zondag 6 juli 2025

Lezen voor je leven: geen kind laaggeletterd van school en in tien jaar tijd laaggeletterheid onder volwassenen halveren


De leescrisis moet opgelost! Er moet een schoolbibliotheek als basisvoorziening komen op iedere school en ieder kind moet bij geboorte automatisch lid worden van de bibliotheek. Daarnaast moet er in elke gemeente in de bibliotheek een taalhuis zijn dat voldoet aan minimumeisen en voorzien is van structurele financiering. Nee, dit is niet de lobbyfolder van de Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB). Deze woorden zijn afkomstig van de D66-Kamerleden Ilana Rooderkerk en Hans Vijlbrief in hun initiatiefnota 'Lezen voor je leven'. Deze Kamerleden stelden een puike nota op waar onderwijs en bibliotheekwerk nog sterker met elkaar vervlochten worden dan thans het geval is. Ik kwam de nota wel overigens op het spoor door de goede nieuwsbrief van de VOB. En hoewel ik altijd wel wat voorzichtig ben met documenten van politieke partijen, is dit toch wel een notitie die elke bibliotheekdirecteur zo onder de arm kan meenemen en uitwerken naar de lokale situatie. Een samenvatting van deze twintig pagina's tellende nota is dus wel op zijn plaats. Lees maar mee. De aanleiding
Nederland is een van de weinige landen in Europa waar laaggeletterdheid niet afneemt, maar toeneemt. En het probleem begint al op jonge leeftijd. Maar liefst één op de drie 15-jarigen kan niet goed genoeg lezen en schrijven om mee te komen in de samenleving.  Iedereen weet dat lezen en schrijven van groot belang is voor je hele verdere leven. Om de weg te vinden op straat. Om belastingaangifte te kunnen doen. Om een bijsluiter te lezen. Maar het is niet alleen een praktische vaardigheid: met boeken en teksten leren kinderen over andere werelden en culturen, wat hun empathie en kennis over de wereld versterkt.

Maar doordat jongeren minder lezen en minder begrijpen van wat ze lezen, starten ze hun vervolgopleiding of baan zonder stevige taalbasis. Dat heeft gevolgen voor hun ontwikkeling: kinderen met taalachterstand bouwen minder kennis op, presteren slechter op school, krijgen minder zelfvertrouwen en ontwikkelen zich minder zelfstandig.
En dat zet zich voort na school. Nederland kent een stille crisis. Meer dan 3 miljoen mensen - één op de vijf volwassenen - hebben moeite met lezen, schrijven of rekenen. Dit gaat gepaard met veel schaamte en angst om afwijzing door je omgeving. Veel mensen proberen dit dus te verbergen, maar de problemen stapelen zich daardoor vaak juist op.

Voor volwassenen die willen bijleren is de weg vaak onduidelijk of onbegaanbaar. Het aanbod is versnipperd, de drempel hoog, en mensen schamen zich. En het is niet alleen een probleem voor de mensen over wie het gaat. Het raakt ons allemaal. Want hierdoor staan Nederlanders langs de kant die een grote bijdrage zouden kunnen leveren aan onze samenleving.

De hoofdlijn 

Het is helder dat er een probleem is en in de initiatiefnota legt D66 een stevige ambitie neer.  
'Het doel: de Nederlandse school heeft het beste leesonderwijs ter wereld. Geen kind verlaat ongeletterd de school en in tien jaar tijd halveren we de laaggeletterdheid onder volwassenen.'
Die ambitie laat zich terugbrengen tot vier hoofdlijnen voor de uitvoering volgens D66.

1) De lat moet omhoog: Geen kind mag ongeletterd van school gaan. Leraren moeten daarom geen manusjes-van-alles meer zijn. Ze moeten kunnen doen waar ze goed in zijn: goed lesgeven. Er moet een norm komen die de administratieve lasten voor leraren gaat verminderen. Meer tijd voor lesvoorbereiding, lezen en aandacht voor ieder kind. 

2) Leesplezier terug in de klas: Kinderen leren nu vooral trucjes om toetsen te halen, in plaats van echt goed te leren lezen. Het vak ‘begrijpend lezen’ mag daarom afgeschaft worden. Lezen moet terugkomen in alle vakken, met aandacht voor leesvaardigheid, schrijfvaardigheid, woordenschat en kennisopbouw. En lezen moet weer leuk worden. Daarom hoort op elke school een goed gevulde, levendige schoolbibliotheek te staan, met een breed en wisselend aanbod aan boeken.

3) Elk kind een voldoende voor Nederlands:  Er mag geen kind van school met een onvoldoende voor Nederlands. Dat kan alleen als elk kind ook echt geholpen wordt als dat nodig is. Als leerlingen dreigen geen voldoende te halen voor Nederlands met er ondersteund worden met gratis bijles in lezen en schrijven, huiswerkbegeleiding op school en zomerscholen.

4) Recht op begrijpelijke taal en brieven terugsturen: Overheidscommunicatie moet glashelder zijn. Toch zijn veel brieven van de overheid zó ingewikkeld, dat ze nauwelijks te begrijpen zijn. Elke Nederlander krijgt het recht om een onduidelijke brief terug te sturen en een duidelijke versie te ontvangen. Begrijpelijke taal is geen gunst, maar een recht. 

Zo, dat zijn nog eens stappen die Rooderkerk en Vijlbrief aangeven. En het mooie is dat preventieve en curatieve acties rond taal en lezen goed met elkaar in lijn worden gebracht. In de notitie wordt aangegeven dat onderwijs, bibliotheken, overheden en werkgevers de handen ineen moeten slaan. 

En specifiek voor bibliotheken? '

Als we specifiek kijken naar bibliotheken dan durft D66 nog wel een paar stappen verder te gaan dan het huidige bibliotheekconvenant, hoewel sommige punten natuurlijk ook daarop voortbouwen. Kijk maar eens even welke punten ik uit deze notitie haalde.

1) Een schoolbieb op elke school: Zorg voor een goede schoolbieb op élke school. Slechts de helft van de basisscholen en een derde van de middelbare scholen heeft een Bibliotheek op school. Dat moet
anders. Elke school verdient een actuele, diverse schoolbibliotheek als basisvoorziening, in samenwerking met de lokale bibliotheek. 

2) Zorgplicht voor taalhuizen: Ieder Nederlander heeft recht op een laagdrempelige plek in de buurt waar je naar toe kunt met een hulpvraag. Taalhuizen, in bibliotheken, moeten in iedere gemeente dé herkenbare en toegankelijke plek worden waar mensen hulp krijgen met lezen en schrijven. Ze bieden informatie, oefenmogelijkheden en begeleiding naar passend aanbod. Iedere gemeente krijgt daarom de zorgplicht én de middelen om een taalhuis in te richten. Er komen daarbij landelijke minimumeisen voor professionaliteit, bereik en dienstverlening. 

3) Iedereen lid van een bibliotheek: Iedere gemeente krijgt vanaf 2026 een zorgplicht voor een volwaardige bibliotheek. Daar heeft D66 een D66-bewindspersonen in de afgelopen periode inderdaad een stevige bijdrage aan geleverd. Maar het mag een stapje verder. De drempel om de bibliotheek te bezoeken moet zo laag mogelijk zijn. Daarom wordt ieder kind automatisch lid van de bibliotheek bij
geboorte. Zo hebben ouders met een kleine beurs gemakkelijk en goedkoop toegang tot een groot aanbod van kinderboeken om voor te lezen. Projecten zoals de VoorleesExpress, waarbij vrijwilligers komen voorlezen bij kinderen wiens ouders dat niet kunnen, moeten gestimuleerd worden. 

Kan het?

Het is een dijk van een verhaal. Ik kan niet anders zeggen. Op sommige punten miste ik nog de Informatiepunten Digitale Overheid (IDO). Terwijl juist deze IDO's met een motie van Kathmann van GroenLinks-PvdA werden behoed voor een korting en zelfs meegegeven werd dat er extra geld moet komen. In het verlengde van de taalhuizen spelen die een belangrijke rol om eenvoudig burgers te helpen met een ingewikkelde overheid.

Volgende vraag is natuurlijk: is het realistisch? Kun je dit bereiken, zowel inhoudelijk als financieel. De doelstelling die hier bovenaan staan, lijkt wel iets op de doelstelling die de leescoalitie zich in 2015 bij monde van Prinses Laurentien stelde: In 2025 verlaat geen enkel kind school met een leesachterstand.
In 2025 zijn alle volwassenen geletterd of bezig dat te worden. Die doelstelling is verre van gehaald maar de leescoalitie was dan een niet-politieke coalitie die alleen uit partijen rond de leesbevordering bestond. De opzet die D66 nu voorstelt met extra middelen, met brede partners is echt steviger dan de leescoalitie destijds.

En veel hangt natuurlijk af van geld. Waar haal je dat vandaan? Ook daar gaat de nota op in. Dat begint met terugdringen van administratieve druk in het onderwijs. Daar verwacht men dus echt ruimte te vinden. Maar er is ook extra geld nodig voor investeringen in leesbevordering, uitbreiding van de bibliotheek op school, meer tijd voor schoolontwikkeling van onderwijsteams en de aanpak laaggeletterdheid via Taalhuizen en gemeenten. De nota wijst op de kosten die voortvloeien uit de huidige situatie. Dat laaggeletterdheid de samenleving thans meer dan een miljard euro per jaar kost.  Onnodige kosten volgens D66. Door deze Nederlanders wel weer mee te laten doen, hebben ze deze voorzieningen minder of niet meer nodig, wat tot een besparing leidt, waarmee deze maatregelen gedekt worden.  De kost gaat dus voor de baat uit. Daar zullen andere partijen wel wat van vinden, denk ik. Maar ik zie ook wel dat alleen doorgaan op de huidige voet met de huidige middelen ook niet de oplossing is. Dus ja, goed om dat patroon te doorbreken.

En nu? 

Wat er precies met deze initiatiefnota gaat gebeuren is voor mij nog even raadsel. De nota roept aan het eind op dat de Tweede Kamer zich over deze punten uitspreekt. Dat doet vermoeden dat het geagendeerd gaat worden. Maar het is op dit moment natuurlijk wel een gekke tijd in de aanloop naar de verkiezingen. Tegelijkertijd is bijna niks controversieel dus er staat weinig in de weg om dat toch te proberen. En anders is deze notitie natuurlijk fijne input voor een verkiezingsprogramma. 

Maar ook lokaal kun je als bibliotheek wel met deze notitie aan de slag. Het is stevig politiek verhaal waar je ook in de eigen plaats een coalitie mee kunt smeden. Een coalitie tussen onderwijs, bibliotheek, gemeente en werkgevers. 

Wie dacht dat gemeenten met bibliotheekwerk klaar zouden zijn, zodra de zorgplicht voor bibliotheken er is, heeft met deze notitie een mooie ambitie om door te bouwen. 

Ik zeg: hulde voor deze initiatiefnota en: Lees voor je leven!

Geen opmerkingen: