zondag 13 november 2022

Hoe bibliotheken geen Nazi-instituut werden en de enge parallellen met onze tijd


De Tweede Wereldoorlog is nog steeds een zwarte bladzijde in de geschiedenis. Ook voor openbare bibliotheken. Er werden Joodse medewerkers ontslagen en er werd preventief en actief meegewerkt aan censuur op boeken die de bezetter onwelgevallig waren. Toch werd mij in de afgelopen duidelijk dat Nederlandse bibliotheken de mazzel hebben gehad dat niet volledig te worden ingezet voor Nazi-propaganda. Dat lag niet aan de houding van de bibliotheken en hun meebewegen met de bezetter. Het was iets anders. Er was een reis naar Luxemburg voor nodig om daar achter te komen. Ik zal uitleggen hoe dat ging en ook waar de link ligt met onze actuele geschiedenis.

In Luxemburg onderzoekt men de geschiedenis

Een paar weken geleden mocht ik deelnemen aan een bijzondere groep mensen: uit heel Europa waren historici en bibliotheekkenners uitgenodigd bij de Nationale Bibliotheek van Luxemburg. Doel van deze groep van zo'n 30 experts was om de situatie van bibliotheken in de Tweede Wereldoorlog met elkaar te vergelijken. De Luxemburgse bibliotheek heeft namelijk de opdracht om dit in kaart te brengen voor de regering zodat vastgesteld kan worden of deze bibliotheek nog iets recht te zetten heeft ten opzichte van de geschiedenis. Dat onderzoek doen ze vrij uitgebreid want de paar dagen die deze experts bij elkaar waren, waren nog maar het begin van een uitgebreider onderzoek. Het vervolgonderzoek moet zich vooral toespitsen op geroofde collecties en als die er zijn, hoe dit nog tot herstel kan leiden. 

Op de eerste plaats was het natuurlijk vleiend om als expert uitgenodigd te worden. Maar het echt interessante was toch om uit heel Europa te horen hoe bibliotheken gehandeld hadden. En dat veranderde toch licht mijn mening over de Nederlandse openbare bibliotheken. Wat mij helder werd is dat de administratieve inrichting van het Duitse rijk nog wel verschillend was en dat dat forse consequenties had voor bibliotheken. 

Bibliotheken in het Duitse rijk

Op de eerste plaats had je het groot Duitse rijk dat bestond uit Duitsland zelf, Oostenrijk, Sudetenland, een stuk van Polen en Luxemburg. Dit rijk was ingericht in Gau-gebieden. Bibliotheken in deze gebieden waren volledig genazificeerd. Dat betekent dat ze ingezet werden als ondersteuning van het nationaalsocialistische gedachtengoed. Oude bibliotheken werden gesloten en nieuwe opgericht. Oude collecties werden in beslagen genomen en hergebruikt voor zover het kon. Waardevolle collecties en ook Joodse collecties gingen naar Berlijn. De Nationale Bibliotheek van  Luxemburg werd zo omgevormd tot een Landesbibliotheek van het Gau-gebied Moselland. 

Bibliotheken in andere gebieden

Andere gebieden die door de Duitsers bezet werden kenden verschillende regimes. Zo kende Moravië en Bohemen (in Tsjechië) de status van een protectoraat dat ongeveer dezelfde aanpak kreeg als de Gau-gebieden terwijl Slowakije net als Nederland en België tot bezet gebied werden verklaard. Toch waren ook bezette gebieden niet hetzelfde. Nederland en België werden als Germaans broedervolk gezien en de Nazi's wilden op lange termijn een gelijkschakeling van Nederland en België met Duitsland. De gebieden in het oosten met Slavische volken werden door de Nazi's als minderwaardig gezien. Met dito gedrag van de bezetter. 

Openbare bibliotheken niet onder de Kultuurkamer, winkelbibliotheken wel

In november 1940 wordt het nieuwe departement van Volksvoorlichting en Kunsten in het leven geroepen. De NSB'er Tobi Goedewaagen wordt secretaris-generaal van dit departement. Het is dit departement dat - ook naar Duits model - in 1941 de Kultuurkamer invoert.  Bibliotheken komen er echter niet te vallen onder dit nieuwe departement. Die blijven onder het departement Onderwijs, Kunsten en Wetenschap vallen dat door de inkrimping en Duitse invloed wordt omgedoopt tot Onderwijs, Wetenschap en Cultuurbescherming. 

Deze Kultuurkamer werkte met verschillende gilden en alleen als je je liet registreren mocht je als uitgever, kunstenaar, schrijver of filmmaker aan de slag. Uiteraard wel volledig binnen de Nazi-richtlijnen. De Kultuurkamer zorgde er voor dat de kunst volledig gecontroleerd werd en actief in dienst kwam te staan van het dictatoriale nationaalsocialisme. Er kwam meer geld voor cultuur maar vooral om deze cultuur tot eer en meerdere glorie van het bezettersregime in te zetten. Goedewaagen stond wat dat betreft wel aan de wieg van het cultuurbeleid want dat kende de regering eigenlijk voor de oorlog nog niet.

Winkelbibliotheken vielen niet onder het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuurbescherming. En daar legde de Kultuurkamer vervolgens wel de hand op. Je kon alleen nog een winkelbibliotheek hebben als je je inschreef bij de Kultuurkamer. Je moest je dus committeren aan het Duitse beleid als je op deze manier nog geld wilde verdienen aan de uitlening. Lisa Kuitert van de Universiteit van Amsterdam die ook in Luxemburg aanwezig was, gaf aan dat een groot aantal zich inschreef. Het feit dat er zes inspecteurs werden ingezet om het te controleren zal daarbij zeker meegespeeld hebben.  

Uiteindelijk had men de bibliotheken willen inzetten voor propaganda

Wie de Europese bibliotheken naast elkaar legt, kan niet anders dan tot de conclusie komen dat de bezetter in Nederland uiteindelijk de bibliotheken toch had willen inzetten voor propaganda. Men begon met verbodslijsten, daarna kwam men met acties voor het 'goede Duitse boek' en uiteindelijk zou de bezetter de bibliotheken toch genazificeerd hebben. Het gedraal, het onderhandelen, het vragen stellen van Greve en de bibliotheekdirecteuren zal dit proces licht hebben afgeremd. Het feit dat bibliotheken niet direct onder de Kultuurkamer kwamen, heeft te maken met het feit dat de bezetter de bibliotheken minder publicitaire macht toedichtte dan kranten, film, schrijvers, kunstenaars en uitgevers.  Met andere woorden: bibliotheken waren niet essentieel genoeg voor de bezetter. 

Toch ontkwamen ook de Nederlandse bibiotheken niet aan controle. Maar de Duitsers speelden dat slim. Ze schoven Dr. Friedrich Ernst Plutzar, een Oostenrijkse kunsthistoricus, naar voren om de namens Wimmer, de 'generalkommisar für Verwaltung und Justiz', contact te houden met de bibliotheken. Greve, de secretaris van de CV (de toenmalige VOB), probeerde Plutzar op afstand te houden door zelf zoveel mogelijk mee te bewegen. Plutzar hoefde Greve dus niet onder druk te zetten en Greve hoopte zo van verdere inmenging af te zijn. En uiteraard schoven de grenzen zo steeds verder op.

Schneiders schrijft in zijn geschiedenisboek voor bibliotheken dat Greve te bang is geweest voor de Duitsers en dat er meer speelruimte was voor bibliotheken. Men boog te snel mee naar zijn oordeel. Ik kan dat eerlijk gezegd niet beoordelen.  Helder is wel dat bibliotheken niet zo belangrijk werden geacht dat men er nu al actief mee aan de slag moest. Maar wie het beleid van 'gelijkschakeling' ziet - een proces waarbij Nederland en België uiteindelijk gewoon bij Duitsland zouden gaan horen - kan niet anders dan de conclusie trekken dan dat bibliotheken uiteindelijk actie het nationaal-socialistische beleid hadden moeten gaan uitdragen. Greve was er in het begin van de oorlog ook van overtuigd dat Nederland bij Duitsland zou gaan horen. Dat ontdekte ik in een verstopt interview met oud-collega Hannie Wolff van de bibliotheek Den Haag. Wolff was als Joodse medewerker ontslagen en Greve had geen verwachting dat de Duitsers ooit nog weg zouden gaan. Zo alomvattend was de bezetting in het begin. 

De giftige werking van jarenlange desinformatie

Waar ik in Luxemburg van schrok was wat de giftige werking was van jarenlange desinformatie en misleiding. Greve dacht aan het begin van de oorlog al dat de bezetter nooit meer zou verdwijnen. Wat heeft het Duitse volk dus over zich uitgestort gekregen in al die jaren propaganda? De Duitse historice en bibliothecarissen die aanwezig waren bevestigden dat beeld. Stap voor stap werd het onmogelijk om nog een ander geluid te horen in de samenleving dat dan van het nationaal-socialisme. De pers werd aan banden gelegd, dissidenten werden opgepakt, schoolboeken vervangen en ga zo maar door. Als je dat jarenlang volhoudt, weten grote delen van de bevolking niet meer wat de waarheid is. Het geluid van de waarheid verdwijnt naar de achtergrond. Het was voor het eerst dat dat me zo duidelijk werd en het raakte me dat dat zo sterk kan uitwerken.

Propaganda en censuur in onze tijd

En dan zie je gelijk parallellen met onze huidige tijd. Een paar grenzen verderop woedt een oorlog die gestart is door een land waar burgers nauwelijks meer kunnen weten wat de waarheid is. De pers is gecontroleerd, dissidenten worden opgepakt en schoolboeken eenzijdig gekleurd. En dat vind ik eng. Eng dat foute informatie dus die uitwerking kan hebben. 


Hoewel het in Rusland misschien wel heel helder is, zijn er ook in de westerse wereld voorbeelden.  In Florida werd dit voorjaar de 'Stop Wake Act' aangenomen waardoor ongemakkelijke onderwerpen niet meer op school behandeld mogen worden. Boeken over slavernij, burgerrechten, onderdrukking, genderidentificiatie en dergelijke worden daarom nu geweerd.  Het dagboek van Anne Frank mag daar in schoolbibliotheken niet meer uitgeleend worden evenals werken van Martin Luther King. Wie gouverneur DeSantis van Florida hoort die hoort woorden als 'cultureel marxisme van verderfelijke ideologieën die on tegenwoordig worden opgedrongen'.  Hier grijpt een overheid dus actief in. Dit is geen oppositie meer of 'een geluid in de samenleving' maar overheidsbeleid. 

Als we teruggaan naar Nederland dan zien we dat deze geluiden in onze politiek vooral terugkomen bij Forum voor Democratie en de Partij voor de Vrijheid. In de afgelopen cultuurdebatten in de Tweede Kamer heeft Martin Bosma van de PVV meerdere malen het cultuurbeleid van Tobi Goedewaagen geprezen en aangegeven dat het goed zou zijn als we naar dat (NSB-)beleid zouden terugkeren. Strafbaar is zo'n uiting niet maar tendentieus en provocerend is het zeker. De PVV heeft overigens als partijstandpunt dat men tegen cultuursubsidies is. 

De casus Bol

Aan de andere kant werd in in Nederland deze week bekend dat Bol.com antisemitische boeken gaat weren. Het bedrijf heeft daarover afspraken gemaakt met de Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding, Eddo Verdoner. Bol.com is de eerste partij waarmee afspraken zijn gemaakt over het bestrijden van antisemitisch materiaal. In een toelichting geeft Bol aan dat het gaat om strafbaar materiaal als niet-strafbaar materiaal maar wel duidelijk antisemitisch. 

Strafbaar materiaal mag je gewoon niet verkopen maar niet-strafbaar materiaal is een grijs gebied. Wie het artikel goed leest, ziet ook dat men graag afspraken maakt met meer partijen hierover. Blijkbaar is het niet mogelijk om verspreiding van deze boeken strafbaar te verklaren en zet men dus de Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding in. Ik durf nog niet zo goed te zeggen wat ik hiervan vind omdat ik eigenlijk geen beeld heb om welke boeken het gaat. 

Een snelle speurtocht naar Mein Kampf of Mijn Strijd van Hitler, leert me dat dit boek te leen is bij bibliotheken. Het bezitten of uitlenen is ook niet verboden.  In 2018 bracht Prometheus nog een verantwoorde geannoteerde uitgave uit. Zonder foto of schreeuwerige tekst op de voorkant. Ook dat boek is overigens bij Bol nog wel te koop. 

En bibliotheken?

Na een discussie over boeken met Zwarte Piet wacht ons dus wellicht een nieuwe discussie over onze collectie. Hoe ga je om met boeken met bijvoorbeeld complottheorieën of met een antisemitische inhoud die niet strafbaar is? Ik denk dat veel bibliotheken zeer terughoudend zijn op dit gebied. Maar een ingewikkelde kwestie is het wel. 

Artikel 4 van de Bibliotheekwet luidt: 'Een openbare bibliotheekvoorziening heeft een publieke taak die zij voor het algemene publiek vervult op basis van de waarden onafhankelijkheid, betrouwbaarheid, toegankelijkheid, pluriformiteit en authenticiteit.' 

Op basis van de toegankelijkheid en pluriformiteit zou je deze boeken kunnen aanschaffen. De memorie van toelichting bij de wet wijst ook bij dit artikel op de vrijheid van meningsuiting. Als een boek verkocht mag worden, mag het dus in een bibliotheek zijn. Bij complottheorieën kun je overigens wel vraagtekens zetten bij de betrouwbaarheid van informatie maar dat zal acuut betwist worden door de aanhangers van de theorie.   

De memorie van toelichting verwijst ook nog naar het Unesco-manifest voor bibliotheken uit 1994. Daarin wordt gesteld: 'Collecties en diensten mogen niet onderworpen zijn aan enige vorm van ideologische, politieke of godsdienstige censuur of onder druk staan van commerciële belangen.' 

Nu kennen openbare bibliotheken 'gebruikscollecties' en geen 'bewaarcollecties' en budgetten zijn beperkt. Er wordt dus vraaggericht gecollectioneerd. Naar veel complottheorieën is maar beperkt vraag. Wie de huidige Bestseller top-60 bekijkt, ziet dat er geen controversiële boeken in staan. Begin dit jaar zou je het boek 'Het corona-bedrog' van Thierry Baudet hier wellicht onder kunnen scharen. Het stond een aantal weken - vlak voor de gemeenteraadsverkiezingen - op nummer 1 in deze top-60. Dat boek is in ruime mate voorhanden in bibliotheken. Niet overmatig maar zeker ook niet genegeerd. 

Mag Thierry Baudet als schrijver in een bibliotheek optreden? Het zou niet mijn eerste keus zijn maar het is niet ondenkbaar en zeker niet strafbaar. En het lijkt me zeker denkbaar als hij bijvoorbeeld samen komt met zorgminister Ernst Kuipers en dat ook hij zijn visie geeft. Pluriform dus. Maar ik kan me ook voorstellen dat je het juist niet doet en je schaarse middelen aan andere onderwerpen wilt besteden. Hoe groot is het thema dus echt?

Waarom ik toch voorzichtig ben

De discussie over wat wel en niet in een collectie hoort, is van alle tijden. En die discussie moet blijven. Open en eerlijk. Vrijheid van meningsuiting is een heel groot goed en tegelijkertijd is het niet eindig. Bibliotheken volgen de vraag van de lezers en die vraag die verschuift met het tijdsbeeld. 

Wij kennen in ons land geen overheid die ons iets oplegt of die ons als propaganda-instituut gebruikt. Wij mogen zelf onze keuzes maken en kunnen er een goed gesprek over voeren. En dat gesprek mag soms best schuren.

En toch ben ik voorzichtig. Langdurige blootstelling aan informatie die niet juist is, laat grote groepen uiteindelijk toch geloven dat het waar is. Burgers helpen om fake-nieuws en desinformatie te herkennen is iets waar meer aandacht naar toe moet. Als u dan toch een lezing organiseert, dan hier toch over. 

En van zo'n ontwikkeling als in Florida waar boeken over geaardheid of zelfs Anne Frank verboden  zijn daar word ik bang van. Een overheid die actief ingrijpt omwille van het eigen politieke beeld en daarmee de blik op de samenleving moedwillig vernauwt en groepen uitsluit, is naar mijn mening begonnen met geestelijke terreur. 

Verantwoording van illustraties:

Foto Groot Duitse Rijk

Foto Kultuurkamer en winkelbibliotheken

Foto DeSantis

Foto Mijn Strijd

2 opmerkingen:

Anoniem zei

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34775-VIII-55.html

Anoniem zei

Martin Bosma geeft inderdaad een bijzondere draai aan het begrip ‘socialisme’.