Posts tonen met het label Leeszaal West. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Leeszaal West. Alle posts tonen

dinsdag 19 mei 2015

'De uitvinding van de Leeszaal': Zeven lessen voor instituten die geen instituten meer willen zijn

Beste bibliotheken: wij zijn instituten. Niks mis met instituten maar ze zijn op dit moment niet zo in de mode.

Dag instituten
Denk maar aan de banken, de Katholieke kerk of de vakbond: ook allemaal instituten. Instituten waren vroeger handig: ze organiseerden zaken die we zelf niet konden regelen: zelf veilig geld bewaren, het contact met het bovenaardse regelen of onze arbeidsvoorwaarden behartigen. De wereld is echter flink veranderd. Behalve dat een deel van de instituten hun eigen ondergang organiseerde door allerlei debacles bleek de samenleving in staat op allerlei andere manieren te gaan organiseren. Mensen hebben meer mogelijkheden dan ooit en benutten die ook. Via internet staan we in contact met het hele universum, ons opleidingsniveau is hoger dan ooit en de overheid neemt een flink aantal stappen achteruit. De ideale voedingsbodem om instituten als sneeuw voor de zon te laten verdwijnen.

Was u zo goed aan het werk, verandert de samenleving helemaal...
Kortom, terwijl we allemaal zo hard in de bibliotheek aan het werk waren, is de samenleving compleet veranderd. Kunt u weer helemaal opnieuw beginnen.... Ik hoor het u denken. 

Helemaal opnieuw beginnen in een nieuwe setting.  Dat doet de Leeszaal in Rotterdam, ik schreef er een jaar geleden al eens over. Een bijzondere plek die startte toen de bibliotheek zijn vestigingen sloot. Twee initiatiefnemers: Maurice Specht en Joke van der Zwaard ontwikkelden samen met de wijk een zoektocht naar de voorziening die men met elkaar wilde maken. Het werd de Leeszaal.

Instituten die geen instituut meer willen zijn
Over dit initiatief is een boek verschenen: De uitvinding van de Leeszaal. Collega-blogger Jeanine Deckers schreef er al een recensie over. Haar woorden ga ik niet herhalen: het is goed boek dat vooral niet gezien moet worden als handleiding over hoe je een 'burgerbibliotheek' opgezet moet worden. Ook is het geen beschrijving van de geschiedenis van de Leeszaal die nu iets meer dan twee jaar bestaat. Ja, beide onderdelen zijn wel in het boek te vinden maar ze zijn niet de leidraad.  De ondertitel van het boek is: 'collectieve tactieken en culturele uitwisselingen'. En die titel zegt veel meer. Ik vind het een handboek voor instituten die geen instituut meer willen zijn.


Rebels optimisme
De Leeszaal werkt met een rebels soort optimisme, zoals ze het zelf noemen. De Leeszaal is een 'verwantschap van mensen'. In de Leeszaal worden mensen aan elkaar verbonden en ontdekken ze wat ze met elkaar, voor elkaar kunnen betekenen. Het gaat om het creëren van je eigen publieke plek en het gaat uit van de stelling dat de samenleving is, wat je er met elkaar van maakt.  

Must-read
Het boek is naar mijn gevoel een must-read voor bibliotheekdirecteuren, zorgmanagers, welzijnscoördinatoren en vooral voor ambtenaren en wethouders. Het boek laat je ervaren hoe vastgeroest je soms bent in je eigen denken, hoe makkelijk je voorbij gaat aan de wens van burgers zelf en dat elke interventie van professionele kant, initiatief van burgers kan doodslaan. 

Mijn zeven lessen voor bibliotheken
Er zijn tientallen lessen te leren uit dit boek. Ik neem u mee langs een zeven lessen die ík uit het boek haalde voor bibliotheken.

Les 1: Volksverheffing komt van onderop
Wie had gedacht dat 'wij' de 'burgers' nog iets moeten leren, heeft het fout. Als burgers elkaar kunnen helpen, moeten ze dat vooral met elkaar zien uit te vinden.  In die zin was de Leeszaal ook echt een uitvinding. De twee initiatiefnemers hebben vrij lang de tijd genomen om via verschillende leuke bijeenkomsten en festivals met de wijk te ontdekken wat men met elkaar wilde doen. Daardoor voorkom je dat burgerinitiatief alleen een reactie wordt op de terugtredende overheid. Mensen moeten met elkaar weer hun eigen kracht zien te vinden, hoe cliché dat misschien ook klinkt. 

Les 2: De kracht van een mix van mensen
Mensen die elkaar verder willen helpen, zullen een beroep moeten doen op elkaar. Dat betekent voor iedereen dat het halen en brengen is. Niet alleen halen. De één vindt het het wellicht interessant om meer van andere culturen te leren en de ander vindt het wellicht leuk om Nederlands te leren. Een match dus op dit niveau maar dan wel op veel grotere schaal. De auteurs schrijven in het boek dat elke wijk - zelfs de grote achterstandswijken - nog heel veel variatie kennen en dat we die variatie ook nog veel meer moeten benutten. Hoog- en laagopgeleid kunnen nog veel meer aan elkaar verbonden worden in deze ontzuilde samenleving.

Les 3: Zorg voor de kwaliteit voor een spontaan feest
Wat waren de beste feesten die u heeft meegemaakt? Op die feesten leek wel iets magisch te gebeuren, mensen gingen uit hun dak! Niet elk feest, wordt zo'n feest. Het lijkt iets te zijn dat niet is af te dwingen. Betekent dat, dat je een goed feest niet hoeft voor te bereiden? Nee, dat is ook weer niet waar. En datzelfde geldt ook voor het laten samenwerken van mensen uit de wijk met elkaar. Je moet je spullen goed voor elkaar hebben, de planning moet een beetje kloppen en ja, daar is ie weer, de juiste mensen het feest laten organiseren. Wie mensen aan elkaar wil verbinden en elkaar wil laten verder helpen, moet zorgen dat elk feest met de juiste spullen wordt voorbereid. Kwaliteit lokt kwaliteit uit.  

Les 4: Artistiek leider van samenwerking
Er zijn veel partijen die willen samenwerken met de Leeszaal. Toch gaat de Leeszaal niet overal mee in zee. Wat ik leerde van de opstelling van de Leeszaal is dat ze bij elke samenwerking heel nadrukkelijk op zoek gaan naar hun eigen belang: 'leuk dat jullie het willen maar kunnen wij er zelf ook wat mee?' De Leeszaal verwordt daarmee nooit tot een multifunctioneel zalencomplex waar ieder kan doen wat hij of zij wil. Het voordeel van de houding van de Leeszaal is dat zij verbonden zijn met elke activiteit die er in hun ruimte plaats vindt en dat zij degene die met de Leeszaal wil samenwerken uitdagen tot een extra stap. Daar wordt de samenwerking beter van en krijgt daardoor meerwaarde. En de kunst is vervolgens om de juiste verzameling van samenwerkingen te hebben. Portfoliomanagement dus. Publieke ruimte is dus geen openbare ruimte waar alles kan. Publieke ruimte moet kwaliteit hebben in de verzameling van activiteiten die bij elkaar horen.

Les 5: Zorg niet voor aanbod maar zorg voor publiek
Wie mensen met elkaar iets laat creëren, creëert geen aanbod maar publiek dat zijn eigen productie maakt. Kenmerk van veel van de activiteiten in de Leeszaal is dat het geen standaardaanbod is (zie hierboven). Daardoor wordt in veel gevallen met heel veel mensen samengewerkt om iets moois tot stand te brengen. Degene die produceren zijn dus ook degene die consumeren. Het onderscheid tussen performer en publiek valt daardoor heel vaak weg. 

Les 6: Programmeren kan overal  
Veel bibliotheken hanteren de regel dat literaire avonden en andere culturele hoogstandjes zijn voorbehouden aan de hoofdvestiging. Op andere plekken 'zou dat niet lopen'.  De Leeszaal laat zien dat dit soort activiteiten ook kunnen in een wijk die er minder florissant voor staat.  Voorwaarde is dan wel om burgers hun eigen ruimte te geven en op zoek te gaan naar de dynamiek van de eigen wijk of stadsdeel. Zie ook Les 5.

Les 7: De schaduwzijde van 'vrijwillig' moeten
Veel gemeenten dwingen mensen met een uitkering tot het doen van vrijwilligerswerk. Verplicht vrijwilligerswerk dus. Als dat geen tegenstelling-in-zichzelf is dan weet ik het niet meer. De Leeszaal ervoer dat dit een heel ander type vrijwilliger oplevert dan de burger die aan zijn eigen wijk werkt en om die reden deelneemt aan een project. Wie vrijwilligers als vrijwilligers gaat benaderen, krijgt vrijwilligersgedrag. Wie burgers als burgers blijft benaderen krijgt burgergedrag.  De kern zit in hoe je mensen zicht blijft laten houden op wat ze zelf kunnen bereiken. Zodra ze het gevoel hebben dat een ander ze 'stuurt' is het gedaan met de eigen kracht, hoe goed vrijwilligerswerk wellicht ook kan aansluiten. 

Uw lessen?
Nou ja, dit zijn zo maar zeven lessen die ik trek uit dit boek. Zeven lessen met mijn achtergrond, met mijn ervaring en mijn werkzaamheden. Ik was er van onder de indruk. Wat zouden uw lessen zijn na het lezen van dit boek? Ik hoor ze graag.

Ik ben ook nog niet klaar met dit boek en met de Leeszaal. Ik handhaaf mijn stelling van vorig jaar: deze Leeszaal verdient het om genomineerd te worden voor de Beste Bibliotheek van Nederland. Dit voor alles wat wij als instituten nog kunnen leren van hoe hier met de wijk gewerkt wordt. 

Genoeg gekletst. Bestel dat boek! Hier kunt u het boek bestellen. 

maandag 24 november 2014

Waarom ik vind dat ruilbibliotheken gewoon onderdeel kunnen worden van openbare bibliotheken...


Laatst vroeg iemand mij of ik vond of er ruilbibliotheken in openbare bibliotheken mochten komen? Ik vond het rare vraag. 'Waarom niet?' was mijn tegenvraag? 'Zijn we daar wel voor en maken we onze eigen bibliotheek dan niet kapot?' was de tegenreactie.

Ik zag niet in waarom we daar zo'n moeite mee zouden hebben. Al meer dan 100 jaar zijn we als bibliotheken knetterdruk om mensen lekker te laten lezen. Jarenlang liepen we daarvoor het vuur uit onze sloffen en nu zijn er plotseling allerlei burgerinitiatieven die ons daar graag bij helpen.  Mensen die lezen net zo leuk en belangrijk vinden als wij.  Lezen verrijkt immers je leven. Het verrijkt je leven doordat je een actieve gebruiker van de taal bent; door lezen vergroot je de taalvaardigheid. Het verrijkt je leven doordat je iets nieuws leert of het verrijkt je leven door deel te nemen in de verbeelding van een auteur.

Mooie voorbeelden
En ik ken prachtige voorbeelden van ruilbibliotheken. Zo schreef ik eerder al eens over de leuk leeszaal in Rotterdam West. Een leuk initiatief waar veel meer gebeurt dan alleen boeken uitwisselen.

Of neem eens een kijkje op de site van Minibieb een leuk initiatief in Zuid-Holland waar op veel plekken little free libararies ontstaan.

Onze Vlaamse buren kennen ruilbibliotheken op stations. Ook een hele logische plek.

Waar boeken geruild worden, wordt meer geruild...
Mijn stelling is dat waar boeken geruild worden met elkaar er meer gebeurt dan boeken ruilen alleen. Wie boeken deelt, deelt zijn leven. En dat delen is een basis om nog veel meer met elkaar te doen. Tegelijkertijd zegen bibliotheken zelf dat uitlenen niet een doel op zich is maar een middel. Uitlenen is geen 'core-business' meer. Meer en meer verbinden we mensen aan mensen in plaats mensen aan boeken. En misschien zijn juist die ruilbibliotheken wel een mooi inititiatief om mensen aan mensen te verbinden.

En natuurlijk: ruilbibliotheken zijn ook een bijzondere manier van collectievorming. Bibliotheken worden geconfronteerd met bezuinigingen en staan steeds vaker voor de keus of een vestiging nog open kan blijven. Ruilbibliotheken passen - zeker voor bezuinigende wethouders - prima in dat beeld.

Wat mij betreft zou dat wel een heel eenzijdige benadering zijn van de werkelijkheid. Maar ruilbibliotheken bieden naar mijn gevoel nog meer aanknopingspunten. Ik vind het mooi om zoveel mensen in de samenleving hiermee bezig te zien. Het toont aan dat lezen nog springlevend is en dat we het graag delen met elkaar. Als dat delen een opstapje naar nog veel meer kan zijn, konden ruilbibliotheken nog wel eens hele belangrijke instrumenten worden voor openbare bibliotheken. Mijn advies: benut dus elkaars kracht en probeer samen nog meer te betekenen voor de samenleving.

Ruilbibliotheken in de Vereniging van Openbare Bibliotheken?
Ik pleit er dan ook voor dat burgerinitiatief en ruilbibliotheken een warm plekje mogen krijgen bij onze Vereniging van Openbare Bibliotheken. Uiteraard moet je rekening houden met het bijzondere karakter van het burgerinitiatief en natuurlijk kun je niet dezelfde certificeringseisen stellen. Maar mensen die zich vrijwillig en  met veel passie inzetten voor lezen, verdienen het om met open armen ontvangen te worden.

donderdag 9 januari 2014

Leeszaal Rotterdam West en Tradeschool 010 : Laboratorium vanuit het hart van de samenleving : Best Practices Leven Lang Leren : 8


Leeszaal  Rotterdam West, er is al veel, veel, veel  over geschreven. Genoeg? Nee. En ik zal u vast waarschuwen. Dit wordt een langer blog. Want er is veel te zeggen over dit bijzondere laboratorium van de samenleving.

Ik spreek, Maurice Specht en Nienke Binnendijk. Maurice is één van de initiatiefnemers van Leeszaal West, Nienke Binnendijk staat op het punt om van start te gaan met Trade School 010.  We wandelen binnen op een winderige dinsdagochtend.

Op een paar bezoekers na is het pand leeg.

Leeszaal Rotterdam West
Om kort te gaan: de Bibliotheek Rotterdam sloot 18 van de 24 vestigingen. Twee daarvan stonden in Oud- en Nieuw-West, een gemêleerde en gekleurde wijk waar hoog- en laagopgeleid vrolijk naast elkaar leven. Een wijk die de op een-na-slechtste wijk van Rotterdam wordt genoemd maar waar de gemeenschapszin torenhoog is. Omdat iedereen knokt om de wijk overeind te houden.

De Bibliotheek Rotterdam vertrok en Maurice werd getriggerd om samen met anderen te bekijken of het met de energie van de wijk het mogelijk was om een nieuwe leeszaal te maken. Niet een nieuwe bibliotheek maar een leeszaal van de wijk: publieke ruimte met als doel om gemeenschapszin rond lezen, leren en informeren vorm te geven.

Een mevrouw komt binnen met twee tassen. 'Ik zet mijn nieuwe boeken hier neer hoor. Succes ermee!'

Die energie bleek er in overvloed te zijn, vele buurtbewoners meldden zich om mee te doen. Men huurde een leegstaand pand van de woningcorporatie en startte de leeszaal. Het interieur bestaat uit gekregen meubels, de wifi wordt betrokken van de bovenbuurman, de boeken komen van de buurtbewoners. Nee, geen bibliotheek. Want er wordt niet uitgeleend maar weggeven. Dat de boeken later weer teruggebracht worden en 'terug geschonken' is een subtiel juridisch verschil.
Maar er is veel meer: de Rotterdammers met passie, vakmanschap en professionaliteit organiseren literaire maaltijden, leesclubs en er worden taalcursussen gegeven door een maatschappelijke instelling.

De organisatie bestaat volledig uit vrijwilligers. Ook Maurice - in het dagelijks leven zelfstandig onderzoeker - werkt volledig vrijwillig in de Leeszaal. 'Ach als mijn boekhouder en mijn vriendin aan het eind van het jaar maar tevreden zijn', zegt hij met een glimlach. Voor hem is de leeszaal een laboratorium van de samenleving. Hij ziet hier zijn onderzoeksvraag beantwoord over hoe je de kracht van burgers vol optimisme en vertrouwen kan inzetten.

Er komt een man binnen. Hij wenst elke medewerker een gelukkig nieuwjaar. Even later vertrekt hij weer. Maurice zwaait hem uit 'Tot volgende week', roept hij hem na.

Toch werken de vrijwilligers niet voor niets. Hun inzet wordt beloond door te voorzien in hun leerbehoefte. De cruciale vraag is: 'Wat wil je hier leren?' Die vraag probeert de Leeszaal dan in te vullen. Hetzij door het netwerk van de vrijwilligers zelf, hetzij door voor de vrijwilliger een cursus te betalen.

Leeszaal Rotterdam West draait zonder structurele subsidie. Men heeft een kleine initiële projectsubsidie gehad van de Stichting Doen! maar de eerlijkheid gebied te zeggen dat men deze subsidie nog niet nodig heeft gehad. Inkomsten komen nu uit vergoedingen voor het gebruik van de leeszaal.

Er komt een grote groep mensen binnen. Even denk ik dat dit een rondleiding is... Maurice legt uit dat er elke dag een groep mensen komt lunchen. Het gaat om een stichting van mensen met een beperking.

Maurice praat  vol passie en vuur. Het is absolute aanrader voor bibliotheken om hem eens uit te nodigen. Zijn denkbeelden over een bibliotheek zijn tamelijk out-of-the-box. Maar bovenal geldt voor hem 'practice what you preach'. Wie de collaborative economy preekt, moet hem ook leven.En dat zie ik hem met verve doen.

De hele ochtend lopen er mensen in en uit. Veel mannen trouwens.

Trade School 010
Via social media  was ik in contact gekomen met zowel Maurice als Nienke. Het grappige is dat op deze ochtend ook Nienke, als Rotterdammer, voor het eerst in Leeszaal West is. Via dit interview leren Maurice en Nienke elkaar kennen.

Nieke wil graag van start met  iets als een Trade School 010. Dit naar het voorbeeld van het internationale Trade School. Ze is net afgestudeerd en organiseerde  het afgelopen jaar een aantal lezingen waaronder één met Afaina de Jong, één van de initiatiefnemers van Trade School Amsterdam.

Trade School is - met hun eigen woorden:
een alternatieve leeromgeving die gebaseerd is op de uitwisseling van kennis, goederen en diensten. Betaal voor je onderwijs door middel van ruilhandel; eten, handige benodigdheden of een andere dienst zijn allemaal geldige betaal items bij de Trade School. Trade School is voor iedereen die iets te onderwijzen heeft, studenten kunnen zich opgeven voor lessen door gevraagde ruil items mee te nemen voor de leraar. De ruil items verschillen per klas. Trade School is opgericht in 2010 in New York, en heeft zich in rap tempo verspreid zich over de hele wereld.
Nienke heeft al diverse docenten gevonden die wel op deze basis willen lesgeven. Maar hoe nu verder? Tijdens het interview maken Nienke en Maurice de afspraak dat Nienke deelneemt aan een overleg dat binnenkort plaats vindt over leren in Leeszaal Rotterdam West. 

De groep lunchers vertrekt. Langzaam wordt het stil in de Leeszaal.

Over een jaar wil Nienke dat er een week met workshops is geweest op deze basis. Daar gaat ze zich voor inzetten. Uitgangspunt is: 'Wat wil jij leren?' Maurice geeft aan dat hij die vraag wel eens middag lang heeft gesteld aan passanten voor de Leeszaal. Gewoon om te weten wat je zou moeten organiseren. Je krijgt trouwens leuke gesprekken met zo'n vraag.

Maurice geeft aan dat hij weg moet. Er komen zo nog vrijwilligers van een bibliotheek kijken naar de Leeszaal. Het is een gemeente waar een vestiging dicht moet. Ze komen kijken of het iets voor 'hun' is.
 
Bibliotheken
Tja, wat moeten bibliotheken hiermee? Nou bijzonder veel naar mijn gevoel. Van Maurice kunnen we leren dat burgerinitiatief heel mooi kan zijn. Maar er zijn wel een paar dingen om rekening mee te houden. Maak van burgerinitiatief geen vrijwilligersorganisatie maar laat vrijwilligers zichzelf organiseren rondom een doel. Blijf dicht bij het enthousiasme van mensen. Als je wilt dat de maatschappij zelf iets gaat doen, moet je de illusie loslaten over hoé die maatschappij dat doet of dat je dat zelf kunt sturen.

Laboratorium vanuit het hart van de samenleving
Van Leeszaal Rotterdam West straalt een ongekend optimisme en vertrouwen uit. Alles lijkt te kunnen, terwijl ze niks hebben. Dit lijkt kent een verborgen overvloed die Leeszaal West en Tradeschool 010 feilloos weten aan te boren. Een laboratorium vanuit het hart van de samenleving waar kleine en grote doorbraken in sociaal denken en doen plaats vinden.

Beste bibliotheek van Nederland?
En ik vraag mij af, of dit initiatief, dat veel meer is dan een 'vrijwilligersbibliotheek'  niet genomineerd moet worden voor de Beste Bibliotheek van Nederland.

We schudden elkaar de hand. Maurice gaat gauw verder met de verwarming. Daar schijnt iets mis mee te zijn.

Colofon
Deze blog verschijnt in het kader van mijn activiteiten voor het Gelderse programma 'Een leven lang leren'. Binnen dit programma zal ik een een flink aantal best practises binnen en buiten de bibliotheekbranche beschrijven. Mijn bevindingen deel ik via mijn blogs. Mijn doel is om vanuit deze best practises een set van bouwstenen te formuleren voor bibliotheken die aan de slag willen met een Leven Lang Leren. Reacties en aanvullingen stel ik zeer op prijs.