ik zie dat er ongenoegen is bij bibliotheken over het feit dat ebooks nog niet onder een wettelijke regeling voor leenrecht vallen. Ik zou zeggen dat er met een goed gesprek wat te winnen is voor beide partijen. Voor auteurs een gemoderniseerde regeling rond scholen (hoe die er ook uit moet zien) en voor bibliotheken een hernieuwde regeling rond ebooks (hoe die er ook uit moet zien). En gezamenlijk kun je investeren in makkelijke toegang tot zowel fysieke en digitale boeken zodat piraterij niet nodig is.  De wetgever, het ministerie dus, is hierbij onontbeerlijk.

Ik kan mij niet voorstellen dat we daar niet uitkomen, want ik ken alleen maar vriendelijke kinderboekenauteurs, aardige bibliotheekmensen en behulpzame ambtenaren op het ministerie. Eens?

Aan de slag dan.

Laat kinderen lezen, word geen dief van hun toekomst!
Bibliotheken zijn geen boekendieven en auteurs zijn geen graaiers. Laten we samen zorgen dat de kinderen, die we zo graag willen laten lezen, niet leiden onder deze kwestie! Laat het de uitrol van Bibliotheek op school  niet belemmeren. Want als onze kinderen minder gaan lezen, dan zijn we pas echt dieven. Dieven van de toekomst van onze kinderen.

En dat, wil niemand.

18 opmerkingen:

Zomer65 zei

als aanvulling: ook schrijvers hebben baat bij een goede regeling rondom het uitlenen van e-books. Voor zo ver mijn kennis reikt, worden nu licenties afgesloten via de uitgevers en is het afhankelijk van hoe een schrijver dat heeft geregeld met zijn uitgever of en hoe hoog de vergoeding is die hij/zij er voor krijgt.

Mark Deckers zei

@Erna: ook hier dus een gezamenlijk belang. Bundel je krachten en zorg voor een goed leesklimaat. Op naar de doelstellingen van de leescoalitie in 2025!

Frank Huysmans zei

Ook ter aanvulling: uit de brochure over leenrecht in de Bibliotheek op School (dBoS) waarnaar je linkt maak ik op dat er voor een (waarschijnlijk flink) deel van de 1,8 miljoen uitleningen uit die bibliotheken gewoon leenrecht is afgedragen. Het lijkt me ook geen goede zaak als uitleningen 'onder verantwoordelijkheid van de school' plaatsvinden. Het managen van de uitleen, inclusief de administratie en afdracht van het leenrecht, zou onderdeel van het aanbod van de bibliotheek aan de scholen moeten zijn. Hoe dan ook moet het leenrecht nooit een belemmering zijn (of worden) voor scholen of bibliotheken om boeken via dBoS uit te (gaan) lenen!

Mark Deckers zei

@Frank: Hou er rekening mee dat binnen die 1,8 miljoen er ook veel uitleningen zitten die via klassikaal lenen in de bibliotheek tot stand komen. Dat kan verklaren waarom een aanzienlijk deel toch afdraagt. Maar bottom-line: dit gaat groeien in de toekomst en auteurs voelen zich er niet senang bij. Dat is een goede reden om te bespreken.

K.v.Hensbergen (biebEemland) zei

Een reaktie op gebruik Vakantiebieb, in Eemland is de uitleen van Volwassen Fictie in het 3e kwartaal (zomervakantie) in periode 2012-2015 met ongeveer 14 % gedaald. Een grotere daling dan het jaargemiddelde dat in deze periode met ongeveer 12 % afnam.
Kan ook veroorzaakt worden door hoger zomergebruik van reguliere E-bookservice van de bibliotheek, gebruik eigen e-boeken of p-boeken of zelfs minder lezen op vakantie.

Annet zei
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
Annet zei

Bedankt Mark voor deze reactie op het artikelen "Bibliotheken zijn boekendieven".

Mark Deckers zei

@Kees: Als ik het goed begrijp: er zit een verschil van 2% in de vakantieperiode? 14% - 12% (normaal verval)? Als je dat afzet tegen het gebruik van de vakantiebieb vermoed ik dat er per saldo meer gelezen is dan wanneer er alleen een fysiek aanbod was. Lijkt me interessant om te onderzoeken. Dank voor de info!
@Annet: dank voor het compliment.

K.v.Hensbergen (biebEemland) zei

Dat heb je inderdaad goed begrepen Mark, extra daling van 2 % in 3e kwartaal (vakantieperiode). P-boek is voor velen prettiger om te lezen, maar in een periode van vakantievervoer gaat gewicht zwaarder wegen. Het is inderdaad heel goed mogelijk dat er in totaal meer bibliotheekmaterialen zijn gelezen in vakantieperiode, zeker ook omdat met voor vakantiebieb geen lid hoefde te zijn, het werd ingezet als promotiemiddel als ik niet vergis. En voor vakantiebieb is geen aparte ereader nodig, kan ook op bijvoorbeeld tablet/telefoon.
Niet eenvoudig lokaal te meten, aandeel e-uitleningen is op regioniveau niet bekend op dit moment.

Mark Deckers zei

@Kees: dank voor de info. En dan is dus nog de vraag of de vakantiebieleners anders bibliotheekleners waren geweest en andersom. En zo goochelen we dus ons eigen beeld bij elkaar. Het lijkt zo verleidelijk dat A voortvloeit uit B maar bewezen is het daarmee niet.

Rian Visser zei

De kop en de inleiding van mijn artikel waren van de redactie van NRC. Ik heb het woord Boekendief niet gebruikt. Zij wilden mijn boodschap blijkbaar nog een beetje aanscherpen. Ik denk dat de Openbaren Bibliotheken, Leenrecht, De Bibliotheek of School en VvL er samen op moeten aansturen dat er goede wetgeving komt voor de nieuw ontstane situaties. Met elkaar en niet tegen elkaar.
Ik ben wel blij dat mij stuk in NRC geplaatst is, want hierdoor is er weer wat meer bewustwording ontstaan.

Mark Deckers zei

@Rian: fideel dat je hier reageert. We hadden al even kort contact gehad.Ik onderschrijf je stelling ten zeerste en bewustwording op dit punt lijkt me zeer verstandig!

Frans Bergfeld zei

Hallo Mark,

Volgens mij is het goed om onderscheid te maken tussen de verschillende mogelijkheden binnen een dBos. Ter illustratie, Bibliotheek Waterland werkt samen met alle basisscholen binnen het verzorgingsgebied. Ongeveer de helft van deze scholen gebruiken schoolwise o.a. om de uitleningen van hun eigen mediatheek te registreren. Waar dit gaat om uitleningen via een collectie die door de school aangeschaft is en alleen voor de leerlingen van die school bestemd is vallen deze uitleningen onder de vrijstelling van leenrecht. Zoals jij terecht schrijft zal je als je dit wilt wijzigen dat via de wetgever moeten doen. De vraag is ook wie er dan leenrecht gaat betalen, de school (eigenaar van de collectie) of de bibliotheek (mij is niet duidelijk waarom de bibliotheek hier leenrecht voor zou moeten afdragen) Tot slot zijn er dBos'sen waarbij de bibliotheek de collectie aanschaft en onderhoudt. Deze collectie is dan ook beschikbaar voor andere kinderen uit de wijk. Deze laatste categorie tellen we mee in onze uitleencijfers (het zijn immers uitleningen gerealiseerd met collectie van de bibliotheek) en hier dragen we ook leenrecht voor af. In mijn optiek geheel terecht, het zijn uitleningen gerealiseerd met een collectie van de openbare bibliotheek, en natuurlijk wil ik dan ook dat auteurs (rechthebbenden) krijgen waar ze recht op hebben.

Frans Bergfeld, Bibliotheek Waterland

Mark Deckers zei

@Frans: Dank voor je reactie! Er zit inderdaad verschil tussen verschillende type uitleningen. Binnen die 1,8 miljoen die ik aanhaal zitten bijvoorbeeld ook uitleningen die door klassikaal lenen in de biblotheek tot stand komen en waarover leenrecht zal worden afgedragen. Zelf vind ik de regeling wel helder. Ik vermoed geen leenrechtontwijkend gedrag en als dat er al zou zijn vermoed ik dat dit geen grote schaal kent. In ieder geval niet in de schaal als gesuggereerd in de marktverkenning van leenrecht. Daar liggen echt andere factoren aan ten grondslag. Dus het woordje 'recht' vind ik nog ingewikkeld in deze. Maar als auteurs zich niet prettig voelen is dat een serieus signaal waar je wel samen naar kunt kijken. Voor mij is de vraag of de oplossing in regelingen moet zitten of dat je daar andere vormen voor vindt.

Arjen Polman zei

Dank Mark voor dit blog en je bijdrage aan de discussie. Zeker nuttig, hoewel ik voor een deel niet mee kan gaan in je redeneringen. Volgens mij valt er veel meer op te maken uit de twee recente publicaties van Stichting Leenrecht, het Kwartje van Nuis en het Eindverslag Marktverkenning. Zie ook hoe we hierin al dezelfde oproep doen als jij, om toch vooral in gezamenlijkheid tot oplossingen te komen, dus ik blijf ook nu bij de constructieve benadering.

De marktverkenning haal je nu aan als de onderbouwing van het artikel van Rian. Als ik daar nog iets over mag zeggen; de verkenning is bedoeld als discussiestuk waarin betrokken partijen na twintig jaar leenrechtregeling hun zegje mochten doen. Je hebt gelijk als je stelt dat er flink wat ruis is. Er blijken veel verschillende opvattingen te leven over aard en werking van het leenrecht, eerlijk gezegd ook in jouw blog en de reacties daarop. Daarom zijn wij in ons verslag over de marktverkenning teruggegaan naar de basis, de leenrechtvergoeding als middel om de leescultuur te stimuleren, doordat schrijvers een goede vergoeding krijgen voor het gebruik van hun werk door bibliotheken. Dat was ooit zo, nu niet meer zoals blijkt uit de ervaringen van de schrijvers.
Vervolgens hebben we uit de gesprekken alle ontwikkelingen opgetekend die van invloed zijn op het aantal geregistreerde uitleningen, de basis van de vergoeding. Hoe groot de effecten precies zijn weten we niet: de cijfers spreken elkaar vaak tegen of zijn er eenvoudig niet. Ook 1,8 miljoen officiële uitleningen voor dBoS zegt weinig als Stichting Lezen zelf al aangeeft dat een groot deel van de uitleningen niet geregistreerd wordt. Het goede nieuws is dat OCW op verzoek van VOB en Stichting Leenrecht een kwantitatief onderzoek zal uitvoeren om duidelijkheid te krijgen over de uitleningen. Dan weten we tenminste waar we over praten. Vervolgens gaan we samen kijken hoe we kunnen zorgen dat we ons leesklimaat goed houden door te zorgen dat het aan de bron niet opdroogt: een goede inkomenspositie voor de auteurs (niet alleen de kinderboekenschrijvers!). Maar aan bovenstaande reacties te oordelen zijn we het daar al over eens.
Aan de slag, zeg je? Wij zijn al bezig!

Arjen Polman
manager Stichting Leenrecht

Mark Deckers zei

@Arjan: Dank voor je reactie! Uiteraard snap ik dat je op punten niet meegaat in mijn verhaal. We leven in een land waar dat gelukkig mag.

Volgens mij investeren bibliotheken flink mee in dat leesklimaat. Al jaren lang is 20% van het collectiebudget voor leenrecht (ook na 2009). Mijn belangrijkste punt was dat in de beeldvorming gedaan wordt dat kleinere initiatieven een terugval van 80 miljoen uitleningen zou compenseren.

Uiteraard zijn signalen van auteurs serieus te nemen en dat wuif ik ook niet weg. En volgens mij geven de reacties er ook blijk van dat velen met mij in bibliotheekwerk dat onderschrijven.

Waardeer je reactie zeer. Hoop je een keer ergens een hand te kunnen schudden.

Wim Keizer zei

Belangrijkste onderdeel van de hele discussie lijkt mij de vraag naar het aantal uitleningen in het kader van dBos.
De Marktverkenning van de St. Leenrecht komt met 20 miljoen uitleningen. Jij noemt een kleine 1,8 miljoen in het totaal, door 1.001 scholen, genoemd in de voorbeeldrapportage van de Monitor de Bibliotheek op school van 2014 (p. 9).

Inderdaad een groot verschil. Hoe valt dat verklaren?

Ik begreep van Leenrecht dat er ongeveer 1,5 miljoen basisschoolleerlingen op ongeveer 7.000 scholen zijn (gemiddeld zo’n 220 leerlingen per school). Dit klopt met gegevens uit http://www.onderwijsincijfers.nl/kengetallen/primair-onderwijs.
Als je de 30% neemt die volgens de Marktverkenning in 2013 meededen aan dBos kom je op 450.000 leerlingen (op ca. 2100 scholen). Ik begreep ook dat volgens een GfK-Intomart-rapport kinderen zo’n 40 tot 50 boeken per jaar lenen.
Bij 40 boeken kom je op 450.000 x 40 = 18 miljoen, bij 50 boeken op 450.000 x 50 = 22,5 miljoen. Gemiddeld dus rond de 20 miljoen.
Inderdaad geen harde, geregistreerde cijfers, maar wel beredeneerd.

Nu die kleine 1,8 miljoen. Dat getal lijkt me raar.
Volgens de vorig jaar januari verschenen evaluatie van het programma Kunst van Lezen (door de Kwink- en Rebel-groep) deden er in 2014 38% van de PO-scholen mee aan dBos.
En die 30% van 2013 die de Marktverkenning noemt moet dan, gezien de op internet te vinden cijfers over het totale aantal basisscholen, ongeveer 2100 scholen zijn.
Ik snap dus die 1001 scholen van pagina 10 (met hun kleine 1,8 miljoen uitleningen genoemd op pagina 9) in die voorbeeldrapportage niet.
Als 2100 scholen ongeveer 450.000 leerlingen hebben, zouden die 1001 scholen er ongeveer zo´n 214.000 moeten hebben. Bij 1,8 miljoen uitleningen is dat zo´n 8 uitleningen per jaar per leerling. Dat lijkt me erg laag.

Ben benieuwd naar de echte feiten uit het te houden OCW-onderzoek.

Mark Deckers zei

@Wim: Onderoek mag het uitwijzen. Maar ik wil er wel op wijzen dat de monitor, wel degelijk opgegeven cijfers van bibliotheken bevat. De gestapelde redenering die jij en ook Leenrecht maakt bevat wel wat aannames waar je wat over kunt zeggen. 1) niet alle groepen lenen, vaak pas vanaf groep 3/4 (scheelt minimaal 25% van je populatie), 2)40 tot 50 boeken per jaar is het geheel, in veel gevallen gaat dat lang niet allemaal via de schoolbibliotheek, 3) niet alle scholen hebben een schoolbibliotheek in de bibliotheek op school maar werken met klassikaal lenen in de bibliotheek. Tot slot, in bibliotheekwerk zijn we in 15 jaar ongeveer 35 miljoen jeugduitleningen kwijt geraakt. Dat we met 3 jaar bibliotheek op school daarvan 20 mijoen terug zouden hebben, zou mij verbazen. Met andere woorden: ik geloof van die 20 miljoen helemaal niks tot het bewezen is. Tot die tijd hou ik me vast aan de cijfers die we wel hebben en die consentieus door bibliotheken worden verzameld. Ik ben dus met jou benieuwd...